Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 oktober 2008
gepubliceerd op 14 november 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2008011495
pub.
14/11/2008
prom.
31/10/2008
ELI
eli/besluit/2008/10/31/2008011495/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 7, § 1, gewijzigd bij de wetten van 20 maart 2003 en 20 juli 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, inzonderheid op artikel 14, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 oktober 2005;

Gelet op het overleg van de Gewestregeringen van 10 september 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 juli 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting, gegeven op 17 september 2008;

Gelet op het advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, gegeven op 17 juli 2008;

Gelet op de hoogdringdheid die gemotiveerd is door de noodzaak om de berekeningsmodaliteiten te bepalen en het bedrag van de toeslag op de transporttarieven voor elektriciteit, die bestemd is om de werkelijke nettokost te financieren die resulteert uit het verschil tussen de kosten die verbonden zijn met de aankoop van de groenestrooomcertificaten door de transmissienet-beheerder en de ontvangsten verbonden met verkoop van deze certificaten op de markt;

Gelet op het feit dat de elektriciteitsproductie vanuit windparken in de Noordzee aanleiding zal geven tot de uitgifte van groenestroomcertificaten vanaf de laatste trimester van 2008; dat het behoort om de transmissienetbeheerder in de mogelijkheid te stellen om de kosten te dekken die hij zal dragen ingevolge zijn verplichting tot terugkoop/verkoop van deze groenestroom-certificaten; dat het bedrag van deze toeslag die hem in staat stelt om gevolg te geven aan deze verplichting, van toepassing moet zijn vanaf 1 oktober 2008; dat dit besluit bijgevolg binnen de kortst mogelijke termijnen moet worden genomen;

Gelet op het advies 45.248/4. van de Raad van State, gegeven op 30 september 2008 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Klimaat en Energie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 oktober 2005 wordt als volgt aangevuld : « 7° « toeslag groenestroomcertificaat » : de toeslag bestemd om reële nettokosten te compenseren die door de netbeheerder gedragen worden naar aanleiding van de aankoop- en verkoopverplichting van groene stroomcertificaten bedoeld in artikel 4; 8° « koninklijk besluit inzake tarieven » het koninklijk besluit van 8 juni 2007 betreffende de regels met betrekking tot de vaststelling van en de controle op het totaal inkomen en de billijke winstmarge, de algemene tariefstructuur, het saldo tussen kosten en ontvangsten en de basisprincipes en procedures inzake het voorstel en de goedkeuring van de tarieven, van de rapportering en kostenbeheersing door de beheerder van het nationaal transmissienet 9° « eindverbruiker » : elke natuurlijke of rechtspersoon gevestigd op het Belgische grondgebied die de elektriciteit voor eigen gebruik heeft verbruikt ».

Art. 2.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art.14. § 1. Om de afzet van een minimaal volume groene stroom tegen een minimale prijs, op de markt te verzekeren, wordt een systeem van minimumaankoopprijzen voorzien volgens onderstaande voorwaarden.

In het kader van zijn taak van openbare dienstverlening is de netbeheerder is verplicht, van de groenstroomproducent die daarom verzoekt, de groenestroomcertificaten aan te kopen die zijn afgeleverd krachtens dit besluit en krachtens de elektriciteitsdecreten en -ordonnantie, tegen een minimumprijs die bepaald is in functie van de gebruikte productie-technologie, namelijk : 1° off-shore windenergie : a) 107 euro/MWh voor elektriciteit opgewekt met installaties die het voorwerp uitmaken van een domeinconcessie en voor de productie die volgt uit de eerste 216 MW geïnstalleerde;b) 90 euro/MWh voor elektriciteit opgewekt met installaties die deel uitmaken van dezelfde domeinconcessie en voor de productie die voortvloeit uit een geïnstalleerde capaciteit boven de eerste 216 MW.2° on-shore windenergie : 50 euro/MWh 3° waterkracht : 50 euro/MWh 4° zonne-energie : 150 euro/MWh 5° andere hernieuwbare energiebronnen (waaronder biomassa) : 20 euro/MWh Deze aankoopverplichting van groenestroom-certificaten begint bij de inwerkingstelling van de productie-installatie voor een periode van tien jaar.In afwijking van het voorgaande geldt bij de inwerkingstelling per productie-eenheid van off-shore windenergie een periode van twintig jaar.

De aankoopverplichting van groenestroom- certificaten voor elektriciteit geproduceerd via windenergie, zoals omschreven onder 1°, maakt, op voorstel van de netbeheerder, het voorwerp uit van een contract tussen de domeinconcessiehouder en de netbeheerder, voorstel dat ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de commissie. § 2. De netbeheerder moet op regelmatige tijdstippen deze groene certificaten op de markt brengen om de kosten verbonden aan deze verplichting te recupereren. De commissie ziet toe op de transparantie en de regulariteit van de verkoop van deze groene certificaten door de netbeheerder.

De netto reële kost die ontstaat uit het verschil tussen de kosten verbonden aan de aankoop van het groenestroomcertificaat betaald door de netbeheerder en de inkomsten voorkomend uit de verkoop van dit certificaat op de markt, wordt gefinancierd door middel van een toeslag op de tarieven bedoeld in artikel 12 van de wet. De lijst van aangekochte en verkochte groenestroom-certificaten wordt via elektronische weg één keer per maand door de netbeheerder aan de commissie meegedeeld. De commissie controleert de verplichtingen van de netbeheerder die voortvloeien uit deze afdeling. »

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14bis opgenomen dat luidt als volgt : « Art.14bis. De toeslag groenestroomcertificaat is verschuldigd door de eindverbruikers van elektriciteit die zich op het Belgisch grondgebied bevinden. Hiertoe factureert de netbeheerder deze toeslag aan de houders van een toegangscontract en aan de distributienetbeheerders.

Ingeval de houders van een toegangscontract en de distributienetbeheerders niet zelf de bruto begrensde energie verbruiken, kunnen zij de toeslag factureren aan hun eigen afnemers tot wanneer de toeslag uiteindelijk gefactureerd wordt aan diegene die het kWh voor eigen gebruik verbruikt heeft.

Bij de facturatie van de toeslag aan hun klanten, houden de distributienetbeheerders rekening met de eventuele correcties te doen aan het bedrag van de toeslag, rekening houdend met het verliespercentage in de distributienetten, en dit met het oog op financieel neutraliteit voor deze netbeheerders. »

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14ter opgenomen dat luidt als volgt : « Art.14ter. § 1. De toeslag groenstroomcertificaat wordt geheven boven op de tarieven bedoeld in artikel 12, § 1, van de wet, op grond van artikel 13 van het koninklijk besluit inzake tarieven. Deze toeslag uitgedrukt in euro per MWh wordt geheven op de bruto begrensde energie die bepaald is in artikel 1, 32° van het koninklijk besluit inzake tarieven en dit voor de afnamepunten bestemd voor de vier klantengroepen bedoeld in artikel 1, 8°, van het koninklijk besluit inzake tarieven. § 2. De toeslag groenestroomcertificaat is gelijk aan het resultaat van de volgende formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Ki = de aankoopprijs exclusief BTW tegen dewelke de netbeheerder het groenestroomcertificaat i aankoopt, dat toegekend is op grond van de elektriciteitsdecreten en -ordonnantie;

Vi = de verkoopprijs exclusief BTW die door de netbeheerder voor het groenestroomcertificaat i voor het jaar t geraamd wordt op basis van een gemiddelde verkoopprijs van de twee voorbije jaren; i = 1, 2, ..., n : de raming van het aantal groenestroomcertificaten dat op grond van de elektriciteitsdecreten en -ordonnantie toegekend is en gedurende het betrokken exploitatiejaar door de netbeheerder verkocht is;

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Kj = de aankoopprijs exclusief BTW tegen dewelke de netbeheerder het groenestroom-certificaat j koopt dat toegekend is op grond van artikel 7, § 1, van de wet;

Vj = de verkoopprijs exclusief BTW die door de netbeheerder voor het groenestroomcertificaat j voor het jaar t geraamd wordt; zolang de groenestroomcertificaten toegekend op grond van artikel 7, § 1, van de wet niet erkend zijn door de elektriciteitsdecreten en -ordonnantie of door hun uitvoeringsbesluiten of zolang geen enkele marktspeler wettelijk verplicht is er te bezitten wordt de waarde van deze parameter bepaald op 0; het jaar t is dan het jaar waarin genoemde groenestroomcertificaten worden aangekocht; j = 1, 2, ..., n : de raming van het aantal groenestroomcertificaten toegekend op grond van artikel 7, § 1, van de wet die tijdens het betrokken exploitatiejaar door de netbeheerder aangekocht zijn;

Ct = de raming van de financiële lasten die door de netbeheerder gedurende het jaar t gedragen worden met betrekking tot de in behandeling zijnde aankoop- en/of verkooptransacties van groenestroom-certificaten; deze kosten worden geraamd enerzijds door de som te maken van de maandelijkse verschillen tussen de schuldvorderingen en de schulden die in de balans van de netbeheerder zijn opgenomen en betrekking hebben op de behandeling van groenestroomcertificaten en anderzijds door een forfaitaire interestvoet aan te rekenen gelijk aan de raming van de OLO van het jaar t-2 vermeerderd met 70 basispunten; het OLO-cijfer stemt overeen met het OLO-cijfer bepaald in artikel 1, 39°, van het koninklijk besluit inzake tarieven; wanneer hoger genoemde schulden groter zijn dan de schuldvorderingen vertegenwoordigen de kosten van de financiële lasten een negatief cijfer;

Dt = de kosten van de administratieve lasten gedragen door de netbeheerder die berekend zijn door de som van de factoren At en Bt te vermenigvuldigen met een coëfficiënt van 0,3 %; het bedrag van deze vermeerdering Dt wordt begrensd op 100.000 euro per domeinconcessie die is toegekend krachtens artikel 6, § 1, van de wet vanaf het jaar waarin de houder van die concessie elektriciteit in het net injecteert;

Et = de hoeveelheid geraamde bruto begrensde energie gemeten op de toegangspunten van de klantengroepen bepaald in artikel 1, 8°, van het koninklijk besluit inzake tarieven in de loop van het jaar t waarvoor de toeslag groenestroomcertificaat verschuldigd is;

Zt-2 = het verschil tussen de ramingen en de werkelijkheid die geconstateerd wordt voor de termen A, B en C alsook het verschil tussen de geraamde bedragen voor de inning van de toeslag groenestroomcertificaat en de werkelijke bedragen voor de inning van de toeslag groenestroomcertificaat in de loop van het jaar t-2 en desgevallend tijdens de voorbije jaren wordt geregulariseerd via een aanpassing van de toeslag groenestroom-certificaat die van toepassing is in het jaar t; hiertoe wordt het verschil tussen het bedrag dat geheven is via de toegepaste toeslag groenestroomcertificaat en het bedrag van het werkelijke nettosaldo van het jaar t-2 vermeerderd met de werkelijke kosten van de financiële lasten van het jaar t-2 toegevoegd aan het bedrag dat moet worden opgehaald gedurende het jaar t en maakt het als dusdanig deel uit van het bedrag van de toeslag groenestroomcertificaat voor het jaar t dat door de minister moet worden vastgesteld. § 3. De netbeheerder neemt het bedrag Dt in de boekhouding op bij zijn exploitatieproducten voor het jaar t. Het bedrag Ct trekt hij af van zijn financiële lasten van het jaar t; desgevallend vult hij het bedrag van de rectificatie aan met de financiële lasten vermeld in § 2.

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14quater opgenomen dat luidt als volgt : «

Art. 14quater.Uiterlijk op 30 september van het jaar t-1 bezorgt de netbeheerder aan de commissie alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van de toeslag groenestroomcertificaat voor het volgende jaar met vermelding van de verwachte aankoopprijs en desgevallend verwachte verkoopprijs van de groenestroomcertificaten en van de geraamde hoeveelheid bruto begrensde energie voor het jaar waarvoor de ramingen worden ingediend. Ten einde over te gaan tot de regularisatie bedoeld in artikel 14ter, § 2, deelt de netbeheerder aan de commissie eveneens het door zijn revisoren gecertificeerd bedrag mee van het verschil Zt-2 vermeld in artikel 14ter, § 2. »

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14quinquies opgenomen dat luidt als volgt : «

Art. 14quinquies.In afwijking van de artikelen 14ter en 14quater wordt het nettosaldo van de aankoop en verkoop van groenestroomcertificaten door de netbeheerder in de loop van de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007 toegevoegd aan het reël nettokost van de toeslag groenestroomcertificaat die van toepassing is in het jaar 2008. » Art.7. In hetzelfde besluit wordt een artikel 14sexies opgenomen dat luidt als volgt : « Art. 14sexies Op voorstel van de commissie bepaalt de minister uiterlijk op 15 december van elk jaar het bedrag van de toeslag die tijdens het volgende exploitatiejaar moet worden toegepast. Dat bedrag wordt elk jaar aangepast. Bij gebrek aan bepaling door de minister van de toeslag groenestroomcertificaat voor het volgende exploitatiejaar is de netbeheerder gemachtigd de toeslag verder te factureren op basis van het bedrag van het voorbije jaar. » Vanaf 1 oktober 2008 is de toeslag groenestroomcertificaten bepaald op 0,1272 euro/MWh.

In afwijking van de 1ste alinea, zal deze toeslag ook tijdens het jaar 2009 aan het niveau vastgelegd door de tweede alinea toegepast worden.

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14septies opgenomen dat luidt als volgt : «

Art. 14septies.De toeslag groenstroom-certificaat zoals bepaald in overeenstemming met artikel 14ter, is onderworpen aan de BTW. Deze toeslag wordt door de netbeheerder aan de houders van een toegangscontract en aan de distributienetbeheerders gefactureerd. Deze laatste passen op hun beurt de BTW op de toeslag groenstroomcertificaat toe, en rekenen deze door aan hun eigen klanten. »

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14octies opgenomen dat luidt als volgt : «

Art. 14octies.In afwijking van de definitie van artikel 1, 36°, van het koninklijk besluit inzake tarieven maken de schuldvorderingen en schulden die zijn opgenomen in de balans van de netbeheerder, betrekking hebben op de behandeling van groenestroomcertificaten en vermeld zijn in artikel 14ter, § 2, van dit besluit geen deel uit van de behoefte aan bedrijfskapitaal dat wordt aangewend bij de berekening van het gereguleerd actief als bedoeld in het koninklijk besluit inzake tarieven. »

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 11.Onze Minister bevoegd voor Energie wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 oktober 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Energie, P. MAGNETTE

^