4 JUNI 1999. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 25 maart 1999 houdende de verdeling van de betrekkingen per organieke afdeling van het Ministerie van Financiën

De Minister van Financiën, Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Financiën;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 maart 1999 houdende de verdeling van de betrekkingen per organieke afdeling van het Ministerie van Financiën;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 april 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Financiën;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 juli 1998;

Gelet op het gemotiveerd advies van het Tussenoverlegcomité (departement Financiën) van 4 februari 1999, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 maart 1999 houdende de verdeling van de betrekkingen per organieke afdeling van het Ministerie van Financiën, worden onderverdeeld als volgt : A. Administratief personeel. 2° Rechtskundige Dienst : de enige betrekking van directeur mag worden bezoldigd in de weddeschaal 13S2.3° Algemene Diensten : 5 van de 19 betrekkingen van directeur mogen worden bezoldigd in de weddeschaal 13S2; de enige betrekking van vertaler-revisor-directeur kan worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B; 2 van de 7 betrekkingen van vertaler-revisor worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 18 van de 24 betrekkingen van eerste attaché van financiën worden bezoldigd in de weddeschaal 10S3; 3 van de 10 betrekkingen van programmeringsanalist worden bezoldigd in de weddeschaal 28 L; 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 I; 2 van de 10 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent worden bezoldigd in de weddeschaal 28 F; 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 F; de enige betrekking van eerstaanwezend directiesecretaris mag worden bezoldigd in de weddeschaal 28 B; 3 van de 10 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B; 1 van de 3 betrekkingen van klerk wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 F; 1 van de 3 betrekkingen van klerk wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 H; 1 van de 3 betrekkingen van klerk wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 I; 9 van de 118 betrekkingen van assistent bij financiën worden bezoldigd in de weddeschaal 30S3; 26 van de 94 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 C; 20 van de 94 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 D; 5 van de 94 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E. C. Meesters-, vak- en dienstpersoneel : 7 van de 44 betrekkingen van vakman worden bezoldigd in de weddeschaal 30 G; 13 van de 44 betrekkingen van vakman worden bezoldigd in de weddeschaal 30 J; 72 van de 151 betrekkingen van geschoold arbeider worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E. § 2. In afwijking van § 1, mogen er maximum 5 van de 20 betrekkingen van directeur worden bezoldigd in de weddeschaal 13S2.

Art. 2.De betrekkingen van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur opgenomen in de artikel 4, 1°, 3° en 4° van hetzelfde besluit, worden onderverdeeld als volgt : A. Administratief personeel : 844 van de 1177 betrekkingen van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur worden bezoldigd in de weddeschaal 10S3.

Art. 3.De betrekkingen opgenomen in artikel 4, 2° van hetzelfde besluit, worden onderverdeeld als volgt : A. Administratief personeel : 162 van de 279 betrekkingen van eerstaanwezend inspecteur bij een fiscaal bestuur worden bezoldigd in de weddeschaal 10S3.

Art. 4.Het ministerieel besluit van 25 november 1997 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 24 november 1997 houdende de verdeling van de betrekkingen per organieke afdeling van het Ministerie van Financiën, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 8 december 1997 en 16 juni 1998, wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 januari 1999.

Brussel, 4 juni 1999.

J.-J. VISEUR