Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 06 november 2018
gepubliceerd op 07 december 2018

Ministerieel besluit betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Commissie van advies voor plantenbereidingen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2018015006
pub.
07/12/2018
prom.
06/11/2018
ELI
eli/besluit/2018/11/06/2018015006/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 2018. - Ministerieel besluit betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Commissie van advies voor plantenbereidingen


De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten, artikel 22ter, ingevoegd bij de wet van 27 december 2012;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 12/02/2018 numac 2018030048 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende de opdrachten, de samenstelling, de werkwijze en de vergoeding van de Commissie van advies voor plantenbereidingen sluiten houdende de opdrachten, de samenstelling, de werkwijze en de vergoeding van de Commissie van Advies voor Plantenbereidingen, artikel 9, Besluit : Enig artikel. Het huishoudelijk reglement van de Commissie van Advies voor Plantenbereidingen, waarvan de tekst bij dit besluit gevoegd is, wordt goedgekeurd.

Brussel, 6 november 2018.

M. DE BLOCK

Bijlage bij het ministerieel besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 26/01/2018 pub. 08/02/2018 numac 2018200657 bron waalse overheidsdienst Ministerieel besluit tot aanwijzing van de leden van de examencommissie voor het theoretische gedeelte van het jachtexamen georganiseerd in het Waals Gewest sluiten betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Commissie van advies voor plantenbereidingen Huishoudelijk reglement van de Commissie van advies voor plantenbereidingen

Artikel 1.Definities Koninklijk besluit Commissie: het koninklijk besluit van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2018 pub. 12/02/2018 numac 2018030048 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende de opdrachten, de samenstelling, de werkwijze en de vergoeding van de Commissie van advies voor plantenbereidingen sluiten houdende de missies, de samenstelling, de werking en de bezoldiging van de Commissie van advies voor plantenbereidingen.

Koninklijk besluit Planten : het koninklijk besluit van 29 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/08/1997 pub. 21/11/1997 numac 1997022673 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten sluiten betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten.

Commissie : de Commissie van advies voor plantenbereidingen zoals bedoeld in artikel 22ter van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten.

Minister: de Minister bevoegd voor Volksgezondheid.

DG4: Directoraat -generaal Dier, Plant en Voeding van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Leden: de leden van de Commissie van advies voor plantenbereidingen, bedoeld in artikel 2, § 1 en § 2 van het Koninklijk besluit Commissie.

Uitgenodigde experts: de experts zoals bedoeld in artikel 2, § 3, van het Koninklijk besluit Commissie.

Secretariaat: het secretariaat van de Commissie wordt verzekerd door een of meerdere personen behorend tot DG4, aangeduid door de Voorzitter.

Artikel 2.Taken Overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit Commissie, heeft de Commissie als taak adviezen te geven die als basis dienen om : 1° het vaststellen van de minimale en maximale gehalten aan actieve stoffen en merkers met het oog op de fabricage van en de handel in planten en plantenbereidingen;2° het verbieden van het onderling vermengen van bepaalde planten of plantenbereidingen;3° het voorbehouden van de handel van bepaalde planten en plantenbereidingen, al dan niet onder voor gedoseerde vorm, aan het bezit van bepaalde diploma's of getuigschriften;4° het wijzigen van de lijsten in bijlage bij het koninklijk besluit van 29 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/08/1997 pub. 21/11/1997 numac 1997022673 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten sluiten betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten;5° het vastleggen van karakteristieke plantenstoffen of karakteristieke categorieën van plantenstoffen;6° het geven van afwijkingen op de beperkingen voorzien in het voornoemde koninklijk besluit van 29 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/08/1997 pub. 21/11/1997 numac 1997022673 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten sluiten;7° het vaststellen van de voorwaarden voor het veilig gebruik van bepaalde plantenbereidingen;8° het vaststellen van gepaste analysemethoden voor bepaalde planten en plantenbereidingen;9° het toepassen van het voornoemde koninklijk besluit Planten.

Artikel 3.Samenstelling van de Commissie De samenstelling van de Commissie en de benoemingsprocedure van de leden wordt bepaald in artikel 2, 3 en 4 van het Koninklijk besluit Commissie.

De leden bedoeld in artikel 2, § 1, 2° tot 5° van het Koninklijk besluit Commissie, worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van vier jaar.

Ingeval er zich een vacature voordoet in de loop van een mandaat, wordt een nieuw lid benoemd dat voldoet aan dezelfde voorwaarden als zijn voorganger en dat het mandaat van deze laatste voltooit.

Worden als ontslagnemend beschouwd de leden die niet langer de organisatie vertegenwoordigen die hen had voorgedragen, of die zich niet houden aan de bepalingen van het reglement van inwendige orde bedoeld in artikel 8 van het Koninklijk besluit Commissie.

Artikel 4.De taken van de Voorzitter en van het Bureau De Voorzitter, de ambtenaar van DG 4 en de secretaris van de Commissie vormen het Bureau van de Commissie, belast met de uitvoering van de lopende zaken.

In afwezigheid van de Voorzitter wordt de vergadering voorgezeten door een ambtenaar van DG4 aangeduid door de Voorzitter. De Voorzitter opent en sluit de zittingen.

De Voorzitter leidt de debatten en beschikt daartoe over alle bevoegdheden. Hij kan, indien hij dat noodzakelijk acht, de spreektijd van de leden beperken om het goede verloop van de vergadering te garanderen.

Het Bureau kan uitgenodigde experts uitnodigen om specifieke problemen te onderzoeken.

De secretaris staat in voor de correspondentie en voor de verzending van de verslagen van de verschillende vergaderingen. Hij houdt er de archieven van bij.

Artikel 5.Oproeping tot de vergaderingen De oproepingen tot de vergaderingen worden gericht aan de leden.

Aan het begin van het jaar wordt een planning voor de vergaderingen opgesteld.

Behoudens hoogdringendheid verstuurt de Voorzitter de oproeping tot de vergadering via e-mail ten laatste 7 kalenderdagen voor de vergadering. De Voorzitter kan de oproeping bovendien opladen via een software voor elektronisch documentbeheer van het type uitwisselingsplatform, met een mededeling over die upload via e-mail.

Artikel 6.De agenda De voorlopige agenda van de vergadering alsook de zittingsdocumenten worden bij de oproeping gevoegd. Ook het ontwerpverslag van de vorige vergadering wordt bij de oproeping gevoegd behalve indien het al via schriftelijke procedure werd goedgekeurd.

De leden van de Commissie die een punt op de agenda wensen te brengen richten hun gemotiveerd voorstel schriftelijk aan het Bureau.

Een punt dat niet op de agenda staat, kan tijdens de zitting worden voorgesteld onder de rubriek "Varia", indien de meerderheid van de stemgerechtigde leden hiermee instemt..

Artikel 7.De vergaderingen van de Commissie De Commissie is een specifiek adviesorgaan voor planten en plantenbereidingen die worden gebruikt in de voeding. De experts bedoeld in artikel 2, § 1, 4° van het Koninklijk besluit Commissie, nemen er persoonlijk zitting en worden gekozen op grond van hun expertise, gedocumenteerd door hun wetenschappelijk curriculum en hun praktische ervaring ter zake.

De Commissie vergadert zes keer per jaar. Bijkomende vergaderingen kunnen worden georganiseerd in geval van hoogdringendheid of noodzaak.

Er is geen raadpleging van de Commissie nodig wanneer het gaat over standpunten die reeds door de Commissie werden ingenomen en/of die handelen over vanzelfsprekende aspecten.

De plaatsvervangende leden zijn slechts aanwezig op de vergaderingen en nemen slechts deel aan de beslissingen voor zover de overeenstemmende effectieve leden afwezig zijn. In geval van stemming per schriftelijke procedure wordt de stem van het plaatsvervangend lid slechts in aanmerking genomen indien het effectieve lid zich niet binnen de door de Voorzitter vastgestelde termijn uitspreekt.

Alle deelnemers tekenen de aanwezigheidslijst. De kosten voor deelname aan de zittingen worden teruggestort op basis van deze ondertekening.

Artikel 8.De beoordelings-, beraadslagings- en beslissingsprocedure De leden van de Commissie geven aan het Bureau te kennen welke categorieën planten zij meer bepaald willen volgen en waarvoor zij meer wensen te worden betrokken.

Voor elk dossier duidt de Voorzitter een of meerdere verslaggevers aan die lid moeten zijn zoals bedoeld in artikel 2, § 1, 4° van het Koninklijk besluit Commissie, ofwel uitgenodigde experts.

Het dossier dat aan een expert wordt toevertrouwd omvat alle informatie die DG4 in het kader van dit dossier heeft ontvangen.

In eerste instantie maakt/maken de verslaggever(s) een stand van zaken op over de wetenschappelijke kennis en werkt/werken hij/zij aanbevelingen uit in een schriftelijk verslag dat aan het Bureau wordt bezorgd. Het Bureau verzamelt alle schriftelijke verslagen onder de rubriek `zittingsdocumenten' en bezorgt die aan alle leden van de Commissie. Bij de volgende vergadering of via schriftelijke procedure, evalueren de leden van de Commissie bedoeld in artikel 2, § 1, 4° van het Koninklijk besluit Commissie, de verslagen, en brengen zij hun wetenschappelijke conclusies uit. De wetenschappelijke conclusies worden bij consensus of bij gewone meerderheid van de aanwezige leden aangenomen door de leden bedoeld in artikel 2, § 1, 4° van het Koninklijk besluit Commissie. Ingeval van schriftelijke procedure worden de leden die zich niet binnen de door de Voorzitter vastgestelde termijn hebben uitgesproken of niet te kennen hebben gegeven zich te onthouden, geacht zicht te onthouden en de conclusies worden aangenomen door een gewone meerderheid van de leden die zich uitgesproken hebben binnen de voorziene termijn.

In tweede instantie worden de wetenschappelijke conclusies voorgelegd aan alle leden van de Commissie, die dan het eindadvies van de Commissie indienen. Het eindadvies wordt aangenomen in zitting ofwel via schriftelijke procedure, volgens de modaliteiten beschreven in artikelen 6 tot 9.

Indien een lid binnen de door de Voorzitter bepaalde termijn aan de voorzitter vraagt om het onderzoek van een dossier te verdagen, dan kan de Voorzitter dit doen.

De adviezen worden uitgebracht bij eenvoudige meerderheid. Indien de verslaggever voor een dossier een uitgenodigde expert is, dan mag hij met raadgevende stem aan de stemming deelnemen.

Bij staking van stemmen is de stem van de Voorzitter doorslaggevend.

De Commissie beraadslaagt geldig zodra de meerderheid van haar leden aanwezig is. Is dat niet zo, dan kan de Commissie na een nieuwe oproeping geldig beraadslagen over hetzelfde onderwerp, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Bij hoogdringendheid of wanneer dat noodzakelijk is, kan de Voorzitter beslissen om een schriftelijke procedure in te roepen om een advies uit te brengen. De Voorzitter bepaalt de termijn waarbinnen de leden hun advies moeten uitbrengen. Deze periode bedraagt minstens tien werkdagen.

De leden die zich niet binnen de door de Voorzitter vastgestelde termijn hebben uitgesproken of niet te kennen hebben gegeven zich te onthouden, worden geacht zicht te onthouden en de conclusies worden aangenomen door een gewone meerderheid van de leden die zich uitgesproken hebben binnen de voorziene termijn.

Een minderheidsnota kan schriftelijk in het Nederlands of in het Frans bij het Bureau worden ingediend. Het Bureau deelt die vervolgens mee aan alle leden.

Indien de Commissie oordeelt dat de elementen die door de aanvrager worden geleverd ontoereikend zijn, dan kan zij bijkomende inlichtingen vragen. Het onderzoek van het dossier wordt opgeschort zo lang de gevraagde elementen niet aan de Commissie werden bezorgd.

Een dossier dat werd ingediend bij DG4 kan worden afgesloten en afgewezen indien de aanvrager de documentatie niet vervolledigt binnen de drie maanden te rekenen vanaf de verzending van de vraag naar bijkomende documenten.

Artikel 9.De organisatie van de werkgroepen De Voorzitter kan, op eigen initiatief, op vraag van een lid of op vraag van de Commissie, het onderzoek van een dossier toevertrouwen aan een werkgroep, waarvan hij de samenstelling en het mandaat bepaalt, en waarvan het voorzitterschap steeds wordt waargenomen door een lid van de Commissie.

De uitgenodigde experts mogen deel uitmaken van een werkgroep indien geen enkel ander lid van de bedoelde werkgroep daar bezwaar tegen heeft.

De voorzitter van de werkgroep brengt verslag uit aan de Commissie.

Samen met de Voorzitter van de Commissie is de voorzitter van een werkgroep verantwoordelijk voor het goede verloop van de werkzaamheden en voor de naleving van de opgelegde termijnen.

De werkgroep is onderworpen aan onderhavig huishoudelijk reglement, behalve indien zijn mandaat anders luidt.

De werkgroep wordt opgeheven zodra zijn mandaat eindigt.

De Voorzitter van de Commissie kan, ofwel op eigen initiatief ofwel op verzoek van de voorzitter van een werkgroep of op verzoek van de Commissie, experts uitnodigen die geen lid zijn van de Commissie om deel te nemen aan de beraadslagingen. Deze experts hebben raadgevende stem.

Artikel 10.De verslagen Elke vergadering maakt het voorwerp uit van een verslag dat wordt opgesteld door het Secretariaat.

Het verslag omvat minstens: - De lijst van de deelnemers aan de vergadering; - De verschillende onderwerpen die tijdens de vergadering werden besproken; - Voor ieder dossier waarover een advies wordt uitgebracht, de wetenschappelijke conclusies en het eindadvies van de Commissie ; - In voorkomend geval de vragen naar bijkomende inlichtingen; - De overige beslissingen genomen door de vergadering.

Het ontwerpverslag wordt aan de leden van de Commissie bezorgd op de volgende vergadering ofwel via schriftelijke procedure. Het verslag wordt definitief zodra het is goedgekeurd.

De Voorzitter kan beslissen om de ontwerpverslagen via schriftelijke procedure ter goedkeuring aan de Commissie voor te leggen. De Voorzitter bepaalt de termijn waarbinnen de leden hun goedkeuring moeten geven of hun opmerkingen moeten formuleren. Deze termijn bedraagt minstens tien werkdagen. De leden die niet hebben gereageerd binnen de door de Voorzitter opgelegde termijn worden geacht het document goed te keuren.

De in zitting genomen beslissingen worden slechts uitvoerbaar zodra de Commissie het verslag van de zitting heeft goedgekeurd.

Het Bureau kan evenwel om hoogdringende redenen beslissen om sommige van de geformuleerde adviezen onmiddellijk toepasbaar te maken.

Artikel 11.Vertrouwelijkheid De vergaderingen zijn niet openbaar.

Alle documenten die ter beschikking worden gesteld voor de werkzaamheden van de Commissie, en meer bepaald alle elementen van een dossier die door een bedrijf ter beschikking zijn gesteld, zijn vertrouwelijk en mogen niet aan derden worden gecommuniceerd zonder de voorafgaande toestemming van de Commissie.

De expertverslagen, de verslagen van vergaderingen, de inhoud van de schriftelijke procedures en de inhoud van de besprekingen tijdens vergaderingen mogen niet buiten de Commissie worden verspreid.

Indien de Commissie oordeelt dat haar conclusies een ruimere draagwijdte hebben dan een specifiek dossier, en bij voorbeeld kunnen leiden tot een aanpassing van het Koninklijk besluit Planten, dan kunnen de wetenschappelijke conclusies alsook het eindadvies die zijn vervat in het goedgekeurde verslag of die zijn aangenomen bij schriftelijke procedure, aan derden worden medegedeeld, op de website van de FOD worden gepubliceerd en reglementaire aanpassingen verantwoorden.

Om te worden gepubliceerd in toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, mogen het verslag en de agenda van de vergadering worden aangepast om redenen van vertrouwelijkheid.

Artikel 12.Belangenconflicten De leden van de Commissie en de andere personen die bij de werkzaamheden van de Commissie betrokken zijn, met inbegrip van de uitgenodigde experts en van de leden van het Secretariaat, zijn er tijdens de besprekingen toe gehouden de adviezen en oordelen te behandelen in alle onafhankelijkheid en wetenschappelijke integriteit.

Om deze onafhankelijkheid te waarborgen moeten alle mogelijke belangen en belangenconflicten steeds openlijk worden gemeld, zodat het voor iedereen duidelijk is dat er geen sprake is van belangenvermenging.

Artikel 13.Een algemene belangenverklaring Een algemene belangenverklaring moet om de drie jaar worden ingevuld en ondertekend. Het doel van deze belangenverklaring is niet om systematisch deelname uit te sluiten maar beoogt iedereen in staat te stellen om te oordelen of een belang of een belangenconflict een onafhankelijk oordeel verhindert.

De leden van de Commissie en de uitgenodigde experts bezorgen het Secretariaat een geschreven belangenverklaring waarin de rechtstreekse of onrechtstreekse banden die zij met de sector onderhouden vermeld staan. Zij verbinden zich ertoe onmiddellijk elke wijziging van deze belangen of banden te melden. Deze verklaringen worden om de drie jaar vernieuwd, voorgelegd aan de Commissie, en kunnen het voorwerp uitmaken van een publicatie.

Het model van deze belangenverklaring gaat als bijlage bij dit huishoudelijk reglement.

Er moet enkel melding worden gemaakt van de rechtstreekse en onrechtstreekse belangen met bedrijven, instellingen en groeperingen waarvan de producten, productieprocessen, diensten of strategie een invloed kunnen hebben op de activiteitsdomeinen van de Commissie. o Het begrip `bedrijf' moet worden begrepen als een `instelling met commerciële roeping' (bij voorbeeld private commerciële firma's en hun spin-offs). o Het begrip `instelling' moet worden begrepen als een `instelling met niet-commerciële roeping' (bij voorbeeld openbare ziekenhuizen, v.z.w.'s en universiteiten). o Het begrip `groepering' moet worden begrepen als elke vereniging (beroepsverenigingen), liefdadigheidsorganisatie, organisatie (drukkingsgroep, consumentenvereniging of patiëntenvereniging, bij voorbeeld) en netwerk.

De instantie die het lid heeft aangeduid kan hem uit zijn functies ontheffen indien wordt vastgesteld dat hij een valse verklaring heeft afgelegd of dat zijn belangen niet langer verenigbaar zijn met de uitoefening van zijn functie.

Bij het begin van elke vergadering wordt aan de leden gevraagd om melding te maken van ieder specifiek belangenconflict ten aanzien van de agendapunten, aan de hand van een formulier dat daartoe is voorzien.

De persoon in kwestie geeft onder andere het type en de aard van de belangen aan, en legt daarbij duidelijk uit of de belangen van algemene aard zijn, dan wel of ze gaan over een specifiek product.

Indien het belang of het belangenconflict een product betreft, dan moet alle voorgaande of huidige betrokkenheid worden vermeld ten aanzien van andere concurrerende producten, alsook elk verband uit het verleden of het heden met firma's die met dit belangenconflict te maken hebben.

Wanneer een punt wordt besproken neemt de voorzitter alle passende maatregelen, zoals bij voorbeeld de tijdelijke uitsluiting van de expert uit de vergadering, de onthouding van de expert bij de beraadslaging en/of stemming.

De vermelde belangen worden opgenomen in het verslag van de plenaire zitting.

Artikel 14.De zetel De zetel van de Commissie is gevestigd in de kantoren van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, DG4.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 6 november 2018 betreffende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Commissie van Advies voor Plantenbereidingen.

M. DE BLOCK

^