Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 april 2010
gepubliceerd op 19 april 2010

Ministerieel besluit tot vaststelling van de rentevoet van de in 2010 uit te keren intresten voor de bij de Deposito- en Consignatiekas in bewaring gegeven consignaties, vrijwillige deposito's en borgtochten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2010003252
pub.
19/04/2010
prom.
08/04/2010
ELI
eli/besluit/2010/04/08/2010003252/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 APRIL 2010. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de rentevoet van de in 2010 uit te keren intresten voor de bij de Deposito- en Consignatiekas in bewaring gegeven consignaties, vrijwillige deposito's en borgtochten


De Minister van Financiën, Gelet op artikel 11 van de wet houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2010, van 23 december 2009;

Gelet op artikelen 28, eerste lid en 41, eerste lid van de wet van 28 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I);

Gelet op het voor eensluidend advies van de Inspecteur van Financiën, verleend op 8 februari 2010, Besluit :

Artikel 1.De consignaties, de vrijwillige bewaargevingen en alle categorieën van borgtochten, met inbegrip van bewaargevingen in euro zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 28 van de wet van 28 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I) die aan de Deposito- en Consignatiekas worden toevertrouwd genieten van een rentevoet die gelijk is aan het rendement van de OLO met een vaste looptijd van één jaar zoals berekend door het Rentenfonds, verhoogd met 25 basispunten.

De sommen ontvangen bij toepassing van de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 10 januari 2002 betreffende het beheer van de door een notaris ontvangen sommen, effecten en geldswaardige papieren aan toonder en betreffende het toezicht op de boekhouding van de notarissen, genieten van een rentevoet die gelijk is aan het rendement van de OLO met een vaste looptijd van één jaar zoals berekend door het Rentenfonds, verhoogd met 75 basispunten.

De sommen die geconsigneerd zijn of geconsigneerd blijven ingevolge minderjarigheid, onbekwaamheid of krankzinnigheid van de rechthebbende, of in geval van het bestaan van een vruchtgebruik en de in geld gegeven borgtochten door de hypotheekbewaarders ter garantie van hun verplichtingen ten opzichte van derden (wet van 21ventôse, jaar VII, gewijzigd door de wet van 24 december 1906) genieten van een rentevoet die gelijk is aan het rendement van de OLO met een vaste looptijd van drie jaar zoals berekend door het Rentenfonds.

Art. 2.De sommen die geconsigneerd zijn of geconsigneerd blijven in toepassing van artikel 51 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, genieten van een rentevoet die gelijk is aan het rendement van OLO met een vaste looptijd van vijf jaar zoals berekend door de het Rentenfonds.

Art. 3.De rentevoeten van toepassing op de sommen zoals bepaald in de artikelen 1 en 2 worden enkel aangepast indien de nieuwe rentevoet minstens 50 basispunten verschilt van deze die werd toegekend.

Art. 4.De sommen die aan de Deposito- en Consignatiekas worden toevertrouwd bij toepassing van het eerste lid van artikel 28 van de wet van 28 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I) en die uitgedrukt zijn in een andere munt dan de euro genieten van een rentevoet die gelijk is aan de gemiddelde maandelijkse rentevoet die de beheerder van de deviezen aan de D.C.K. uitkeert voor deze sommen, verminderd met 0,50 % maar zonder dat de toegekende intrestvoet evenwel lager mag zijn dan 0 %.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking op 1 maart 2010, met uitzondering van artikel 2 dat in werking treedt op 1 april 2010.

Brussel, 8 april 2010.

D. REYNDERS

^