Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 05 september 2005
gepubliceerd op 03 november 2005

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000317
pub.
03/11/2005
prom.
05/09/2005
ELI
eli/besluit/2005/09/05/2005000317/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 SEPTEMBER 2005. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op artikel VI.I.4, § 1, tweede lid;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op de artikelen VI.1 en VI.5;

Gelet op de protocollen nr. 119 en 125/4 van respectievelijk 28 januari en 3 juni 2004 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op het advies van de Adviesraad van Burgemeesters, gegeven op 4 februari 2004;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 februari en 27 april 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 4 augustus 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 20 april 2004;

Gelet op het advies 38.072/2 van de Raad van State, gegeven op 16 februari 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecöordineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.Artikel VI.1 UBPol wordt aangevuld als volgt : « 8° "werkdagen" : de dagen, met uitzondering van zaterdagen en zondagen, waarop het personeelslid verplicht is te werken krachtens de arbeidsregeling die het is opgelegd.

Voor de toepassing van artikel VI.5, 2°, 4° en 5° moet onder werkdagen worden verstaan : de dagen, met uitzondering van zaterdagen en zondagen.

Voor de daartoe door de in artikel VIII.I.1, 1°, RPPol bedoelde overheid, na overleg in het betrokken overlegcomité, aangewezen continudiensten in de korpsen van de lokale politie van categorie 4 en 5, moet, behoudens voor de toepassing van de artikelen VI.5, 4°, en VI.10, 3°, onder « werkdagen » worden verstaan : de dagen waarop het personeelslid verplicht is te werken krachtens de arbeidsregeling die het is opgelegd. »

Art. 2.In het UBPol wordt een artikel VI.4bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. VI.4bis. In afwijking van de bepalingen van deze afdeling die op de hierna opgesomde gevallen betrekking hebben, worden voor de aanrekening als uitgevoerde dienstprestaties in aanmerking genomen voor de personeelsleden die in een continudienst werken bedoeld in artikel VI.1, 8° : a) voor de duur vermeld op het dienstrooster : 1° de verloven gedurende dewelke men geacht wordt zich in dienstactiviteit te bevinden; 2° onverminderd de artikelen VI.6, 2° en VI.7, de werkdagen waarop het personeelslid met ziekteverlof of in disponibiliteit wegens ziekte is; b) voor de duur vermeld op het dienstrooster voor het betrokken gedeelte : de verloven gedurende dewelke men geacht wordt zich in dienstactiviteit te bevinden en die in halve dagen mogen opgenomen worden; c) voor de werkelijke duur beperkt tot de duur vermeld op het dienstrooster : 1° per werkdag, de tijd tijdens dewelke het personeelslid dat syndicaal afgevaardigde is bedoeld in hoofdstuk IV van titel V van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten, in syndicaal voorbereidingsverlof of syndicaal verlof is, of een dienstvrijstelling geniet voor het uitoefenen van de uit zijn erkenning voortvloeiende prerogatieven, onverminderd de in artikel 57, vierde lid, van dat besluit bedoelde beperking en onverminderd artikel VI.9, 9°, 12° en 13°; 2° per werkdag, de tijd tijdens dewelke het personeelslid dat geen syndicaal afgevaardigde is, in syndicaal verlof is bedoeld in artikel 64 van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten, onverminderd artikel VI.9, 9°, 12° en 13°; 3° per dag, de werkelijke opleidingstijd van de nuttig geachte opleidingen, gevolgd op aanvraag van het personeelslid, met inbegrip van de tijd besteed aan de hiertoe georganiseerde examens en toetsen evenals van de verplaatsingstijd; 4° per dag, de tijd besteed aan de in artikel VIII.IV.10, 1°, 4°, 5° en 6°, RPPol, bedoelde activiteiten waarvoor een dienstvrijstelling werd toegekend. »

Art. 3.Artikel VI.5 UBPol wordt aangevuld als volgt : « 6° de voorbereidende opleiding voor de hulpagenten van politie voorafgaand aan de selectieproeven in het raam van de bevordering door overgang naar het basiskader. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de referentieperiode die volgt op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 5 september 2005.

P. DEWAEL

^