Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 oktober 2005
gepubliceerd op 28 november 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 oktober 2003 betreffende de voortgezette opleiding van de personeelsleden van de politiediensten

bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000703
pub.
28/11/2005
prom.
31/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/31/2005000703/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 oktober 2003 betreffende de voortgezette opleiding van de personeelsleden van de politiediensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, inzonderheid op artikel 30, 3°;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 oktober 2003 betreffende de voortgezette opleiding van de personeelsleden van de politiediensten, inzonderheid op de artikelen 3, 4, 5 en 8;

Gelet op de protocollen nr. 110/1 van 15 oktober 2003 en nr. 128 van 23 juni 2004 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van FInanciën, gegeven op 5 juli 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 13 januari 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 20 oktober 2004;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van Burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op het advies 38.653/2/V van de Raad van State, gegeven op 25 juli 2005;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 22 oktober 2003 betreffende de voortgezette opleiding van de personeelsleden van de politiediensten, worden de woorden « 60 uren » vervangen door de woorden « 48 uren » en de woorden « dertig » door de woorden « vierentwintig ».

Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « Onverminderd het eerste lid, kan de korpschef of, naar gelang van het geval, de directeur-generaal, of de persoon die zij aanwijzen, een aanvraag indienen bij de directeur van de directie van de opleiding om een bepaalde opleiding toe te voegen aan de opleidingsthema's bedoeld in het eerste lid. »

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende : «

Art. 4bis.Onverminderd artikel 4, vermindert elke promotie- of functionele opleiding, zoals respectievelijk bedoeld in artikel I.I.1, 26° en 27°, RPPol, evenals elke voortgezette opleiding bedoeld in artikel 2 die is erkend door de Minister van Binnenlandse Zaken of door de directeur van de dienst die hij aanwijst, van ten minste 8 uren, gevolgd door het personeelslid in de loop van de zes jaar te rekenen vanaf de toekenning van een loonschaal, de duur van 48 uren bedoeld in artikel 3 met 8 uren.»

Art. 4.In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « 60 uren » en « 50 uren » vervangen door respectievelijk de woorden « 48 uren » en « 40 uren ».

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende : «

Art. 5bis.Voor de personeelsleden die als deskundige of animator ten minste één van de voortgezette baremische opleidingsthema's bedoeld in artikel 4 van ten minste 8 uren verstrekken, wordt de duur van 48 uren bedoeld in artikel 3, verminderd ten belope van 8 uren voor het jaar waarin zij ten minste één van die thema's hebben verstrekt. ».

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5ter ingevoegd, luidende : «

Art. 5ter.De personeelsleden die, overeenkomstig de artikelen XII.VII.21 tot en met XII.VII.27 RPPol, werden aangesteld in de hogere graad, volgen de opleidingsthema's voorzien voor die graad. »

Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « 60 uren » vervangen door de woorden « 48 uren » en de woorden « 50 uren » door de woorden « 40 uren »;2° in § 1, tweede lid, worden de woorden « 60 uren » vervangen door de woorden « 48 uren » en de woorden « 40 uren » door de woorden « 32 uren »;3° in § 1, derde lid, worden de woorden « 60 uren » vervangen door de woorden « 48 uren » en de woorden « 30 uren » door de woorden « 24 uren »;4° in § 1, vierde lid, worden de woorden « 60 uren » vervangen door de woorden « 48 uren » en de woorden « 20 uren » door de woorden « 16 uren »;5° in § 1, vijfde lid, worden de woorden « 60 uren » vervangen door de woorden « 48 uren » en de woorden « 10 uren » door de woorden « 8 uren »;6° in § 2, eerste lid, worden de woorden « 10 uren » vervangen door de woorden « 8 uren »;7° in § 2, tweede lid, worden de woorden « 20 uren » vervangen door de woorden « 16 uren »;8° in § 2, derde lid, worden de woorden « 10 uren » vervangen door de woorden « 8 uren ».

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 8bis ingevoegd, luidende : «

Art. 8bis.Per promotie- of functionele opleiding, zoals respectievelijk bedoeld in artikel I.I.1, 26° en 27°, RPPol, alsook per erkende voortgezette baremische opleidingsactiviteit van ten minste 8 uren, die het personeelslid, in voorkomend geval, heeft gevolgd tussen 1 januari 2003 en de inwerkingtreding van dit besluit, wordt de duur van 48 uren bedoeld in artikel 3 verminderd met 8 uren.

Voor de personeelsleden die, tussen 1 januari 2003 en de inwerkingtreding van dit besluit, als deskundige of animator ten minste één van de voortgezette baremische opleidingsthema's bedoeld in artikel 4 van ten minste 8 uren hebben verstrekt, wordt de duur van 48 uren bedoeld in artikel 3, verminderd met 8 uren. »

Art. 9.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 31 oktober 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^