Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 21 december 2001
gepubliceerd op 19 februari 2002

Ministerieel besluit tot vaststelling van de forfaitaire daglonen voor de berekening van de bijdragen voor sociale zekerheid verschuldigd voor de handarbeiders wier loon geheel of gedeeltelijk uit fooien of bedieningsgeld bestaat, evenals voor de werknemers die door een arbeidsovereenkomst voor de zeevissers zijn verbonden

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022007
pub.
19/02/2002
prom.
21/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/21/2002022007/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de forfaitaire daglonen voor de berekening van de bijdragen voor sociale zekerheid verschuldigd voor de handarbeiders wier loon geheel of gedeeltelijk uit fooien of bedieningsgeld bestaat, evenals voor de werknemers die door een arbeidsovereenkomst voor de zeevissers zijn verbonden


De Minister van Sociale Zaken, Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 2, § 1, 3°;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op de artikelen 19, § 1, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 maart 1975, 25 en 26;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2000 betreffende de uniformering van de spilindexen in de sociale materies ter gelegenheid van de invoering van de euro;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van 24 november 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 20 november 2001;

Gelet op het akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 17 december 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 13 juli 2001 de meeste bedragen in de Belgische reglementering zijn omgezet van Belgische frank naar euro;

Overwegende dat het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro op dat ogenblik niet ineens kon worden uitgevoerd. Zo waren er nog een aantal bepalingen die voor inhoudelijke wijzigingen vatbaar waren;

Overwegende dat de datum van de inwerkingtreding van de bepalingen op 1 januari 2002 is vastgesteld, is het nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren, om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk te verzekeren, Besluit :

Artikel 1.De forfaitaire lonen, die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de bijdragen voor sociale zekerheid van de handarbeiders wier loon geheel of gedeeltelijk uit fooien of bedieningsgeld bestaat, en van hun werkgevers, worden vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In deze forfaitaire lonen is het percentage, bepaald bij artikel 19, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 maart 1975, niet inbegrepen.

Art. 2.De forfaitaire lonen die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de bijdragen voor sociale zekerheid van de werknemers die door een arbeidsovereenkomst voor zeevissers zijn verbonden en van hun werkgevers, worden vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.Het ministerieel besluit van 13 maart 1990 tot vaststelling van de forfaitaire daglonen voor de berekening van de bijdragen voor sociale zekerheid verschuldigd voor de handarbeiders wier loon geheel of gedeeltelijk uit fooien of bedieningsgeld bestaat, evenals voor de werknemers die door een aanwervingsovereenkomst voor de zeevisserij zijn verbonden, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 november 1990 en 2 juli 1998, wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Brussel, op 21 december 2001.

F. VANDENBROUCKE

^