Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 21 oktober 2005
gepubliceerd op 25 november 2005

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005036412
pub.
25/11/2005
prom.
21/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/21/2005036412/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 OKTOBER 2005. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen


De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsontwikkeling, Gelet op de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren, gewijzigd bij de wet van 24 maart 1987 en 23 maart 1998 en bij het koninklijk besluit nr. 426 van 5 augustus 1986;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 en bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 oktober 1996;

Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 13 juni 2005;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 15 juni 2005;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het nodig is om voor de aanvang van het nieuwe keurings- en dekseizoen de opdrachten van de fokkersverenigingen met betrekking tot de toelating tot de voortplanting van hengsten te formuleren;

Overwegende dat het nodig is om voor de aanvang van het nieuwe keurings- en dekseizoen de inhoud van het dekcertificaat voor te schrijven, Besluit :

Artikel 1.Aan hoofdstuk Ibis van het ministerieel besluit van 23 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 14 oktober 1996, worden een artikel 1ter en artikel 1quater toegevoegd, die luiden als volgt : «

Artikel 1ter.§ 1. Bij de dekking of inseminatie van een merrie moet een certificaat worden uitgereikt, waarin minstens de volgende gegevens zijn vermeld : 1° als opschrift : Dekcertificaat;2° de gegevens over de vader van het veulen, de hengst : a) de naam en het volgnummer in het stamboek van oorsprong;b) het ras of de rassen of het fokprogramma of de fokprogramma's waarvoor de hengst is toegelaten tot de voortplanting;3° de gegevens over de moeder van het veulen, de merrie : a) de naam en, in voorkomend geval, het volgnummer in het stamboek van inschrijving;b) in voorkomend geval, de naam van het stamboek van inschrijving;c) de naam en het adres van de eigenaar;4° de gegevens over de bevruchting : a) bij een dekking : 1° de vermelding « natuurlijke dekking »;2° de datum van de dekking;3° de naam, het adres en de handtekening van de hengstenhouder;b) bij een inseminatie : 1° de vermelding « inseminatie »;2° de datum van de inseminatie;3° de naam, het adres en de handtekening van de inseminator. Het certificaat wordt, onmiddellijk na de bevruchting, uitgereikt aan de eigenaar van de merrie, naar gelang van de bevruchtingswijze, door de hengstenhouder of door de inseminator. De hengstenhouder, respectievelijk de inseminator, bewaart gedurende twee jaar een kopie van het uitgereikte certificaat. § 2. Het model van het dekcertificaat, vermeld in § 1, wordt vastgesteld door het coördinerende orgaan, vermeld in artikel 3, 2°, van het koninklijk besluit van 10 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen. Dat document treedt in werking na de goedkeuring ervan door de dienst.

Artikel 1quater.Met het oog op de registratie van een veulen in een stamboek bezorgt de eigenaar, binnen vijf dagen na de geboorte, het certificaat, vermeld in artikel 1ter, aan de erkende fokkersvereniging die in overeenstemming met haar inschrijvingsregels dat veulen kan registreren. »

Art. 2.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 14 oktober 1996, wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen door wat volgt : Toelating tot de voortplanting.

Art. 3.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit worden de opschriften Afdeling I. - Algemene bepalingen, Afdeling II. - Keuring van

hengsten, A. Organisatie, B. Criteria voor toelating tot de voortplanting en C. Bijzondere bepalingen opgeheven.

Art. 4.In hetzelfde besluit worden artikel 2 en artikel 3 vervangen door wat volgt : « Art.2. § 1. Iedere erkende fokkersvereniging die hengsten toelaat tot de voortplanting moet de volgende opdrachten uitvoeren : 1° per fokprogramma de methode bepalen voor de beoordeling van de hengsten;2° per fokprogramma de voorwaarden vaststellen waaraan de hengsten moeten voldoen om tot de voortplanting toegelaten te kunnen worden;3° de procedure vaststellen die het verloop van de toelatingsactiviteiten regelt;4° de duur en het fokprogramma bepalen waarvoor de toelating tot de voortplanting van een hengst geldt;5° de genetische identiteit registreren van de door haar toegelaten hengsten;6° dekcertificaten ter beschikking stellen als vermeld in artikel 1ter, § 1, voor de hengsten die door haar werden toegelaten tot de voortplanting;7° op permanente wijze de volgende gegevens publiceren : a) de lijst met de hengsten die door haar tot de voortplanting zijn toegelaten;b) voor elk van haar fokprogramma's, de voorwaarden om hengsten te gebruiken die toegelaten zijn door een fokkersvereniging, erkend in overeenstemming met de beschikking 92/353/EG;c) de voorwaarden voor de inschrijving van veulens in het stamboek. De dienst kan de fokkersvereniging verplichten extra opdrachten uit te voeren. § 2. Iedere erkende fokkersvereniging moet de opdrachten, vermeld in § 1, opnemen en beschrijven in een technisch reglement. Dat technisch reglement treedt in werking na de goedkeuring ervan door de dienst.

De fokkersvereniging moet elke wijziging in het technisch reglement, vermeld in het eerste lid, vooraf laten goedkeuren door de dienst.

Art. 3.De dienst kan voorwaarden vaststellen voor : 1° de opdrachten, vermeld in artikel 2, § 1;2° de opmaak van het technisch reglement, vermeld in artikel 2, § 2.»

Art. 5.Artikel 4 en 5 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 6.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit, wordt het opschrift van afdeling III vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk IIbis. - Prijskampen ».

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2005, met uitzondering van artikel 1 dat in werking treedt op 1 januari 2006.

Brussel, 21 oktober 2005.

De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME

^