Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 20 december 2007
gepubliceerd op 12 februari 2008

Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2008000112
pub.
12/02/2008
prom.
20/12/2007
ELI
eli/besluit/2007/12/20/2008000112/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 DECEMBER 2007. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de artikelen 61 tot en met 67 van het Veldwetboek van 7 oktober 1886;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters, inzonderheid de artikelen 5, § 2; 15 en 16;

Gelet op het advies nr. 41.433/2 van de Raad van State, gegeven op 25 oktober 2006, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit ministerieel besluit wordt verstaan onder: 1° het koninklijk besluit: het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters;2° de gouverneur : de provinciegouverneurs en de gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. HOOFDSTUK II. - Opleiding en bijscholing

Art. 2.De opleidinginstelling is verplicht een intern reglement op te stellen dat minstens de volgende onderwerpen bevat : 1° een gedetailleerd programma van de lessen;2° de modaliteiten betreffende de organisatie van de lessen en de examens;3° de modaliteiten inzake organisatie van de bijscholingscursus; Het intern reglement wordt ter goedkeuring aan de gouverneur voorgelegd en aan de opleidingscommissie bezorgd.

Art. 3.Voorafgaand aan de inschrijving tot de opleiding stelt de opleidingsinstelling de kandidaat in kennis van : 1° de voorwaarden waaraan de betrokkene moet voldoen om de functie uit te oefenen waarop de beoogde opleiding betrekking heeft;2° de regels die betrekking hebben op de examens;3° de verplichting tot bijscholing om de functie verder te kunnen blijven uitoefenen;4° alle nuttige info die de kandidaat aanbelangt in het kader van de opleiding.

Art. 4.Teneinde de opleiding, geregeld bij dit besluit, te kunnen aanvatten, dient de kandidaat-cursist een bewijs van goed zedelijk gedrag, niet ouder dan drie maanden, of een afschrift van het uittreksel van het strafregister, niet ouder dan drie maanden, aan de opleidingsinstelling voor te leggen.

De opleidinginstelling moet een kandidaat-cursist weigeren indien er niet voldaan wordt aan de voorwaarde vermeld in artikel 2, 10° van het koninklijk besluit.

Art. 5.De basisopleiding zoals bepaald in artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit, bestaat uit theoretische lessen en praktische oefeningen in lesverband.

De opleidingsonderdelen worden nader bepaald in bijlage 1. De opgegeven lesuren vormen het minimum van wat voor de onderscheiden opleidingsonderdelen moet gedoceerd worden. Ze omvatten niet de testen en de examens.

Art. 6.De modules van de opleiding zijn praktijkgericht en afgestemd op de functie en activiteit waarop de opleiding betrekking heeft. De inhoud ervan dient aangepast te zijn aan de evolutie van de wet- en regelgeving met repercussies op de activiteiten van de bijzondere veldwachter.

Art. 7.De examensessies zijn uitsluitend toegankelijk voor diegene die de opleiding regelmatig heeft gevolgd, conform het reglement van de opleidingsinstelling.

Art. 8.§ 1. De examensessies waarin de bekwaamheidsproef wordt afgelegd, worden tweemaal georganiseerd binnen een periode van vier maanden na het einde van de lesperiode, met uitzondering in het geval niemand naar de tweede zittijd wordt verwezen. § 2. Voor de laatste herkansing heeft de cursist de keuze van instelling of van examencommissie bij wie hij de bekwaamheidsproef wenst af te leggen.

Art. 9.§ 1. Alle modules worden geëxamineerd.

Het schriftelijk gedeelte omvat de opleidingsonderdelen recht, de bevoegdheden van de bijzondere veldwachter en het proces verbaal. Om voor elk van deze opleidingsonderdelen een voldoende te halen dient voor elk onderdeel minimum 55 % van de punten behaald te worden.

Het mondeling gedeelte omvat de overige opleidingsonderdelen. § 2. Zij die beschikken over een geldig getuigschrift bedrijfseerstehulpverlener, een diploma van hulpverlener-ambulancier uitgeleverd overeenkomstig het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers of een diploma van bachelor in de verpleegkunde worden vrijgesteld voor het vak "eerste hulp bij ongevallen".

Zij die beschikken over een brevet van brandweerman, korporaal, sergeant, adjudant of officier bij de publieke brandweer worden vrijgesteld voor het vak "technieken en praktisch optreden bij brand".

Bijzondere veldwachters die aangesteld zijn in twee of meer Gewesten, dienen in één Gewest de volledige basisopleiding te volgen en moeten in het andere Gewest bijkomend het opleidingsonderdeel "recht" van de basisopleiding volgen.

Art. 10.§ 1. De originele getuigschriften van slagen zoals bepaald in het artikel 6 van het koninklijk besluit dienen door de examencommissie binnen één maand na de sluiting van de examensessie aan de geslaagde kandidaten afgegeven te worden.

De originele getuigschriften van slagen in de verkorte opleiding zoals bedoeld in het artikel 18 van het koninklijk besluit worden door de opleidingsinstelling binnen één maand na de sluiting van de lesperiode aan de cursisten afgegeven. § 2. De getuigschriften, bedoeld in § 1, bestaan ten minste uit de vermeldingen bepaald in bijlage 2 van dit besluit. § 3. Het getuigschrift is geldig vanaf de datum van uitreiking zoals op het getuigschrift vermeld. § 4. Een kopie van de getuigschriften van slagen wordt na elke examenperiode aan de gouverneur verstrekt.

Art. 11.Indien een kandidaat voor één of meerdere opleidingsonderdelen geen voldoende behaalt, dient hij enkel deze opleidingsonderdelen in de volgende examensessie af te leggen.

Art. 12.De bijscholing wordt vanaf 2011 in elke opleidingsinstelling ten minste 1 maal per jaar georganiseerd.

Art. 13.§ 1. De bijscholing wordt gevolgd door een proef waarin de bijzondere veldwachter bewijst dat hij de onderwerpen aan bod gekomen tijdens bijscholing kent en kan toepassen § 2. Het getuigschrift, zoals bedoeld in het artikel 7 van het koninklijk besluit, bestaat ten minste uit de vermeldingen bepaald in de bijlage 2 van dit besluit. HOOFDSTUK III. - Uitrusting

Art. 14.De nadere kenmerken van de uitrusting zijn beschreven in de bijlage 3 bij dit besluit.

Art. 15.De aankoop alsook de vernieuwing van het uniform is ten laste van de aansteller.

Elke bijzondere veldwachter besteedt bijzondere aandacht aan het onderhoud en de netheid van het uniform. Behoudens verschoonbare redenen, is de kledij en het voorkomen van de bijzondere veldwachter verzorgd.

Art. 16.§ 1. Het uniform mag uitsluitend worden gedragen bij de uitoefening van de beroepsopdrachten zoals beschreven in het Veldwetboek, bij woon-werkverplaatsingen en bij verplaatsingen tussen twee of meer gebieden waarvoor de bijzondere veldwachter aangesteld is. § 2. De betrokken personen mogen geen wijzigingen of persoonlijke kenmerken aanbrengen aan de uitrusting dan deze die door een overheid worden toegekend of door de gouverneur worden goedgekeurd.

Art. 17.De legitimatiekaart en het herkenningsteken zoals bedoeld in het artikel 13 van het koninklijk besluit worden vervaardigd en gratis verdeeld door de gouverneur.

Art. 18.Het embleem zoals bedoeld in het artikel 16 van het koninklijk besluit wordt verdeeld door de verenigingen van bijzondere veldwachters, en wordt verkocht op vertoon van de legitimatiekaart.

Art. 19.De gouverneur bezorgt jaarlijks een lijst van de erkende en aangestelde bijzondere veldwachters aan de FOD Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid.

Brussel, 20 december 2007.

P. DEWAEL

Bijlage 1 Lesprogramma 1. Opleidingsonderdeel : Recht (24 u.) Module A : Algemeen (6) Inleiding tot het recht.

Beschrijving van het gerechtelijk landschap, het politielandschap en de private bewakingsector.

Module B : Milieubeheer- en jachtwetgeving (18) Alle wetten, decreten en regelgeving waarmee de bijzondere veldwachter veelvuldig mee te maken krijgt - afhankelijk van het gewest, waaronder (niet limitatieve opsomming) : Voor het Vlaams Gewest : -Boswetboek van 19 december 1854 (Belgisch Staatsblad 22 december 1854); - Jachtwet van 28 februari 1882 (Belgisch Staatsblad 3 maart 1882); - Wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij (Belgisch Staatsblad 29 juli 1954); - Wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud (Belgisch Staatsblad 11 september 1973); - Bosdecreet Vlaamse Raad van 13 juni 1990 (Belgisch Staatsblad 28 september 1990); - Jachtdecreet Vlaamse Raad van 24 juli 1991 (Belgisch Staatsblad 7 september 1991); - Decreet Vlaamse Raad van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Belgisch Staatsblad 10 januari 1998); - Wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens (Belgisch Staatsblad 9 juni 2006).

Voor het Waals Gewest : - Boswetboek van 19 december 1854 (Belgisch Staatsblad 22 december 1854); - Jachtwet van 28 februari 1882 (Belgisch Staatsblad 3 maart 1882); - Wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij (Belgisch Staatsblad 29 juli 1954); - Wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud (Belgisch Staatsblad 11 september 1973); - Decreet Waalse Gewest van 16 juli 1985 betreffende natuurparken (Belgisch Staatsblad 12 december 1985); - Wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens (Belgisch Staatsblad 9 juni 2006). 2. Opleidingsonderdeel : De bijzondere veldwachter (10 u) Module A : De bevoegdheden van de bijzondere veldwachter (8) - Artikel 61-67 Veldwetboek en haar uitvoeringsbesluiten. - Opsporings- en vaststellingsbevoegdheid. - Inbeslagneming en bewaren van voorwerpen. - Als OGP een persoon vatten op heterdaad. - Volgrecht - vragen van bijstand.

Module B : Deontologie, voorkomen, dienstverlening aan het publiek (2) 3. Opleidingsonderdeel : Het Proces-verbaal (14 u.) Module A : Het proces-verbaal (10) Module B : verhoortechnieken (4) Theorie en oefeningen gebaseerd op de realiteit van het terrein. 4. Opleidingsonderdeel : Veilig en verantwoord optreden (14 u.) Module A : - Leren onderkennen en beheersen van crisissituaties. - Observatie en rapportering. - Tactisch optreden - zelfverdediging.

Module B : - Technieken en praktisch optreden bij brand. - EHBO. 5. Opleidingsonderdeel : Sociale vaardigheden (18 u.) - Situationele rollenspelen (12) - Gespreks- en communicatievaardigheden (4) - Leren omgaan met diversiteit en technieken in omgang met personen (2) Gezien om toe te voegen bij het ministerieel besluit van 20 december 2007 in uitvoering van het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage 2 A. De getuigschriften van slagen bestaan uit de volgende vermeldingen : Gegevens van de examencommissie : Namen van de leden van de examencommissie Adres van de examencommissie Gegevens cursist : Naam van de cursist Geboortedatum en -plaats Adres Aantal zittijden Gegevens opleiding : De benaming van de opleidingsinstelling waar de kandidaat de basisopleiding heeft gevolgd, waarbij er, in voorkomend geval, verwezen wordt naar de examens die door de opleidingsinstelling afgenomen werden.

Opsomming van de gedoceerde vakken en vermelding "geslaagd" Begin- en einddatum van de opleiding Varia : Datum van uitgifte van het getuigschrift Naam en handtekening van de leden van de examencommissie Dit getuigschrift wordt erkend door de andere provincies behorende tot hetzelfde Gewest.

Het getuigschrift van de bijzondere veldwachter die aangesteld is in twee Gewesten, wordt door het andere Gewest erkend op voorwaarde dat de bijzondere veldwachter kan aantonen dat hij voor het opleidingsonderdeel "Recht" in het tweede Gewest geslaagd is.

B. De getuigschriften van bijscholing bestaan uit de volgende vermeldingen : Gegevens van de opleidingsinstelling : Naam van de opleidingsinstelling Adres van de opleidingsinstelling Gegevens cursist : Naam van de cursist Geboortedatum en -plaats Adres Gegevens opleiding : De benaming van de opleiding waarop het getuigschrift van slagen betrekking heeft : « Bijscholing voor de bijzondere veldwachter » Opsomming van de gedoceerde vakken en vermelding "geslaagd" Begin- en einddatum van de opleiding Varia : Datum van uitgifte van het getuigschrift Naam en handtekening van de directeur van de opleidingsinstelling.

Dit getuigschrift wordt erkend door de andere provincies.

Gezien om toe te voegen bij het ministerieel besluit van 20 december 2007 in uitvoering van het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage 3 Beschrijving van de kentekens die op sommige delen van het uniform zijn aangebracht.

Het stoffen embleem zoals bepaald in de bijlage 2 van het koninklijk besluit wordt aangebracht : - op beide mouwen van de parka, op 8 cm van de schoudernaad - vooraan links, ter hoogte van het borstzakje op de trui, de polo of het hemd - vooraan op de pet Het embleem dient hetzij genaaid hetzij thermisch gekleefd te worden op de kledingstukken.

Het witte opschrift en tekening zijn reflecterend.

De groene achtergrond heeft de volgende CMYK-code : C = 1,000 M = 0,000 Y = 1,000 K = 0,000 De legitimatiekaart en het herkenningsteken zoals bepaald in de bijlagen 1 en 3 van het koninklijk besluit zijn vervaardigd uit geplastificeerd karton en worden op de bovenkledij vastgehecht.

Het wordt vooraan rechts ter hoogte van het borstzakje gedragen zodat dit te allen tijde duidelijk leesbaar is.

Gezien om toe te voegen bij het ministerieel besluit van 20 december 2007 in uitvoering van het koninklijk besluit van 8 januari 2006 tot regeling van het statuut van de bijzondere veldwachters.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^