Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 24 november 2003

Interventierichtwaarden voor radiologische noodsituaties In uitvoering van artikel 20.2 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gev 1. Bescherming van de werkers en het interventiepersoneel bij een radiologische noodsituatie: a) (...)

bron
federaal agentschap voor nucleaire controle
numac
2003000844
pub.
24/11/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR NUCLEAIRE CONTROLE


Interventierichtwaarden voor radiologische noodsituaties In uitvoering van artikel 20.2 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, stelt het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle de interventierichtwaarden voor radiologische noodsituaties als volgt vast: 1. Bescherming van de werkers en het interventiepersoneel bij een radiologische noodsituatie: a) Worden hier bedoeld alle werkers waarop een beroep gedaan wordt bij een interventie in een radiologische noodsituatie, met inbegrip van het personeel van iedere dienst die kan tussenkomen bij reddingsoperaties of bij de bescherming van belangrijke materiële belangen, zoals brandweer, civiele bescherming, politiediensten, ambulancepersoneel en medische diensten,... alsook de personen die belast zijn met een ondersteuningsopdracht (bestuurders van gevorderde vervoermiddelen, personeel van meetploegen,...). b) De hierna vastgelegde interventierichtwaarden vooronderstellen de effectieve toepassing van de principes van bescherming van en informatie aan de werkers en het interventiepersoneel bij een radiologische noodsituatie zoals beschreven in de artikelen 20.2, 72.3 en 72.4 van voornoemd koninklijk besluit van 20 juli 2001. c) De interventierichtwaarden die voor de werkers en het interventiepersoneel bij een radiologische noodsituatie gebruikt moeten worden, zijn in de tabel hierna gegeven.Deze moeten gebruikt worden in overeenstemming met de principes die in dezelfde tabel beschreven worden. Deze richtwaarden zijn van toepassing bij de blootstelling van iemand die aan een noodinterventie deelneemt. Indien door één of meerdere noodinterventies, een van de jaarlijkse dosislimieten bepaald in artikel 20.1.3 van het bovenvermeld koninklijk besluit van 20 juli 2001 overschreden werd, dan worden de voorwaarden voor de daaropvolgende blootstelling onderworpen aan de goedkeuring van de erkende arbeidsgeneesheer. d) In het kader van de acties in de post-accidentele fase is er geen hoogdringendheid meer en moeten de dosislimieten voor beroepshalve blootgestelde personen imperatief nageleefd worden. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. Directe bescherming van de bevolking bij een radiologische noodsituatie a) Voorrang van het rechtvaardigingsprincipe: algemene maatregelen en doelgerichte maatregelen In overeenstemming met de bepalingen van het noodplan voor nucleaire risico's op het Belgische grondgebied is het belangrijkste principe dat de interventie gerechtvaardigd is, nadat alle voorziene elementen (op het vlak van gezondheid, op economisch, sociaal en ethisch vlak) onderzocht en beoordeeld werden.De risico's van de beschermingsmaatregelen die men overweegt dienen dan afgewogen te worden tegen het radiologische risico dat door de bedreigde bevolkingsgroep gelopen wordt. Aangezien deze risico's naar gelang de leeftijd of andere factoren (zwangerschap, borstvoeding,...) kunnen variëren, kunnen bepaalde beschermingsmaatregelen selectief worden gericht op welbepaalde bevolkingsgroepen (bv. kinderen, zwangere vrouwen,...). b) Betekenis van de interventierichtwaarden: een hulpmiddel bij de besluitvorming bij een rechtvaardigingsoefening Als hulpmiddel bij de besluitvorming werden door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle interventierichtwaarden ontwikkeld en deze worden hierna voorgesteld.Deze moeten beschouwd worden als het resultaat van een oefening in rechtvaardiging van een beschermingsmaatregel, los van een noodsituatie, waarbij zowel rekening gehouden wordt met de radiologische risico's als met de risico's die voortvloeien uit de beschermingsmaatregel en de gevolgen ervan, en dit voor een aantal relevant geachte scenario's. Een spectrum van richtwaarden wordt voorzien om een noodzakelijke soepelheid te bieden bij de evaluatie van de specifieke ongevalssituaties. De lagere richtwaarden moeten beschouwd worden als « over het algemeen gerechtvaardigde » niveaus, d.w.z. als niveaus die in principe van toepassing zijn behalve indien het niet gerechtvaardigd is wegens bijzondere omstandigheden (bv. erbarmelijke weersomstandigheden, massabijeenkomst,...). Een interventie kan gerechtvaardigd zijn voor verwachte doses die lager liggen dan de laagste interventierichtwaarden als de omstandigheden gunstig zijn (bv. schooltijd, klein aantal betrokken personen, zeer beperkte betrokken zone,...), in het bijzonder als kwetsbare groepen kunnen getroffen worden (kinderen, zwangere vrouwen, enz.), maar onder voorbehoud dat de meest blootgestelde en kwetsbare bevolkingsgroepen voorrang krijgen bij een interventie. In uitzonderlijke omstandigheden kan de interventie slechts gerechtvaardigd worden voor doses die hoger liggen dan de hoogste interventierichtwaarden die in de tabel opgenomen zijn, maar zonder echter de drempel van de deterministische effecten op de gezondheid te bereiken. Tenslotte zijn de richtwaarden voor de aanbeveling om stabiel jodium in te nemen verschillend voor, enerzijds kinderen en jongeren tot 18 jaar, alsook zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, en, anderzijds voor de andere volwassenen. Dit is het gevolg van het grote verschil tussen beide groepen wat betreft de gevoeligheid voor de opwekking van schildklierkanker door ioniserende stralingen. Geen enkele specifieke aanbeveling werd daarentegen voorzien voor volwassenen van meer dan 45 jaar, ondanks het feit dat deze blijkbaar een zeer laag risico voor de ontwikkeling van schildklierkanker lopen en meer risico's lopen voor neveneffecten bij inname van stabiel-jodiumtabletten. Uit de Poolse ervaring waar stabiel jodium massaal verdeeld werd, blijkt immers dat deze laatste risico's zeer laag liggen. Het is daarom eenvoudiger en zonder gevaar om de volwassenen-doelgroep als één geheel te beschouwen, onder voorbehoud dat de interventie et de aanwending van de beschikbare voorraden bij voorrang gericht moeten zijn op de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Tenslotte moet bij een aanbeveling van inname van stabiel jodium aan volwassenen in de door de media verspreide overheidsberichten herhaald worden dat er, vooral voor personen ouder dan 45 jaar, bepaalde contra-indicaties bestaan, die in de bijsluiter worden beschreven. c) Verwachte doses en totale doses: beiden moeten beschouwd worden bij de rechtvaardiging van een interventie De interventierichtwaarden worden ontwikkeld in de hypothese van een snelle en vooral preventieve reactie: deze moeten in principe vergeleken worden met de verwachte - en dus nog, geheel of gedeeltelijk, vermijdbare - doses ten gevolge van het ongeval;er moeten echter geen correcties toegepast worden om rekening te houden met de invloed van andere beschermingsmaatregelen want de doeltreffendheid kan niet voor iedereen verzekerd worden (bv. schuilen kan weinig efficiënt zijn in sommige gebouwen). Dit neemt trouwens niet weg dat een interventie gerechtvaardigd kan zijn omwille van het feit dat de totale dosis (ontvangen en nog te ontvangen dosis) te hoog ligt (bv. in geval van risico op overschrijding van de dosisdrempels wat het optreden van sommige effecten betreft): de totale dosis moet dan ook altijd geschat en in het oog gehouden worden. d) Verwachte doses in de schildklier: door inademing en soms door inname De richtwaarde voor de inname van stabiel jodium moet in principe vergeleken worden met de verwachte dosis in de schildklier, die door inademing van besmette lucht wordt veroorzaakt.De doses in de schildklier die uit de inname van besmet voedsel voortvloeien worden niet in rekening gebracht aangezien men er bij het noodplan van uitgaat dat het mogelijk zal zijn de aanvoer van radioactieve isotopen van jodium via de voeding te controleren of te vermijden. Is dit laatste niet het geval, dan zou men de interventierichtwaarden moeten vergelijken met de verwachte dosis in de schildklier via het geheel van de blootstellingswegen (inademing en inname). e) Verdeling van stabiel jodium bij een ongevalsituatie: spoedmaatregel Om de beschermingsmaatregel te kunnen toepassen - wegens de tijdsduur die de uitvoering ervan vereist - moet men de beslissing voor de ter beschikkingstelling van stabiel-jodiumtabletten voor de bevolking van een potentiële interventiezone treffen zodra er een mogelijkheid van lozing van radioactief jodium bestaat en dit, zelfs als er nog geen evaluatie van de verwachte dosis in de schildklier beschikbaar is ter vergelijking met de interventierichtwaarden.De voorraden stabiel jodium moeten echter bij voorrang worden toegewezen aan kinderen en aan zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven en aan de dichtstbijgelegen zones. f) Langdurige bevolkingsverplaatsingen: geen spoedmaatregel Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle legt geen interventierichtwaarden vast voor beschermingsmaatregelen zoals de langdurige of definitieve bevolkingsverplaatsing ten gevolge van een ernstig ongeval omdat een dergelijke beslissing van verschillende factoren afhangt en niet met spoed dient te worden getroffen.g) Tabel met de interventierichtwaarden: De interventierichtwaarden voor de bevolking die bij een radiologische noodsituatie gebruikt moeten worden, worden in de tabel hierna gegeven.Deze moeten gebruikt worden overeenkomstig de principes die in dit artikel worden omschreven.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Brussel, 17 oktober 2003.

De directeur-generaal, J.-P. SAMAIN

^