Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 07 augustus 2019
gepubliceerd op 16 augustus 2019

Ministerieel besluit betreffende de maximale technische rentevoet voor levensverzekeringsovereenkomsten bedoeld in artikel 216, § 1, van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekerings-ondernemingen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2019013997
pub.
16/08/2019
prom.
07/08/2019
ELI
eli/besluit/2019/08/07/2019013997/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE


7 AUGUSTUS 2019. - Ministerieel besluit betreffende de maximale technische rentevoet voor levensverzekeringsovereenkomsten bedoeld in artikel 216, § 1, van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekerings-ondernemingen


De Minister van Economie en Consumenten, Gelet op artikel 216, § 1, van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekerings-ondernemingen;

Gelet op het voorstel van de Nationale Bank van België van 23 juli 2018, om met toepassing van de criteria opgenomen in lid 2 en 3 van voormeld artikel de maximale rentevoet voor levensverzekeringsovereenkomsten vast te stellen op 0,75 %;

Gelet op het advies dat de FSMA op 8 juli 2019 heeft overgemaakt aan de Nationale Bank van België en dat werd toegevoegd aan het voorstel van de Nationale Bank van 23 juli 2019;

Gezien het voorstel van de Nationale Bank van België getoetst dient te worden aan verschillende principes, waaronder de regels inzake mededinging;

Gezien het advies van de Belgische Mededingingsautoriteit waaruit blijkt dat de NBB op basis van prudentiële redenen kan overgaan tot het beperken van de mededingingsregels voor zo ver er geen andere minder concurrentieverstorende maatregelen zijn die tot een zelfde resultaat kunnen komen;

Gezien deze andere maatregelen zich de facto beperken tot het opleggen van herstelmaatregelen in geval van solvabiliteitstekorten, waarbij de uitkomst van deze maatregelen zeer onzeker is;

Gezien, daarnaast, de impact die een verlaging van de maximale rentevoet heeft op de aanvullende pensioenen;

Gezien ingevolge artikel 2 van de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen type wet prom. 18/12/2015 pub. 14/06/2016 numac 2016000360 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen. - Duitse vertaling type wet prom. 18/12/2015 pub. 30/12/2015 numac 2015003459 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2016 sluiten tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen, artikel 24 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid wordt aangepast; dat het nieuwe artikel 24 van deze wet voorziet in een nieuwe berekening voor het bepalen van de minimale rentevoet waartegen de bijdragen voorzien in de pensioentoezegging gekapitaliseerd moeten worden; dat deze nieuwe regeling voorziet in een minimum rendementsgarantie van 1,75 %;

Gezien bij de aanvullende pensioenen die via een groepsverzekering bij een verzekeringonderneming worden afgesloten, de bijdragen voor een groot aantal worden belegd in tak 21 levensverzekeringen; dat er hierdoor sprake is van een duidelijke band tussen de minimum rendementsgarantie voorzien voor de aanvullende pensioenen, in casu 1,75 %, en de maximale rentevoet voorzien voor tak 21-levensverzekeringen; dat een maximale rente voor de levensverzekeringsovereenkomsten van 0,75 % de verzekeringsondernemingen in de onmogelijkheid zou brengen om voor de belegging van de bijdragen van de aanvullende pensioenen in een levensverzekering van lange duur een minimaal rendement van 1,75 % te verzekeren;

Gezien ook de Raad van State in haar advies bij de voormelde wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen type wet prom. 18/12/2015 pub. 14/06/2016 numac 2016000360 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen. - Duitse vertaling type wet prom. 18/12/2015 pub. 30/12/2015 numac 2015003459 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2016 sluiten gewezen heeft op dit probleem en stelt dat "de vork waarbinnen de minimaal gewaarborgde rentevoet op grond van de ontworpen regeling zich dient te bevinden (tussen 1,75 en 3,75 %) niet overeenstemt met de vork waarbinnen de maximale rentevoet op grond van de ontworpen prudentiële reglementering zich dient te bevinden (tussen 0,75 en 3,75 %); dat dit ertoe kan leiden dat voor eenzelfde overeenkomst de gewaarborgde minimale rentevoet hoger ligt dan de op grond van de prudentiële wetgeving toegelaten maximale gewaarborgde rentevoet.";

Gezien het risico dat, bij een maximale rentevoet van 0,75 %, werkgevers niet langer gemotiveerd zullen zijn om voor hun werknemers een aanvullende pensioenregeling uit te werken via het systeem van de groepsverzekeringen;

Gelet op het belang, voor de verzekeringsondernemingen, om een minimale marge te kunnen behouden tussen de rente die zij minimaal moeten aanbieden op de aanvullende pensioensverzekeringen, enerzijds, en de maximale rente die zij mogen aanbieden op de levensverzekeringen van lange duur, anderzijds, Besluit : Enig artikel. De maximale technische rentevoet voor levensverzekeringsovereenkomsten bedoeld in artikel 216, § 1, van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, wordt behouden op 2 %.

Brussel, 7 augustus 2019.

W. BEKE

^