Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 oktober 2009
gepubliceerd op 15 oktober 2009

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2009000669
pub.
15/10/2009
prom.
08/10/2009
ELI
eli/besluit/2009/10/08/2009000669/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 OKTOBER 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol), artikel X.I.7, eerste lid;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (UBPol);

Gelet op de protocollen van onderhandelingen nr. 186/4 en 246/4 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op respectievelijk 24 augustus 2006 en 10 juni 2009;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 maart 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 11 juni 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 30 juli 2009;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op het advies 47.170/2 van de Raad van State, gegeven op 28 september 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepaling

Artikel 1.Artikel X.8 UBPol wordt vervangen als volgt : « Art. X.8. Het personeelslid dat het recht op kosteloze gezondheidszorgen geniet, heeft recht op de terugbetaling bedoeld in het tweede lid van de aankoop van correctieglazen of contactlenzen, voorgeschreven door een oftalmoloog waarnaar het is doorverwezen door een arts van de medische dienst of door een externe erkende arts.

Van de kostprijs van elk glas of elke contactlens, in voorkomend geval verminderd met de tussenkomst van de ziekteverzekering, wordt 75 % terugbetaald met een maximum van 150 euro per glas of per contactlens.

Bij de hernieuwing van correctieglazen of contactlenzen, wordt de financiële tussenkomst bedoeld in het tweede lid slechts toegekend mits wijziging in de dioptrie en na het verstrijken van een periode van twee jaar sinds de vorige tussenkomst. ». HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepaling

Art. 2.Het personeelslid dat het recht op kosteloze gezondheidszorgen geniet, heeft recht op de terugbetaling bedoeld in respectievelijk het tweede of vierde lid, voor de aankoop van een correctiebril of voor de hernieuwing van correctieglazen, voorgeschreven door een oftalmoloog waarnaar het is doorverwezen door een arts van de medische dienst of door een externe erkende arts.

De kostprijs van het montuur en de glazen, in voorkomend geval verminderd met de tussenkomst van de ziekteverzekering, wordt met een maximum van 125 euro terugbetaald.

Voor de hernieuwing van de correctiebril wordt de financiële tussenkomst, bedoeld in het tweede lid, slechts toegekend na het verstrijken van een periode van vijf jaar sinds de vorige tussenkomst.

Voor de hernieuwing van correctieglazen, wordt de prijs van elk glas, in voorkomend geval verminderd met de tussenkomst van de ziekteverzekering, met een maximum van 37 euro per glas terugbetaald.

Deze financiële tussenkomst wordt slechts toegekend mits wijziging in de dioptrie en na het verstrijken van een periode van twee jaar sinds de vorige tussenkomst. HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007, met uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2001 en buiten werking treedt op 1 januari 2007.

Brussel, 8 oktober 2009.

Mevr. A. TURTELBOOM

^