Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 06 maart 2009
gepubliceerd op 08 januari 2010

Ministerieel besluit tot uitvoering van de artikelen 1, 4°, en 2 van het besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2007 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit

bron
waalse overheidsdienst
numac
2010027000
pub.
08/01/2010
prom.
06/03/2009
ELI
eli/besluit/2009/03/06/2010027000/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 MAART 2009. - Ministerieel besluit tot uitvoering van de artikelen 1, 4°, en 2 van het besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2007 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit


De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Gelet op het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, inzonderheid op artikel L1315-1;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2007 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit, inzonderheid op de artikelen 1, 4° en 2;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2004 tot regeling van de werking van de Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 16 september 2004, 15 april 2005 en 15 mei 2008, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 8 januari 2008 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten, inzonderheid op de artikelen 5 en 12;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2008 tot aanpassing van het algemeen reglement op de boekhouding in de O.C.M.W.'s, Besluit :

Artikel 1.Alle inkomsten en uitgaven die éénzelfde investeringsdoel gelden, van bij het ontstaan tot aan de voleindiging ervan, vormen een buitengewoon project.

Om alle inkomsten en uitgaven betreffende éénzelfde investeringsdoel door middel van informatica in de boekhouding te kunnen verbinden, is elk buitengewoon project geïdentificeerd aan de hand van een enig nummer zelfs indien zijn verwezenlijking over verschillende boekjaren verspreid is.

Art. 2.Het project krijgt een enig nummer door middel van informatica volgens een codificatiesysteem met acht posities, de eerste vier voor het oorspronkelijk dienstjaar en de volgende vier voor het volgnummer.

Dit nummer van buitengewoon project wordt aangevuld met een beknopte beschrijving van zijn doel.

Art. 3.Het nummer van buitengewoon project alsook de beschrijving ervan moeten worden vermeld op de volgende documenten, zowel voor de ontvangsten als voor de uitgaven. - De begroting en de rekening van de buitengewone dienst, ter aanvulling van het nummer van het begrotingsartikel; - De lijst van de overdrachten van uitgavenkredieten van de buitengewone dienst; - Het budgettaire grootboek van de buitengewone dienst; - De lijst van de nog te innen vastgestelde rechten in verband met de buitengewone dienst; - De door de boekhoudkundige software gegenereerde documenten, opgesteld overeenkomstig de bijlagen bij dit besluit.

Art. 4.Het nummer van het buitengewoon project is via informatica verbonden met het begrotingsartikel om bij de codering van een vastlegging, van een aanrekening of van een vastgesteld recht in verband met een investering van de buitengewone dienst, voor te komen.

Art. 5.De bevelschriften tot betaling in verband met de investeringen van de buitengewone dienst bevatten de vermelding van het nummer van het buitengewoon project, zijn omschrijving, alsook de lijst van de inkomsten en middelen verbonden met dit nummer.

Art. 6.In de begrotingen en rekeningen worden de heffingsontvangsten op het buitengewoon reservefonds onder één begrotingsartikel gegroepeerd en worden verdeeld met een nummer van buitengewoon project.

Art. 7.Het gebruik van het batig saldo van de buitengewone dienst, op voorwaarde dat dit behoorlijk wordt beantwoord, moet het voorwerp uitmaken van een voorafgaande overdracht op het buitengewoon reservefonds om een boekhoudkundige verwerking ervan mogelijk te maken.

Art. 8.Wanneer een financiering het voorwerp uitmaakt van een lening of een globale subsidie, wordt deze verdeeld binnen de begrotingen en de rekeningen per nummer van buitengewoon project, omstandig vermeld in het begrotingsartikel van deze lening of deze subsidie.

Een artikel voor een buitengewone uitgave kan eveneens worden verdeeld in verschillende buitengewone projecten met inachtneming van de begrotingsvoorschriften betreffende de buitengewone dienst.

Art. 9.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010, met uitzondering van de bepalingen betreffende de opstelling van de oorspronkelijke begrotingen voor 2010, die in werking treden op de datum van bekendmaking ervan.

Namen, 6 maart 2009.

Ph. COURARD Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^