Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 mei 2007
gepubliceerd op 23 mei 2007

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 17 december 1998 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003440
pub.
23/05/2007
prom.
15/05/2007
ELI
eli/besluit/2007/05/15/2006003440/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 MEI 2007. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 17 december 1998 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (1)


De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op artikel 320, gewijzigd door de wet van 9 december 1997, en op artikel 321;

Gelet op het ministerieel besluit van 17 december 1998 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 18 december 2001 en 28 maart 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat : - artikel 73 van de programmawet van 27 december 2005, artikel 53 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft gewijzigd; - het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voortaan uitsluitend verantwoordelijk is voor het drukken en verdelen van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstroken, vastgesteld krachtens de artikelen 320 en 321 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992; - het bijgevolg aangewezen is in het bijzonder de door deze wijziging vereiste aanpassingen aan het voormelde ministerieel besluit van 17 december 1998 aan te brengen; - de betrokken beoefenaars zo spoedig mogelijk moeten worden ingelicht omtrent de gewijzigde procedure; - dat dit besluit dus dringend moet worden getroffen;

Besluit :

Artikel 1.Artikel 3 van het ministerieel besluit van 17 december 1998 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden gedrukt op wit papier. Zij worden tegen betaling ter beschikking gesteld van de in artikel 1 vermelde beoefenaars, die ze moeten bestellen bij de door de Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering aangewezen drukker.

De prijs en de wijze van bestelling, levering en betaling van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden bepaald door voormelde dienst. ».

Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en tweede lid een lid ingevoegd dat luidt als volgt : « De formulieren in boekjesvorm dragen een teken dat optisch kan worden gelezen en dat toelaat de betrouwbaarheid en de veiligheid van de productie en de verdeling van de documenten te waarborgen. ».

Art. 3.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp in boekjesvorm worden doorlopend genummerd per beoefenaar en per leveringsjaar. De kettingformulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden in stijgende niet doorlopende volgorde genummerd, per beoefenaar en per leveringsjaar. Zij moeten zoveel mogelijk volgens hun nummering worden gebruikt; zij blijven onbeperkt geldig, ook na het verstrijken van het jaar van de levering. ».

Art. 4.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 19.De beoefenaars die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende die verstrekkingen voor hun rekening int, worden, voor die verstrekkingen, vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen van dit besluit betreffende het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid, voor zover hun verstrekkingen voorkomen op een factuur opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen. De inrichting is er alsdan toe gehouden aan de bevoegde dienst van de FOD Financiën, jaarlijks, uiterlijk op 31 maart, per beoefenaar, een opgave over te leggen van de voor rekening van de beoefenaars tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen. ».

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt het opschrift « Aanduiding van de munt » opgeheven.

Art. 6.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 20.Worden vrijgesteld van de bepalingen van dit besluit met betrekking tot het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid : 1° de beoefenaars die voor eigen rekening een dergelijke inrichting voor geneeskundige verzorging of enigerlei kabinet waar verstrekkingen worden verleend, zonder rechtspersoonlijkheid beheren en die : - hetzij, voor hun eigen prestaties, gebruik wensen te maken van de formulieren van verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D bedoeld in artikel 3, 5°, van het ministerieel besluit van 17 december 1998 tot vastlegging van het model en het gebruik van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook die moeten worden gebruikt door de inrichtingen voor geneeskundige verzorging, hierna genoemd « ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging »; - hetzij, voor de prestaties van de in dit besluit bedoelde beoefenaars die door hen worden bezoldigd of vergoed, gebruik wensen te maken van de voormelde formulieren van verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D of van de formulieren van getuigschrift voor verstrekte hulp van het model C, bedoeld in artikel 3, 1° van het ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging; - hetzij, voor de prestaties van de beoefenaars, andere dan deze bedoeld in dit besluit, bezoldigd of vergoed door hen, gebruik wensen te maken van de voormelde formulieren van verzamelgetuigschrift van het model D of formulieren van getuigschrift voor verstrekte hulp van het model F, H of J, respectievelijk bedoeld in artikel 3, 2°, 3° en 4° van het ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging; - hetzij, voor de prestaties van de beoefenaars, bezoldigd of vergoed door hen, gebruik wensen te maken van de overeenstemmingsstroken bedoeld in artikel 3, 6° van het ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging; 2° de beoefenaars die hun activiteit in vereniging uitoefenen en die voor hun persoonlijke verstrekkingen en, in voorkomend geval, voor de verstrekkingen van de door hen bezoldigde of vergoede beoefenaars, gebruik wensen te maken van de voormelde formulieren van verzamelgetuigschrift van het model D;3° de beoefenaars die, voor de verstrekkingen die ze verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende de verstrekkingen die geen aanleiding geven tot het opstellen van een factuur zoals bedoeld in artikel 19 int voor hun rekening, gebruik wensen te maken van de voormelde formulieren van verzamelgetuigschrift van het model D.».

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 20bis ingevoegd, luidende als volgt : «

Art. 20bis.De in artikel 20 bepaalde vrijstelling is van toepassing voor zover : 1° wat de in artikel 20, 1°, bedoelde beoefenaars betreft, deze een boekhouding voeren die elke verrichting inzake ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de desbetreffende prestaties duidelijk doet uitkomen;2° wat de in artikel 20, 2°, bedoelde beoefenaars betreft, deze : - een boekhouding voeren welke duidelijk elke verrichting inzake ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de activiteiten van de vereniging duidelijk doet uitkomen; - aan het einde van elk jaar het deel van de netto ontvangsten dat aan elk van hen toekomt inschrijven in de boekhouding van de vereniging; - het hen toegekende deel van de netto ontvangsten naar hun individueel dagboek overdragen; - op naam van elk van hen een jaarlijkse opgave opstellen van de door de vereniging voor hun rekening tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen en deze opgaven ten laatste tegen 31 maart aan de bevoegde dienst van de FOD Financiën voorleggen; 3° wat de in artikel 20, 3°, bedoelde beoefenaars betreft, dat de inrichting jaarlijks tegen 31 maart aan de bevoegde dienst van de FOD Financiën, per beoefenaar, een opgave voorlegt van de tijdens het verlopen kalenderjaar voor rekening van de beoefenaars geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen.».

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 23bis ingevoegd, luidende als volgt : «

Art. 23bis.In afwijking van artikel 6 wordt een onderbreking in de nummering van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp in boekjesvorm toegestaan tussen de leveringen van het eerste semester van het jaar 2006 en deze van het tweede semester van hetzelfde jaar. ».

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.

Brussel, 15 mei 2007.

D. REYNDERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Ministerieel besluit van 17 december 1998 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn.

Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989.

Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996, erratum 8 oktober 1996.

Programmawet van 27 december 2005, Belgisch Staatsblad van 30 december 2005.

Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, Belgisch Staatsblad van 27 augustus 1994.

^