Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 17 december 1998
gepubliceerd op 30 december 1998

Ministerieel besluit tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering

bron
ministerie van financien
numac
1998003661
pub.
30/12/1998
prom.
17/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/17/1998003661/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 DECEMBER 1998. - Ministerieel besluit tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (1)


De Minister van Financiën, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op de artikelen 320, gewijzigd door de wet van 9 december 1997, en 321;

Gelet op het ministerieel besluit van 2 december 1994 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijsgetuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat : - dit besluit de regels vastlegt met betrekking tot het gebruik van de euro vanaf 1 januari 1999; - dit besluit de modellen van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek daartoe wijzigt waarbij tezelfdertijd rekening wordt gehouden met de juiste verwijzingen naar het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde; - de betrokkenen zo spoedig mogelijk moeten worden in kennis gesteld van het model van dagboek dat vanaf 1 januari 1999 moet worden gebruikt; - dit besluit bij hoogdringendheid moet worden genomen, Besluit :

Artikel 1.De geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen erkend om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, die hun beroep als zelfstandigen uitoefenen en de honoraria betreffende hun verstrekkingen voor eigen rekening innen, gebruiken een dagboek en formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp die overeenkomen met de bij dit besluit gevoegde modellen.

Ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp

Art. 2.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp zijn uit twee delen samengesteld : - het bovenste deel is het getuigschrift voor verstrekte hulp dat de gerechtigde inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering terzake in staat stelt de voor hem bepaalde voordelen te genieten; - het onderste deel vormt het in artikel 320, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde ontvangstbewijs dat voor de patiënt als bewijs van betaling geldt.

Art. 3.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden uitsluitend door de diensten van het Ministerie van Financiën gedrukt op wit papier. Zij worden tegen betaling ter beschikking gesteld van de in artikel 1 vermelde beoefenaars, die ze bij die diensten moeten bestellen.

De prijs van die formulieren en de betalingsmodaliteiten worden door de directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen of zijn gedelegeerde vastgelegd.

Art. 4.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften die bestaan uit originelen en duplicaten, worden geleverd in boekjes- of in kettingvorm.

Art. 5.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften bevatten de algemene vermeldingen die op de bij dit besluit gevoegde modellen voorkomen.

De formulieren in boekjesvorm bevatten daarenboven de volgende individuele vermeldingen betreffende de beoefenaar : - naam en voornaam; - geneeskundige specialisatie (indien de geneesheer die specialisatie heeft medegedeeld) of hoedanigheid; - adres van de woonplaats of van de spreekkamer; - identificatienummer bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

De kettingformulieren worden door de in artikel 1 vermelde beoefenaars aangevuld met de in het vorige lid opgesomde vermeldingen.

Art. 6.De boekjes of de kettingformulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden doorlopend genummerd per beoefenaar en per leveringsjaar. Ze moeten zoveel mogelijk volgens hun nummering worden gebruikt; ze blijven onbeperkt geldig, ook na het verstrijken van het jaar van de levering.

Art. 7.Het ontvangstbewijs moet aan de schuldenaar worden uitgereikt : - als kwijting van de honoraria betreffende de verstrekkingen inzake klinische biologie, door de apothekers die erkend zijn om die verstrekkingen te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering; - als kwijting voor alle honoraria, bezoldigingen, terugbetalingen van kosten en andere beroepsontvangsten waarvan sprake is in artikel 320 van het voormeld Wetboek, met inbegrip van de voorschotten, door de andere in artikel 1 vermelde beoefenaars.

Art. 8.Het getuigschrift voor verstrekte hulp wordt ingevuld overeenkomstig de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen.

Art. 9.Wanneer het ontvangstbewijs zonder het getuigschrift voor verstrekte hulp wordt gebruikt of wanneer het getuigschrift voor verstrekte hulp zonder het ontvangstbewijs wordt gebruikt, moet het niet gebruikte deel van het formulier van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp worden doorgestreept en gevoegd blijven bij het boekje of bij de duplicaten.

Art. 10.De beoefenaar is ervan ontheven een ontvangstbewijs uit te reiken voor de betalingen die door storting of overschrijving op zijn post- of bankrekening worden gedaan.

Art. 11.De op het origineel van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp aangebrachte vermeldingen, behoudens die betreffende de identiteit van de gerechtigde en van de patiënt, worden gelijktijdig op het duplicaat overgebracht door middel van de doorschrijflaag die een gedeelte van de keerzijde van het origineel bedekt.

Art. 12.§ 1. De op de formulieren in boekjes vermelde ontvangsten worden per boekje samengevat en opgeteld op een blad papier dat bij dat boekje gevoegd moet blijven.

De op de kettingformulieren vermelde ontvangsten worden samengevat en opgeteld, of wel, per reeks van 50 formulieren, op een blad papier dat bij de duplicaten van de desbetreffende reeks formulieren gevoegd moeten blijven, ofwel op een computerlisting, zoals bedoeld in artikel 17. § 2. Aan het einde van elk jaar worden de niet volledig gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren afgesloten en wordt de samenvatting en de optelling ervoor gemaakt. De niet gebruikte formulieren van die boekjes of reeksen worden doorgestreept en bewaard.

Art. 13.De gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren, met inbegrip van die vermeld in artikel 12, § 2, worden door de beoefenaar bewaard gedurende zes jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin die boekjes of reeksen zijn gebruikt.

De beoefenaar is gehouden op verzoek van de Administratie der directe belastingen haar de boekjes of reeksen waarvan sprake is in het vorige lid, alsmede de voorraad niet gebruikte boekjes of reeksen voor te leggen.

Dagboek

Art. 14.Vóór elk gebruik wordt het dagboek aan de dienstchef van de controle der directe belastingen van het ambtsgebied voorgelegd om te worden genummerd en geparafeerd.

Art. 15.Het dagboek wordt per jaar gehouden; het volgende moet erin worden opgetekend : 1° ontvangsten : a) op de ontvangstdatum, inschrijving van alle bezoldigingen, alsmede van de door storting of overschrijving op een post- of bankrekening ontvangen betalingen;b) op de afsluitingsdatum van elk boekje of reeks van 50 kettingformulieren, inschrijving per boekje of per reeks, van het totaal van de erin vermelde ontvangsten;2° uitgaven : bij ontvangst van de factuur of het bewijsstuk of op de datum van betaling, de inschrijving, post per post, van het detail van de uitgaven. Het gedeelte "Uitgaven" van het dagboek is dusdanig opgevat dat het terzelfdertijd kan dienen als boek vermeld in artikel 14, § 5, van het Koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 16.De apothekers die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, vullen, in het dagboek, alleen de kolommen in die bestemd zijn om de ontvangsten samen te vatten; zij brengen er uitsluitend op de in artikel 15 voorgeschreven wijze, de honoraria in over die betrekking hebben op de verstrekkingen inzake klinische biologie.

Afwijkingsmaatregelen

Art. 17.De beoefenaars die hun boekhouding voeren met behulp van een computer mogen de inschrijvingen in het dagboek beperken tot één samengevat maandelijks bedrag, dat voorkomt op een computerlisting, mits deze listing conform het model van het dagboek is en de voorgeschreven inschrijvingen er met ten minste dezelfde periodiciteit worden verricht.

Art. 18.De beoefenaars die hun prestaties in associatie uitoefenen worden gemachtigd, voor het samenvatten van de ontvangsten en de uitgaven van de associatie, een bijkomend dagboek te gebruiken die de schakel vormt tussen de boekhouding van de associatie en de individuele rekeningen van de beoefenaars.

Het in het vorig lid beoogde dagboek wordt conform de artikels 14 tot 16 gebruikt.

Dat dagboek doet het nettobedrag uitkomen van het aan elke beoefenaar toegekende aandeel. Elke beoefenaar draagt het hem toegekende bedrag over naar zijn individueel dagboek, hetzij aan het einde van het jaar, hetzij bij de toekenningen.

Bijzondere bepalingen in verband met de honoraria betreffende geneeskundige verstrekkingen die in een inrichting voor geneeskundige verzorging worden verricht

Art. 19.§ 1. De beoefenaars die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende die verstrekkingen voor hun rekening int, worden, voor die verstrekkingen, vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen van dit besluit betreffende het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid, voor zover hun verstrekkingen voorkomen op een factuur opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen. De inrichting is er alsdan toe gehouden aan de dienstchef van de controle der directe belastingen van het ambtsgebied jaarlijks, uiterlijk op 31 maart, per beoefenaar, een opgave over te leggen van de voor rekening van de beoefenaars tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen. § 2. De directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen of de door hem aangewezen ambtenaar, kan onder de door eerstgenoemde bepaalde voorwaarden, gehele of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van de toepassing van de bepalingen van dit besluit en in dezelfde mate de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid toepasselijk maken op : 1° de beoefenaars die voor eigen rekening een ziekenhuis, een hospitaal, een polikliniek of een centrum, inrichting of kabinet, zonder rechtspersoonlijkheid, beheren;2° voor de verstrekkingen die ze er verrichten, de beoefenaars die uitoefenen in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende de verstrekkingen die geen aanleiding geven tot het opstellen van een factuur zoals bedoeld in § 1, int voor hun rekening. Tijdelijke maatregelen verbonden aan de invoering van de euro

Art. 20.Vanaf 1 januari 1999 tot uiterlijk 30 juni 2002 moet het ontvangen bedrag, dat aanleiding geeft tot het afleveren van het ontvangstbewijs, op dat bewijs worden aangeduid in Belgische frank, gevolgd door de vermelding "BEF", of in euro, gevolgd door de vermelding "EUR", naargelang het bedrag in Belgische frank of euro werd betaald.

Vanaf 1 januari van één van de jaren 1999 tot 2001 mogen de in artikel 1 bedoelde personen verkiezen om het dagboek in euro te houden. Eens de keuze gemaakt, is deze onomkeerbaar.

De overeenkomstig artikel 15 in het dagboek in te schrijven bedragen, zijn eventueel, naargelang het dagboek in Belgische frank of in euro wordt gehouden, in Belgische frank of in euro om te zetten. Eenzelfde omzetting per inning moet geschieden bij de afsluiting van de ontvangstbewijsboekjes of reeksen van 50 kettingformulieren overeenkomstig artikel 12, § 1. De omrekenings- en afrondingsregels zijn deze die door de terzake geldende bepalingen worden opgelegd.

Overgangs-, opheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art. 21.Het ministerieel besluit van 2 december 1994 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt opgeheven.

Art. 22.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp, ingevoerd of behouden door het voormelde ministerieel besluit van 2 december 1994, die nog in het bezit zijn van de beoefenaars op datum van de inwerkingtreding van dit besluit, worden bij voorrang en tot uitputting gebruikt, mits rekening wordt gehouden met de aanpassingen vereist ingevolge artikel 20, eerste lid, van dit besluit.

Art. 23.De afwijkingen die werden verleend of gehandhaafd op grond van het voornoemde ministerieel besluit van 2 december 1994 blijven geldig.

Art. 24.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.

Brussel, 17 december 1998.

J.-J. VISEUR _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Wet van 9 december 1997, Belgisch Staatsblad van 23 januari 1998.

Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989.

Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996, erratum 8 oktober 1996.

Ministerieel besluit van 2 december 1994, Belgisch Staatsblad van 22 december 1994.

Bijlage 1 van het ministerieel besluit van 17 december 1998 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 december 1998.

De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR

Bijlage 2 van het ministerieel besluit van 17 december 1998 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 december 1998.

De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR

^