Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 18 mei 2011
gepubliceerd op 16 juni 2011

Ministerieel besluit tot bepaling van de nadere voorwaarden voor het bekomen van steun voor demonstratieprojecten inzake rationeel energieverbruik die een nieuwe verwezenlijking in het Vlaamse Gewest betekenen en commercialisering- en rendabiliteitsvooruitzichten bieden

bron
vlaamse overheid
numac
2011202941
pub.
16/06/2011
prom.
18/05/2011
ELI
eli/besluit/2011/05/18/2011202941/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Leefmilieu, Natuur en Energie


18 MEI 2011. - Ministerieel besluit tot bepaling van de nadere voorwaarden voor het bekomen van steun voor demonstratieprojecten inzake rationeel energieverbruik die een nieuwe verwezenlijking in het Vlaamse Gewest betekenen en commercialisering- en rendabiliteitsvooruitzichten bieden


De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, Gelet op het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid, artikel 8.5.1, 8.7.1, 8.7.4;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/07/2009 pub. 22/07/2009 numac 2009035687 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering sluiten tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, 4 december 2009, 6 juli 2010, 7 juli 2010, 24 september 2010 en 19 november 2010;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/11/2010 pub. 14/12/2010 numac 2010035927 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Natuur en Bos type besluit van de vlaamse regering prom. 19/11/2010 pub. 13/01/2011 numac 2010035951 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne wat betreft de normering van vast en tijdelijk opgestelde zendantennes voor elektromagnetische golven tussen 10 MHz en 10 GHz sluiten houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, artikel 7.3.1, § 1 en § 4;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 maart 2011;

Gelet op het advies nr. 49.510/3 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat voor een onderneming de bepalingen van de de-minimisverordening (verordening EG nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun en alle latere wijzigingen) van toepassing zijn, Besluit : HOOFDSTUK I. - Oproep voor steun aan demonstratieprojecten

Artikel 1.§ 1. Het Vlaamse Gewest lanceert een oproep voor steun aan demonstratieprojecten inzake innovatieve energietechnologieën of (ver)bouwconcepten. § 2. De steun wordt toegekend aan natuurlijke personen, ondernemingen, niet-commerciële instellingen en publiekrechtelijke rechtspersonen, binnen de middelen die de minister daartoe in het Energiefonds reserveert. § 3. Aan elke oproep is een vooraf bepaalde subsidie-enveloppe verbonden. § 4. De subsidie wordt toegekend volgens een wedstrijdformule. § 5. De oproep en de evaluatiecriteria worden bekend gemaakt via de website van het Vlaams Energieagentschap.

Art. 2.De financiële steun bedraagt 35 % van de subsidiabele kosten en wordt beperkt tot 150.000 euro per project.

Deze steun is niet cumuleerbaar met andere toelagen van het Vlaams Gewest.

Art. 3.Als subsidiabele kosten worden beschouwd de investeringskosten, exclusief btw, in installaties, machines en uitrustingen die rechtstreeks betrekking hebben op de toepassing van het innoverend deel van de gedemonstreerde technologie of het gedemonstreerde bouwconcept, alsook studie- en ontwerpkosten die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het project. Enkel facturen die dateren van na de datum van de toekenning van de subsidie worden aanvaard.

Indien de subsidieaanvrager zelf instaat voor de monitoring van het project, kan ook de subsidiëring van meetapparatuur in aanmerking worden genomen. Hierbij kan enkel de meetapparatuur die niet essentieel is voor de normale werking of exploitatie, maar wel voor de evaluatie, evenals de inbouw en uitbouw ervan, weerhouden worden.

Worden niet beschouwd als subsidiabele kosten, alle kosten verbonden aan : 1° de aankoop van grond;2° de exploitatie van de installatie;3° personeelskosten;4° overheadkosten. Voor projectvoorstellen met een technologische focus zijn werken van burgerlijke bouwkunde (zoals gebouwen, funderingen, wegen, en rioleringen) niet subsidiabel, voor zover zij niet onlosmakelijk verbonden zijn met de innoverende technologie en niet nutteloos worden als de installatie buiten dienst wordt gesteld.

Art. 4.§ 1. De subsidieaanvraag wordt ingediend aan de hand van een op de website van het Vlaams Energieagentschap ter beschikking gesteld formulier. § 2. Het Vlaams Energieagentschap onderzoekt of het in de aanvraag vervatte project : 1° in het Vlaams Gewest een voorbeeldfunctie kan vervullen op het vlak van innovatie en reproduceerbaarheid, die in verhouding staat tot de gevraagde subsidie.Projecten die zo specifiek zijn dat ze geen navolging kunnen vinden, komen niet in aanmerking voor ondersteuning. 2° gepaard gaat met een energiebesparing en voldoende commercialisering- en rendabiliteitsvooruitzichten biedt.De terugverdientijd bedraagt ten minste 5 jaar. Voor projectvoorstellen met een technologische focus bedraagt de terugverdientijd ten hoogste 12 jaar. Voor projectvoorstellen met de focus op een zeer ingrijpende verbetering van energieprestaties van gebouwen bedraagt de terugverdientijd maximaal 30 jaar.

De terugverdientijd wordt gedefinieerd als zijnde de verhouding tussen de meerkost en de energiebesparing (uitgedrukt in euro) van de nieuwe technologie of de innovatieve bouwconcepten in vergelijking met een klassieke installatie of de traditionele bouwconcepten die hetzelfde doel beogen. § 3. Het Vlaams Energieagentschap kan in het kader van haar onderzoek van de in § 2 vermelde elementen bijkomende informatie bij de projectindiener opvragen. De projectindiener bezorgt, op straffe van verval van het recht tot subsidiering, het Vlaams Energieagentschap de gevraagde informatie binnen een door het agentschap gestelde termijn.

De aanvraag wordt pas als volledig beschouwd nadat alle informatie is ontvangen.

Art. 5.§ 1. De subsidieaanvraag is ontvankelijk als die voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 4, § 2. § 2. De subsidie-enveloppe wordt verdeeld over de best gerangschikte ontvankelijke subsidieaanvragen, in afnemende volgorde tot de subsidie-enveloppe is opgebruikt. § 3. Het Vlaams Energieagentschap doet een gemotiveerd voorstel tot subsidiering aan de minister, bevoegd voor het energiebeleid, binnen de 60 dagen na de einddatum van de oproep. § 4. De minister, bevoegd voor het energiebeleid, beslist, binnen de 60 dagen na ontvangst van het gemotiveerd voorstel van het Vlaams Energieagentschap over de al dan niet subsidiering. § 5. De projectaanvrager wordt binnen de 30 dagen na de beslissing van de minister, bevoegd voor het energiebeleid, hiervan op de hoogte gesteld.

Art. 6.De subsidie wordt toegekend bij besluit van de minister, bevoegd voor het energiebeleid.

In dit subsidiebesluit zijn in ieder geval opgenomen : 1° het maximaal subsidiebedrag;2° projectuitvoeringstermijnen;3° de specifieke modaliteiten met betrekking tot de monitoring en bekendmaking van het project. HOOFDSTUK II. - Opvolging, uitvoering, uitbetaling en controle bij gesubsidieerde demonstratieprojecten

Art. 7.§ 1. Er zal per gesubsidieerd demonstratieproject door het Vlaams Energieagentschap een begeleidingscommissie worden opgericht die de uitvoering van het project opvolgt. § 2. De begeleidingscommissie bepaalt de modaliteiten met betrekking tot de monitoring van het project. De monitoring loopt gedurende minstens 1 jaar en dient te worden uitgevoerd volgens de richtlijnen van de begeleidingscommissie. § 3. De begunstigde verbindt er zich toe de nodige informatie voor de technische en economische evaluatie te bezorgen aan deze begeleidingscommissie en zijn volle medewerking te verlenen aan metingen die dienen uitgevoerd te worden om disseminatie van de resultaten mogelijk te maken.

Art. 8.De uitbetaling van de subsidie gebeurt in twee schijven na ontvangst van een schuldvordering en een bijgevoegde verantwoording van de projectkosten met bewijsstukken, overeenkomstig volgend schema : 1° binnen zestig dagen na de ontvangst en aanvaarding van de voortgangsrapporten van de begunstigde en na ontvangst van een tussentijds verslag van de monitoring dat dient gebaseerd te zijn op aanvaardbare metingen gedurende minstens één maand waarin het project in bedrijf is, gebeurt de proportionele uitbetaling tot het steunpercentage, vermeld in artikel 2, § 1 op de reeds geëffectueerde uitgaven aan de hand van de voorgelegde facturen, en dit tot een totaal bedrag van maximaal 70 procent van het totale toegekende steunbedrag;2° na ontvangst en aanvaarding van het eindverslag van de begunstigde en na ontvangst van het eindverslag van de monitoring dat dient gebaseerd te zijn op aanvaardbare metingen gedurende minstens 12 maanden waarin het project in bedrijf is, gebeurt de uitbetaling van de resterende 30 procent van het totale toegekende steunbedrag, met inachtneming van het steunpercentage dat wordt toegepast op werkelijk geëffectueerde en aanvaarde uitgaven.

Art. 9.§ 1. Indien de begunstigde het project wil wijzigen, kan hij dit enkel doen indien hij eerst een met redenen omklede aanvraag heeft ingediend en de toestemming van het Vlaams Energieagentschap heeft gekregen.

Indien de begunstigde zonder de toestemming van het Vlaams Energieagentschap toch wijzigingen doorvoert, dan zal het Vlaams Energieagentschap de betaling van de voorschotten, vermeld in artikel 8 stopzetten. § 2. De begunstigde onderwerpt zich aan iedere controle door het Vlaams Energieagentschap met betrekking tot alle onderdelen van het programma.

Art. 10.§ 1. Het Vlaams Energieagentschap kan de uitbetaling van de subsidie stopzetten en/of terugbetaling eisen als en in de mate dat : 1° het project niet voldoet aan alle wettelijke bepalingen;2° één of meerdere bepalingen van dit besluit of het subsidiebesluit niet werden nageleefd;3° de subsidie niet wordt aangewend voor de doeleinden waarvoor ze is verleend;4° de begunstigde de controle verhindert of belemmert. § 2. Wanneer het Vlaams Energieagentschap haar betalingen aan de begunstigde stopzet, zal zij haar gemotiveerde beslissing bij aangetekende brief de begunstigde ter kennis brengen. Tegen deze beslissing kan door de begunstigde bij aangetekende brief binnen de dertig dagen bij de minister, bevoegd voor het energiebeleid, een gemotiveerd bezwaarschrift worden ingediend. De minister, bevoegd voor het energiebeleid, beslist over het bezwaar binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van het bezwaarschrift. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 11.Het ministerieel besluit van 1 augustus 1983 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van het koninklijk besluit van 10 februari 1983, houdende aanmoedigingsmaatregelen voor het rationeel energieverbruik wordt opgeheven.

Brussel, 18 mei 2011.

De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE

^