Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 12 augustus 2005
gepubliceerd op 31 augustus 2005

Ministerieel besluit houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2005011348
pub.
31/08/2005
prom.
12/08/2005
ELI
eli/besluit/2005/08/12/2005011348/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 AUGUSTUS 2005. - Ministerieel besluit houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang


De Minister van Economie, Gelet op de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wetten van 23 december 1969, 30 juli 1971 en 17 juli 1975;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 april 1993 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 29 november 1995 en 9 februari 2001;

Gelet op het advies van de Commissie tot Regeling der Prijzen, gegeven op 12 april 2005;

Gelet op het advies 38.526/1 van de Raad van State, gegeven op 23 juni 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft;2° instellingen voor bejaardenopvang : de rusthuizen, de rust- en verzorgingstehuizen, de centra voor dagopvang, de centra voor nachtopvang, de centra voor kortverblijf voor bejaarden, de serviceflatgebouwen;3° diensten : alle prestaties van dienstverlening met uitzondering van deze welke geleverd worden in uitvoering van een arbeids-, bedienden-, leer- of dienstbodencontract;4° producten : producten, grondstoffen, eetwaren, koopwaren;5° marges : verschil tussen de verkoopprijs en de aankoopprijs van een product of een dienst, uitgedrukt in een percentage op de aankoopprijs. HOOFDSTUK II. - Procedure van prijsverhogingsaanvraag

Art. 2.De instellingen voor bejaardenopvang mogen geen prijsverhogingen of verhogingen van hun marges toepassen zonder voorafgaande aanvraag.

Art. 3.§ 1. Elke aanvraag tot verhoging van de prijzen of de marges wordt bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst toegezonden aan de Prijzendienst, Koning Albert II-laan, 16, 1000 Brussel. § 2. Om ontvankelijk te zijn moet de aanvraag volgende gegevens bevatten : 1° de maatschappelijke benaming, de juridische vorm van de inrichtende macht, de naam en het adres van de instelling, en in voorkomend geval, het ondernemingsnummer;2° de aard en specificaties van de diensten en producten alsook de betrokken omzet;3° de huidige en de gevraagde verkoopprijzen en hun toepassingsdatum;4° de toegestane kortingen;5° een overzicht van het bestaande personeelsbestand op het moment van de aanvraag en een overzicht van het personeelsbestand gedurende de drie jaren die voorafgaan aan de aanvraag, uitgedrukt in voltijdse equivalenten;6° de becijferde rechtvaardiging van de gevraagde verhoging;7° de jaarrekeningen van de instelling voor de laatste drie afgesloten boekjaren en, in voorkomend geval, de uitbatingsrekeningen van de betrokken afdeling;8° een gedetailleerd overzicht van alle tegemoetkomingen en subsidies verstrekt door de federale en/of gemeenschaps/gewestelijke overheden;9° het aantal ligdagen dat gefactureerd werd aan de bewoners over een periode van drie jaar. Om de verhogingsaanvraag in te dienen wordt een gratis formulier verstrekt door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

Wanneer de aanvraag niet volledig is, verwittigt de Prijzendienst de instelling bij aangetekend schrijven binnen tien dagen die volgen op de datum van de ontvangst van de aanvraag en wijst op de ontbrekende gegevens. De termijn van zestig dagen bedoeld in artikel 4 begint pas te lopen vanaf de datum van ontvangst door de Prijzendienst van alle vereiste gegevens.

Art. 4.§ 1. Binnen zestig dagen die volgen op de ontvangst van de volledige aanvraag, wordt de beslissing van de Minister met betrekking tot de verhoging van de dagprijzen en van de marges die hij toestaat, bij aangetekend schrijven aan de aanvrager betekend. § 2. De onderneming mag de toegestane verhoging van de dagprijzen en de marges toepassen vanaf de dag dat zij de beslissing van de Minister heeft ontvangen en nadat ze de toegepaste dagprijzen en de percentages van de marges en hun toepassingsdatum heeft meegedeeld aan de Prijzendienst. § 3. Bij ontstentenis van een beslissing binnen zestig dagen die volgen op de ontvangst van de volledige aanvraag, is de instelling gerechtigd de gevraagde verhoging van de dagprijzen en marges toe te passen nadat ze de toegepaste dagprijzen en marges en hun toepassingsdatum bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst heeft meegedeeld aan de Prijzendienst.

Art. 5.§ 1. In afwijking van de artikelen 2 en 3, mag de instelling de verhoging van de dagprijzen die zij zal toepassen aan de Prijzendienst meedelen bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst, wanneer deze zich ten hoogste beperkt tot een percentage dat overeenkomt met een lineaire aanpassing van de prijzen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen over een periode van maximum zesendertig maanden voorafgaand aan de maand waarin de kennisgeving wordt ontvangen. Deze periode van zesendertig maanden wordt beperkt door de maand voorafgaand aan hetzij de laatste beslissing van de Minister, hetzij de ontvangst van de laatste kennisgeving gedaan in de zin van dit artikel. Bij ontstentenis van een beslissing door de Minister wordt de periode van zesendertig maanden beperkt door de datum van de kennisgeving door de instelling van de toegepaste prijzen. § 2. De kennisgeving bevat de toegepaste dagprijzen en hun toepassingsdatum, de nieuwe dagprijzen en hun toepassingsdatum, alsook het percentage van de verhoging, afgerond op twee decimalen.

Onverminderd de gewestelijke en/of gemeenschapsbepalingen mag bij ontstentenis van een weigering door de Prijzendienst binnen de tien dagen die volgen op de ontvangst van de kennisgeving, de meegedeelde verhoging toegepast worden ten vroegste vanaf de vijftiende dag te rekenen vanaf de ontvangst van de kennisgeving.

Art. 6.§ 1. De prijzen van de diensten en producten die als nieuw kunnen aanzien worden, worden aan de Prijzendienst ter kennis gebracht uiterlijk tien dagen vóór hun toepassing.

Deze kennisgeving gebeurt bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst en de vermeldingen « kennisgeving nieuwe dienst » en/of « kennisgeving nieuw product » wordt op de brief worden aangebracht.

Bij ontstentenis van een weigering door de Prijzendienst binnen tien dagen die volgen op de ontvangst van de kennisgeving, zal de dienst en/of het product aanzien worden als nieuw. § 2. Kunnen in geen geval als nieuw worden aanzien : 1° de diensten en/of producten die een gelijkenis of overeenstemming vertonen binnen de instelling;2° het aanbod van diensten en/of producten die het voorwerp uitmaken van een afstand van activiteiten of van een overname van activiteiten na een liquidatie of faling van een instelling. § 3. Elke prijsverhoging die toegepast wordt voor bewoners die overgebracht worden naar een nieuw gebouw, een nieuwe uitbreiding, een verbouwd bestaand gebouw, moet het voorwerp uitmaken van een aanvraag tot prijsverhoging conform de artikelen 2 en 3. HOOFDSTUK III. - Algemene inlichtingen

Art. 7.De instellingen zijn verplicht om op vraag van de Prijzendienst, alle inlichtingen te verschaffen in verband met de prijsevolutie. HOOFDSTUK IV. - Strafbepaling

Art. 8.De inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de hoofdstukken II en III van de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen. HOOFDSTUK V. - Opheffings- en overgangsbepalingen

Art. 9.In artikel 3 van het ministerieel besluit van 20 april 1993 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen vervallen de woorden « - de instellingen voor bejaardenopvang; ».

Art. 10.De aanvragen tot verhoging van de dagprijzen en de marges ingediend vóór de inwerkingtreding van dit besluit in toepassing van vroegere reglementaire bepalingen, en die nog niet geleid hebben tot een beslissing of waarvoor de termijn nog niet verstreken is, worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van het ministerieel besluit van 20 april 1993 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 9 februari 2001.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2005.

Brussel, 12 augustus 2005.

M. VERWILGHEN

^