Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 20 november 2012
gepubliceerd op 23 november 2012

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 september 2001 betreffende de vergoeding bedoeld in artikel 379bis van het Gerechtelijk Wetboek

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2012009413
pub.
23/11/2012
prom.
20/11/2012
ELI
eli/besluit/2012/11/20/2012009413/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 NOVEMBER 2012. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 september 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 21/09/2001 pub. 28/09/2001 numac 2001009848 bron ministerie van justitie Ministerieel besluit betreffende de vergoeding bedoeld in artikel 379bis van het Gerechtelijk Wetboek type ministerieel besluit prom. 21/09/2001 pub. 28/09/2001 numac 2001009847 bron ministerie van justitie Ministerieel besluit betreffende de maandelijkse vergoeding bedoeld in artikel 379 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten betreffende de vergoeding bedoeld in artikel 379bis van het Gerechtelijk Wetboek


De Minister van Justitie, Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 379bis, ingevoegd bij de wet van 17 juli 1984;

Gelet op het ministerieel besluit van 21 september 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 21/09/2001 pub. 28/09/2001 numac 2001009848 bron ministerie van justitie Ministerieel besluit betreffende de vergoeding bedoeld in artikel 379bis van het Gerechtelijk Wetboek type ministerieel besluit prom. 21/09/2001 pub. 28/09/2001 numac 2001009847 bron ministerie van justitie Ministerieel besluit betreffende de maandelijkse vergoeding bedoeld in artikel 379 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten betreffende de vergoeding bedoeld in artikel 379bis van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 11 juni 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 30 augustus 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, d.d. 21 augustus 2012;

Gelet op het advies nr. 52.015/3 van de Raad van State, gegeven op 25 september 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 21 september 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 21/09/2001 pub. 28/09/2001 numac 2001009848 bron ministerie van justitie Ministerieel besluit betreffende de vergoeding bedoeld in artikel 379bis van het Gerechtelijk Wetboek type ministerieel besluit prom. 21/09/2001 pub. 28/09/2001 numac 2001009847 bron ministerie van justitie Ministerieel besluit betreffende de maandelijkse vergoeding bedoeld in artikel 379 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten betreffende de vergoeding bedoeld in artikel 379bis van het Gerechtelijk Wetboek, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « De vergoeding waarin artikel 379bis van het Gerechtelijk Wetboek voor de plaatsvervangende magistraten voorziet, wordt als volgt vastgesteld : 1° Hof van Cassatie : per terechtzitting zoals bepaald door het reglement bedoeld in artikel 132 van het Gerechtelijk wetboek : 70,08 EUR;2° hoven van beroep en arbeidshoven : a) per terechtzitting zoals bepaald door het bijzonder reglement bedoeld in artikel 106 van het Gerechtelijk wetboek : 70,08 EUR;b) per zitting voor getuigenverhoor : 43,46 EUR;c) per prestatie andere dan in a) en b) : 43,46 EUR;3° rechtbanken van eerste aanleg, arbeidsrechtbanken en rechtbanken van koophandel : a) per terechtzitting zoals bepaald door het bijzonder reglement bedoeld in artikel 88, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek : 56,05 EUR;b) per zitting voor getuigenverhoor : 35,03 EUR;c) per prestatie andere dan in a) en b) : 35,03 EUR;4° vredegerechten en politierechtbanken : a) per terechtzitting zoals vastgesteld door het koninklijk besluit bedoeld in artikel 66 van het Gerechtelijk wetboek : 70,08 EUR;b) per zitting voor getuigenverhoor : 43,46 EUR;c) per prestatie andere dan in a) en b) : 43,46 EUR.».

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het woord « ministeries » vervangen door de woorden « federale overheidsdiensten ».

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « in drievoud » opgeheven;2° in het vierde lid worden de woorden « aan de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, » ingevoegd tussen de woorden « Zij wordt, naargelang het geval, bezorgd » en de woorden « aan de eerste voorzitter van het hof van beroep » en worden de woorden « , aan de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie « ingevoegd tussen de woorden « aan de voorzitter van de rechtbank » en de woorden « of aan de procureur-generaal bij het hof van beroep ».

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop de artikelen 2 en 3, tweede lid, van de wet van 7 mei 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/2010 pub. 01/06/2010 numac 2010009513 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de aanwijzing van tot de inruststelling toegelaten magistraten als plaatsvervangende magistraten betreft sluiten tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de aanwijzing van tot de inruststelling toegelaten magistraten als plaatsvervangende magistraten betreft, in werking treden.

Brussel, 20 november 2012.

De Minister van Begroting, O. CHASTEL De Minister van Justitie, A. TURTELBOOM

^