Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 december 2015
gepubliceerd op 29 december 2015

Ministerieel besluit tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijsboekje, van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te gebruiken door de podologen en de diëtisten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2015003478
pub.
29/12/2015
prom.
22/12/2015
ELI
eli/besluit/2015/12/22/2015003478/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2015. - Ministerieel besluit tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijsboekje, van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te gebruiken door de podologen en de diëtisten


De Minister van Financiën, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de artikelen 320 en 321;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 maart 2223 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijsboekje, van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te gebruiken door de podologen en de diëtisten, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 15 mei 2227 en 23 april 2229;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat: - sedert 1 januari 2229 hospitalen op elektronische wijze factureren volgens de inzake de ziekte- en invaliditeitsverzekeringen geldende wettelijke of reglementaire bepalingen en de mogelijkheid om vrijgesteld te worden van het afleveren van een duplicaat van de factuur bij elektronische facturatie uitgebreid moet kunnen worden naar andere inrichtingen voor geneeskundige verzorging en ook naar andere individuele zorgverstrekkers; - artikel 53 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, zoals gewijzigd door de artikels 22 en 23 van de wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015024189 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid type wet prom. 17/07/2015 pub. 29/07/2015 numac 2015011295 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de nadere regels voor de werking van het Interfederaal Instituut voor de statistiek, van de raad van bestuur en de Wetenschappelijke comités van het Instituut voor de nationale rekeningen, gedaan te Brussel op 15 juli 2014 sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg, aan alle zorgverleners, ongeacht de verstrekkingen voor eigen of voor andermans rekening worden verricht, de verplichting oplegt een ontvangstbewijs af te leveren voor alle betaalde sommen, alsook een bewijsstuk uit te reiken ingeval het getuigschrift voor verstrekte hulp of van aflevering vervangen wordt door een elektronische gegevens-overdracht aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende of ingeval van cumulatie van vergoedbare en niet-vergoedbare verstrekkingen; - de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp derhalve moeten worden aangepast; - de voornoemde Wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015024189 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid type wet prom. 17/07/2015 pub. 29/07/2015 numac 2015011295 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de nadere regels voor de werking van het Interfederaal Instituut voor de statistiek, van de raad van bestuur en de Wetenschappelijke comités van het Instituut voor de nationale rekeningen, gedaan te Brussel op 15 juli 2014 sluiten in werking is getreden op 1 juli 2015; - huidig besluit van toepassing is op de aflevering van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp met ingang van 1 juli 2015 en derhalve met hoogdringendheid moet worden genomen, Besluit :

Artikel 1.De podologen en de diëtisten gebruiken ontvangstbewijsboekjes en een dagboek overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde modellen.

Voor de verstrekkingen die aanleiding geven tot een tussenkomst van de verplichte ziekteverzekering gebruiken de podologen en diëtisten formulieren van ontvangstbewijzen- getuigschriften voor verstrekte hulp overeenkomstig het bij dit besluit gevoegde model I. Ontvangstbewijsboekjes

Art. 2.De in artikel 1 beoogde personen schaffen zich op hun kosten ontvangstbewijsboekjes aan bij een door de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën erkende drukker.

Art. 3.Elk boekje bevat 50 ontvangstbewijzen die zijn samengesteld uit evenveel afscheurbare bladen (originelen) en vastgehechte bladen (duplicaten).

Art. 4.De drukker nummert : 1° de ontvangstbewijzen van 1 tot 50;2° de boekjes in een doorlopende reeks, per leveringsjaar. Hij drukt, in volgorde : 3° op de omslag van het boekje : het jaartal van het leveringsjaar en het nummer van het boekje;4° op elk ontvangstbewijs : de gegevens bedoeld in 3° en het nummer van het ontvangstbewijs.

Art. 5.De boekjes worden gebruikt in de volgorde van hun nummering, te beginnen met het boekje dat het laagste nummer draagt van het oudste jaar.

Verschillende boekjes mogen evenwel gelijktijdig worden gebruikt wanneer dit de organisatie van het werk vergemakkelijkt, op voorwaarde dat niet meer dan nodig van de in het eerste lid bepaalde volgorde wordt afgeweken.

Art. 6.De inschrijvingen op het origineel van het ontvangstbewijs worden gelijktijdig op het duplicaat doorgeschreven door middel van carbonpapier of een doorschrijflaagje dat de keerzijde van het origineel bedekt.

Art. 7.De in artikel 320 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde beroepsontvangsten die zijn behaald uit hoofde van verstrekkingen die niet zijn bedoeld in artikel 1, tweede lid, van dit besluit, geven aanleiding tot het uitreiken van een ontvangstbewijs.

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen en het uitreiken van het in het vorige bedoelde ontvangstbewijs wordt nochtans toegestaan : 1° voor de betalingen die worden verricht door storting of overschrijving op een bankrekening van de begunstigde.2° voor de bedragen betaald door de rechthebbende aan de zorgverstrekker, die worden vermeld op het bewijsstuk bedoeld in artikel 53, § 1/2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;3° voor betalingen waarvoor op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde een kwitantie wordt uitgereikt overeenkomstig artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit nr.1, van 29 december 1992, met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 8.Van zodra het ontvangstbewijsboekje volledig is gebruikt, gebeurt de afsluiting ervan door het overnemen en optellen van de op de duplicata van de ontvangstbewijzen vermelde ontvangsten op een blaadje papier dat bij het boekje dient te blijven. Op dit blaadje dient tegenover elk van de ontvangsten het desbetreffende registratienummer van het boek voor uitgaande facturen inzake de belasting over de toegevoegde waarde te worden aangebracht.

Voor een boekje dat werd begonnen doch op het einde van het jaar nog niet volledig is gebruikt, gebeurt de afsluiting evenwel op die datum, volgens de in het eerste lid bepaalde manier, en de niet gebruikte ontvangstbewijzen van dit boekje worden doorstreept en bewaard.

Art. 9.De in artikel 1 beoogde personen zijn ertoe gehouden, op elk verzoek, aan de ambtenaren van de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën hun niet gebruikte boekjes en ontvangstbewijzen te tonen.

Ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp

Art. 10.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp zijn uit twee delen samengesteld : 1° het bovenste deel is het getuigschrift voor verstrekte hulp dat de rechthebbende inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering ter zake in staat stelt de voor hem bepaalde voordelen te genieten;2° het onderste deel vormt het in artikel 320 van het genoemde Wetboek bedoelde ontvangst-bewijs dat voor de patiënt als bewijs van betaling geldt. Wanneer de zorgverlener ertoe gehouden is tegelijkertijd het getuigschrift voor verstrekte hulp en het ontvangstbewijs aan zijn patiënt af te leveren, mag hij het ontvangstbewijs niet scheiden van het getuigschrift voor verstrekte hulp.

Art. 11.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden tegen betaling ter beschikking gesteld van de in artikel 1 vermelde beoefenaars, die ze moeten bestellen bij de door de Rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering aangewezen drukker. De prijs en de wijze van bestelling, levering en betaling van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden bepaald door voormelde dienst.

Art. 12.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp die bestaan uit originelen en duplicaten, worden geleverd in boekjes- of in kettingvorm.

Art. 13.§ 1. De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften bevatten de algemene vermeldingen die op de bij dit besluit gevoegde modellen voorkomen. De formulieren in boekjesvorm dragen een teken dat optisch kan worden gelezen en dat toelaat de betrouwbaarheid en de veiligheid van de productie en de verdeling van de documenten te waarborgen. § 2. Op de formulieren in boekjesvorm moet het bovenste deel, dat het getuigschrift voor verstrekte hulp vormt, de volgende individuele vermeldingen aangaande de zorgverlener bevatten: 1° naam en voornaam;2° hoedanigheid;3° adres van de woonplaats of van de spreekkamer;4° identificatienummer bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Op de kettingformulieren wordt door de zorgverlener het bovenste deel, dat het getuigschrift voor verstrekte hulp vormt, aangevuld met de in het eerste lid opgesomde vermeldingen. § 3. In het onderste deel, dat het ontvangstbewijs van het formulier ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp vormt, wordt in het vak "geïnd voor rekening van KBO-nr." het KBO-nummer gedrukt van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon of de associatie voor wiens rekening de som wordt geïnd.

Art. 14.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp in boekjesvorm worden doorlopend genummerd per beoefenaar en per leveringsjaar. De kettingformulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden in stijgende niet doorlopende volgorde genummerd, per beoefenaar en per leveringsjaar. Zij moeten zoveel mogelijk volgens hun nummering worden gebruikt; zij blijven geldig, ook na het verstrijken van het jaar van de levering.

Art. 15.De in artikel 320 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde beroepsontvangsten die zijn behaald uit hoofde van verstrekkingen die zijn bedoeld in artikel 1, tweede lid, van dit besluit, geven aanleiding tot het afleveren van het ontvangstbewijs.

Art. 16.Het getuigschrift voor verstrekte hulp wordt ingevuld overeenkomstig de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen.

Art. 17.Wanneer het ontvangstbewijs zonder getuigschrift voor verstrekte hulp wordt gebruikt, moet het niet-gebruikte bovenste deel, dat het getuigschrift voor verstrekte hulp vormt, worden doorstreept en gevoegd blijven bij het boekje of bij de duplicaten.

Art. 18.Ontheffing van de verplichting tot het opstellen en het uitreiken van het in artikel 15 bedoelde ontvangstbewijs wordt toegestaan voor : 1° de betalingen die worden verricht door storting of overschrijving op een bankrekening van de begunstigde;2° voor de bedragen betaald door de rechthebbende aan de zorgverstrekker, die worden vermeld op het bewijsstuk bedoeld in artikel 53, § 1/2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art. 19.De op het origineel van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp gedane inschrijvingen worden, behalve die betreffende de identiteit van de patiënt, gelijktijdig op het duplicaat overgebracht door middel van de doorschrijflaag, die een gedeelte van de keerzijde van het origineel bedekt.

Art. 20.§ 1. De op de formulieren in boekjes vermelde ontvangsten worden per boekje samengevat en opgeteld op een blad papier dat bij dat boekje gevoegd moet blijven.

De op de kettingformulieren vermelde ontvangsten worden samengevat en opgeteld, ofwel, per reeks van 50 formulieren, op een blad papier dat bij de duplicaten van de desbetreffende reeks formulieren gevoegd moet blijven, ofwel op een computerlisting, zoals bedoeld in artikel 25. § 2. Aan het einde van elk jaar worden de niet volledig gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren afgesloten en wordt de samenvatting en de optelling gemaakt. De niet gebruikte formulieren van die boekjes of reeksen worden doorgestreept en bewaard.

Art. 21.Een kopie van de bewijsstukken, opgesteld overeenkomstig artikel 53, § 1/2, van de wet van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, met dezelfde vermeldingen als het origineel, behoudens de vermeldingen betreffende de identiteit van de patiënt, moet door de zorgverstrekker kunnen worden voorgelegd.

Art. 22.De beoefenaar is ertoe gehouden op verzoek van de ambtenaren van de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën de boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren, met inbegrip van die vermeld in artikel 20, § 2, alsmede de voorraad niet gebruikte boekjes of reeksen voor te leggen en de kopie van de bewijsstukken, bedoeld in artikel 21.

Dagboek

Art. 23.Voor elk gebruik wordt het dagboek aan de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën voorgelegd om te worden genummerd en geparafeerd.

Art. 24.Het dagboek wordt per jaar gehouden; het volgende moet erin worden opgetekend: 1° ontvangsten : a) op de ontvangstdatum, inschrijving van om het even welke bezoldigingen;b) van dag tot dag, inschrijving per ontvangst, van het door storting of overschrijving op een bankrekening van de beoefenaar ontvangen bedrag en de ontvangsten waarvoor de in artikel 7, laatste lid, bedoelde kwitantie werd uitgereikt;c) op de afsluitingsdatum van ieder ontvangstbewijsboekje evenals op de afsluitingsdatum van ieder boekje van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp of reeks van 50 kettingformulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp, inschrijving per boekje of per reeks, van het totaal van de erin vermelde ontvangsten;d) op datum van aflevering van het bewijsstuk opgesteld overeenkomstig in artikel 53, § 1/2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, inschrijving van de door de zorgverlener geïnde bedragen die op het voormelde bewijsstuk vermeld staan, met uitzondering van de sommen die al worden bedoeld onder a) tot c) supra.2° uitgaven : inschrijving, post per post, ofwel bij ontvangst van de factuur of het bewijsstuk, ofwel op de datum van betaling indien de uitgave geen aanleiding heeft gegeven tot het uitreiken van een factuur of bewijsstuk. Het gedeelte "Uitgaven" van het dagboek is dusdanig opgevat dat het tezelfdertijd kan dienen als inkomend facturenboek inzake belasting over de toegevoegde waarde.

Afwijkingsmaatregelen

Art. 25.De in artikel 1 bedoelde personen die hun boekhouding voeren met behulp van een computer mogen de inschrijvingen in het dagboek beperken tot één samengevat maandelijks bedrag, dat voorkomt op een computerlisting, mits deze listing conform het model van het dagboek is en de voorgeschreven inschrijvingen er met ten minste dezelfde periodiciteit worden verricht.

Art. 26.§ 1. De in artikel 1 bedoelde personen die hun prestaties in associatie uitoefenen, worden gemachtigd een dagboek te houden op naam van de associatie.

Het dagboek wordt conform de artikelen 23 tot 25 gehouden.

Op het einde van elk jaar wordt de verdeling van de netto ontvangsten aan elk der leden ingeschreven in het op naam van de associatie gehouden dagboek en draagt elk lid zijn deel in de netto ontvangsten over naar zijn dagboek. § 2. Voor de verstrekkingen die niet zijn bedoeld in artikel 1, tweede lid, mogen de in § 1 vermelde personen gebruik maken van ontvangstbewijzen met vermelding van de identiteit van alle leden, hun beroep en het adres van de zetel van de associatie.

Art. 27.De beoefenaars die op elektronische wijze factureren volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekeringen geldende wettelijke of reglementaire bepalingen of overeenkomstig de bepalingen van artikel 9ter van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van steun verleend door de openbare centra van welzijn, zijn vrijgesteld van de aflevering van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp vanaf de datum van inwerkingtreding van een in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd protocol, dat de modaliteiten regelt inzake de uitwisseling van inlichtingen tussen de Federale Overheidsdienst Financiën enerzijds en het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, het Nationaal Intermutualistisch College (NIC), de verzekeringsinstellingen anderzijds, aangaande de bovenvermelde beoefenaars .

Bijzondere bepalingen in verband met de honoraria betreffende geneeskundige verstrekkingen die in een inrichting voor geneeskundige verzorging worden verricht

Art. 28.De beoefenaars die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende die verstrekkingen voor hun rekening int, worden, voor die verstrekkingen, vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen van dit besluit betreffende het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid, voor zover hun verstrekkingen voorkomen op een factuur opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen. De inrichting is er alsdan toe gehouden aan de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën, jaarlijks, uiterlijk op 31 maart, per beoefenaar, een opgave over te leggen van de voor rekening van de beoefenaars tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen.

Art. 29.De beoefenaars die voor eigen rekening een dergelijke inrichting voor geneeskundige verzorging of enigerlei kabinet waar verstrekkingen worden verleend, zonder rechtspersoonlijkheid beheren, mogen : 1° hetzij, voor hun eigen prestaties, gebruik maken van de formulieren van ontvangstbewijs-verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D bedoeld in artikel 3, 5°, van het ministerieel besluit van 22 december 2015 tot vastlegging van het model en het gebruik van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook te gebruiken door de inrichtingen voor geneeskundige verzorging, hierna genoemd "ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging";2° hetzij, voor de prestaties van de in dit besluit bedoelde beoefenaars die door hen worden bezoldigd of vergoed, gebruik maken van de voormelde formulieren van ontvangstbewijs-verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D of van de formulieren van getuigschrift voor verstrekte hulp van het model I, bedoeld in artikel 3, 4°, van het ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging;3° hetzij, voor de prestaties van de beoefenaars, andere dan deze bedoeld in dit besluit, bezoldigd of vergoed door hen, gebruik maken van de voormelde formulieren van ontvangstbewijs-verzamelgetuigschrift van het model D of formulieren van getuigschrift voor verstrekte hulp van het model A, E, G of I, respectievelijk bedoeld in artikel 3, 1°, 2°, 3° en 4°, van het ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging;4° hetzij, voor de prestaties van de beoefenaars, bezoldigd of vergoed door hen, gebruik maken van de overeenstemmingsstroken bedoeld in artikel 3, 6°, van het ministerieel besluit betreffende de inrichtingen voor geneeskundige verzorging.

Art. 30.De beoefenaars die hun activiteit in vereniging uitoefenen, mogen en voor hun persoonlijke verstrekkingen en, in voorkomend geval, voor de verstrekkingen van de door hen bezoldigde of vergoede beoefenaars, gebruik maken van de voormelde formulieren van ontvangstbewijs-verzamelgetuigschrift van het model D.

Art. 31.De beoefenaars die, voor de verstrekkingen die ze verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende de verstrekkingen die geen aanleiding geven tot het opstellen van een factuur zoals bedoeld in artikel 28 voor hun rekening int, gebruik maken van de voormelde formulieren van ontvangstbewijs-verzamelgetuigschrift van het model D.

Art. 32.De artikelen 29 tot 31 zijn van toepassing voor zover : 1° wat de in artikel 29 bedoelde beoefenaars betreft, deze een boekhouding voeren die elke verrichting inzake ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de desbetreffende prestaties duidelijk doet uitkomen;2° wat de in artikel 30 bedoelde beoefenaars betreft, deze : a) een boekhouding voeren welke duidelijk elke verrichting inzake ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de activiteiten van de vereniging duidelijk doet uitkomen;b) aan het einde van elk jaar het deel van de netto ontvangsten dat aan elk van hen toekomt inschrijven in de boekhouding van de vereniging;c) het hen toegekende deel van de netto ontvangsten naar hun individueel dagboek overdragen;d) op naam van elk van hen een jaarlijkse opgave opstellen van de door de vereniging voor hun rekening tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen en deze opgaven ten laatste tegen 31 maart aan de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën voorleggen;3° wat de in artikel 31 bedoelde beoefenaars betreft, dat de inrichting jaarlijks tegen 31 maart aan de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën, per beoefenaar, een opgave voorlegt van de tijdens het verlopen kalenderjaar voor rekening van de beoefenaars geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen. Overgangs-, opheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art. 33.Het ministerieel besluit van 28 maart 2223 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijsboekje, van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te gebruiken door de podologen en de diëtisten wordt opgeheven.

Art. 34.De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp, ingevoerd of behouden vóór 1 juli 2015, die nog in het bezit zijn van de beoefenaars op datum van de inwerkingtreding van dit besluit, blijven geldig tot 31 december 2016, op voorwaarde dat op het getuigschrift voor verstrekte hulp de verplichting wordt nageleefd het geïnde bedrag te vermelden alsook de andere wettelijke vermeldingen bepaald in huidig besluit.

Art. 35.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2015.

Brussel, 22 december 2015.

J. VAN OVERTVELDT

Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 22 december 2015 tot vaststelling van het model en het gebruik van het ontvangstbewijsboekje, van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te begruiken door de podologen en de diëtisten

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 december 2015.

De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

Bijlage 2 bij het ministerieel besluit van 22 december 2015 tot vaststelling van het model en het gebruik van het ontvangstbewijsboekje, van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te begruiken door de podologen en de diëtisten

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 december 2015.

De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

Bijlage 3 bij het ministerieel besluit van 22 december 2015 tot vaststelling van het model en het gebruik van het ontvangstbewijsboekje, van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek te begruiken door de podologen en de diëtisten

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 december 2015.

De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^