Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 02 juni 2008
gepubliceerd op 25 juni 2008

Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Franstalige afdeling van de raad van beroep bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2008014179
pub.
25/06/2008
prom.
02/06/2008
ELI
eli/besluit/2008/06/02/2008014179/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 JUNI 2008. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Franstalige afdeling van de raad van beroep bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer


De Staatssecretaris voor Mobiliteit, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 95bis, tweede lid;

Gelet op het ontwerp van huishoudelijk reglement, voorgelegd aan de voorzittermagistraat, alsook aan hun plaatsvervangers, van de Franstalige afdeling van de raad van beroep, Besluit :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de Franstalige afdeling van de raad van beroep bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit, met het bijgevoegde huishoudelijk reglement, treden in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.

Brussel, 2 juni 2008.

E. SCHOUPPE

KAMER VAN BEROEP VAN DE FEDERALE OPENBARE DIENST MOBILITEIT EN VERVOER Franstalige afdeling - Huishoudelijk reglement

Artikel 1.De Franstalige afdeling van de Kamer van Beroep neemt kennis van de zaken die in de Franse taal zijn gesteld.

Art. 2.De griffier-verslaggever brengt binnen acht werkdagen na ontvangst de voorzitter van de Kamer op de hoogte van de ontvangst van ieder dossier dat werd neergelegd bij de Kamer. Dit dossier moet alle geïnventariseerde stukken in verband met de ten laste gelegde feiten evenals een staat van dienst bevatten.

De griffier-verslaggever stelt op basis van de elementen van het dossier binnen acht werkdagen na ontvangst van het dossier een verslag op en hij voegt dit verslag toe aan het dossier dat hij bezorgt aan de voorzitter. Het verslag wordt ook bezorgd aan de zetelende assessoren, aan de verzoeker en aan diens verdediger alsook aan de ambtenaar die werd aangewezen om de bestreden beslissing te verdedigen.

Indien daar aanleiding toe is, dan vraagt hij de bijkomende documenten op die volgens de voorzitter moeten worden voorgelegd.

Art. 3.De Kamer kan zich niet beraden noch een uitspraak doen zolang het onderzoek niet volledig is afgerond, zolang de verzoeker niet de mogelijkheid heeft gehad om de middelen die hij te zijner verdediging aanvoert, te doen horen, en zolang het dossier niet alle nuttige elementen bevat, zodat de Kamer met volledige kennis van zaken een advies kan uitbrengen.

Art. 4.De Kamer komt bijeen op de datum die door de voorzitter werd bepaald, en dit ten laatste een maand nadat de zaak aanhangig werd gemaakt.

Art. 5.De verzoeker - zijn eventuele verdediger - en de ambtenaar die door de minister werd aangewezen om de bestreden beslissing te verdedigen, worden binnen dezelfde termijn van acht werkdagen door de griffier-verslaggever per aangetekende brief, gericht aan hun persoonlijk adres, opgeroepen.

De assessoren worden ten laatste tien werkdagen na de ontvangst van het dossier door de griffier - verslaggever per aangetekende brief, gericht aan hun persoonlijk adres, opgeroepen.

De assessoren en de ambtenaar die door de minister ter verdediging van de bestreden beslissing werd aangewezen en die werden opgeroepen, moeten verplicht aanwezig zijn. Als zij een gewettigde reden voor hun afwezigheid kunnen inroepen, dan zijn ze verplicht de griffie hiervan binnen drie kalenderdagen volgend op de kennisgeving van hun oproepingsbrief, schriftelijk op de hoogte te brengen.

De aanwezigheid van de verzoeker bij de opening van de zitting is verplicht. Hij kan zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze. In voorkomend geval deelt de verzoeker de naam van zijn verdediger binnen drie kalenderdagen volgend op de kennisgeving van zijn oproepingsbrief aan de griffie mee. De verdediger mag op geen enkele manier deel uitmaken van de Kamer.

Indien de verzoeker omwille van een ernstige, gegronde en bijzondere reden niet aanwezig kan zijn op de zitting die door de voorzitter werd vastgelegd, dan kan hij binnen acht kalenderdagen volgend op de datum waarop de oproepingsbrief werd verstuurd, de griffier-verslaggever hiervan op de hoogte brengen en hem vragen dat de zitting wordt verdaagd en dat er een nieuwe datum zou worden vastgelegd. De voorzitter zal op basis van de redenen die door verzoeker ter zake werden aangevoerd, uitmaken of er een reden is om de vraag tot verdaging in te willigen.

Wanneer de zaak het voorwerp uitmaakt van een tweede zitting en de verzoeker of zijn verdediger opnieuw afwezig zijn, dan zal de Kamer uitspraak doen op basis van de stukken van het dossier, zelfs wanneer de verzoeker of zijn verdediger een geldig excuus voor hun afwezigheid kunnen inroepen.

Indien de verzoeker of zijn verdediger, na behoorlijk te zijn opgeroepen, zonder geldige reden niet ter zitting verschijnt, dan beschouwt de voorzitter de Kamer als niet langer bevoegd voor de zaak en hij draagt het dossier aan de minister over.

Art. 6.De personen vermeld in artikel 5 beschikken over een bepaalde termijn om het dossier ter griffie in te kijken. Deze termijn wordt in de oproepingsbrief meegedeeld en bedraagt minstens acht werkdagen.

Art. 7.De griffier-verslaggever voegt aan de oproepingsbrief van de verzoeker een lijst toe met de namen van de effectieve en plaatsvervangende assessoren die voor de behandeling van zijn zaak werden opgeroepen. De verzoeker heeft het recht assessoren te wraken.

Hij kan dit recht slechts éénmaal inroepen voor dezelfde zaak.

De verzoeker laat zijn gemotiveerde wraking, binnen acht kalenderdagen volgend op de kennisgeving van de oproepingsbrief, per aangetekende brief aan de griffier-verslaggever betekenen. Na het verstrijken van deze termijn wordt hij geacht afstand te hebben gedaan van zijn recht op wraking ten aanzien van de assessoren.

Art. 8.De voorzitter wraakt de assessor die zijns inziens tezelfdertijd als rechter en betrokken partij zou kunnen worden beschouwd.

Art. 9.De Kamer zetelt geldig op het ogenblik dat het aantal aanwezige assessoren minstens gelijk is aan de helft plus één van het aantal assessoren waaruit de Kamer normaal is samengesteld.

Opdat de beraadslaging en de stemming geldig zouden zijn, moet het aantal aanwezige assessoren die werden aangewezen door de vakorganisaties, gelijk zijn aan het aantal aanwezige assessoren die werden aangewezen door de minister. De pariteit wordt zonodig hersteld door uitsluiting van één of meerdere assessoren door middel van loting.

De assessor die niet minstens hetzelfde niveau heeft als de verzoeker, wordt vervangen door een plaatsvervangende assessor die minstens behoort tot hetzelfde niveau als dat van de verzoeker.

Bij gebrek aan voldoende plaatsvervangende assessoren die aan deze vereiste voldoen, loopt er een termijn van een maand waarbinnen plaatsvervangende assessoren die wel aan deze voorwaarde voldoen, volgens de regels die daarvoor van kracht zijn, worden aangewezen.

Bij het verstrijken van deze termijn van een maand zal de Kamer rechtsgeldig uitspraak doen, wanneer het aantal aanwezige assessoren gelijk is aan de helft plus één van het aantal assessoren waaruit de Kamer normaal is samengesteld. Het is in voorkomend geval niet vereist dat het aantal assessoren aangewezen door de vakorganisaties gelijk is aan het aantal assessoren aangewezen door de minister.

Art. 10.Indien een assessor die voor de overheid optreedt, moet worden vervangen : - omdat hij werd gewraakt; - omdat hij gewettigd verhinderd is; - omdat hij niet tot hetzelfde niveau behoort als de verzoeker, dan kiest de voorzitter een plaatsvervanger uit de ambtenaren die hiervoor werden aangewezen door de minister.

Indien de assessor die verhinderd is, door de vakorganisaties werd aangewezen, dan wordt hij vervangen door een plaatsvervangend assessor van dezelfde vakorganisatie volgens de volgorde bepaald in het benoemingsbesluit.

Art. 11.De assessor die wordt opgeroepen voor de zitting en die zou hebben meegewerkt aan uitwerking van de beslissing of maatregel die wordt aangevochten in het verzoekschrift of die betrokken zou zijn geweest bij iedere voorafgaande onderzoekshandeling, ofwel als diensthoofd ofwel als lid van het directiecomité, of in nog een andere hoedanigheid, deelt dit onmiddellijk mee aan de griffier - verslaggever die een plaatsvervangend assessor zal oproepen voor de beoordeling van de zaak.

In voorkomend geval wordt hij vervangen volgens de bepalingen zoals bepaald in artikel 10.

Art. 12.De Kamer, de overheid en de verzoeker hebben het recht om getuigen te laten oproepen, opdat deze tijdens de zitting van de Kamer zouden worden gehoord.

De verzoeker of de ambtenaar die belast is met de verdediging van de bestreden beslissing moet hiervoor een schriftelijke aanvraag indienen bij de griffie, en dit ten laatste acht werkdagen voor de dag waarop de zitting, zoals vastgesteld door de voorzitter, zal plaatshebben.

De griffier-verslaggever roept de aldus voorgestelde getuigen per aangetekende brief op. De opgeroepen getuigen zijn niet verplicht ter zitting te verschijnen.

Een getuige die geacht wordt aanwezig te zijn op de zitting, maar die gewettigd verhinderd is om ter zitting aanwezig te zijn, is verplicht de griffie schriftelijk op de hoogte te brengen van de reden voor zijn afwezigheid binnen drie kalenderdagen volgend op de kennisgeving van de oproepingsbrief.

Art. 13.De voorzitter verklaart de zitting van de Kamer voor geopend en voor gesloten. De debatten zijn openbaar, behalve wanneer de voorzitter hier anders over beslist.

Er wordt geen proces-verbaal opgesteld.

Na de opening van de zitting, leest de griffier-verslaggever het verslag voor dat hij over deze zaak heeft opgesteld. Vervolgens krijgt de ambtenaar die door de minister belast werd met de verdediging van de bestreden beslissing het woord. De voorzitter en de assessoren mogen hem vragen stellen.

Daarna krijgt verzoeker en diens eventuele verdediger het woord. De voorzitter en de assessoren mogen vragen stellen aan verzoeker.

Laatstgenoemde is niet verplicht hierop te antwoorden.

Dan worden de getuigen gehoord. Eerst komen de getuigen aan bod die werden opgeroepen op vraag van de ambtenaar die belast is met de verdediging van de bestreden beslissing. Vervolgens worden ook de getuigen gehoord die door de Kamer en door de verzoeker werden opgeroepen.

De voorzitter waakt over het goede verloop van de debatten.

In laatste instantie geeft de voorzitter het woord aan verzoeker.

Art. 14.De Kamer beraadslaagt met gesloten deuren. De verzoeker, diens verdediger, de opgeroepen getuigen, de ambtenaar die door de minister werd belast met de verdediging van de bestreden beslissing alsook het publiek wonen de beraadslaging niet bij.

De voorzitter en de assessoren brengen in een geheime stemming hun stem uit en maken daarbij gebruik van de stembriefjes volgens de regels van de gewone meerderheid. De griffier-verslaggever neemt deel aan de beraadslaging, maar is niet stemgerechtigd.

Bij staking van stemmen, beschouwt men dit als zijnde in het voordeel van verzoeker. Het advies van de Kamer wordt ondertekend door de voorzitter en door de griffier-verslaggever.

Art. 15.Indien één enkele zitting ontoereikend is om de zaak volledig te behandelen, dan bepaalt de voorzitter onmiddellijk de volgende zittingsdatum. Indien de Kamer bij de tweede zitting niet op dezelfde manier is samengesteld als bij de eerste zitting, dan worden de debatten ab initio hernomen.

Er wordt geen nieuwe oproeping verstuurd.

Art. 16.De griffier-verslaggever stuurt het dossier en het gemotiveerd advies van de Kamer naar de minister en dit ten laatste in de maand die volgt op de datum van de zitting. Hij vermeldt met hoeveel stemmen voor of tegen de stemming werd afgesloten. In geval van niet-naleving van de termijn van één maand, zal de voorzitter de minister informeren over de redenen die de vertraging hebben veroorzaakt.

De griffier-verslaggever stuurt gelijktijdig en per aangetekende brief het advies van de Kamer naar de verzoeker en naar de assessoren.

Art. 17.Het archief van de Kamer wordt bewaard op de dienst Personeel en Organisatie van de Federale Openbare Dienst, alwaar het door de betrokkenen kan worden geraadpleegd.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 2 juni 2008 houdende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de departementale Kamer van Beroep nabij de Federale Openbare Dienst Mobiliteit en Vervoer.

Brussel, 2 juin 2008.

Goedgekeurd door de Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

^