Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 14 april 2006
gepubliceerd op 04 mei 2006

Ministerieel besluit tot toekenning van financiële hulp en tot vaststelling van de modaliteiten om de veiligheids- en preventiecontracten af te sluiten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2006000321
pub.
04/05/2006
prom.
14/04/2006
ELI
eli/besluit/2006/04/14/2006000321/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 APRIL 2006. - Ministerieel besluit tot toekenning van financiële hulp en tot vaststelling van de modaliteiten om de veiligheids- en preventiecontracten af te sluiten


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, inzonderheid artikel 1, § 2quater, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994 en 25 mei 1999;

Gelet op de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, inzonderheid artikel 69, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994, 25 mei 1999 en 22 december 2003;

Gelet op de op 17 juli 1991 gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit, in het bijzonder de artikels 55 tot en met 58;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 mei 2002 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten een financiële toelage kunnen krijgen in het kader van een overeenkomst betreffende de criminaliteitspreventie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 22 februari 2006;

Besluit : HOOFDSTUK I. - Toekenning van de financiële toelage

Artikel 1.In onderhavig besluit moet onder « contract » worden verstaan : de overeenkomsten betreffende de criminaliteitspreventie die in het koninklijk besluit van 27 mei 2002 bedoeld worden.

Art. 2.Voor het afsluiten van een veiligheids- en preventiecontract moeten de geselecteerde steden en gemeenten vóór 15 april 2006 een contractvoorstel indienen, dat beantwoordt aan de volgende ontvankelijkheidsvoorwaarden : 1° het voorstel wordt ingediend aan de hand van formulieren die ter beschikking worden gesteld door de FOD Binnenlandse Zaken en die naar behoren worden ingevuld;2° de aanvragen betreffende het opstarten van nieuwe projecten worden gemotiveerd door de uitvoering van een lokale diagnostiek. Voor de uitvoering van deze diagnostiek, dienen de steden en gemeenten : 1° een korte omgevingsanalyse te geven van de verschillende beschikbare gegevens;2° de problematieken te definiëren door bijzondere aandacht te schenken aan de gegevens die afkomstig zijn van de politiële criminaliteitsstatistieken en van de veiligheidsmonitor;3° te zorgen voor overeenstemming met de andere lokale plannen die betrekking hebben op de preventie en/of veiligheid, inzonderheid de zonale veiligheidsplannen, de buurt- en preventieplannen, de Contracten Grootstedenbeleid, het Stedenfonds, de socio-preventieve projecten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Stadsmonitoren en algemene omgevingsanalyses;4° de doelstellingen voor de vastgestelde problematiek(en) te formuleren.

Art. 3.Er wordt voorrang verleend aan de preventieprojecten die op één of meerdere van de volgende criminaliteitsvormen gericht zijn : 1° misdrijven tegen goederen 2° technopreventie 3° maatschappelijke overlast 4° drugsbestrijding Er wordt bovendien bijzondere aandacht besteed aan de bescherming van bepaalde kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals senioren en risicoberoepen waaronder bepaalde categorieën van vrije beroepen en zelfstandigen.

Art. 4.Een financiële toelage wordt toegekend als tussenkomst in de kosten die voortkomen uit de uitvoering van de veiligheids- en preventiecontracten. De bedragen in bijlage 1 worden toegekend aan de volgende steden en gemeenten : Aalst, Anderlecht, Anderlues, Antwerpen, Bergen, Blankenberge, Boom, Boussu, Brugge, Brussel, Charleroi, Châtelet, Colfontaine, Couvin, De Haan, De Panne, Diest, Dinant, Doornik, Dour, Drogenbos, Eeklo, Elsene, Etterbeek, Evere, Farciennes, Fléron, Fontaine-l'Evêque, Frameries, Genk, Gent, Hasselt, Herentals, Hoei, Houthalen-Helchteren, Knokke-Heist, Koekelberg, Koksijde, Kortrijk, La Louvière, Leuven, Lier, Lokeren, Luik, Machelen, Mechelen, Menen, Middelkerke, Morlanwelz, Mortsel, Namen, Nieuwpoort, Nijvel, Oostende, Ottignies-Louvain-la-Neuve, Oudergem, Péruwelz, Quaregnon, Ronse, Schaarbeek, Seraing, Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Niklaas, Sint-Truiden, Turnhout, Ukkel, Verviers, Vilvoorde, Vorst, Wijnegem, Zaventem.

Het bedrag van de toelage mag niet overschreden worden.

Art. 5.Deze uitgave wordt ondergebracht bij het overeenkomstig begrotingsartikel, dat ingesteld werd krachtens artikel 1, § 2quater, tweede lid, van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen.

Art. 6.De financiële toelage wordt toegekend voor 1 jaar. Zij wordt gegarandeerd voor het jaar 2006, binnen de perken van de beschikbare kredieten.

Art. 7.In geval van niet-naleving van een of meer bepalingen van het contract, behoudt de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde zich de mogelijkheid voor de toegekende toelage hetzij op te schorten en/of te beperken, hetzij deze geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. HOOFDSTUK II. - Aanwending van de toelage en betalingsmodaliteiten Afdeling 1. - Verdeling van de toelage

Art. 8.De toelage wordt verdeeld over 3 enveloppen, die onderworpen zijn aan de in Afdeling 2 - Aanwending van de toelage vermelde regels en beginselen.

Het bedrag van deze enveloppen wordt bepaald, binnen de limieten van de toegekende globale toelage : 1° op basis van de door de steden en gemeenten ingediende behoorlijk gemotiveerde voorstellen voor de verdeling van de begroting;2° gelet op de artikelen 2 en 3. Een maximum van 5 % van de globale toelage kan bestemd worden voor de realisatie van investeringen in het kader van de uitvoering van het contract.

Art. 9.De 3 in het contract voorziene enveloppen liggen vast. Zij mogen niet overschreden worden. Verschuivingen zijn niet toegestaan, tenzij mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de Minister van Binnenlandse Zaken of van zijn afgevaardigde.

In dat geval kan uitzonderlijk, op basis van een volgens de regels gemotiveerde aanvraag, een spoedprocedure toegepast worden. De FOD Binnenlandse Zaken behoudt zich de opportuniteit voor om de ingeroepen motiveringen, evenals de dringende en uitzonderlijke aard van elke in dit kader ingediende aanvraag, te beoordelen. Afdeling 2. - Aanwending van de toelage

Art. 10.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het annaliteitsbeginsel van de uitgaven. Alleen de tussen 1 januari en 31 december 2006 toegestane en vastgelegde uitgaven zullen in overweging genomen worden bij de afrekening en dus op het contract aangerekend worden.

Art. 11.De aanwending van de toelage is onderworpen aan het bestemmingsbeginsel der kredieten.

Onder bestemming wordt verstaan het feit dat de toegekende kredieten worden ingedeeld in categorieën van uitgaven voor het contract in zijn geheel, met name in personeelskosten, werkingskosten en investeringen.

De personeelskosten geven alle kosten weer die de werkgever draagt voor de indienstneming van het in het kader van het contract aangeworven personeel. Deze kosten omvatten eveneens de kosten die verbonden zijn aan de tewerkstelling van ambtenaren die in het kader van specifieke statuten of functies aangeworven worden.

De werkingskosten omvatten de administratiekosten, de reiskosten, de actiemiddelen evenals de uitrustings- en opleidingskosten voor de Stadswachten die nodig zijn voor de uitvoering van de in het kader van het contract ontwikkelde projecten en initiatieven.

De investeringen zijn de uitgaven die een eenheidswaarde hebben die gelijk of hoger dan 100 EUR is en waarvan het betrokken voorwerp een vermoedelijke gebruiksduur van meer dan één jaar heeft.

Art. 12.De aanwending van de toelage is onderworpen aan het beginsel van het in aanmerking komen der uitgaven.

Onder in aanmerking komende uitgaven wordt verstaan de uitgaven die door dit besluit worden geïnventariseerd of waarin door middel van een contract of afwijkend schriftelijk akkoord wordt voorzien. De lijst met de aanvaardbare uitgaven bevindt zich in bijlage 2.

Art. 13.De aanwending van de toelage wordt onderworpen aan het opportuniteitsbeginsel van de uitgaven.

Onder opportuniteit wordt verstaan het verband dat gelegd kan worden tussen de gedane uitgave en de verwezenlijking van de in het contract voorziene acties/projecten.

Art. 14.De FOD Binnenlandse Zaken behoudt zich het recht voor om de gehele of gedeeltelijke uitgave van het bedrag te weigeren in geval van niet-naleving van de artikelen 10 tot 13. Afdeling 3. - Betalingsmodaliteiten

Art. 15.De betaling van de financiële toelage gebeurt in schijven.

Een eerste schijf van 70 % van het totale bedrag wordt als voorschot gestort.

Art. 16.De tweede schijf of het verschuldigde resterende saldo wordt gestort na afloop van het contract en na een grondige controle van de uitgaven.

Art. 17.De terugvordering van de na de grondige controle van de uitgaven vastgestelde onverschuldigde bedragen, gebeurt na beslissing van de Minister van Binnenlandse Zaken of van zijn afgevaardigde, en volgens de voorwaarden die in de artikelen 18 tot 22 worden vermeld. HOOFDSTUK III. - Controlemechanismen

Art. 18.§ 1 De steden en gemeenten rechtvaardigen hun uitgaven door een financieel dossier in te dienen. § 2. Elke voorgelegde uitgave moet vergezeld worden van een bewijsdocument en een betalingsbewijs.

Onder bewijsdocumenten verstaat men : de facturen die uitgaan van externe leveranciers, gedetailleerde schuldvorderingen en interne facturen. Die documenten kunnen ofwel de originele exemplaren zijn, ofwel kopieën; in dit geval moeten zij volledig en leesbaar zijn.

Onder betalingsbewijs verstaat men : de kopieën van rekeninguittreksels of ieder door de begunstigde van een kwijting voorzien document of, bij gebrek daaraan, een verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin op duidelijke en volledige wijze het geheel van de gedane uitgaven is opgenomen en waarin verklaard wordt dat zij wel degelijk betaald werden. Kopieën van een betalingsopdracht of -bevel hebben geen enkele bewijswaarde.

Art. 19.§ 1. Het dossier is samengesteld uit drie delen : 1° Het overzicht van de uitgaven dat ter beschikking gesteld wordt van de FOD Binnenlandse Zaken via de speciaal hiervoor bestemde website van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid.Elke door de stad of gemeente aangestelde verantwoordelijke krijgt beveiligde toegangscodes, waardoor de vertrouwelijkheid van de gegevens wordt gewaarborgd en tevens een handleiding van de webtoepassing. 2° De bewijsdocumenten van het referentiejaar betreffende de personeels- en investeringsuitgaven, die, gerangschikt per in het contract opgenomen project, en die per brief of per drager aan de FOD Binnenlandse Zaken worden bezorgd.De lijst met vereiste bewijsdocumenten bevindt zich in bijlage 3. 3° De bewijsdocumenten van het referentiejaar betreffende de werkingskosten, die in de steden en gemeenten worden bijgehouden en die ter beschikking van de FOD Binnenlandse Zaken worden gehouden. § 2. De drie delen worden ten laatste op 31 maart 2007 verzonden naar de FOD Binnenlandse Zaken of te zijner beschikking gesteld.

Art. 20.§ 1. De FOD Binnenlandse Zaken voert een grondige controle uit van de onderdelen van het financiële dossier dat door de steden en gemeenten wordt ingediend. § 2. Men onderscheidt twee soorten controles : 1° De controle door de financiële cel van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid. Deze heeft betrekking op : a) de ontvankelijkheid van de ingediende bewijsdocumenten; Een document wordt als ontvankelijk beschouwd zodra de in het artikel 18 vermelde voorwaarden worden nageleefd en het deel uitmaakt van de in bijlage 3 voorgeschreven documenten. b) de naleving van de voorwaarden van de artikels 10 tot en met 14 van het onderhavig besluit. 2°. De controle in de stad of gemeente zelf, die betrekking heeft op het effectief plaatshebben van de uitgaven en hun daadwerkelijk verband met de projecten van het overeenstemmende contract. Deze controle gebeurt steekproefgewijs op de verschillende kostencategorieën.

Art. 21.De FOD Binnenlandse Zaken kan bijkomende informatie vragen.

Het niet bezorgen van de gevraagde aanvullingen leidt tot de afwijzing van de betrokken uitgaven.

Art. 22.Na afloop van de controle ontvangt elke stad of gemeente een voorlopige afrekening en beschikt ze over maximum vier weken om haar akkoord te geven of, in geval van niet-akkoord over de toegekende bedragen, haar argumenten voor te leggen.

Na die termijn, of in geval van akkoord over de bedragen van de afrekening, stelt de FOD Binnenlandse Zaken een definitieve afrekening op, die aanleiding geeft tot de betaling van het verschuldigde resterende saldo of tot de terugvordering van het teveel geïnde bedrag. HOOFDSTUK IV. - Eindbepaling

Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Gegeven te Brussel, 14 april 2006.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage 1 Bedragen van de financiële hulp die aan de steden en gemeenten met een veiligheids- en preventiecontract 2006 wordt toegekend Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 14 april 2006.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage 2 Lijst der in aanmerking komende uitgaven PERSONEELSKOSTEN 1. ALGEMEEN De personeelskosten verwijzen naar de loonkosten of elke andere kost die door de werkgever worden gedragen voor de indienststelling van het in het kader van het contract aangeworven personeel.Hierbij zijn inbegrepen : de premies (tweetaligheidspremie, vergoeding voor onregelmatige prestaties en overuren) en de sociale bijdragen en dat rekening houdend met het toegekende forfaitaire bedrag. De personeelskosten omvatten niet het uniform, het materieel en de bijzondere vergoedingen zoals de reiskosten (behalve de kosten van het contractpersoneel voor het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer - trein, tram, bus, metro - en dat ten belope van het bedrag dat overeenstemt met de wettelijke tussenkomst van de werkgever) en de ontslagkosten. 2. BIJZONDERHEDEN 2.1. Tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken en opportuniteit van de aanwerving De loonkosten van personen waarvan de indiensttreding niet kan worden gerechtvaardigd door een opportuniteitsverband met de uitvoering van de in het contract voorziene projecten, kunnen niet ten laste worden genomen. 2.2.Tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken en statuten De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken in de personeelskosten betreft : a. het geheel van personeelsleden die aangeworven zijn door de gemeente/stad, met uitzondering van de personeelsleden die in de punten c en d bedoeld worden.In dit geval zijn alleen de in het kaderbesluit van 27 mei 2002 voorziene forfaitaire maximumbedragen van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden. b. het geheel van personeelsleden die aangeworven zijn door een vzw of elke andere dienst/instelling die over eigen rechtspersoonlijkheid beschikt (overdracht van aan het contract toegekende middelen, met uitsluiting van de in de punten c en d bedoelde personeelsleden).In dit geval zijn alleen de in het kaderbesluit van 27 mei 2002 voorziene forfaitaire maximumbedragen van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden. c. het geheel van personeelsleden die aangeworven of tewerkgesteld zijn in het kader van vervangingscontracten of interimcontracten.In dit geval zijn alleen de in het kaderbesluit van 27 mei 2002 voorziene forfaitaire maximumbedragen van toepassing. Deze mogen in geen enkel geval worden overschreden. d. de kosten voor tewerkstelling van personeelsleden aangeworven in het kader van bijzondere « statuten » (1) zoals PWA en Activa (bijv.: Stadswachten, Smetbanen) of Doorstromingscontracten.

De aanwerving van personeel geeft aanleiding tot de toekenning van een maximale forfaitaire tegemoetkoming ter dekking van de reële lasten waarmee de gemeente geconfronteerd wordt in het kader van de tewerkstelling van dat personeel. De reële lasten omvatten het geheel van de tewerkstellingskosten (salaris, werkgeversbijdragen en andere), verminderd met de bijzondere premies (bijvoorbeeld : GESCO-premie), toelagen (bijv. : werkingstoelage) of bijzondere vrijstellingen (bijv. van een gedeelte van de werkgeversbijdrage) die verbonden zijn aan de statuten waaronder dat personeel aangeworven wordt en waarvan de gemeente heeft kunnen genieten.

Worden niet beschouwd als personeelskosten : a. de aan de inwerkingtreding van de artikelen 60 (prestaties) verbonden kosten;b. de aan de bezoldiging van studenten en jobstudenten verbonden kosten;c. de aan punctuele diensten in het kader van de tewerkstelling van PWA-personeel verbonden kosten;d. de aan de indiensttreding van dienstverleners (bijv.: consultants, deskundigen, sprekers op colloquia/seminaries) verbonden kosten.

Deze worden dientengevolge aangerekend op de enveloppe van de werkingskosten. 2.3. Berekening van de forfaitaire tussenkomst De toegekende forfaitaire bedragen worden proportioneel berekend : in verhouding tot het aantal gepresteerde dagen en maanden (2); in verhouding tot de werktijden; en in verhouding tot het kwalificatieniveau voor de aanwerving van de persoon. 2.4. Vervanging van een personeelslid wegens ziekte of zwangerschapsverlof of wegens elke andere vorm van langdurig verlof Indien een krachtens een veiligheids- en preventiecontract tewerkgesteld personeelslid tijdens het contractjaar gedurende lange tijd afwezig is (wegens ziekte, zwangerschapsverlof of elke andere vorm van langdurig verlof), dan bestaat de mogelijkheid om die persoon te vervangen.

In alle gevallen blijft de financiële tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken beperkt tot de in het koninklijk besluit van 27 mei 2002 voorgeschreven weddeschalen.

Wat de berekening van de forfaitaire tussenkomst betreft, zie punt 2.3. 2.5. Omschakeling van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling in het kader van een loopbaanonderbreking, ouderschapsverlof of andere omstandigheden De omschakeling van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling is toegestaan in de loop van het begrotingsjaar. Hetzelfde geldt voor het invullen van de vrijgekomen deeltijdse betrekking.

De eventueel aan de uitsplitsing van de betrekkingen verbonden meerkost blijft ten laste van de gemeente.

Wat de berekening van de forfaitaire tussenkomst betreft, zie punt 2.3.

WERKINGSKOSTEN De volgende opsommingen mogen niet als allesomvattend beschouwd worden. Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet in deze lijst voorkomen, te kunnen weigeren/aanvaarden. 1. ADMINISTRATIEKOSTEN De administratiekosten dekken tegelijk de gewone kosten die veroorzaakt worden door de werking van een beheerssecretariaat evenals de opleidings- en zendingskosten en de uitgaven die er verband mee houden. Zo verstaat men onder administratiekosten : postzegels (enkel voor de briefwisseling van de preventiedienst); telefoonkosten : vaste lijnen : abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken; mobiele telefoons : abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken, voorafbetaalde kaarten; internet : abonnement, gebruik en activering; abonnementen en aankoop van vakliteratuur; kantoorbenodigdheden; opleidingskosten : de deelnamekosten voor studiedagen of andere opleidingen kunnen ten laste genomen worden op voorwaarde dat die uitgaven verbonden zijn aan opleidingen die kunnen bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van een project van het contract. De kosten die op die wijze worden gemaakt, worden bij voorrang toegestaan voor de personeelsleden die door de Minister van Binnenlandse Zaken betoelaagd worden. Niettemin komen de opleidingskosten van het personeel dat aan in het contract betoelaagde projecten verbonden is, in aanmerking en dat op voorwaarde dat de gemeente die betrekkingen ten laste neemt. Indien de tewerkstelling gefinancierd wordt met een toelage van een andere overheid, blijven de opleidingskosten ten laste van de gemeente; maar zij kunnen in voorkomend geval op het contractbudget aangerekend worden, mits voorlegging van een gemotiveerde verklarende nota (die bij de afrekening wordt gevoegd) en op uitdrukkelijke voorwaarde dat de subsidiërende overheid die die betrekkingen financiert, de tenlasteneming door de gestorte toelage van de opleidingskosten van die personeelsleden, niet toestaat ( of niet dekt). De FOD Binnenlandse Zaken behoudt zich evenwel het recht voor om de relevantie van de gegeven motivering te beoordelen; de inschrijvingskosten voor het Europees Forum; de verblijfskosten tijdens niet-residentiële colloquia, opleidingen en activiteiten; de verblijfskosten tijdens residentiële colloquia, opleidingen en activiteiten in België; de kosten voor buitenlandse opdrachten (inschrijvingskosten, vervoerskosten, logies en maaltijden). Een verklarende nota moet bij de bewijzen gevoegd worden : daarin wordt het onderwerp van de opdracht gepreciseerd en de deelname van het personeel gemotiveerd; parkeerkosten bij reizen; drank- en/of maaltijdkosten en dat enkel tijdens langdurige vergaderingen, bijzondere prestaties (avondprestaties, contactnamebudget voor straathoekwerkers ); iedere onkostennota moet vergezeld worden door een nota met omstandige uitleg. 2. REISKOSTEN 2.1. Algemeen Enkel de reiskosten van het personeel, dat aangeworven wordt in het kader van het contract en betoelaagd wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken, en dat nodig is voor de uitwerking van het project of van één van zijn aspecten, kunnen op het toegekende budget worden ingebracht.

De reiskosten voor het woon-werkverkeer komen niet in aanmerking. Zij dienen op de loonkosten ingebracht te worden. 2.2. Bijzonderheden De reiskosten die eigen zijn aan de coördinatie van het contract (preventieambtenaar, interne evaluator, administratieve en financiële coördinator) kunnen evenwel aanvaard worden op voorwaarde dat de gemeente die betrekkingen ten laste neemt. Indien die betrekkingen door een andere subsidiërende overheid gefinancierd worden, blijven de reiskosten van het personeel ten laste van de gemeente en kunnen zij aanleiding geven tot subsidieaanvragen bij andere overheden.

Ook de reiskosten naar aanleiding van de deelname aan studie- of opleidingsdagen worden bij voorrang toegestaan aan personeel dat door de Minister van Binnenlandse Zaken betoelaagd wordt. De reiskosten van het personeel dat aan in het contract betoelaagde projecten verbonden is, komen alleszins in aanmerking, op voorwaarde dat de gemeente die betrekkingen ten laste neemt. Indien die betrekkingen door een andere subsidiërende overheid gefinancierd worden, blijven de opleidingskosten ten laste van de gemeente en kunnen zij aanleiding geven tot een toelageaanvraag bij andere overheden.

Met uitsluiting van de reiskosten voor het woon-werkverkeer kunnen de reizen van het personeel van het contract in het kader van een actie ten laste van het contract genomen worden. Zij worden dan ingebracht op het budget van de actiemiddelen (vervoerskosten zoals de huur van een wagen) of op het budget van de reiskosten.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.2.1. Aanvaarde uitgaven : 2.2.1.1. voertuigen die via het contract gefinancierd worden en die uitsluitend ter beschikking van de Preventiedienst gesteld worden de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart); de verzekeringskosten van de voertuigen; de onderhoudskosten van de voertuigen; de herstellingskosten van de voertuigen; 2.2.1.2. gemeentevoertuigen die niet via het contract gefinancierd worden, maar uitsluitend ter beschikking van de Preventiedienst gesteld worden de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart); de verzekeringskosten van de voertuigen; 2.2.1.3. gemeentevoertuigen die niet via het contract gefinancierd worden en niet-uitsluitend ter beschikking van de Preventiedienst of van één of meerdere diensten van het contract gesteld worden de brandstofkosten van de voertuigen (benzinekaart) in verhouding tot het gebruik voor het contract; de verzekeringskosten van de voertuigen in verhouding tot het gebruik voor het contract; of de kilometervergoeding van de gemeentevoertuigen in verhouding tot het gebruik voor het contract (opdrachten); 2.2.1.4. Andere de kilometervergoeding van de persoonlijke voertuigen van de personeelsleden; de vervoersbewijzen. 2.2.2. Geweigerde uitgaven : de onderhoudskosten van de gemeentevoertuigen die niet via het contract worden gefinancierd; de herstellingskosten van de gemeentevoertuigen die niet via het contract worden gefinancierd; de verzekeringskosten van de persoonlijke voertuigen van de personeelsleden, die voor ritten bij de uitoefening van hun functie gebruikt worden. 3. ACTIEMIDDELEN 3.1. Algemeen De actiemiddelen zijn middelen die worden vrijgemaakt om de initiatieven te dekken die worden opgenomen in het veiligheids- en preventiecontract en/of die niet reeds in de administratiekosten werden opgenomen. 3.1.1. Aanvaarde uitgaven : de telefoonkosten : vaste lijnen : abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken; mobiele telefoons : abonnementen en gesprekken - beperking van de internationale gesprekken, vooraf betaalde kaarten;

Internet : abonnement, gebruik en activering; de kosten voor de deelname aan activiteiten van het omkaderende personeel dat door de FOD Binnenlandse Zaken in het kader van het contract betoelaagd wordt; de realisatie, verspreiding van sensibiliseringsmateriaal of andere uitgaven die verbonden zijn aan de organisatie van sensibiliseringsacties voor een doelpubliek; het klein activiteitenmaterieel (voorbeelden : gezelschapsspelen, boeken, ballons); de huur en de lasten -water, gas, elektriciteit, brand- en diefstalverzekering en verwarming- van de lokalen van de preventiedienst of van de wijkhuizen, jeugdhuizen, jeugdruimtes of andere gedecentraliseerde diensten van het contract behalve gemeente-eigendom (3), en dat in verhouding tot de bezetting door de diensten die in het kader van het contract door de Minister van Binnenlandse Zaken worden gefinancierd; de lasten -water, gas, elektriciteit en verwarming- van de gemeentelijke lokalen (4) door de gemeente ter beschikking gesteld voor diensten, en dit naar verhouding van de diensten die in het kader van het contract door de Minister van Binnenlandse Zaken worden gefinancierd; de onderhoudskosten van de lokalen indien men een beroep doet op een extern (niet- gemeentelijk) schoonmaakbedrijf - een verklarende nota moet dan bij de ingediende bewijzen gevoegd worden; de verwezenlijking en de publicatie van folders en brochures : de lokale adviseurs schenken bijzondere aandacht aan de productie van door de gemeenten voorgesteld sensibiliseringsmateriaal en zien er op toe dat er geen overlappingen zijn met het door het Vast Secretariaat voor Preventiebeleid (VSP) ter beschikking gestelde ondersteuningsmateriaal; het gebruikte materiaal vermeldt de steun van het VSP met de woorden « Met de steun van het Vast Secretariaat voor Preventiebeleid - Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid » en bij voorkeur met het gebruik van het logo van het VSP en van de FOD Binnenlandse Zaken. De logo's zijn beschikbaar op het VSP; de beveiligingskits; de beveiligingspremies zoals de inbraakpreventiepremies; de huur van zalen, stands, tenten voor de organisatie van evenementen; de huur van demonstratiematerieel voor de organisatie van evenementen; de huur van vervoermiddelen in het kader van een activiteit; de huur van een kopieermachine, een telefoon-fax; het onderhoud en herstel van materieel; de cateringkosten tijdens interne vergaderingen of in het kader van het onthaal van het publiek, voor zover deze redelijk zijn en met uitzondering van de alcoholhoudende dranken; de cateringkosten tijdens externe vergaderingen, voor zover deze redelijk zijn en met uitzondering van alcoholhoudende dranken; de receptiekosten (catering en kosten die verband houden met de organisatie van een receptie, zoals bijvoorbeeld de huur van de zaal, de prestaties ) tijdens activiteiten of feestelijkheden in het kader van plaatselijke preventie-initiatieven; voor die onkostencategorie is grote matigheid geboden en moet een verklarende nota bij de bewijzen worden gevoegd; de representatiekosten (restauratie, contactnamebudget voor straathoekwerkers behoudens alcolholhoudende dranken) in het kader van de uitvoering van de activiteiten of van de projecten van het contract of nog in het kader van bijzondere prestaties; de verfraaiing der lokalen (bijv. : behang, verf), op voorwaarde dat deze uitsluitend ter beschikking van het contractpersoneel worden gesteld of, in voorkomend geval, in verhouding tot de bezetting van de lokalen voor het contract; de kosten voor deelname aan externe activiteiten, zowel voor het omkaderend personeel als voor de begunstigden (bijv. : inkom attractieparken, bioscoop, ijspistes); de leasing van wagens (op voorwaarde dat in het contract in die leasing wordt voorzien of mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de directeur-generaal van de AD VPB of van de Voorzitster van het Directiecomité van de FOD Binnenlandse Zaken). De restwaarde die de aankoop van het voertuig mogelijk maakt, blijft ten laste van de gemeente en kan in geen geval door Binnenlandse Zaken ten laste genomen worden; de renting van voertuigen (op voorwaarde dat in het contract in renting wordt voorzien of mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de directeur-generaal van de Algemene Directie VPB of van de Voorzitster van het Directiecomité van de FOD Binnenlandse Zaken); de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor de organisatie van activiteiten in het kader van het contract; de apothekerskosten; 3.1.2. Geweigerde uitgaven : de huur van lokalen die de gemeente ter beschikking stelt en waarvan zij eigenaar is; de huur van gemeentematerieel (b.v. kantoorgerief, informaticamaterieel, audiovisuele toestellen, kopieermachine ) dat ter beschikking van het contract gesteld wordt; de onderhoudskosten van de lokalen van de preventiedienst die de gemeente ter beschikking stelt en/of van de lokalen van de wijkhuizen, de jeugdhuizen, de jongerenruimtes en de gedecentraliseerde diensten, behalve indien er een beroep moest worden gedaan op de diensten van bedrijven die niet van de gemeente afhangen. In dat laatste geval is een verklarende nota nodig; de facturatie van uren die gepresteerd worden door gemeentepersoneel buiten het veiligheids- en preventiecontract. 3.2. Bijzonderheden 3.2.1. Kledij of kledijvergoeding De kledijvergoedingen (forfaitaire toelagen of vergoedingen die aan de werknemer uitbetaald worden) worden slechts toegekend aan personen die in het kader van het contract worden tewerkgesteld en op voorwaarde dat het toekennen van een kledijvergoeding een reglementaire verplichting is voor de gemeente en dat de toegekende bedragen redelijk zijn.

Met uitzondering van de voor de stadswachten voorziene reglementaire uitrusting en binnen de grenzen van het in het contract voorziene forfait, worden de kosten die de gemeente maakt voor het aankopen van kledij (bijv. : uitrusting van preventiewerkers zoals straathoekwerkers of wijkwerkers) niet ten laste genomen. Kunnen wel worden ingeschreven in het contract : de kledijkosten die bestemd zijn om de identificatie van de diensten (teams) en dus van de publiciteit van het contract te waarborgen (bijv. : T-shirt met afbeelding van het veiligheidscontract, k-way met logo) en dat in het bijzonder wegens hun aard van representatiekost.

Tenslotte kunnen aan het ter beschikking stellen van « veiligheidskledij » verbonden kosten ten laste worden genomen, met uitzondering evenwel van de uitrusting van het personeel, dat in het kader van de doorstromingscontracten wordt aangeworven, voor zover in de toepasselijke ministeriële reglementaire richtlijnen bepaald wordt dat de werkingskosten voor dit dispositief ten laste van de gemeente blijven.

In alle gevallen zal de FOD Binnenlandse Zaken tijdens de overdracht van de bewijsdocumenten de motiveringen moeten kunnen identificeren die doorslaggevend waren bij de aankoop van de diverse kledingsstukken. 3.2.2. Toekenning van beveiligingspremies Een gemeente kan de premies die in het kader van de inbraakpreventie aan de bevolking worden toegekend verhalen op de toelage van het veiligheids- en preventiecontract, op voorwaarde dat er in het contract uitdrukkelijk een project wordt opgenomen dat de oprichting vermeldt van een systeem met veiligheidspremies (zie Inbraakpremies). 3.2.3. Aankoop van PWA-cheques en aanwerving van jobstudenten In beginsel kunnen de aankoop van multi-cheques (met uitzondering van de contracten met een stadswachtproject) en de aan jobstudenten toegekende vergoedingen ten laste van het contract genomen worden, op voorwaarde dat die mogelijkheid expliciet in het contract is opgenomen of voor zover er een verband kan worden gelegd tussen de uitgave en de realisatie van het project of van de actie. 4. UITRUSTINGS- EN OPLEIDINGSKOSTEN STADSWACHTEN (ZIE STADSWACHTEN) INVESTERINGEN 1.ALGEMEEN De investeringen zijn de uitgaven die een eenheidswaarde hebben die gelijk of hoger is dan 100 euro en waarvan het voorwerp een vermoedelijke gebruiksduur van meer dan één jaar heeft.

In het contract moeten de aard en het aantal van iedere investering en tevens het totale bedrag van de investeringen waarin voor het begrotingsjaar wordt voorzien, uitdrukkelijk vermeld worden.

Enkel de investeringen die opgenomen zijn in het kader van het contract of van een schriftelijke akkoord waarin van de aanvaarde uitgaven wordt afgeweken, kunnen op het contract worden aangerekend.

De volgende opsommingen mogen niet als allesomvattend beschouwd worden. Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet voorkomen in deze lijst, te kunnen weigeren/aanvaarden. 2. BIJZONDERHEDEN 2.1. Uitgaven die aanvaard worden indien er in het contract in voorzien wordt of door middel van een afwijkend schriftelijk akkoord de aankoop van audiovisueel materieel; de aankoop of leasing en installatie van informaticamaterieel (bijv.

PC, printer, scanner, monitor, draagbare computer, graveertoestel voor CD-ROM, informaticalicenties en -programma's, USB-poort, hardware); de aankoop en installatie van tele/radio-communicatie materiaal (telefooncentrale, GSM en wagenkit, walkie-talkie, vaste telefoon, internetmodem). De GSM-toestellen die aangekocht worden ter vervanging van verloren of gestolen toestellen blijven ten laste van de gemeente; de aankoop van kantoormeubelen; de aankoop van meubels voor de inrichting van buurthuizen of andere infrastructuur en gedecentraliseerde diensten die door het contract gefinancierd worden; de aankoop en installatie van (een) kopieermachine(s); de aankoop en installatie van graveer- en anti-diefstaltoestel(len); de aankoop en installatie van beveiligingsmateriaal voor de preventiedienst en/of de gedecentraliseerde lokalen; de aankoop van tentoonstellingswanden, van stand(s), luifel(s) ; de aankoop van fietsen en bromfietsen met een cylinderinhoud van max. 50 cc; de aankoop van promotiematerieel (bijv. : uitstalkast voor technopreventief materieel); de aankoop van sportmaterieel; de aankoop van elektrische huishoudtoestellen. De bestemming van het materieel moet uitdrukkelijk in de afrekening worden vermeld; werktuigen; machine voor reiniging van graffiti. 2.2. Geweigerde uitgaven : de aankoop van auto's en moto's; de aankoop, de verbouwing (bijv. : het vergroten, de installatie van sanitair, de installatie van centrale verwarming, de installatie van telefoonlijnen, de installatie van vloerbedekking, de aankoop van behang/gordijnen) of renovatie van gebouwen (bijv. : de vervanging van het dak, de vervanging van ramen, de vervanging van vloerbekleding); de aankoop van sportmaterieel (aanpak van drugsproblematiek).

STADSWACHTEN Overeenkomstig de geldende ministeriële reglementaire richtlijnen, worden enkel de door de bevoegde Ministers van Tewerkstelling en Binnenlandse Zaken goedgekeurde programma's in het contract ten laste genomen. De financiële tussenkomst van de Staat kan dus slechts worden gegarandeerd indien in het contract uitdrukkelijk melding wordt gemaakt van een project Stadswachten.

De algemene richtlijnen die onder de wetgeving vallen die van toepassing is op de maatregel « Stadswachten », met name de Omzendbrief PREV 23 van 6 november 2003, betreffende de stadswachten van de Veiligheids- en Preventiecontracten - Overgang van PWA-stelsel naar het Activa-stelsel, blijven integraal van toepassing. Enkel de in deze richtlijnen opgelegde financiële modaliteiten zullen in aanmerking worden genomen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 1. PERSONEELSKOSTEN 1.1. Tewerkstelling Stadswachten De Staat komt tussen in de onkosten die verbonden zijn aan de tewerkstelling van Stadswachten, namelijk door : de tenlasteneming van Multi-cheques (PWA), en dat ten belope van een forfaitaire tussenkomst van 137,95 euro /53u (5) per maand per stadswacht; de tenlasteneming van een forfaitaire tussenkomst (6) van 420 euro /maand per voltijdse eenheid (Activa).

Alle kosten waarvan hierboven melding wordt gemaakt, worden beschouwd als personeelskosten en aangerekend op de betreffende enveloppe van het contract. 1.2. Personeelskosten : Coördinatie De Minister van Binnenlandse Zaken komt tussen in de personeelskosten die verbonden zijn aan de aanwerving van een coördinator stadswachten, indien deze niet betaald worden via het PWA-kantoor. Wij verwijzen naar het punt Personeelskosten. 2. WERKINGSKOSTEN De Minister van Binnenlandse Zaken komt tussen in de kosten die verbonden zijn aan de lancering/werking van het stadswachtproject en dat door de tenlasteneming van de uitrustings- en opleidingskosten. Daarnaast en in voorkomend geval, kunnen de administratie-, reis- en actiekosten en/of investeringen ten laste worden genomen.

De volgende opsommingen mogen niet als allesomvattend beschouwd worden. Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet voorkomen in deze lijst, te kunnen weigeren/aanvaarden. 2.1. Voor het STADSWACHT dispositief - Equipe STADSWACHTEN 2.1.1. Uitrustings- en opleidingskosten De uitrustings-/opleidingskosten die worden toegekend in het kader van het contract moeten bij voorrang voor de uitrusting en de opleiding van de Stadswachten worden gebruikt. Indien er een saldo van de voorziene forfaitaire toelage beschikbaar blijft, kunnen de kosten die aan de logistieke ondersteuning/werking verbonden zijn, vervolgens ten laste worden genomen. 2.1.1.1. Algemeen De toelage wordt jaarlijks toegekend per betrekking.

De forfaitaire maximumtussenkomst « « uitrusting/opleiding » wordt vastgesteld volgens de volgende nadere regels : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De reglementaire uitrusting omvat : winter-, zomerjassen; polo's; sweaters; broeken / rokken (winter/zomer); schoenen; petten; verkeersborden, Mag Lite lampen, reflecterende banden.

Kunnen ook op de uitrustings-/opleidingskosten ingebracht worden : handschoenen en sjaals; t-shirts; pull. 2.1.1.2. Bijzonderheden De gemeente kan, aanvullend en uitzonderlijk, een bijkomende uitgave van maximum 185,92 euro of 371,84 euro (naargelang het uurrooster) per stadswacht inbrengen op de enveloppe Werkingskosten voor de aanvulling van de uitrusting van een nieuwe stadswacht die ter vervanging wordt aangeworven en voor zover de vorige uitrusting niet opnieuw gebruikt kan worden. De forfaitaire tussenkomst kan dus verhoogd worden (ten belope van een maximumbedrag dat gelijk is aan de maximum basisallocatie die voor de post werd voorzien), en dit enkel voor het eerste jaar van tewerkstelling van de nieuwe stadswacht. 2.1.2. Werkingskosten De kosten die aan de logistieke ondersteuning/werking van het stelsel verbonden zijn kunnen door het contract ten laste genomen worden. Zij worden aangerekend op de enveloppe werkingskosten van het contract.

Bij de indiening van de financiële bewijzen, wordt de post waaraan toegewezen wordt in een bijgevoegde gemotiveerde nota verduidelijkt.

De volgende opsommingen mogen niet als allesomvattend beschouwd worden. Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet voorkomen in deze lijst, te kunnen weigeren/aanvaarden. 2.1.2.1. Aanvaarde uitgaven : tassen, handtas, paraplu; kleine kantoorbenodigdheden en documentatie; de kosten van mobiele telefonie (cfr. Actiemiddelen); de reiskosten van de stadswachten in het kader van hun acties; de huurkosten van lokalen (die geen eigendom van de gemeente zijn) voor de stadswachten; de huur van vervoermiddelen; de tussenkomst in de reiskosten van het woon-werkverkeer voor het Activa-personeel (cfr. Loonkost); de onderhoudskosten van de uitrusting (stomerij en herstellingen) . 2.1.2.2. Geweigerde uitgaven : De tussenkomst in de reiskosten van het woon-werkverkeer voor de PWA-medewerkers; de maaltijd- en drankkosten, tenzij die nodig blijken en aan het verloop van initiatieven gebonden zijn (bijv. avondprestaties). In dat geval worden zij bij voorkeur aangerekend op de eventueel daarvoor voor het stadswachtstelsel voorziene werkingskosten, op de uitrustings- en opleidingskosten (in geval van beschikbaar saldo) of, in voorkomend geval, op de werkingskosten van de coördinatie van het contract. Bij de indiening van de financiële bewijzen wordt de post waaraan toegewezen wordt in een bijgevoegde gemotiveerde nota verduidelijkt. 2.1.3. Investeringskosten De aan de werking van het stelsel verbonden investeringskosten kunnen eventueel ten laste worden genomen, maar enkel indien daarin uitdrukkelijk in het contract werd voorzien. 2.1.3.1. Aanvaarde uitgaven : de aankoop van gsm-toestellen, draagbare zenders-ontvangers of andere communicatie-middelen (cfr. « Investeringen »); de aankoop van kasten om de uitrusting of persoonlijke goederen veilig op te bergen; de aankoop van fietsen en bromfietsen met een cylinderinhoud van ten hoogste 50 cc; de aankoop van digitale fototoestel(len) (1 per team van twee agenten). 2.1.3.2. Geweigerde uitgaven : de aankoop van kantoormeubelen : de gemeente moet het nodige materieel ter beschikking stellen; de aankoop van auto's en moto's.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.2. Coördinatie STADSWACHTEN In voorkomend geval, en voor zover een coördinator in het bijzonder werd aangeworven/aangewezen om voor de coördinatie van het dispositief in te staan, komt de Staat tussen in de kosten die verbonden zijn aan de logistieke ondersteuning / werking, evenals in de investeringskosten die verbonden zijn aan de coördinatie van het project Stadswachten. 2.2.1. Werkingskosten De kosten die aan de logistieke ondersteuning/werking van de coördinator Stadswachten verbonden zijn, kunnen door het contract ten laste genomen worden. Zij worden aangerekend op de enveloppe Werkingskosten van het contract Hiertoe verwijzen wij naar de uitgaven die worden gerangschikt in de categorieën administratie-, reis- en actiekosten. Er moet evenwel een opportuniteitsverband gelegd kunnen worden tussen de geboekte uitgave en de uitvoering van de opdrachten van de coördinator Stadswachten. 2.2.2. Investeringskosten De investeringskosten die verbonden zijn aan de coördinatie van het project kunnen eventueel ten laste worden genomen, maar dan uitsluitend indien het contract daar uitdrukkelijk in voorziet.

Hiertoe verwijzen wij naar de uitgaven die worden gerangschikt in de categorie Investeringen. Er moet evenwel een opportuniteitsverband gelegd kunnen worden tussen de geboekte uitgave en de uitvoering van de opdrachten van de coördinator Stadswachten.

DOORSTROMINGSCONTRACTEN Overeenkomstig de ministeriële reglementaire richtlijnen die van toepassing zijn, worden enkel de programma's die door de bevoegde Ministers van Tewerkstelling en Binnenlandse Zaken worden goedgekeurd, ten laste van het contract genomen.

De toegekende subsidie is geldig voor de duur van het contract. De financiële tussenkomst van de Staat in het specifieke kader van het arbeidscontract van de agent is, wat haar betreft, slechts gewaarborgd met een maximum van 3 jaar, en dat met inachtneming van de reglementaire richtlijnen die van toepassing zijn op het regime van de doorstromingscontracten.

Naast de vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen en de activering van de werkloosheidstoelage waarin in het kader van de gewone federale tussenkomst voorzien wordt, komt de Staat tussen in de loonkosten van de tewerkgestelde medewerkers.

De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken bedraagt dan ook, overeenkomstig de reglementaire richtlijnen, 148,74 euro per maand per halftijdse medewerker, en dit voor maximum 15 betrekkingen.

Daar het arbeidsregime tot een 4/5de of voltijdse betrekking kan worden opgetrokken, kan de voorziene toelage als volgt aangepast worden : 148,74 euro per maand voor een deeltijdse betrekking; 237,98 euro per maand voor een 4/5de of voltijdse betrekking.

ACTIVA ( vroegere smetbanen) Enkel de door de bevoegde Ministers van Tewerkstelling en Binnenlandse Zaken goedgekeurde programma's worden ten laste van het contract gelegd. De financiële tussenkomst van de Staat kan dus slechts gegarandeerd worden indien in het contract uitdrukkelijk in een project Wijkassistenten voorzien wordt.

Het aantal personeelsleden dat in het kader van deze bijzondere functie kan worden aangeworven, is beperkt tot 6, 8 of 10 al naargelang de betrokken gemeenten/steden (7).

Enkel de gemeenten die van de bevoegde overheden een voorafgaandelijk akkoord verkregen hebben om de problematiek van agressie en vandalisme op het openbaar vervoer aan te pakken - en dit in nauwe samenspraak met de openbare vervoersmaatschappij (De Lijn, MIVB en TEC) - kunnen een deel van het hen via het veiligheids- en preventiecontract toegekende subsidiebedrag aanwenden voor de aanwerving van personeel in dit kader en dat volgens de voorwaarden en onder het Activa-statuut.

Binnenlandse Zaken komt tussen in de personeelskosten voor een 4/5 tewerkstelling door de tenlasteneming van een forfaitaire tussenkomst van 446,21 euro / maand per Activa. In voorkomend geval dient de meerkost, bijvoorbeeld ten gevolge van een verhoging van het werkregime tot een voltijdse tewerkstelling, evenals de uitrustingskosten, werkingskosten en/of investeringskosten door de gemeente of de openbare vervoersmaatschappij gedragen te worden.

AANPAK VAN DE DRUGSPROBLEMATIEK Sommige maatregelen die in het kader van de voorkoming van druggerelateerde maatschappelijke overlast worden gefinancierd, hebben, door hun aard, specifieke uitgaven tot gevolg.

Dientengevolge zullen de volgende kosten, bovenop of in afwijking van de algemene uitgaven die in deze richtlijnen worden aanvaard, en met inachtneming van de opportuniteitsband tussen die uitgaven en de gesubsidieerde maatregelen, op het contract ingebracht kunnen worden.

De volgende opsommingen mogen niet als allesomvattend beschouwd worden. Een beperkte manoeuvreerruimte blijft behouden om gelijkaardige uitgaven of uitgaven die niet voorkomen in deze lijst, te kunnen weigeren/aanvaarden.

Die uitgaven worden aangerekend op de enveloppen Werkingskosten en Investeringen van het contract. Wij verwijzen dan ook naar de nadere regels voor aanrekening van beide uitgavencategorieën.

Straathoekwerk : Werking - Budget voor contactname : voorbehoedsmiddelen; materiaal in de vorm van stérifix-verpakking of andere kits voor druggebruikers,.; koude of warme dranken en kleine catering bestemd voor het doelpubliek.

Onthaal- en opvangcentra : Investeringen : de investeringen die aan de goede werking van het centrum verbonden zijn (bijv. : koelkast, wasmachine, droogkast, bed, matras, kapstok, vaatwerk,);

Werking : de reinigingsproducten bestemd voor het onderhoud van het centrum (en deel uitmakend van één of andere activiteit); de kosten voor maaltijden en drank; het kleine materieel dat nodig is voor de goede werking van het centrum (gloeilampen, borstels, vuilnisbakken); de kosten voor vaccinatie van het personeel; de kosten die verbonden zijn aan de acties voor sociaal-administratief herstel; linnengoed (bijv. : badlakens, beddenlakens), basistoiletartikelen (bijv. : zeep, scheerschuim, haarborstels, deodorant, tandpasta), haardrogers; klein ontspanningsmaterieel (bijv. : kaartspel, tijdschriften); apotheek (bovenop de eerstehulpkit).

Psychosociaal werk Werking : kosten die verbonden zijn aan de acties voor sociaal-administratief herstel.

GEMEENTELIJKE PREMIES INZAKE TECHNOPREVENTIEVE MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN INBRAAK IN WONINGEN (Inbraakpreventiepremies) 1. ALGEMEEN De gemeenten kunnen een deel van het hen via het veiligheids- en preventiecontract toegekende subsidiebedrag aanwenden voor de toekenning van inbraakpreventiepremies en dit op voorwaarde dat die mogelijkheid uitdrukkelijk in het veiligheids- en preventiecontract is opgenomen. De tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken zal tot 100 % van het bedrag van de toegekende premie bedragen, maar zal geenszins het vastgestelde maximum forfaitaire bedrag overschrijden. 2. BIJZONDERHEDEN : VOORWAARDEN 2.1. De premie wordt uitsluitend voorbehouden voor particulieren (8). 2.2. De stad/gemeente is verplicht een gemeentelijk reglement door de gemeentelijke overheden te laten goedkeuren, waarin de toekenningsvoorwaarden voor de beveiligingspremies worden bepaald. Ook al blijven de steden en gemeenten vrij om het percentage van de tussenkomst, alsook de precieze toekenningsvoorwaarden van de desbetreffende premies te bepalen, ze moeten echter de bepaling van een maximum forfaitair bedrag van 500 euro per premie (maximale grens) naleven. 2.3. De premie dient de meest elementaire beveiligingsmaatregelen te bevorderen en de maatregelen moeten passen in een totale aanpak.

Daarom is het advies van een (erkend) technopreventief adviseur noodzakelijk, die hiertoe een opleiding genoten heeft. De premie wordt niet toegekend voor de installatie van elektronische alarmsystemen. 2.4. Per woning kan niet meer dan 1 premie worden toegekend.

KREDIETEN DIE AAN EEN VZW OF ELKE ANDERE INSTELLING MET RECHTSPERSOONLIJKHEID OVERGEDRAGEN WORDEN Het is toegestaan om sommige voorziene middelen (personeelskosten, actiemiddelen, investeringen) ter beschikking te stellen van een v.z.w. of elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid, die voor de uitvoering van de in het contract bedoelde doeleinden zal instaan.

Daartoe dient de gemeente een overeenkomst af te sluiten met deze instelling, waarin de rechten en plichten van elke partij worden opgenomen.

De algemene beginselen van deze richtlijnen (aard van de uitgaven, voorafgaande vergunnings-/afwijkingsprocedures, ) blijven echter volledig van toepassing. Daaruit vloeit voort dat de kosten, die het loon van het door een vzw of een andere instelling met rechtspersoonlijkheid aangeworven personeel dekken, evenals de werkingsmiddelen en investeringen van het/de project(en) respectievelijk op de enveloppen van de personeelskosten, werkingsmiddelen en investeringen van het contract aangerekend worden.

In dit geval is de gemeente eveneens verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de acties en het voorleggen van de bewijsdocumenten.

Bij niet-naleving van één of meerdere bepalingen van het veiligheids- en preventiecontract, behoudt de Minister van Binnenlandse Zaken zich de mogelijkheid voor ofwel de toegekende subsidie te schorsen en/of te verminderen, ofwel haar volledig of gedeeltelijk terug te vorderen.

Zo initiatieven aan een vzw of elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid worden toevertrouwd, dienen de uitgewerkte acties en/of projecten conform te zijn met de overeenkomst die tussen de Stad/gemeente en de FOD Binnenlandse Zaken wordt afgesloten, met de ingediende financiële documenten evenals met de wetgeving betreffende de controle op de toekenning en aanwending van bepaalde subsidies. De gemeente is de enige gesprekspartner van de FOD Binnenlandse Zaken en blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van het contract en voor het voorleggen en motivering van het financieel dossier.

Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 14 april 2006.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage 3 Documenten die in het kader van de voorlegging van het financieel dossier moeten ingediend worden A. Personeelskosten Algemeen : - In geval van aanwerving van personeel in de loop van het referentiejaar wordt een kopie van het aanwervingscontract of van de aanwervings- of toewijzingsbeslissing bijgevoegd en, in geval van ontslag (op initiatief van de werknemer of van de werkgever), een kopie van de betekening van de einddatum van het arbeidscontract. - Een samenvattende staat van de maandelijkse betalingen (document waarin de identiteit van de werknemer voorkomt, evenals diens maandelijkse loonkost voor de ganse periode van tewerkstelling) wordt meegestuurd voor ieder in het kader van het contract aangeworven persoon. - Iedere wijziging in de tewerkstelling (aantal gepresteerde uren, verlof zonder wedde, niet door loon gedekte ziekte,) moet vermeld worden.

Bijzonderheden : Doorstromingscontracten, Smetbanen en Stadswachten Voor de Doorstromers en de Smetbanen gelden dezelfde regels.

De Stadswachten : - Wat de PWA'ers betreft, zijn de aankoopfacturen van de Multicheques op zich geen bewijs. Het is nodig om ze aan te vullen met de kopieën van maandelijkse ontvangstbewijzen voor de PWA-cheques, bewijzen die door de begunstigden moeten ondertekend zijn. De stad bewijst 100 % van de uitgedeelde cheques en bevestigt, via een verklaring van de gemeenteontvanger, zijn financiële tussenkomst ten belope van 50 % van de voorgelegde facturen. - Wat de ACTIVA's betreft, worden kopieën van de arbeidscontracten en de eventuele betekeningen van contractbeëindiging toegevoegd. Een betaalstaat (= document waarin de identiteit van de werknemer evenals diens maandelijkse loonkost voor de ganse periode van tewerkstelling voorkomen) wordt meegestuurd.

B. Werkingskosten en investeringen Algemeen : Voor elke voorgelegde uitgave wordt een bewijsdocument toegevoegd (zie bepalingen art.18 § 2). Indien de uitgave werd gedaan bij het begin of het einde van het referentiejaar, moet ook een kopie van de bestelbon toegevoegd worden en/of een kopie van de beslissing van de Gemeenteraad of van het College.

Daarenboven dient voor iedere uitgave het overeenstemmende betalingsbewijs toegevoegd te worden (zie Art.18 § 2).

Bijzonderheden : Jobstudenten - PWA-personeel - Reiskosten - Inbraakpreventiepremies - Verzekeringscontract - Leasing-/rentingcontract - Vervanging van gestolen materieel - Jobstudenten : de arbeidscontracten en de maandelijkse loonstaten (zie A) - PWA-personeel : kopie van de gebruikte chequeboekjes (zie Stadswachten) - Reiskosten : het betalingsbewijs evenals de reden van de reis 1) Openbaar vervoer : kopie van de vervoersbewijzen die het mogelijk maken de dag van gebruik te identificeren.2) Privé-voertuig : maandelijkse staten van de verrichte kilometers en de per km betaalde prijs.3) Dienstvoertuig : collegebeslissing voor het ter beschikking stellen van het voertuig, samen met een omstandige nota, naam van het personeelslid, maandelijkse staten van de afgelegde kilometers.4) Tankkaart : de factuur van de leverancier met identificatie van het voertuig en de eigenaar ervan, maandelijkse staten van de afgelegde kilometers. - Inbraakpreventiepremies : de beschrijvende fiche van de begunstigde van de premie en van het geïnstalleerde materieel, evenals het betalingsbewijs. - Verzekeringscontracten voertuigen : kopie van het verzekeringscontract evenals van de premies (vervaldagberichten van de verzekeraar). - Leasing-/rentingcontract : kopie van het contract of van de overeenkomst. - Vervanging van gestolen materieel : kopie van het proces-verbaal dat door de politie werd opgesteld in het kader van aangifte van diefstal.

C. Aan v.z.w.'s of aan elke andere instelling met rechtspersoonlijkheid overgedragen kredieten Wat de kredieten betreft die aan een v.z.w. worden overgedragen, komen enkel de volgende documenten in aanmerking : - een kopie van het protocolakkoord waarin de rechten en plichten van de partijen zijn opgenomen en waarin de modaliteiten voor de overdracht van het budget worden bepaald; - de schuldvordering van de v.z.w.; - het bewijs van de overschrijving van de overgedragen budgetten; - een verklaring van de burgemeester waaruit blijkt dat de verbintenissen die in het protocol voorkomen, in de loop van het contractjaar werden nageleefd en dat alle in het kader van het veiligheids- en preventiecontract ontvangen middelen in overeenstemming met de bewoordingen en doeleinden van het contract aangewend werden. Aan die verklaring wordt het activiteitenverslag van de v.z.w. toegevoegd. inzake de aanwending van personeel dat door de gemeente gedetacheerd of door de v.z.w. aangeworven wordt, dient de gemeente zich te schikken naar de richtlijnen betreffende de loonkosten; inzake de werkingskosten en de investeringen moeten de v.z.w.'s de richtlijnen betreffende de administratiekosten, reiskosten, actiemiddelen en investeringen naleven.

De gemeente blijft verantwoordelijk voor de voorlegging en de motivering van het financieel dossier jegens de betoelagende instantie.

De FOD Binnenlandse Zaken behoudt zich het recht voor een steekproefgewijze controle uit te voeren op de bewijsdocumenten die het deel van zijn subsidies betreffen, die aan een v.z.w. of aan iedere andere instelling met rechtspersoonlijkheid werden overgedragen.

Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 14 april 2006.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL _______ Nota's (1) Wij verwijzen naar de luiken Stadswachten, Smetbanen en Doorstromingscontracten inzake de praktische modaliteiten van de financiële tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken.(2) Berekening van de dagen in 365ste :, waarbij de weekends, verlofdagen, ziekteverloven (tot 28/30 of 31ste dag in geval van langdurige ziekte ) gelijkgesteld worden met de gepresteerde dagen.(3) Onder gemeente-eigendom moet worden verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente /stad behoort.(4) Onder gemeentelijke gebouwen of lokalen moet worden verstaan elk onroerend goed dat rechtstreeks tot het patrimonium van de gemeente/stad behoort.(5) Aangezien de Stadswachten gemiddeld 53u/maand dienen te presteren, zal er tijdens de afrekening rekening worden gehouden met een gemiddelde van 53 PWA-cheques per maand over het gehele jaar, hetzij de maximale tenlasteneming van 636 cheques per stadswacht.(6) De tussenkomst in de vervoerskosten voor het woon-werkverkeer van de ACTIVA-medewerkers is inbegrepen in de forfaitaire toelage van 420 euro per voltijdse eenheid medewerker.(7) De gegevens betreffende het aantal personeelsleden dat kan worden aangeworven voor elk van de gemeenten/steden, zijn beschikbaar op het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid. (8) Voor de beveiliging van zelfstandige ondernemers, wordt naar het systeem van de fiscale aftrek verwezen.

^