Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 19 april 2007
gepubliceerd op 08 juni 2007

Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg te dragen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2007022763
pub.
08/06/2007
prom.
19/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/19/2007022763/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 APRIL 2007. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg te dragen


De Minister van Volksgezondheid, Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, inzonderheid op artikel 35sexies, ingevoegd bij de wet van 19 december 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 september 2006 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde, inzonderheid op artikel 1, 5;

Gelet op het ministerieel besluit van 16 april 1996 tot vaststelling van de criteria voor erkenning van beoefenaars van de verpleegkunde als houders van de bijzondere beroepstitel van gegradueerde verpleegkundige in intensieve zorg en spoedgevallenzorg, zoals gewijzigd door de ministeriële besluiten van 17 juni 1998, 28 februari 2000 en 7 juli 2003;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Verpleegkunde, gegeven op 29 november 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 augustus 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 maart 2007;

Gelet op het advies 41.660/3 van de Raad van State, gegeven op 6 december 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder de Erkenningscommissie, de erkenningscommissie van de Nationale Raad voor Verpleegkunde, zoals omschreven in artikel 21septiesdecies, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. HOOFDSTUK II. - Criteria voor het verkrijgen van de erkenning als verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg

Art. 2.Wie erkend wenst te worden om de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg te dragen : - is houder van het diploma, de graad of de titel van gegradueerde verpleegkundige of van bachelor in de verpleegkunde, en - heeft met vrucht een aanvullende opleiding of specialisatie in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg gevolgd die beantwoordt aan de vereisten vermeld in artikel 3.

Art. 3.§ 1. De in artikel 2 bedoelde aanvullende opleiding of specialisatie omvat een theoretisch en een praktisch gedeelte. § 2. Het theoretische gedeelte omvat minstens 450 effectieve uren, hetgeen overeenkomt met 30 ECTS studiepunten, en minstens volgende domeinen behandelen : 1° Biomedische wetenschappen : - Fysiologie en fysiopathologie met betrekking tot intensieve zorg en spoedgevallenzorg; - Therapie inzake intensieve zorg en spoedgevallenzorg; - Preventie van complicaties. 2° Verpleegkundige wetenschappen : - Medische spoedgevallen in het algemeen; - Respiratoire, neurologische en circulatiestoornissen; - Traumata en andere fysieke agressies; - Nierinsufficiëntie en zware infecties; - Til- en transporttechnieken inzake intensieve zorg en spoedgevallenzorg; - Hygiëne, veiligheid en werkorganisatie inzake intensieve zorg en spoedgevallenzorg. 3° Methodologie van het toegepaste onderzoek inzake intensieve zorg en spoedgevallenzorg.4° Apparatuur en materiaal voor intensieve zorg en spoedgevallenzorg.5° Sociale en humane wetenschappen : - Psychosociale aspecten in verband met de bijzondere situatie van patiënten in diensten voor intensieve zorg en spoedgevallenzorg; - Omgangskunde en psychosociale hulpverlening binnen de intensieve zorg en spoedgevallenzorg; - Wetgeving en beroepsethiek inzake intensieve zorg en spoedgevallenzorg. § 3. Het praktische gedeelte omvat ten minste 450 effectieve uren, hetgeen overeenkomt met 30 ECTS studiepunten, die als volgt zijn verdeeld : 1° 200 uren in een erkende dienst voor intensieve zorg, zoals beschreven in het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie "intensieve zorgen" moet voldoen om erkend te worden;2° ten minste 200 uren in een erkende dienst voor spoedgevallenzorg, zoals beschreven in het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" moet voldoen om erkend te worden. Wat de resterende uren betreft, kan vrij praktische ervaring worden opgedaan zowel binnen als buiten het ziekenhuis, door verpleegkundige spoedgevallenzorgen uit te oefenen bijvoorbeeld bij een erkende "ambulance-dienst", zoals beschreven in de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden om de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg te behouden

Art. 4.De bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg wordt toegekend voor onbepaalde duur, maar het behoud ervan is aan voorwaarden onderworpen : 1° De verpleegkundige volgt een permanente vorming met betrekking tot intensieve zorg en spoedgevallenzorg om aldus de verpleegkundige zorg te kunnen verstrekken in overeenstemming met de huidige evolutie van de verpleegkundige wetenschap en zijn kennis en bekwaamheid in minstens drie van de vijf domeinen bedoeld in artikel 3, § 2, te onderhouden. Deze permanente vorming moet minstens 60 effectieve uren per periode van 4 jaar omvatten. 2° De verpleegkundige heeft gedurende de afgelopen vier jaar minimum 1 500 effectieve uren zijn functie uitgeoefend in een erkende dienst voor intensieve zorg of spoedgevallenzorg, of bij een erkende « ambulance-dienst », zoals beschreven in de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening.

Art. 5.De documenten die aantonen dat de permanente vorming is gevolgd en de verpleegkunde binnen een dienst voor intensieve zorg of spoedgevallenzorg, zoals omschreven in artikel 3, § 3, is uitgeoefend, worden door de houder van de bijzondere beroepstitel in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg gedurende 4 jaar bewaard. Deze elementen kunnen te allen tijde worden meegedeeld op verzoek van de Erkenningscommissie of de persoon die met de controle van het dossier van de betrokken verpleegkundige is belast. HOOFDSTUK IV. - Voorwaarden om de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg opnieuw te verkrijgen

Art. 6.Als sanctie om de bijzondere beroepstitel opnieuw te verkrijgen, moet 20 procent van het door de Minister gevraagde aantal uren gevolgd worden bovenop de door de Minister opgelegde uren permanente vorming per bijzondere beroepstitel. HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen

Art. 7.De verpleegkundigen die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit reeds houder van de bijzondere beroepstitel van gegradueerde verpleegkundige in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg waren, worden van rechtswege erkend als houder van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg, en moeten aan de voorwaarden van artikel 4 voldoen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepaling

Art. 8.Het ministerieel besluit van 16 april 1996 tot vaststelling van de criteria voor erkenning van beoefenaars van de verpleegkunde als houders van de bijzondere beroepstitel van gegradueerde verpleegkundige in intensieve zorg en spoedgevallenzorg, zoals gewijzigd door de ministeriële besluiten van 17 juni 1998, 28 februari 2000 en 7 juli 2003, wordt opgeheven.

Brussel, 19 april 2007.

R. DEMOTTE

^