Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 maart 2010
gepubliceerd op 03 mei 2010

Ministerieel besluit betreffende de modaliteiten en de procedure tot toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik

bron
waalse overheidsdienst
numac
2010027061
pub.
03/05/2010
prom.
22/03/2010
ELI
eli/besluit/2010/03/22/2010027061/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 MAART 2010. - Ministerieel besluit betreffende de modaliteiten en de procedure tot toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik


De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, Gelet op het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt, inzonderheid op artikel 37;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2006 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 25bis, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2006 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt, inzonderheid op artikel 29bis, tweede lid;

Gelet op de oriëntatienota inzake de hervorming van de energiepremies, goedgekeurd door de Waalse Regering op 17 december 2009;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 december 2007 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 februari 2010;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 19 februari 2010;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de voorschriften van de regelgeving inzake de energieprestatie van de gebouwen vanaf 1 mei 2010 verscherpt zullen worden; dat het programma tot toekenning van premies waarin het ministerieel besluit van 20 december 2007 voorziet op dezelfde datum vervalt;

Overwegende dat dat programma niet verlengd kan worden daar de criteria tot toekenning van de premies aangepast moeten worden aan de nieuwe eisen inzake energieprestatie;

Overwegende dat vooraleer de criteria tot toekenning van de premies te verscherpen informatie verstrekt moet worden aan de bestemmelingen van de nieuwe premieregeling die tot stand gebracht moet worden, met name de rechthebbenden, alsook de bouwsector; dat een laattijdige kennisgeving van de nieuwe eisen een schadelijk verrassingseffect zou teweegbrengen bij het publiek, dat zich vanaf heden aan de nieuwe eisen moet kunnen aanpassen met het oog op de uitvoering van de in aanmerking komende werken, Besluit : TITEL 1. - Algemeen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « gebouw » : elk gebouw gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest, met uitzondering van de mobiele installaties, waarin investeringen of prestaties worden verricht met het oog op rationeel energiegebruik;2° « woning » : elk gebouw bestemd voor bewoning door één of meer gezinnen;het gebouw bestemd voor gemengd gebruik wordt ook als woning beschouwd als het woongedeelte meer dan 40 % van de totaaloppervlakte bedraagt; 3° « wooneenheid » : gedeelte van een woning, zoals een appartement, waavan de lokalen bestemd zijn om uitsluitend door één enkel gezin gebruikt te worden;4° « ééngezinswoning » : woning waarvan de lokalen bestemd zijn om door één enkel gezin gebruikt te worden, met uitsluiting van de collectieve woningen en de appartementen, alsook elk type opeenstapeling van lokalen die deel uitmaken van aparte woningen;5° « renovatie » : werken uitgevoerd in een gebouw waarvan de datum van bericht van ontvangst van de eerste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voorafgaat aan 1 december 1996;6° « natuurlijk isolatiemateriaal » : materiaal dat voor minstens 80 % uit plantaardige, dierlijke of cellulosevezels bestaat en waarvan de volumieke massa niet meer dan 150 Kg per m3 mag bedragen;7° « warmteweerstandscoëfficiënt, R » : coëfficiënt bepaald overeenkomstig bijlage VII bij het besluit van de Waalse Regering van 17 april 2008 tot vaststelling van de berekeningsmethode en de eisen, de goedkeuringen en de sancties op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen;voor de materialen die niet vermeld worden in deze bijlage, wordt die coëfficiënt overeenkomstig de norm NBN B 62-002 (2008) berekend; 8° « peil van de globale thermische isolatie K » : het K-peil wordt berekend overeenkomstig de regelgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de laatste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag;bij gebrek aan regelgeving op die datum wordt het K-peil berekend volgens de regelgeving van kracht twaalf maanden vóór de datum van de slotfactuur; 9° « factor gtot » : de overdrachtsfactor totale zonne-energie, verhouding tussen de totale zonne-energie overgedragen in een lokaal door een glazen opening en de incidentele zonne-energie op die opening, berekend overeenkomstig de van kracht zijnde normen;10° « EW-peil » : het peil van het primaire energieverbruik zoals bepaald in artikel 530, 18) sub artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 17 april 2008 tot vaststelling van de berekeningsmethode en de eisen, de goedkeuringen en de sancties op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen; 11° « E.P.B.-slotaangifte » : het document bedoeld in artikel 237/1, 12° sub artikel 10 van het kader-decreet van 19 april 2007 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium met het oog op het bevorderen van de energieprestatie van de gebouwen;12° « kind ten laste » : het kind waarvoor op de aanvraagdatum kinder- of wezenbijslag toegekend wordt aan de aanvrager, zijn samenwonende echtgenoot of de persoon met wie hij samenleeft, of het kind dat, op vertoon van bewijzen, door de administratie als kind ten laste beschouwd wordt;13° « inkomens » : de globaal belastbare inkomens van de aanvrager, zijn samenwonende echtgenoot of de persoon met wie hij samenleeft op de datum van de aanvraag, meer bepaald de inkomens van het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het jaar van de slotfactuur.Indien de aanvrager scheidt tussen het referentiejaar van de inkomens en de indiening van de aanvraag, wordt voor de in aanmerking genomen inkomens geen rekening gehouden met de eventuele toepassing van de huwelijksquotiënt. Die inkomens worden verminderd met 2.200 euro per kind ten laste; 14° « bescheiden inkomens » : inkomens tussen 12.000,01 euro en 24.100 euro indien de aanvrager alleenstaand is, of tussen 16.400,01 euro en 30.100 euro indien de aanvrager al dan niet gehuwd met iemand samenleeft; 15° « precaire inkomens » : inkomens van hoogstens 12.000 euro indien de aanvrager alleenstaand is, of van hoogstens 16.400 euro indien de aanvrager al dan niet gehuwd met iemand samenleeft; 16° « administratie » : de Waalse Overheidsdienst, Operationeel directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie, Departement Energie en Duurzaam Gebouw;17° « netbeheerder » : de beheerder van het gas- of elektriciteitsdistributienet op het grondgebied waarvan de investering wordt verricht;18° « programma AMURE » : programma ingesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 30 mei 2002 betreffende de toekenning van toelagen voor de verbetering van de energetische efficiëntie en voor de bevordering van een rationeler energiegebruik van de privé-sector;19° « programma UREBA » : programma ingesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie van de gebouwen beogen;20° « programma MEBAR » : programma ingesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 23 december 1998 waarbij toelagen worden verleend aan gezinnen met een bescheiden inkomen ter bevordering van rationeel en efficiënt energiegebruik;21° « renovatiepremie » : premie toegekend krachtens het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor de renovatie van verbeterbare woningen of krachtens het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor huurders die een verbeterbare woning renoveren in het kader van een renovatiehuurcontract;22° « expansiedecreten » : het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives om de milieubescherming en het duurzame energiegebruik te begunstigen en het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen;23° « geregistreerde aannemer » : aannemer geregistreerd overeenkomstig het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;24° « opdrachtgever van de investeringen » : persoon die de in aanmerking komende investeringen verricht en aan wie de desbetreffende facturen of ereloonnota's gericht worden.

Art. 2.De rechtspersonen die in aanmerking komen voor het programma UREBA kunnen niet in anmerking komen voor de bepalingen van dit besluit, met uitzondering van de premie bedoeld in artikel 35, § 3.

Voor dezelfde werken en investeringen mogen de krachtens dit besluit toegekende premies niet gecumuleerd worden met een renovatiepremie, noch met de subsidies toegekend in het kader van de programma's AMURE, MEBAR en van de expansiedecreten.

Het bedrag van de krachtens dit besluit toegekende premies mag in geen geval hoger zijn dan het bedrag van de factuur betreffende de in aanmerking komende investeringen.

De factuurbedragen bedoeld in dit besluit worden exclusief btw verstaan als de aanvrager aan de btw onderworpen is, en inclusief btw als hij niet aan de btw onderworpen is.

Behoudens andersluidende bepaling, worden alle in dit besluit bedoelde prestaties en werken verricht overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming.

Behalve uitdrukkelijke afwijking, zijn alle bepalingen van dit besluit die het beroep op een geregistreerde aannemer opleggen van toepassing op de werken en installaties bedoeld in hun geheel.

Art. 3.Opdat de administratie kan nagaan of voldaan wordt aan de naleving van de minimisregels bedoeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de minimisteun, geeft de aanvrager de administratie kennis van elke overheidstegemoetkoming ontvangen in de loop van de drie jaren vóór de indiening van een premieaanvraag overeenkomstig dit besluit.

TITEL 2. - Premies bestemd voor elke natuurlijke of rechtspersoon, met uitsluiting van de openbare huisvestingsmaatschappijen HOOFDSTUK I. - Algemeen

Art. 4.In de zin van deze titel wordt, met uitsluiting van de openbare huisvestingsmaatschappijen bedoeld in artikel 46, onder aanvrager verstaan : elke natuurlijke of rechtspersoon, opdrachtgever van de energiebesparende investeringen of prestaties die overeenkomstig deze titel in aanmerking komen.

Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de aanvrager een premie verkrijgen waarvan het bedrag en de toekenningsvoorwaarden vastgelegd zijn als volgt. HOOFDSTUK II. - Isolatiewerken Afdeling 1. - Renovatie

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 5.§ 1. In geval van renovatie van een gebouw wordt een premie van 10 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte toegekend voor de thermische isolatie van het dak of van de zolder uitgevoerd door een geregistreerde aannemer d.m.v. een isolatiemateriaal waarvan de warmteweerstandscoëfficiënt, R, gelijk is aan 3 m2K/W of meer.

Als de aanvrager de werken zelf uitvoert, wordt de premie beperkt tot 5 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte. § 2. Het isolatiemateriaal kan in verschillende lagen aangebracht worden. In dat geval is de som van de warmteweerstanden van de verschillende lagen groter dan of gelijk aan de coëfficiënt bedoeld in § 1. § 3. Wanneer het gebouw waarin werken worden uitgevoerd een woning is en de aanvrager, natuurlijke persoon, en/of desgevallend zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij samenleeft, beschikken over de volle eigendom van die woning of over een huurovereenkomst hoofdverblijf ervoor, wordt het bedrag van de premie bedoeld in § 1, eerste lid, verhoogd met : a) 2 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens bescheiden zijn;b) 4 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens precair zijn. § 4. Wanneer het gebouw waarin werken worden uitgevoerd een woning is en de aanvrager, natuurlijke persoon, en/of desgevallend zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij samenleeft, beschikken over de volle eigendom van die woning of over een huurovereenkomst hoofdverblijf ervoor, wordt het bedrag van de premie bedoeld in § 1, tweede lid, verhoogd met : a) 1 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens bescheiden zijn;b) 2 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens precair zijn. § 5. De bedragen van de premie bedoeld in § 1 worden verhoogd met euro 3 per m2 voor isolatiewerken uitgevoerd d.m.v. van een natuurlijk isolatiemateriaal. § 6. Het globale bedrag van de premie wordt per jaar beperkt tot de isolatie van een maximale oppervlakte van 100 m2 per eengezinswoning en van 200 m2 voor elk ander gebouw.

Art. 6.§ 1. In geval van renovatie van een gebouw wordt een premie toegekend voor de thermische isolatie van de muren in contact met de externe omgeving of met een niet verwarmde of niet vorstvrije ruimte, als ze door een geregistreerde aannemer uitgevoerd wordt d.m.v. een isolatiemateriaal.

De premie wordt pas na uitvoering van een energieaudit toegekend, overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 35. De energieaudit bevestigt de relevantie van de isolatie van de muren. § 2. De coëfficiënt R van het isolatiemateriaal is gelijk aan of groter dan : a) 1,5 m2K/W voor de isolatie van de muren langs binnen;in dat geval bedraagt de premie 20 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte; b) 1,5 m2K/W voor de isolatie van de holle muren door het opvullen van de gleuf;in dat geval bedraagt de premie 10 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte; c) 2 m2K/W voor de isolatie van de muren langs de buitenkant van de bestaande wand;in dat geval bedraagt de premie 30 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte. § 3. Wanneer het gebouw waarin werken worden uitgevoerd een woning is en de aanvrager, natuurlijke persoon, en/of desgevallend zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij samenleeft, beschikken over de volle eigendom van die woning of over een huurovereenkomst hoofdverblijf ervoor, wordt het bedrag van de premie bedoeld in § 2, a verhoogd met : a) 4 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens bescheiden zijn;b) 8 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens precair zijn. § 4. Wanneer het gebouw waarin werken worden uitgevoerd een woning is en de aanvrager, natuurlijke persoon, en/of desgevallend zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij samenleeft, beschikken over de volle eigendom van die woning of over een huurovereenkomst hoofdverblijf ervoor, wordt het bedrag van de premie bedoeld in § 2, b verhoogd met : a) 2 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens bescheiden zijn;b) 4 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens precair zijn. § 5. Wanneer het gebouw waarin werken worden uitgevoerd een woning is en de aanvrager, natuurlijke persoon, en/of desgevallend zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij samenleeft, beschikken over de volle eigendom van die woning of over een huurovereenkomst hoofdverblijf ervoor, wordt het bedrag van de premie bedoeld in § 2, c verhoogd met : a) 6 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens bescheiden zijn;b) 12 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens precair zijn. § 6. De bedragen van de premie bedoeld in § 2 worden verhoogd met euro 3 per m2 voor isolatiewerken uitgevoerd d.m.v. van een natuurlijk isolatiemateriaal. § 7. Het globale bedrag van de premie wordt per jaar beperkt tot de isolatie van een maximale oppervlakte van 120 m2 per eengezinswoning of wooneenheid, en van 240 m2 voor elk ander gebouw.

Art. 7.§ 1. In geval van renovatie van een gebouw wordt een premie toegekend voor de thermische isolatie van de vloeren uitgevoerd door een geregistreerde aannemer d.m.v. een isolatiemateriaal.

De premie wordt pas na uitvoering van een energieaudit toegekend, overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 35. De energieaudit bevestigt de relevantie van de isolatie van de vloeren. § 2. De coëfficiënt R van het isolatiemateriaal is gelijk aan of groter dan : a) 2 m2K/W voor de isolatie langs de onderkant van de vloerstructuur of in de vloerstructuur;in dat geval bedraagt de premie 10 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte; b) 1,5 m2K/W voor de isolatie langs de bovenkant van de vloerstructuur;in dat geval bedraagt de premie 27 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte. § 3. Wanneer het gebouw waarin werken worden uitgevoerd een woning is en de aanvrager, natuurlijke persoon, en/of desgevallend zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij samenleeft, beschikken over de volle eigendom van die woning of over een huurovereenkomst hoofdverblijf ervoor, wordt het bedrag van de premie bedoeld in § 2, a verhoogd met : a) 2 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens bescheiden zijn;b) 4 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens precair zijn. § 4. Wanneer het gebouw waarin werken worden uitgevoerd een woning is en de aanvrager, natuurlijke persoon, en/of desgevallend zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij samenleeft, beschikken over de volle eigendom van die woning of over een huurovereenkomst hoofdverblijf ervoor, wordt het bedrag van de premie bedoeld in § 2, b verhoogd met : a) 3 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens bescheiden zijn;b) 8 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte wanneer de inkomens precair zijn. § 5. De bedragen van de premie bedoeld in § 2 worden verhoogd met euro 3 per m2 voor isolatiewerken uitgevoerd d.m.v. van een natuurlijk isolatiemateriaal. § 6. Het globale bedrag van de premie wordt per jaar beperkt tot de isolatie van een maximale oppervlakte van 80 m2 per eengezinswoning en van 160 m2 voor elk ander gebouw.

Art. 8.In geval van renovatie van een eengezinshuis of van een appartement wordt een premie toegekend voor de installatie door een geregistreerde aannemer van externe, vaste of mobiele zonweringssystemen, zoals rolluiken, zonnegordijnen of afdaken, met uitsluiting van elk glaswerk, van elke film aangebracht op het glaswerk of van elke vegetale lommer, en bestemd om het glaswerk af te schermen tegen rechtstreekse zonnestralen.

De factor « gtot » van het geheel glaswerk en zonwering is gelijk aan 0,3 of minder.

De zonweringen worden tussen het zuidoosten en het westen georiënteerd via het zuiden, meer bepaald van 135° tot 270°.

De premie bedraagt euro 15 per m2 afgeschermde ruitoppervlakte, waarbij die oppervlakte niet groter mag zijn dan : a) 30 m2 per ééngezinswoning : b) 20 m2 per appartement. Onderafdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 9.§ 1. Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 5 tot 7, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur voor de materialen en de verrichte prestaties;3° als een voorafgaand energieaudit uitgevoerd moet worden, een afschrift van de vooraf uitgevoerde energieaudit;4° wanneer een verhoging van de premie aangevraagd wordt naar gelang van het inkomensniveau : - een uittreksel uit het bevolkingsregister met de samenstelling van het gezin van de aanvrager, tussen de datum van de slotfactuur en de datum van de aanvraag; - het attest of de attesten betreffende de kinderbijslag ontvangen door het gezin, behoorlijk ingevuld door de Kinderbijslagkas, de Sociale verzekeringskas voor zelfstandige werknemers, of elke andere bevoegde instelling; - een afschrift van het aanslagbiljet betreffende de inkomens; bij gebreke daarvan, elk ander bewijsstuk op grond waarvan de inkomens kunnen worden bepaald. De aanvragers die wedden, lonen, uitkeringen of emolumenten ontvangen die vrij zijn van nationale belastingen moeten een attest overleggen van de schuldenaar van de inkomens met melding van het totaalbedrag van de ontvangen wedden, lonen, uitkeringen of emolumenten opdat de belastbare grondslag bepaald kan worden, zoals hij zich zou hebben voorgedaan indien de bedoelde inkomens aan de belasting onderworpen geweest zouden zijn onder het stelsel van het gemene recht; - een verklaring op erewoord van de aanvrager waaruit blijkt dat de aanvrager en/of zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij samenleeft, beschikt over de volle eigendom van de woning, of een afschrift van het uittreksel uit de overeenkomst waaruit blijkt dat de aanvrager en/of zijn samenwonende echtgenote of de persoon met wie hij samenleeft, beschikt over een huurovereenkomst hoofdverblijf voor de woning. § 2. Wat betreft de premies bedoeld in artikel 8, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur voor de materialen en de verrichte prestaties. Afdeling 2. - Bouw van een woning

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 10.§ 1. Wanneer de datum van bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voorafgaat aan 1 februari 2009, wordt een premie van 1.500 euro toegekend voor de bouw van een ééngezinswoning waarvoor het attest « Construire avec l'énergie » is afgegeven of die voldoet aan de volgende criteria : 1° het globale thermische isolatieniveau K van de ééngezinswoning is gelijk aan 45 of minder;2° de ééngezinswoning is niet uitgerust met een elektrisch verwarmingssysteem, behalve voor de exclusieve verwarming van de badkamers of douches.De niet reversibele warmtepompen of de warmtepompen geïntegreerd in een nieuwe woning waarvoor het attest « Construire avec l'énergie » is afgegeven worden niet als elektrische verwarming beschouwd; 3° de ventilatie van de ééngezinswoning voldoet aan de regelgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. § 2. Wanneer de datum van het bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 31 januari 2009 valt en voorafgaat aan 1 mei 2010, wordt een premie van 1.500 euro toegekend voor de bouw van een ééngezinswoning waarvoor het attest « Construire avec l'énergie » is afgegeven of die voldoet aan de volgende criteria : 1° het globale thermische isolatieniveau K van de ééngezinswoning is gelijk aan 35 of minder;2° de ééngezinswoning is niet uitgerust met een elektrisch verwarmingssysteem, behalve voor de exclusieve verwarming van de badkamers of douches.De niet reversibele warmtepompen of de warmtepompen geïntegreerd in een nieuwe woning waarvoor het attest « Construire avec l'énergie » is afgegeven worden niet als elektrische verwarming beschouwd; 3° de ventilatie van de ééngezinswoning voldoet aan de regelgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. § 3. Het bedrag van de premie bedoeld in § 1 wordt verhoogd met 100 euro per eenheid K onder het K-peil 45.

Het bedrag van de premie bedoeld in § 2 wordt verhoogd met 100 euro per eenheid K onder het K-peil 35.

Het maximumbedrag van de premies bedoeld in het eerste en het tweede lid mag niet hoger zijn dan 2.500 euro per gebouw.

Art. 11.Wanneer de datum van bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voorafgaat aan 1 mei 2010, wordt een premie van 6.500 euro toegekend voor de bouw van een ééngezinswoning die voldoet aan de criteria « Passief huis » wanneer : 1° de luchtdoorlatendheid van het gebouw getest wordt d.m.v. de techniek van de luchtdrukregeling per ventilator en het luchtverversingspercentage gelijk moet zijn aan n50 < 0,6 h-1 overeenkomstig de norm NBN EN 13829; 2° de ééngezinswoning uitgerust is met een ventilatie van het type « système de ventilation mécanique contrôlée D » met warmteterugwinning d.m.v. een warmtewisselaar tegen de stroom in, die voldoet aan de volgende criteria : a) het geheel van het geïnstalleerde ventilatiesysteem voldoet aan de vereisten van de norm NBN D 50 001;b) de warmtewisselaar heeft een minimumrendement van 85 % volgens de norm NBN EN 308;c) de installateur meet ter plaatse de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen om de installatie bij te stellen zoals het past;3° de jaarlijkse verwarmings- en koelingsvraag is kleiner dan 15 kWu/m2 per jaar, berekend volgens de procedure PHPP (Passivhaus Projektierungs Paket) van kracht zes maanden vóór de datum van bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. Deze premie mag niet gecumuleerd worden met de premies bedoeld in de artikelen 10 en 37 van dit besluit.

Art. 12.§ 1. Wanneer de datum van bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 30 april 2010 valt, wordt een premie van 1.500 euro toegekend voor de bouw van een ééngezinswoning die voldoet aan de volgende criteria : 1° het EW-peil van de ééngezinswoning is gelijk aan 80 of minder;2° het globale thermische isolatieniveau K van de ééngezinswoning is gelijk aan 35 of minder;3° de ventilatie van de ééngezinswoning voldoet aan de regelgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. § 2. Het bedrag van de premie bedoeld in § 1 wordt verhoogd met 75 euro per eenheid EW-peil onder het peil EW 80 en mag niet hoger zijn dan 5.000 euro per gebouw. § 3. Het bedrag van de premie bedoeld in § 2 wordt verhoogd met 1.500 euro wanneer de aanvrager beschikt over het certificaat « déclaration de qualité de maison passive » afgegeven overeenkomstig artikel 3 van de wet van 27 april 2007 tot invoering van een belastingvermindering voor passiefhuizen, of wanneer de eengezinswoning voldoet aan de volgende eisen : 1° de luchtdoorlatendheid van het gebouw wordt getest d.m.v. de techniek van de luchtdrukregeling per ventilator en het luchtverversingspercentage gelijk moet zijn aan n50 < 0,6 h-1 overeenkomstig de norm NBN EN 13829, aangevuld met de bijlagen 1 en 2, volgens de methode A; 2° de ééngezinswoning is uitgerust met een ventilatie van het type « système de ventilation mécanique contrôlée D » met warmteterugwinning d.m.v. een warmtewisselaar tegen de stroom in, die voldoet aan de volgende criteria : a) het geheel van het geïnstalleerde ventilatiesysteem voldoet aan de regelgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag;b) de warmtewisselaar heeft een minimumrendement van 85 % volgens de norm NBN EN 308;c) de installateur meet ter plaatse de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen om de installatie bij te stellen zoals het past;3° de jaarlijkse warmte- en koelingsvraag is kleiner dan 15 kWu/m2 per jaar berekend volgens de berekeningsmethode PHPP (Passivhaus Projektierungs Paket) 2007 of volgende;4° de oververhittingstijd van de eengezinswoning, zoals berekend volgens de berekeningsmethode PHPP 2007 of volgende, boven 25°, mag niet 5 % overschrijden.

Art. 13.§ 1. Wanneer de datum van bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 30 april 2010 valt, wordt een premie van 500 euro toegekend voor de bouw van een appartement dat voldoet aan de volgende criteria : 1° het EW-peil van het appartement is gelijk aan 70 of minder;2° het globale thermische isolatieniveau K van het gebouw is gelijk aan 35 of minder;3° de ventilatie van het appartement voldoet aan de regelgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. § 2. Het bedrag van de premie bedoeld in § 1 wordt verhoogd met 25 euro per eenheid EW-peil onder het peil EW 70 en mag niet hoger zijn dan 1.000 euro per appartement. § 3. Het bedrag van de premie bedoeld in § 2 wordt verhoogd met 500 euro wanneer de aanvrager beschikt over het certificaat « déclaration de qualité d'appartement passif » afgegeven overeenkomstig artikel 3 van de wet van 27 april 2007 tot invoering van een belastingvermindering voor passiefhuizen, of wanneer het appartement voldoet aan de volgende eisen : 1° de luchtdoorlatendheid van het appartement wordt getest d.m.v. de techniek van de luchtdrukregeling per ventilator en het luchtverversingspercentage gelijk moet zijn aan n50 < 0,6 h-1 overeenkomstig de norm NBN EN 13829, aangevuld met de bijlagen 1 en 2, volgens de methode A; 2° de jaarlijkse warmte- en koelingsvraag van het appartement is kleiner dan 15 kWu/m2 per jaar berekend volgens de berekeningsmethode PHPP (Passivhaus Projektierungs Paket) 2007 of volgende;3° de oververhittingstijd van het appartement, zoals berekend volgens de berekeningsmethode PHPP 2007 of volgende, boven 25°, mag niet 5 % overschrijden;4° het appartement is uitgerust met een ventilatie van het type « système de ventilation mécanique contrôlée D » met warmteterugwinning.

Art. 14.Wanneer de datum van bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 31 december 2009 valt, wordt een premie van 250 euro toegekend voor de uitvoering, uiterlijk bij de voorlopige oplevering van een eengezinswoning, van een luchtdoorlatendheidstest overeenkomstig de norm NBN EN 13829, aangevuld met de bijlagen 1 en 2, volgens de methode A. Onderafdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 15.§ 2. Wat betreft de premies bedoeld in artikel 10, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat, hetzij op de datum van de voorlopige oplevering van de eengezinswoning, hetzij op de datum van afgifte van het attest « Construire avec l'énergie » indien de aanvrager zich tot die actie heeft verbonden.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° hetzij, indien de aanvrager zich tot de actie « Construire avec l'énergie » verbonden heeft, het attest opgemaakt door het Waalse Gewest in het kader van die actie;3° hetzij, indien de aanvrager niet beschikt over het attest « Construire avec l'énergie » afgegeven door het Waalse Gewest,, een attest opgemaakt door de architect, met de datum van de voorlopige oplevering van de eengezinswoning, alsook de waarde van het peil van de globale thermische isolatie K, vergezeld van de volgende documenten : a) het formulier voor de berekening van de aangegeven coëfficiënt K;b) een document met de beschrijving van alle wanden van de thermisch verliesoppervlakte van de eengezinswoning en de berekening van de coëfficiënten U (of k);c) een nota van de architect waarin het geïnstalleerde ventilatiesysteem beschreven wordt;d) een afschrift van de plannen en van de dwarsdoorsneden van de ééngezinswoning.

Art. 16.Wat betreft de premies bedoeld in artikel 11, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat, hetzij op de datum van de voorlopige oplevering van de eengezinswoning, hetzij op de datum van afgifte van het attest « Construire avec l'énergie » indien de aanvrager zich tot die actie heeft verbonden, hetzij, indien de aanvrager beschikt over het certificaat « déclaration de qualité de maison passive » afgegeven overeenkomstig artikel 3 van de wet van 27 april 2007 tot invoering van een belastingvermindering voor passiefhuizen, op de datum van afgifte van dat certificaat.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° een verslag betreffende de metingen uitgevoerd in situ door de installateur van het ventilatiesysteem, van de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen, waarin nader bepaald wordt met welk systeem de debieten gemeten werden; 3° hetzij, wanneer de aanvrager niet beschikt over het certificaat « déclaration de qualité de maison passive » bedoeld in het eerste lid : a) het verslag i.v.m. de luchtdoorlatendheidstest van de woning uitgevoerd overeenkomstig de norm NBN EN 13829; b) het document opgemaakt volgens de berekeningsmethode PHPP (Passivhaus Projektierungs Paket), met de gegevens die voor de berekening gediend hebben en de resultaten ervan betreffende de jaarlijkse verwarmings- en koelingsvraag van de eengezinswoning;c) hetzij, indien de aanvrager zich tot de actie « Construire avec l'énergie » verbonden heeft, het attest opgemaakt door het Waalse Gewest in het kader van die actie;d) hetzij, indien de aanvrager niet beschikt over het door het Waalse Gewest afgegeven attest « Construire avec l'énergie », een afschrift van de plannen van alle niveaus en van de dwarsdoorsneden van de ééngezinswoning;4° hetzij, wanneer de aanvrager beschikt over het certificaat « déclaration de qualité de maison passive » bedoeld in het eerste lid, dat certificaat. Alle hierboven opgesomde gegevens worden vastgelegd overeenkomstig de regelgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag.

Art. 17.§ 1. Wat betreft de premies bedoeld in artikel 12, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de EPB-slotaangifte.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° de EPB-slotaangifte;3° een afschrift van de plannen van elk niveau, van de dwarsdoorsneden en van de gevels van de ééngezinswoning. § 2. Wanneer de aanvrager verzoekt om de premieverhoging bedoeld in artikel 12, § 3, bevat het in § 1 bedoelde dossier ook : 1° een verslag betreffende de metingen uitgevoerd in situ door de installateur van het ventilatiesysteem, van de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen, waarin nader bepaald wordt met welk systeem de debieten gemeten werden; 2° hetzij, wanneer de aanvrager niet beschikt over het certificaat « déclaration de qualité de maison passive » bedoeld in artikel 12, § 3 : a) het verslag i.v.m. de luchtdoorlatendheidstest van de woning uitgevoerd overeenkomstig de norm NBN EN 13829, aangevuld met de bijlagen 1 en 2, volgens de methode A; b) het document opgemaakt volgens de berekeningsmethode PHPP (Passivhaus Projektierungs Paket) 2007 of volgende, met de gegevens die voor de berekening gediend hebben en de resultaten ervan betreffende de jaarlijkse verwarmings- en koelingsvraag van de eengezinswoning, alsook de overhittingstijd;c) de berekeningen van de eventuele thermische bruggen, volgens de berekeningsmethode PHPP 2007 of volgende;d) een vestigingsplan met de oriëntatie van het gebouw, alsook de in aanmerking genomen lommer;3° hetzij, wanneer de aanvrager beschikt over het certificaat « déclaration de qualité de maison passive » bedoeld in artikel 12, § 3, dat certificaat : § 3.Wat betreft de premies bedoeld in artikel 13, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de EPB-slotaangifte.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° de EPB-slotaangifte;3° een afschrift van de plannen van elk niveau, van de dwarsdoorsneden en van de gevels van het appartement. § 4. Wanneer de aanvrager verzoekt om de premieverhoging bedoeld in artikel 13, § 3, bevat het in § 3 bedoelde dossier ook : 1° een verslag betreffende de metingen uitgevoerd in situ door de installateur van het ventilatiesysteem van het apparterment, van de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen, waarin nader bepaald wordt met welk systeem de debieten gemeten werden; 2° hetzij, wanneer de aanvrager niet beschikt over het certificaat « déclaration de qualité de maison passive » bedoeld in artikel 13, § 3 : a) het verslag i.v.m. de luchtdoorlatendheidstest van de woning uitgevoerd overeenkomstig de norm NBN EN 13829, aangevuld met de bijlagen 1 en 2; b) het document opgemaakt volgens de berekeningsmethode PHPP (Passivhaus Projektierungs Paket) 2007 of volgende, met de gegevens die voor de berekening gediend hebben en de resultaten ervan betreffende de jaarlijkse verwarmings- en koelingsvraag van het appartement, alsook de overhittingstijd;c) de berekeningen van de eventuele thermische bruggen, volgens de berekeningsmethode PHPP 2007 of volgende;d) een vestigingsplan met de oriëntatie van het gebouw, alsook de in aanmerking genomen lommer;3° hetzij, wanneer de aanvrager beschikt over het certificaat « déclaration de qualité d'appartement passif » bedoeld in artikel 13, § 3, dat certificaat.

Art. 18.Wat betreft de premies bedoeld in artikel 14, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het testverslag bedoeld onder punt 7 van bijlage 1. HOOFDSTUK III. - Verwarmingsinstallaties Afdeling 1. - Investeringen in alle gebouwen

Art. 19.De toestellen bedoeld in dit hoofdstuk zijn bestemd voor de verwarming van de gebouwen waarin ze geïnstalleerd worden.

Het vermogen van de installaties wordt gerechtvaardigd door de verwarmingsbehoeften van de gebouwen.

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 20.§ 1. Voor elk gebouw, met uitzondering van de eengezinswoningen en de appartementen waarvan de datum van bericht van ontvangst betreffende de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 30 april 2010 valt, wordt een premie van 400 euro toegekend voor de installatie van een aardgasverwarmingsketel, enkele of dubbele dienst, laagtemperatuur met de label CE, overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 maart 1997 betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels of het koninklijk besluit van 11 maart 1988 betreffende de vereisten inzake rationeel energieverbruik die van toepassing zijn op de warmtegeneratoren, of van een dichte luchtgenerator.

Deze toestellen zijn voorzien van het merkteken CE Belgique en functioneren op aardgas, categorieën I2E+, I2E(S)B, I2E(R)B, I2E(S) of I2E(R).

De gasgestookte centrale verwarmingsketel heeft een minimumrendement in geval van deellast van 107 % t.o.v. het lager warmtevermogen van het aardgas, waarbij dat rendement berekend wordt overeenkomstig de voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 maart 1997, met name 30 % van het nominaal vermogen met een temperatuur van terugvloeiend water van 30 °C. De verwarmingsketel of de warmeluchtgenerator voldoet aan het koninklijk besluit van 17 januari 2009 tot regeling van de stikstofoxides (NOX) en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders, met een nominaal thermisch vermogen van 400 kW of minder. § 2. Het bedrag van de premie bedoeld in § 1 wordt verhoogd en berekend als volgt : 1° als het vermogen gelijk is aan 150 kW of minder, wordt dat bedrag verhoogd met 25 euro per kW boven 50 kW; 2° als het vermogen hoger is dan 150 kW en gelijk aan 500 kW of minder, bedraagt de premie 2.900 euro, vermeerderd met 12 euro per kW boven 150 kW; 3° als het vermogen hoger is dan 500 kW, bedraagt de premie 7.100 euro, vermeerderd met 6 euro per kW boven 500 KW. Als verschillende verwarmingsketels op hetzelfde verwarmingscircuit aangesloten zijn, wordt één enkele premie toegekend. Het bedrag van de premie wordt berekend naar gelang van het gecumuleerde vermogen. § 3. Het bedrag van de premie bedoeld in § 2 wordt eveneens met 200 euro verhoogd wanneer bedoeld gebouw het voorwerp is geweest van een energieaudit uitgevoerd overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 35 en waarvan de factuurdatum met niet meer dan drie maanden de datum van de slotfactuur betreffende de installatie mag overschrijden. § 4. Het bedrag van de premie bedoeld in § 2 wordt ook met 50 euro verhoogd voor de installatie en de aansluiting van het warmteregelingssysteem van de verwarmingsketel op een externe sonde of voor de installatie van elk ander systeem waarmee de warmteregeling van de verwarminsgketel functioneel gemaakt wordt. § 5. Het premiebedrag mag niet hoger zijn dan 12.500 euro per installatie. § 6. De installaties bedoeld in de §§ 1 tot 4 worden door een geregistreerde aannemer uitgevoerd. Indien deze aannemer niet over de aardgasvergunning beschikt (label CERGA), worden de installaties in ontvangst genomen en gecontroleerd door een instelling die geaccrediteerd is voor de controle op de binneninstallaties op aardgas. § 7. In afwijking van § 6, mogen de industriële installaties die aardgas gebruiken, volgens de regels van de kunst door de aanvrager uitgevoerd worden.

Art. 21.§ 1. Er wordt een premie toegekend bij de installatie van een biomassa verwarmingsketel met uitsluitend automatische voeding die voldoet aan de norm NBN EN 303-5, en waarvan het rendement, berekend volgens deze norm, hoger is dan 80 %.

Het bedrag van de premie wordt berekend als volgt : 1° als het vermogen gelijk is aan 50 kW of meer : bedraagt de premie 1.750 euro, verhoogd met 35 euro per kW tussen 50 en 100 kW; 2° als het vermogen hoger is dan 100 kW, bedraagt de premie 3.500 euro, verhoogd met 18 euro per kW tussen 100 en 500 kW; 3° als het vermogen hoger is dan 500 kW : bedraagt de premie 10.700 euro, verhoogd met 8 euro per kW boven 500 kW. Het premiebedrag wordt beperkt tot 50 % van het factuurbedrag en mag niet hoger zijn dan 15.000 euro per installatie.

Als verschillende verwarmingsketels op hetzelfde verwarmingscircuit aangesloten zijn, wordt één enkele premie toegekend. Het bedrag van de premie wordt berekend naar gelang van het gecumuleerde vermogen. § 2. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° biomassa : hernieuwbare plantaardige grondstoffen;2° uitsluitend automatische voeding : voedingssysteem dat nauwgezet voldoet aan de automatische voedingscriteria omschreven in de normen NBN EN 303-5. § 3. De installaties bedoeld in § 1 worden door een geregistreerde aannemer uitgevoerd.

Art. 22.§ 1. Er wordt een premie toegekend voor de installatie van aërothermen, warmeluchtgeneratoren met condensatie en stralingstoestellen.

Het bedrag van de premie wordt berekend als volgt : 1° waterdichte aërothermen : 12,5 euro per kW;2° aërothermen met condensatie : 25 euro per kW;3° warmeluchtgeneratoren met condensatie : 25 euro per kW;4° stralingstoestel van klasse 2, stralingspercentage tussen 50 en 60 % : 15 euro per kW;5° stralingstoestel van klasse 2, stralingspercentage tussen 60 en 70 % : 20 euro per kW;6° stralingstoestel van klasse 2, stralingspercentage van 70 % of meer : 25 euro per kW; Het premiebedrag wordt beperkt tot : 1° 6.250 euro voor waterdichte aërothermen; 2° 12.500 euro aërothermen met condensatie; 3° 7.500 euro voor stralingstoestellen van klasse 2, stralingspercentage tussen 50 en 60 %; 4° 10.000 euro voor stralingstoestellen van klasse 2, stralingspercentage tussen 60 en 70 %; 5° 12.500 euro voor stralingstoestellen van klasse 2, stralingspercentage van 70 % of meer.

Het premiebedrag mag niet hoger zijn dan 12.500 euro per gebouw. § 2. De rendementsvoet van de toestellen bedoeld in §1 wordt bevestigd door een onafhankelijk laboratorium dat volgens de norm NBN EN ISO 17025 erkend is om controles uit te voeren overeenkomstig de Europese normen van toepassing op bedoelde gastoestellen. Deze toestellen werken op aardgas (categorieën I2E+, I2E(S)B, I2E(R)B, I2E(S) of I2E(R) indien toepasselijk) en zijn voorzien van het merkteken CE Belgique indien het toepasselijk is. § 3. De installaties bedoeld in § 1 worden door een geregistreerde aannemer uitgevoerd. Indien deze aannemer niet over de aardgasvergunning beschikt (label CERGA), worden de installaties in ontvangst genomen en gecontroleerd door een instelling die geaccrediteerd is voor de controle op de binneninstallaties op aardgas. § 4. In afwijking van § 3 kunnen de installaties bedoeld in §1 door de aanvrager volgens de regels van de kunst uitgevoerd worden als het gaat om industriële installaties die aardgas gebruiken.

Onderafdeling 2. - In aanmerking komende investeringen inzake sanitair warmwater

Art. 23.§ 1. Voor elk gebouw, met uitzondering van de eengezinswoningen en de appartementen waarvan de datum van bericht van ontvangst betreffende de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 30 april 2010 valt, wordt een premie toegekend voor de installatie van een aardgasboiler voor ogenblikkelijk warmwater zonder waakvlam, met modulerende vlam en met dubbele flux. De boiler is ingedeeld in de categorie I2E+ en voorzien van de label CE Belgique.

De premie bedraagt 75 euro voor de installaties met een nominaal debiet van maximum 10 liter per minuut en 125 euro voor de installaties met een nominaal debiet boven 10 liter per minuut. § 2. Voor elk gebouw, met uitzondering van de eengezinswoningen en de appartementen waarvan de datum van bericht van ontvangst betreffende de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 30 april 2010 valt, wordt een premie toegekend voor de installatie van een warmeluchtgenerator met condensatie op aardgas (categorie I2E+, I2E(S)B, I2E(R)B, I2E(S) of I2E(R) indien toepasselijk), met de label CE Belgique..

De premie bedraagt 25 euro per kW en mag niet hoger zijn dan 12.500 euro per installatie. § 3. De installaties bedoeld in de §§ 1 en 2 worden door een geregistreerde aannemer uitgevoerd. Indien die aannemer niet over de aardgasvergunning beschikt (label CERGA), worden de installaties in ontvangst genomen en gecontroleerd door een instelling die geaccrediteerd is voor de controle op de binneninstallaties op aardgas. § 4. In afwijking van § 3 kunnen de installaties bedoeld in de §§1 en 2 door de aanvrager volgens de regels van de kunst uitgevoerd worden als het gaat om industriële installaties die aardgas gebruiken.

Art. 24.Voor elk gebouw, met uitzondering van de eengezinswoningen en de appartementen waarvan de datum van bericht van ontvangst betreffende de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 30 april 2010 valt, wordt een premie van 750 euro toegekend voor de installatie, door een geregistreerde aannemer, van een warmtepomp voor de productie van sanitair warmwater die voldoet aan de criteria bedoeld in bijlage 3.

Onderafdeling 3. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 25.Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 20, 22 en 23, wordt het dossier door de aanvrager aan de gasdistributienetbeheerder gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de factuurdatum. § 1. Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 20 en 23, bevat het dossier : 1° het formulier dat verkrijgbaar is bij de administratie of de gasdistributienetbeheerder en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen en prestaties;3° één van de volgende documenten : hetzij een afschrift van het door de bevoegde installateur opgestelde conformiteitsattest van de installatie, vergezeld van een afschrift van zijn bevoegdheidscertificaat of van een afschrift van het proces-verbaal van oplevering van de installatie door de controle-instelling geaccrediteerd om controle te voeren op aardgasinstallaties, hetzij, als het gaat om industriële installaties die aardgas gebruiken, een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat ze volgens de regels van de kunst zijn verwezenlijkt;4° wanneer een premieverhoging krachtens artikel 20, § 3, aangevraagd wordt, een afschrift van de energie-audit uitgevoerd overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 35; 5° wanneer een premieverhoging krachtens artikel 20, § 4, aangevraagd wordt, een afschrift van de aannemer i.v.m. de effectieve werking van het warmteregelingssysteem. § 2. Wat betreft de premie bedoeld in artikel 22, bevat het dossier : 1° het formulier dat verkrijgbaar is bij de gasdistributienetbeheerder of de administratie en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen of prestaties;de technische kenmerken van de toestellen worden vermeld op de factuur, of, bij gebreke daarvan, op een nota van de verkoper die erbij gevoegd is, zodat kan worden nagegaan of de technische criteria in acht genomen worden; 3° één van de volgende documenten : hetzij een afschrift van het door de bevoegde installateur opgestelde conformiteitsattest van de installatie, vergezeld van een afschrift van zijn bevoegdheidscertificaat of van een afschrift van het proces-verbaal van oplevering van de installatie door de controle-instelling geaccrediteerd om controle te voeren op aardgasinstallaties, hetzij, als het gaat om industriële installaties die aardgas gebruiken, een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat ze volgens de regels van de kunst zijn verwezenlijkt.

Art. 26.Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 21 en 24, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen en prestaties;3° Wat betreft de premie bedoeld in artikel 24 : a) hetzij het verslag betreffende de test uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 : 2005 voor de uitvoering van tests op warmtepompen volgens de norm NBN EN 255-3 van kracht bij de uitvoering van de test;b) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de fabrikant gevestigd is, een testverslag volgens de norm NBN EN 255-3 van kracht bij de uitvoering van de test, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 : 2005 voor de uitvoering van tests op andere toepassingen. Afdeling 2. - Investeringen die enkel voor de woning bestemd zijn

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 27.§ 1. Voor elke woning, met uitzondering van de eengezinswoningen en de appartementen waarvan de datum van bericht van ontvangst betreffende de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 30 april 2010 valt, wordt een premie van 1.500 euro toegekend bij de installatie van een warmtepomp die aan de in bijlage 3 bedoelde criteria voldoet voor de verwarming van een woning die voldoet aan de verluchtingscriteria overeenkomstig de wetgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de laatste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. De woning heeft een globale thermische isolatieniveau K van 45 of minder of beschikt over het attest « Construire avec l'énergie ».

De reversibele warmtepompen voor de koeling van de woningen komen niet in aanmerking voor de premie. Bovendien mag de woning niet met een elektrisch verwarmingssysteem uitgerust zijn, behalve voor de exclusieve verwarming van de badkamers of douches. § 2. Per wooneenheid worden de premies beperkt, hetzij tot de installatie van een warmtepomp voor verwarming en van een warmtepomp voor de productie van sanitair warmwater, hetzij tot de installatie van een gecombineerde warmtepomp. § 3. De installatie wordt door een geregistreerde aannemer uitgevoerd.

Art. 28.§ 1. Voor elke woning, met uitzondering van de eengezinswoningen en de appartementen waarvan de datum van bericht van ontvangst betreffende de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 30 april 2010 valt, wordt een premie van 2.250 euro toegekend bij de installatie van een warmtepomp (combi verwarming-sanitair warmwater) die voldoet aan de criteria bedoeld in bijlage 3 voor de verwarming van een woning die voldoet aan de verluchtingscriteria overeenkomstig de wetgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de laatste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. De woning heeft een globale thermische isolatieniveau K van 45 of minder of beschikt over het attest « Construire avec l'énergie ».

De reversibele warmtepompen voor de koeling van de gebouwen komen niet in aanmerking voor de premie. Bovendien mag de woning niet met een elektrisch verwarmingssysteem uitgerust zijn, behalve voor de exclusieve verwarming van de badkamers of douches. § 2. Per wooneenheid worden de premies beperkt, hetzij tot de installatie van een warmtepomp voor verwarming en van een warmtepomp voor de productie van sanitair warmwater, hetzij tot de installatie van een gecombineerde warmtepomp. § 3. De installatie wordt door een geregistreerde aannemer uitgevoerd.

Art. 29.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder : « Warmtenetwerk » : geheel van de technische elementen waarmee de warmte verdeeld kan worden om verschillende woningen te bevoorraden, alsook de gebouwen voor gemeenschappelijk gebruik die rechtstreeks met die woningen verenigd zijn, en die zorgen voor de link tussen een gecentraliseerd warmteproductiesysteem en de onderstations; « Gecentraliseerd warmteproductiesysteem » : de installaties bedoeld in de artikelen 21 en 31 die een warmtenetwerk bevoorraden; het warmtenetwerk wordt uitsluitend door één of meer installaties bevoorraad; « Onderstation » : geheel van de leidingen en uitrustingen (kleppen, warmtewisselaar en meters) gelegen stroomafwaarts een aansluitingspunt op het warmtenetwerk. § 2. Er wordt een premie toegekend bij de installatie van een gecentraliseerd warmteproductiesysteem door een geregistreerde aannemer.

Het premiebedrag wordt bepaald overeenkomstig de artikelen 21 en 31.

Wanneer verschillende installaties gecombineerd worden om het gecentraliseerde warmteproductiesysteem te bevoorraden, mag het totaalbedrag van de premie niet hoger zijn dan 15.000 euro.

Deze premie mag niet gecumuleerd worden met de premies bedoeld in de artikelen 21 en 31. § 3. Wat het warmtenetwerk betreft, wordt een premie van 60 euro per lopend netwerkmeter toegekend voor de installatie en de aansluiting, door een geregistreerde aannemer, van de warmteleidingen op het gecentraliseerde warmteproductiesysteem, met uitsluiting van de aansluitingsleidingen van de onderstations en de leidingen gelegen binnen de gebouwen.

Het maximumaantal in aanmerking komende meters netwerk wordt bepaald door de verhouding tussen het geïnstalleerde globaal nominaal warmtevermogen van het gecentraliseerde warmteproductiesysteem, uitgedrukt in MW, vermenigvuldigd met 2.500 uren per jaar, en gedeeld door 2 MWu per lopende meter en per jaar.

Het premiebedrag mag niet hoger zijn dan 20.000 euro. § 4. Er wordt een premie van 1.000 euro per woning toegekend bij de installatie en de aansluiting van een onderstation op een warmtenetwerk door een geregistreerde aannemer. § 5. De premies bedoeld in de §§ 2 en 3 worden pas toegekend na de uitvoering van een relevantieonderzoek door een auditeur erkend voor de bijzondere technieken van de warmtekrachtkoppeling of de biomassa in het kader van de programma's AMURE of UREBA, overeenkomstig het bestek opgenomen in bijlage 4. Het onderzoek moet de technische relevantie van het project aantonen.

Onderafdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 30.§ 1. Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 27 en 28, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht : 1° in het geval van een premieaanvraag voor een nieuwe woning in de zin van de artikelen 10 en 11, gelijktijdig op de datum waarop het overeenstemmend premieaanvraagdossier ingediend moet worden. Het dossier van de aanvraag van één van de premies bedoeld in de artikelen 27 en 28 bevat : a) het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;b) het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen en prestaties;c) hetzij het verslag betreffende de test uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 : 2005 voor de uitvoering van tests op warmtepompen volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test;d) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de fabrikant gevestigd is, een testverslag volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 : 2005 voor de uitvoering van tests op andere toepassingen.2° in de overige gevallen, binnen een termijn van vier maanden die ingaat op de datum van de slotfactuur betreffende de verrichte investeringen en prestaties. Het dossier van de aanvraag van één van de premies bedoeld in de artikelen 27 en 28 bevat : a) het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;b) het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen en prestaties;c) het formulier voor de berekening van de aangegeven coëfficiënt K;d) een document met de beschrijving van alle wanden van de thermisch verliesoppervlakte van de woning en de berekening van de coëfficiënten U (of k);e) een afschrift van de plannen van alle niveaus en van de dwarsdoorsneden van de woning;f) een nota waarin het geïnstalleerde ventilatiesysteem beschreven wordt;g) hetzij het verslag betreffende de test uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 : 2005 voor de uitvoering van tests op warmtepompen volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test;h) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de fabrikant gevestigd is, een testverslag, volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 : 2005 voor de uitvoering van tests op andere toepassingen. § 2. Wat betreft de premies bedoeld in artikel 29, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen en prestaties;3° voor de premies bedoeld in de §§ 2 en 3, een afschrift van het relevantieonderzoek gevoerd overeenkomstig het bestek opgenomen in bijlage 4;4° voor de premie bedoeld in § 4 : a) een attest van de netwerkbeheerder betreffende de mogelijkheid tot aansluiting van de nieuwe verbruikers, individueel geïdentifieerd qua plaatsbepaling en jaarlijkse vooruitgeplande verbruiken (uitgedrukt in kWu/jaar), op zijn warmtenetwerk; b) een afschrift van de beheersovereenkomst en/of de overeenkomst tussen de netwerkbeheerder en de verbruikers, met, o.a. de duur van de verbintenissen, de eventuele andere vaste en/of variabele kosten dan energieverbruik, de formule inzake de tarifering, de indexering of de herziening van de energieverkoopprijzen. HOOFDSTUK IV. - Andere investeringen betreffende rationeel energiegebruik (URE) Afdeling 1. - Investeringen in alle gebouwen

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 31.Er wordt een premie toegekend bij de installatie, door een geregistreerde aannemer, van een kwalitatieve micro-warmtekrachtkoppelinginstallatie die een besparing oplevert van minstens 10 % kooldioxide ten opzichte van de kooldioxide-uitstoot afkomstig van de afzonderlijke producties van dezelfde hoeveelheden warmte en elektriciteit in moderne referentie-installaties waarvan de jaarlijkse bedrijfsrendementen jaarlijks door de CWAPE worden vastgelegd en gepubliceerd. De in aanmerking genomen warmte is de nuttige warmte, namelijk de warmte die effectief gebruikt wordt voor warmtebehoeften buiten het wamtekrachtkoppelingsproces.

Het premiebedrag is gelijk aan 20 % van het factuurbedrag en mag niet hoger zijn dan 15.000 euro per installatie.

Art. 32.Er wordt een premie toegekend voor de uitvoering van de thermografie van een gebouw.

Het auditrapport per thermografie vermeldt de mogelijke verbeteringen betreffende de mantel van het gebouw.

Het premiebedrag is gelijk aan 50 % van de factuur of van de ereloonnota en mag niet hoger zijn dan 200 euro per audit voor een ééngezinswoning of dan 700 euro per audit en per gebouw in de overige gevallen.

Onderafdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 33.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 31, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van kennisgeving van de aanvaardingsbeslissing van de Cwape betreffende de voorafgaande aanvraag tot toekenning van groene certificaten en labels van garantie van oorsprong.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur betreffende de verrichte investeringen of prestaties;3° het afschrift van de kennisgeving van de aanvaardingsbeslissing van de Cwape betreffende de voorafgaande aanvraag tot toekenning van groene certificaten en labels van garantie van oorsprong;4° indien de installatie aardgas gebruikt, één van de volgende stukken : hetzij een afschrift van het door de bevoegde installateur opgestelde conformiteitsattest van de installatie, vergezeld van een afschrift van zijn bevoegdheidscertificaat of van een afschrift van het proces-verbaal van oplevering van de installatie door de controle-instelling geaccrediteerd om controle te voeren op aardgasinstallaties, hetzij, als het gaat om industriële installaties die aardgas gebruiken, een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat ze volgens de regels van de kunst zijn verwezenlijkt.

Art. 34.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 32, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur of van de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° een afschrift van de factuur of van de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties;3° het auditrapport bevattende de gegevens bedoeld in artikel 32. Afdeling 2. - Investeringen voor de renovatie van een gebouw

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 35.§ 1. In geval van renovatie van een gebouw wordt een premie toegekend voor de uitvoering van een globale energieaudit van een ééngezinswoning.

De audit wordt uitgevoerd door een auditeur erkend door het Waalse Gewest voor de uitvoering van energieaudits in de huisvestingssector, in het kader van en overeenkomstig de procedure van het besluit van de Waalse Regering van 1 juni 2006 tot vaststelling van de modaliteiten voor de erkenning van de auditeurs die energieaudits in de huisvestingssector uitvoeren.

Het premiebedrag is gelijk aan 60 % van de factuur of van de ereloonnota en mag niet hoger zijn dan 360 euro per audit. § 2. In geval van renovatie wordt een premie toegekend voor de uitvoering van een globale energieaudit van elk ander gebouw dan die bedoeld in § 1 : 1° de energieaudit wordt uitgevoerd, hetzij door auditeur erkend in het kader van de programma's AMURE of UREBA, hetzij door een auditeur erkend door het Waalse Gewest voor de uitvoering van energieaudits in de huisvestingssector, in het kader van en overeenkomstig de procedure van het besluit van de Waalse Regering van 1 juni 2006 tot vaststelling van de modaliteiten voor de erkenning van de auditeurs die energieaudits in de huisvestingssector uitvoeren;2° het auditrapport vermeldt op zijn minst : de prestatie van de mantel van het gebouw, namelijk het K-peil, het detail van de thermische prestaties van de verschillende wanden, de prestatie van het verwarmingssysteem, alsook gecijferde verbeteringen betreffende de mantel van het gebouw en de systemen;3° in afwijking van 2°, vermeldt de energieaudit voor de gebouwen of gebouwgedeelten die ingevolge een verandering van bestemming een nieuwe bestemming krijgen en wanneer, in tegenstelling tot de vorige toestand, energie voor de behoeften van de personen verbruikt wordt om een specifieke binnentemperatuur te verkrijgen, op zijn minst : - de waarde U van de bestaande wanden waardoor het te beschermen volume gedeeltelijk of geheel afgebakend wordt, de verbeteringsmaatregelen aanbevolen voor die wanden, het K-peil van het gebouw of van bedoeld gebouwgedeelte, en de waarden U na werkzaamheden aan de bestaande wanden die het beschermde volume afbakenen; - een omschrijving van het aanbevolen verwarmingssysteem en de melding van het globale rendement ervan, alsook de rendementen van de verschillende elementen die in dat globale rendement tussenkomen (distributie, emissie, productie, regeling).

Het premiebedrag is gelijk aan 60 % van de factuur of van de ereloonnota en mag niet hoger zijn dan 1.000 euro per audit en per gebouw. § 3. Er wordt een aanvullende premie toegekend aan de scholen die een subsidie genoten hebben voor de uitvoering van een energieaudit in het kader van het programma UREBA. Het premiebedrag wordt vastgelegd op 30 % van de in aanmerking komende prijs van de audit, zoals bepaald in artikel 3, §2, b, van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003, en mag niet hoger zijn dan 1.000 euro per gebouw.

Onderafdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 36.§ 1. Wat betreft de premies bedoeld in artikel 35, §§ 1 en 2, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur of van de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° een afschrift van de factuur of van de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties;3° het energieauditrapport. § 2. Wat betreft de premie bedoeld in artikel 35, § 3, wordt het dossier geacht te zijn ingediend met ingang van de kennisgeving van de toekenning van de subsidie in het kader van het programma UREBA. Afdeling 3. - - Investeringen die enkel voor de woning bestemd zijn

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investering

Art. 37.§1. Voor elk gebouw, met uitzondering van de eengezinswoningen en de appartementen waarvan de datum van bericht van ontvangst betreffende de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag na 30 april 2010 valt, wordt een premie toegekend voor de installatie, door een geregistreerde aannemer, van een verluchtingssysteem met warmterecuperator dat aan volgende criteria voldoet : 1° het globale thermische isolatieniveau K van de woning is gelijk aan 45° of minder of de woning beschikt over het attest « Construire avec l'énergie »;2° de woning is niet uitgerust met een elektrisch verwarmingssysteem, behalve voor de exclusieve verwarming van de badkamers of douches.De niet reversibele warmtepompen of de warmtepompen geïntegreerd in een nieuwe woning waarvoor het attest « Construire avec l'énergie » is afgegeven worden niet als elektrische verwarming beschouwd; 3° de verluchting behoort tot het type " mechanisch verluchtingsstelsel controle D" met warmterecuperator door middel van een warmtewisselaar met tegenstroom;4° het geheel van het geïnstalleerde ventilatiesysteem voldoet aan de vereisten van de norm NBN D 50 001;5° de warmtewisselaar heeft een minimumrendement van 85 % volgens de norm NBN EN 308;6° de installateur meet ter plaatse de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen om de installatie bij te stellen zoals het past. § 2. Het totaalbedrag van de premie is gelijk aan 75 % van de globale investering en mag niet hoger zijn dan 1.500 euro per uitgeruste wooneenheid in de woning. Deze premie mag niet gecumuleerd worden met de premie bedoeld in artikel 11 van dit besluit.

Onderafdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 38.Wat betreft de premies bedoeld in artikel 37, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht. § 1. In geval van indiening van een aanvraag voor een nieuwe ééngezinswoning in de zin van artikel 10, op de datum waarop het overeenstemmend premieaanvraagdossier ingediend moet worden.

Het aanvraagdossier betreffende de premie bedoeld in artikel 37 bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur betreffende de verrichte investeringen en prestaties;3° een verslag betreffende de metingen uitgevoerd in situ door de installateur van het ventilatiesysteem, van de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen, waarin nader bepaald wordt met welk systeem de debieten gemeten werden; § 2. In de overige gevallen, binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur betreffende de verrichte investeringen en prestaties.

Het aanvraagdossier betreffende de premie bedoeld in artikel 37 bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur betreffende de verrichte investeringen en prestaties;3° een verslag betreffende de metingen uitgevoerd in situ door de installateur van het ventilatiesysteem, van de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen, waarin nader bepaald wordt met welk systeem de debieten gemeten werden;4° het formulier voor de berekening van de aangegeven coëfficiënt K;5° een document met de beschrijving van alle wanden van de thermisch verliesoppervlakte van de woning en de berekening van de coëfficiënten U (of k);6° een afschrift van de plannen van alle niveaus en van de dwarsdoorsneden van de woning;7° een nota waarin het geïnstalleerde ventilatiesysteem beschreven wordt. HOOFDSTUK V. - Andere investeringen betreffende rationeel energiegebruik, uitsluitend bestemd voor woningen beheerd door de syndicus van een gebouw

Art. 39.In afwijking van artikel 4, eerste lid, wordt verstaan onder aanvrager in de zin van dit hoofdstuk elke syndicus van een gebouw, opdrachtgever van de investeringen en aangewezen overeenkomstig de bepalingen van Boek II, titel II, hoofdstuk III, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek betreffende de gedwongen medeëigendom van gebouwen of groepen van gebouwen. Afdeling 1. - Investeringen in alle woningen

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investering

Art. 40.Er wordt een premie toegekend bij de plaatsing, door een geregistreerde aannemer, van een systeem voor het beheer van de elektrische verlichtings- en apparatuurinstallaties onder 20 kWu per apparatuur waarmee de elektrische uitrusting in elk gebouw automatisch geregeld of uitgeschakeld kan worden.

Het premiebedrag is gelijk aan 30 % van het factuurbedrag en mag niet hoger zijn dan 15.000 euro per woning.

Onderafdeling 2 - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 41.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 40, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur of van de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur betreffende de verrichte investeringen of prestaties;de technische kenmerken van de toestellen worden vermeld op de factuur of, bij gebreke daarvan, op een nota van de verkoper die erbij gevoegd is, zodat nagegaan kan worden of de technische criteria in acht genomen worden; 3° een technische berekeningsnota op grond waarvan de verwachte energiebesparing in KWu geschat kan worden. Afdeling 2. - Investeringen voor de renovatie van een woning

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 42.§ 1. Er wordt een premie toegekend voor de volledige of gedeeltelijke vervanging van een verlichtingsysteem in geval van renovatie van een woning die een gecombineerde verbetering van de fotometrische en energieprestaties van het verlichtingssysteeem mogelijk maakt waarvan het geïnstalleerde vermogen na de werkzaamheden niet meer bedraagt dan : 1° tussen 3 W/m2 per 100 lux in een lage en brede gang (min 30 m x 2 m x 2,8 m) en 8,5 W/m2 per 100 lux in een hoge en smalle gang (min 30 m x 1 m x 3,5 m);2° 2,5 W/m2 per 100 lux in de andere lokalen. Het geïnstalleerde materiaal is voorzien van de ENEC-certificatie.

Verlichtingstoestellen uitgerust met fluorescerende lampen of ontladingslampen worden uitsluitend van elektronische ballasts voorzien. § 2. Het premiebedrag is gelijk aan : 1° 10 % van het bedrag van de factuur in geval van vermindering van het geïnstalleerde vermogen tussen 10 en 30 %;2° 20 % van het bedrag van de factuur in geval van vermindering van het geïnstalleerde vermogen tussen 30 en 50 %;4° 30 % van het bedrag van de factuur in geval van vermindering van het geïnstalleerde vermogen boven 50 %. Het premiebedrag is niet hoger dan 10.000 euro per woning. § 3. De installatie wordt door een geregistreerde aannemer uitgevoerd.

Art. 43.Er wordt een premie toegekend voor de analyse van het elektriciteitsverbruik in geval van renovatie van een woning die minstens 20 000 kWu per jaar verbruikt. De analyse van het elektriciteitsverbruik omvat de registratie van de elektriciteitsleveringen gedurende twee weken, de uitgave van het auditrapport, de melding van de voornaamste energiebesparingsmogelijkheden (technische maatregelen en investeringen), de kost ervan en de besparingen op energetisch en financieel vlak. De analyse wordt uitgevoerd door een auditeur erkend in het kader van de programma's AMURE of UREBA. Het premiebedrag is gelijk aan 50 % van het factuurbedrag betreffende de analyse en mag niet hoger zijn dan 1.000 euro per woning.

Onderafdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 44.Wat betreft de premies bedoeld in artikel 42, wordt het dossier door de aanvrager aan de beheerder van het elektriciteitsdistributienet gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur.

Dat dossier bevat : 1° het formulier en de desbetreffende bijlagen, die verkrijgbaar zijn bij de beheerder van het elektriciteitsdistributienet of de administratie, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen of prestaties;de technische kenmerken van de toestellen worden vermeld op de factuur, of, bij gebreke daarvan, op een nota van de verkoper die erbij gevoegd is, zodat kan worden nagegaan of de technische criteria in acht genomen worden; 3° een technische berekeningsnota op grond waarvan de fotometrische verbetering van de verlichting en de vermindering van het geïnstalleerde vermogen geschat kunnen worden;ook het geïnstalleerde vermogen per m2 per 100 lux wordt gespecificeerd.

Art. 45.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 43, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur of van de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur of de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties;3° een afschrift van het auditrapport bevattende de registratie van de elektriciteitslevering gedurende twee weken. TITEL 3. - Premies voor de openbare huisvestingsmaatschappijen HOOFDSTUK I. - Algemeen

Art. 46.Het voordeel van de krachtens deze titel toegekende premies is voorbehouden aan de openbare huisvestingsmaatschappijen, opdrachtgevers van de in aanmerking komende investeringen.

Onder openbare huisvestingsmaatschappij wordt verstaan elke rechtspersoon bedoeld in artikel 130 van de Waalse huisvestingscode, hierna « SLSP » genoemd.

Art. 47.Het gecumuleerde bedrag van de premies toegekend in het kader van deze titel is niet hoger dan een bedrag dat per jaar en per « SLSP » bepaald wordt als volgt : - 75.000 euro voor de « SLSP » die eigenaar zijn van minstens 1 000 woningen; - 100.000 euro voor de « SLSP » die eigenaar zijn van 1 000 à 3 000 woningen; - 125.000 euro voor de « SLSP » die eigenaar zijn van meer dan 3 000 woningen. HOOFDSTUK II. - Isolatiewerken Afdeling 1. - Renovatie van woningen

Art. 48.§ 1. In geval van renovatie van een gebouw wordt een premie van 10 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte toegekend voor de thermische isolatie van het dak of van de zolder uitgevoerd door een geregistreerde aannemer d.m.v. een isolatiemateriaal waarvan de warmteweerstandscoëfficiënt, R, gelijk is aan 3 m2K/W of meer. §2. Het isolatiemateriaal kan in verschillende lagen aangebracht worden. In dat geval is de som van de warmteweerstanden van de verschillende lagen groter dan of gelijk aan de coëfficiënt die in § 1 vastligt. § 3. Het bedrag van de premie bedoeld in § 1 wordt verhoogd met 3 euro per m2 voor isolatiewerken uitgevoerd d.m.v. van een natuurlijk isolatiemateriaal. § 4. Het globale bedrag van de premie wordt per jaar beperkt tot de isolatie van een maximale oppervlakte van 100 m2 per eengezinswoning en van 200 m2 voor elk ander gebouw.

Art. 49.§ 1. In geval van renovatie van een woning wordt een premie toegekend voor de thermische isolatie van de muren in contact met de externe omgeving of met een niet verwarmde of niet vorstvrije ruimte, als ze door een geregistreerde aannemer uitgevoerd wordt d.m.v. een isolatiemateriaal.

De premie wordt pas na uitvoering van een energieaudit toegekend, overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 69. De energieaudit bevestigt de relevantie van de isolatie van de muren. § 2. De coëfficiënt R van het isolatiemateriaal is gelijk aan of groter dan : a) 1,5 m2K/W voor de isolatie van de muren langs binnen;in dat geval bedraagt de premie 20 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte; b) 1,5 m2K/W voor de isolatie van de holle muren door het opvullen van de gleuf;in dat geval bedraagt de premie 10 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte; c) 2 m2K/W voor de isolatie van de muren langs de buitenkant van de bestaande wand;in dat geval bedraagt de premie 30 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte. § 3. De bedragen van de premie bedoeld in § 1 worden verhoogd met 3 euro per m2 voor isolatiewerken uitgevoerd d.m.v. van een natuurlijk isolatiemateriaal. § 4. Het globale bedrag van de premie wordt per jaar beperkt tot de isolatie van een maximale oppervlakte van 120 m2 per eengezinswoning of wooneenheid en van 240 m2 voor elke andere woning.

Art. 50.§ 1. In geval van renovatie van een woning wordt een premie toegekend voor de thermische isolatie van de vloeren uitgevoerd door een geregistreerde aannemer d.m.v. een isolatiemateriaal.

De premie wordt pas na uitvoering van een energieaudit toegekend, overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 69. De energieaudit bevestigt de relevantie van de isolatie van de vloeren. § 2. De coëfficiënt R van het isolatiemateriaal is gelijk aan of groter dan : a) 2 m2K/W voor de isolatie langs de onderkant van de vloer of in de structuur ervan;in dat geval bedraagt de premie 10 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte; b) 1,5 m2K/W voor de isolatie langs de bovenkant van de vloerstructuur;in dat geval bedraagt de premie 27 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte. § 3. De bedragen van de premie bedoeld in § 1 worden verhoogd met 3 euro per m2 voor isolatiewerken uitgevoerd d.m.v. van een natuurlijk isolatiemateriaal. § 4. Het globale bedrag van de premie wordt per jaar beperkt tot de isolatie van een maximale oppervlakte van 80 m2 per eengezinswoning en van 160 m2 voor elk ander gebouw. Afdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 51.Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 48, 49 en 50, wordt het dossier door de « Société wallonne du Logement » aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van goedkeuring van de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld; 2° de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken, alsook het originele of een afschrift van de facturen betreffende de materialen en de verrichte prestaties; 3° als eerst een energieaudit uitgevoerd moet worden, een afschrift van de vooraf uitgevoerde energieaudit. HOOFDSTUK III. - Verwarmingsinstallaties Afdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 52.§ 1. Er wordt een premie van 400 euro toegekend voor de installatie in een woning van een aardgasverwarmingsketel, enkele of dubbele dienst, laagtemperatuur met de label CE, overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 maart 1997 betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels of het koninklijk besluit van 11 maart 1988 betreffende de vereisten inzake rationeel energieverbruik die van toepassing zijn op de warmtegeneratoren, of voor de installatie van een condensatieluchtgenerator.

Deze toestellen zijn voorzien van het merkteken CE Belgique en functioneren op aardgas, categorieën I2E+, I2E(S)B, I2E(R)B, I2E(S) of I2E(R).

De gasgestookte centrale verwarmingsketel heeft een minimumrendement in geval van deellast van 107 % t.o.v. het lager warmtevermogen van het aardgas, waarbij dat rendement berekend wordt overeenkomstig de voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 maart 1997, met name 30 % van het nominaal vermogen met een temperatuur van terugvloeiend water van 30 °C. De verwarmingsketel of de warmeluchtgenerator voldoet aan het koninklijk besluit van 17 januari 2009 tot regeling van de stikstofoxides (NOX) en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders, met een nominaal thermisch vermogen van 400 kW of minder. § 2. Het bedrag van de premie bedoeld in § 1 wordt verhoogd en berekend als volgt : 1° als het vermogen gelijk is aan 150 kW of minder, wordt dat bedrag verhoogd met 25 euro per kW boven 50 kW; 2° als het vermogen hoger is dan 150 kW en gelijk aan 500 kW of minder, bedraagt de premie 2.900 euro, vermeerderd met 12 euro per kW boven 150 kW; 3° als het vermogen hoger is dan 500 kW, bedraagt de premie 7.100 euro, vermeerderd met 6 euro per kW boven 500 kW. Als verschillende verwarmingsketels op hetzelfde verwarmingscircuit aangesloten zijn, wordt één enkele premie toegekend. Het bedrag van de premie wordt berekend naar gelang van het gecumuleerde vermogen.

Het premiebedrag mag niet hoger zijn dan 12.500 euro per installatie. § 3. De installaties bedoeld in § 1 worden door een geregistreerde aannemer uitgevoerd. Indien deze aannemer niet over de aardgasvergunning beschikt (label CERGA), worden de installaties in ontvangst genomen en gecontroleerd door een instelling die geaccrediteerd is voor de controle op de binneninstallaties op aardgas. § 4. Het bedrag van de premie bedoeld in § 2 wordt eveneens met 200 euro verhoogd wanneer bedoeld gebouw het voorwerp is geweest van een energieaudit uitgevoerd overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 69 en waarvan de factuurdatum met niet meer dan drie maanden de datum van de slotfactuur betreffende de installatie mag overschrijden. § 5. Het bedrag van de premie bedoeld in § 2 wordt ook met 50 euro verhoogd voor de installatie en de aansluiting van het warmteregelingssysteem van de verwarmingsketel op een externe sonde of voor de installatie van elk ander systeem waarmee de warmteregeling van de verwarminsgketel functioneel gemaakt wordt. De installatie wordt door een geregistreerde aannemer uitgevoerd.

Art. 53.§ 1. Er wordt een premie toegekend bij de installatie, in een woning, van een biomassa verwarmingsketel met uitsluitend automatische voeding die voldoet aan de norm NBN EN 303-5, en waarvan het rendement, berekend volgens deze norm, hoger is dan 80 %. Indien het gaat om een ketel met bi-verbranding, wordt uitsluitend aardgas toegelaten.

Het bedrag van de premie wordt berekend als volgt : 1° als het vermogen gelijk is aan 50 kW of meer : bedraagt de premie 1.750 euro, verhoogd met 35 euro per kW tussen 50 en 100 kW; 2° als het vermogen hoger is dan 100 kW, bedraagt de premie 3.500 euro, verhoogd met 18 euro per kW tussen 100 en 500 kW; 3° als het vermogen hoger is dan 500 kW : bedraagt de premie 10.700 euro, verhoogd met 8 euro per kW boven 500 kW. Als verschillende verwarmingsketels op hetzelfde verwarmingscircuit aangesloten zijn, wordt één enkele premie toegekend. Het bedrag van de premie wordt berekend naar gelang van het gecumuleerde vermogen.

Het premiebedrag wordt beperkt tot 50 % van het factuurbedrag en mag niet hoger zijn dan 15.000 euro per installatie. § 2. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° biomassa : hernieuwbare plantaardige grondstoffen;2° uitsluitend automatische voeding : voedingssysteem dat nauwgezet voldoet aan de automatische voedingscriteria omschreven in de normen NBN EN 303-5. § 3. De installaties bedoeld in § 1 worden door een geregistreerde aannemer uitgevoerd.

Art. 54.§ 1. Er wordt een premie toegekend voor de installatie, in elk gebouw, van aërothermen, warmeluchtgeneratoren met condensatie en stralingstoestellen.

Het bedrag van de premie wordt berekend als volgt : 1° waterdichte aërothermen : 12,5 euro per kW;2° aërothermen met condensatie : 25 euro per kW;3° warmeluchtgeneratoren met condensatie : 25 euro per kW;4° stralingstoestel van klasse 2, stralingspercentage tussen 50 en 60 % : 15 euro per kW;5° stralingstoestel van klasse 2, stralingspercentage tussen 60 en 70 % : 20 euro per kW;6° stralingstoestel van klasse 2, stralingspercentage van 70 % of meer : 25 euro per kW. Het premiebedrag wordt beperkt tot : 1° 6.250 euro voor waterdichte aërothermen; 2° 12.500 euro aërothermen met condensatie; 3° 7.500 euro voor stralingstoestellen van klasse 2, stralingspercentage tussen 50 en 60 %; 4° 10.000 euro voor stralingstoestellen van klasse 2, stralingspercentage tussen 60 en 70 %; 5° 12.500 euro voor stralingstoestellen van klasse 2, stralingspercentage van 70 % of meer.

Het premiebedrag mag niet hoger zijn dan 12.500 euro per gebouw. § 2. De rendementsvoet van de toestellen bedoeld in §1 wordt bevestigd door een onafhankelijk laboratorium dat volgens de norm NBN EN ISO 17025 erkend is om controles uit te voeren overeenkomstig de Europese normen van toepassing op bedoelde gastoestellen. Deze toestellen werken op aardgas (categorieën I2E+, I2E(S)B, I2E(R)B, I2E(S) of I2E(R) indien toepasselijk) en zijn voorzien van het merkteken CE Belgique indien het toepasselijk is. § 3. De installaties bedoeld in § 1 worden door een geregistreerde aannemer uitgevoerd. Indien deze aannemer niet over de aardgasvergunning beschikt (label CERGA), worden de installaties in ontvangst genomen en gecontroleerd door een instelling die geaccrediteerd is voor de controle op de binneninstallaties op aardgas.

Art. 55.§ 1. Er wordt een premie van 1.500 euro toegekend bij de installatie van een warmtepomp die voldoet aan de criteria bedoeld in bijlage 3 voor de verwarming van een woning die voldoet aan de verluchtingscriteria overeenkomstig de wetgeving van kracht op de datum van bericht van ontvangst van de laatste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. De woning heeft een globaal thermisch isolatieniveau K van 45 of minder of beschikt over het attest « Construire avec l'énergie ».

De reversibele warmtepompen voor de koeling van de woningen komen niet in aanmerking voor de premie. Bovendien mag de woning niet met een elektrisch verwarmingssysteem uitgerust zijn, behalve voor de exclusieve verwarming van de badkamers of douches. § 2. Per wooneenheid worden de premies beperkt, hetzij tot de installatie van een warmtepomp voor verwarming en van een warmtepomp voor de productie van sanitair warmwater, hetzij tot de installatie van een gecombineerde warmtepomp. § 3. De installatie wordt door een geregistreerde aannemer uitgevoerd. Afdeling 2. - - In aanmerking komende investeringen inzake sanitair

warmwater

Art. 56.§ 1. Er wordt een premie toegekend voor de installatie, in een woning, van een aardgasboiler voor ogenblikkelijk warmwater zonder waakvlam, met modulerende vlam en met dubbele flux. De boiler is ingedeeld in de categorie I2E+ en voorzien van de label CE Belgique.

De premie bedraagt 75 euro voor de installaties met een nominaal debiet van maximum 10 liter per minuut en 125 euro voor de installaties met een nominaal debiet boven 10 liter per minuut. § 2. Er wordt een premie toegekend voor de installatie, in een woning, van een warmeluchtgenerator met condensatie op aardgas (categorie I2E+, I2E(S)B, I2E(R)B, I2E(S) of I2E indien toepasselijk), met de label CE Belgique.

De premie bedraagt 25 euro per KW en mag niet hoger zijn dan 12.500 euro per installatie. § 3. De installaties bedoeld in de §§ 1 en 2 worden door een geregistreerde aannemer uitgevoerd. Indien deze aannemer niet over de aardgasvergunning beschikt (label CERGA), worden de installaties in ontvangst genomen en gecontroleerd door een instelling die geaccrediteerd is voor de controle op de binneninstallaties op aardgas.

Art. 57.§ 1. Er wordt een premie van 750 euro toegekend voor de installatie, door een geregistreerde aannemer, van een warmtepomp voor de verwarming van het sanitaire warmwater van de woning die voldoet de criteria bedoeld in bijlage 3. § 2. Per wooneenheid worden de premies beperkt, hetzij tot de installatie van een warmtepomp voor de productie van sanitair warmwater en van een warmtepomp voor de verwarming van de woning, hetzij tot de installatie van een gecombineerde warmtepomp. Afdeling 3. - In aanmerking komende investeringen inzake sanitair

warmwater

Art. 58.§ 1. Er wordt een premie van 2.250 euro toegekend bij de installatie van een warmtepomp (combinatie verwarming-sanitair warmwater) die voldoet aan de criteria bedoeld in bijlage 3 voor de verwarming van een woning die voldoet aan de verluchtingscriteria overeenkomstig de wetgeving van kracht op de datum van bericht van ontvangst van de laatste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. De woning heeft een globaal thermisch isolatieniveau K van 45 of minder of beschikt over het attest « Construire avec l'énergie ».

De reversibele warmtepompen voor de koeling van de gebouwen komen niet in aanmerking voor de premie. Bovendien mag de woning niet met een elektrisch verwarmingssysteem uitgerust zijn, behalve voor de exclusieve verwarming van de badkamers of douches. § 2. Per wooneenheid worden de premies beperkt, hetzij tot de installatie van een warmtepomp voor verwarming en van een warmtepomp voor de productie van sanitair warmwater, hetzij tot de installatie van een gecombineerde warmtepomp. § 3. De installatie wordt door een geregistreerde aannemer uitgevoerd. Afdeling 4. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 59.Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 52, 54 en 56, wordt het dossier door de « Société wallonne du Logement » aan de gasdistributienetbeheerder gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van goedkeuring van de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld; 2° de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken, alsook het originele of een afschrift van de facturen betreffende de materialen en de verrichte prestaties; 3° één van de volgende documenten : hetzij een afschrift van het door de bevoegde installateur opgestelde conformiteitsattest van de installatie, samen met een afschrift van zijn bevoegdheidscertificaat, hetzij een afschrift van het proces-verbaal van oplevering van de installatie door de controle-instelling geaccrediteerd om controle te voeren op aardgasinstallaties;4° wat betreft de premie bedoeld in artikel 52 : a) wanneer een premieverhoging krachtens artikel 20, § 3, aangevraagd wordt, een afschrift van de energie-audit uitgevoerd overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 69; b) wanneer een premieverhoging krachtens artikel 52, § 5, aangevraagd wordt, een afschrift van de aannemer i.v.m. de effectieve werking van het warmteregelingssysteem.

Art. 60.Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 53, 55, 57 en 58, wordt het dossier door de « Société wallonne du Logement » aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van goedkeuring van de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld; 2° de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken, alsook het originele of een afschrift van de facturen betreffende de materialen en de verrichte prestaties; 3° voor de premie bedoeld in de artikelen 55 en 58 : a) hetzij het verslag betreffende de test uitgevoerd door een laboratorium overeenkomstig de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 : 2005 voor de uitvoering van tests op warmtepompen volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test;b) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de fabrikant gevestigd is, een testverslag volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 : 2005 voor de uitvoering van tests op andere toepassingen.4° voor de premie bedoeld in artikel 57 : a) hetzij het verslag betreffende de test uitgevoerd door een laboratorium overeenkomstig de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 : 2005 voor de uitvoering van tests op warmtepompen volgens de norm NBN EN 255-3 van kracht bij de uitvoering van de test;b) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de fabrikant gevestigd is, een testverslag volgens de norm NBN EN 255-3 van kracht bij de uitvoering van de test, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen bepaald bij de norm NBN EN ISO/IEC 17025 : 2005 voor de uitvoering van tests op andere toepassingen. HOOFDSTUK IV. - Andere investeringen betreffende rationeel energiegebruik (URE) Afdeling 1. - Investeringen in alle woningen

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 61.§ 1. Er wordt een premie toegekend bij de door een geregistreerde aannemer uitgevoerde installatie van een verluchtingssysteem met warmterecuperator in een woning die aan volgende criteria voldoet : 1° het globale thermische isolatieniveau K van de woning is gelijk aan 45° of minder of de woning beschikt over het attest « Construire avec l'énergie »;2° de woning is niet uitgerust met een elektrisch verwarmingssysteem, behalve voor de exclusieve verwarming van de badkamers of douches.De niet reversibele warmtepompen of de warmtepompen geïntegreerd in een nieuwe woning waarvoor het attest « Construire avec l'énergie » is afgegeven worden niet als elektrische verwarming beschouwd; 3° de verluchting behoort tot het type " mechanisch verluchtingsstelsel controle D" met warmterecuperator door middel van een warmtewisselaar met tegenstroom;4° het geheel van het geïnstalleerde ventilatiesysteem voldoet aan de vereisten van de norm NBN D 50 001;5° de warmtewisselaar heeft een minimumrendement van 85 % volgens de norm NBN EN 308;6° de installateur meet ter plaatse de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen om de installatie bij te stellen zoals het past. § 2. Het totaalbedrag van de premie is gelijk aan 75 % van de globale investering en mag niet hoger zijn dan 1.500 euro per wooneenheid.

Art. 62.Er wordt een premie toegekend bij de installatie, in een woning, van een kwalitatieve micro-warmtekrachtkoppelinginstallatie die een besparing oplevert van minstens 10 % kooldioxide ten opzichte van de kooldioxide-uitstoot afkomstig van de afzonderlijke producties van dezelfde hoeveelheden warmte en elektriciteit in moderne referentie-installaties waarvan de jaarlijkse bedrijfsrendementen jaarlijks door de Cwape worden vastgelegd en gepubliceerd. De in aanmerking genomen warmte is de nuttige warmte, namelijk de warmte die effectief gebruikt wordt voor warmtebehoeften buiten het wamtekrachtkoppelingsproces.

Het premiebedrag is gelijk aan 20 % van het factuurbedrag en mag niet hoger zijn dan 15.000 euro per installatie.

De installatie wordt door een geregistreerde aannemer uitgevoerd.

Art. 63.Er wordt een premie toegekend voor de uitvoering van de thermografie van een woning.

Het auditrapport per thermografie vermeldt de mogelijke verbeteringen betreffende de mantel van het gebouw.

Het premiebedrag is gelijk aan 50 % van de factuur of van de ereloonnota en mag niet hoger zijn dan 200 euro per audit voor een ééngezinswoning of dan 700 euro per audit en per gebouw in de overige gevallen.

Art. 64.Er wordt een premie toegekend bij de plaatsing, door een geregistreerde aannemer, van een systeem voor het beheer van de elektrische verlichtings- en apparatuurinstallaties onder 20 kWh per apparatuur waarmee de elektrische uitrusting in elk gebouw automatisch geregeld of uitgeschakeld kan worden.

Het premiebedrag is gelijk aan 30 % van het factuurbedrag en mag niet hoger zijn dan 15.000 euro per woning.

Onderafdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 65.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 61, wordt het dossier door de « Société wallonne du Logement » aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van goedkeuring van de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld; 2° de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken, alsook het originele of een afschrift van de facturen betreffende de materialen en de verrichte prestaties; 3° een verslag betreffende de metingen uitgevoerd in situ door de installateur van het ventilatiesysteem, van de debieten bij de uit- en ingang van de verschillende ventilatieopeningen, waarin nader bepaald wordt met welk systeem de debieten gemeten werden;4° het formulier voor de berekening van de aangegeven coëfficiënt K;5° een document met de beschrijving van alle wanden van de thermisch verliesoppervlakte van de woning en de berekening van de coëfficiënten U (of k);6° een afschrift van de plannen van alle niveaus en van de dwarsdoorsneden van de woning;7° een nota waarin het geïnstalleerde ventilatiesysteem beschreven wordt.

Art. 66.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 62, wordt het dossier door de « Société wallonne du Logement » aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van kennisgeving van de aanvaardingsbeslissing van de Cwape betreffende de voorafgaande aanvraag tot toekenning van groene certificaten en labels van garantie van oorsprong.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld; 2° de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken, alsook het originele of een afschrift van de facturen betreffende de materialen en de verrichte prestaties; 3° het afschrift van de kennisgeving van de aanvaardingsbeslissing van de Cwape betreffende de voorafgaande aanvraag tot toekenning van groene certificaten en labels van garantie van oorsprong;4° indien de installatie aardgas gebruikt, één van de volgende stukken : een afschrift van het door de bevoegde installateur opgestelde conformiteitsattest van de installatie, samen met een afschrift van zijn bevoegdheidscertificaat of een afschrift van het proces-verbaal van oplevering van de installatie door de controle-instelling geaccrediteerd om controle te voeren op aardgasinstallaties.

Art. 67.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 63, wordt het dossier door de « Société wallonne du Logement » aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van goedkeuring van de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld; 2° de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken, alsook het originele of een afschrift van de factuur of van de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties; 3° het auditrapport bevattende de gegevens bedoeld in artikel 63.

Art. 68.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 64, wordt het dossier door de « Société wallonne du Logement » aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van goedkeuring van de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld; 2° de eindrekening D.1. betreffende de verrichte prestaties, alsook het originele of een afschrift van de factuur betreffende de verrichte prestaties; 3° de technische kenmerken van de toestellen worden vermeld op de factuur of, bij gebreke daarvan, op een nota van de verkoper die erbij gevoegd is, zodat er nagegaan kan worden of de technische criteria in acht genomen worden;4° een technische berekeningsnota op grond waarvan de verwachte energiebesparing in KW geschat kan worden. Afdeling 2. - Investeringen voor de renovatie van een woning

Onderafdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 69.§ 1. In geval van renovatie van een gebouw wordt een premie toegekend voor de uitvoering van een globale energieaudit van een ééngezinswoning.

De energieaudit wordt uitgevoerd door een auditeur erkend door het Waalse Gewest voor de uitvoering van energieaudits in de huisvestingssector, in het kader van en overeenkomstig de procedure van het besluit van de Waalse Regering van 1 juni 2006 tot vaststelling van de modaliteiten voor de erkenning van de auditeurs die energieaudits in de huisvestingssector uitvoeren.

Het premiebedrag is gelijk aan 60 % van de factuur of van de ereloonnota en mag niet hoger zijn dan 360 euro per audit. § 2. In geval van renovatie wordt een premie toegekend voor de uitvoering van een globale energieaudit van elke andere woning dan die bedoeld in § 1 : 1° de energieaudit wordt uitgevoerd hetzij door auditeur erkend in het kader van de programma's AMURE of UREBA, hetzij door een auditeur erkend door het Waalse Gewest voor de uitvoering van energieaudits in de huisvestingssector, in het kader van en overeenkomstig de procedure van het besluit van de Waalse Regering van 1 juni 2006 tot vaststelling van de modaliteiten voor de erkenning van de auditeurs die energieaudits in de huisvestingssector uitvoeren;2° het auditrapport vermeldt op zijn minst : de prestatie van de mantel van het gebouw, namelijk het K-peil, het detail van de thermische prestaties van de verschillende wanden, de prestatie van het verwarmingssysteem, alsook gecijferde verbeteringen betreffende de mantel van het gebouw en de systemen. Het premiebedrag is gelijk aan 60 % van de factuur of van de ereloonnota en mag niet hoger zijn dan 1.000 euro per audit en per gebouw.

Art. 70.In geval van renovatie van een woning wordt een premie toegekend voor de volledige of gedeeltelijke vervanging van een binnenverlichtingsysteem dat een gecombineerde verbetering van de fotometrische en energieprestaties van het verlichtingssysteem mogelijk maakt waarvan het geïnstalleerde vermogen na de werkzaamheden niet meer bedraagt dan : 1° tussen 3 W/m2 per 100 lux in een lage en brede gang (min 30 m x 2 m x 2,8 m) en 8,5 W/m2 per 100 lux in een hoge en smalle gang (min 30 m x 1 m x 3,5 m);2° 2,5 W/m2 per 100 lux in de andere lokalen. Het geïnstalleerde materiaal is voorzien van de ENEC-certificatie.

Verlichtingstoestellen uitgerust met fluorescerende lampen of ontladingslampen worden uitsluitend van elektronische ballasts voorzien.

Het bedrag van de premie is gelijk aan : 1° 10 % van het bedrag van de factuur in geval van vermindering van het geïnstalleerde vermogen tussen 10 en 30 %;2° 20 % van het bedrag van de factuur in geval van vermindering van het geïnstalleerde vermogen tussen 30 en 50 %;3° 30 % van het bedrag van de factuur in geval van vermindering van het geïnstalleerde vermogen boven 50 %. Het premiebedrag mag niet hoger zijn dan 10.000 euro per woning.

De installatie wordt door een geregistreerde aannemer uitgevoerd.

Art. 71.In geval van renovatie wordt een premie toegekend voor de analyse van het elektriciteitsverbruik van een woning die minstens 20 000 kWu per jaar verbruikt. De analyse van het elektriciteitsverbruik omvat de registratie van de elektriciteitsleveringen gedurende twee weken, de uitgave van het auditrapport, de melding van de voornaamste energiebesparingsmogelijkheden (technische maatregelen en investeringen), de kost ervan en de besparingen op energetisch en financieel vlak. De analyse wordt uitgevoerd door een auditeur erkend in het kader van de programma's AMURE of UREBA. Het premiebedrag is gelijk aan 50 % van het factuurbedrag betreffende de analyse en mag niet hoger zijn dan 1.000 euro per woning.

Onderafdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 72.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 69, wordt het dossier door de « Société wallonne du Logement » aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van goedkeuring van de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° een afschrift van de factuur of van de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties;3° het energieauditrapport.

Art. 73.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 70, wordt het dossier door de « Société wallonne du Logement » aan de beheerder van het elektriciteitsdistributienet gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van goedkeuring van de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken.

Dat dossier bevat : 1° het formulier en de desbetreffende bijlagen, die verkrijgbaar zijn bij de beheerder van het elektriciteitsdistributienet of de administratie, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen of prestaties;de technische kenmerken van de toestellen worden vermeld op de factuur, of, bij gebreke daarvan, op een nota van de verkoper die erbij gevoegd is, zodat er nagegaan kan worden of de technische criteria in acht genomen worden; 3° een technische berekeningsnota op grond waarvan de fotometrische verbetering van de verlichting en de vermindering van het geïnstalleerde vermogen geschat kunnen worden;ook het geïnstalleerde vermogen per m2 per 100 lux wordt gespecificeerd.

Art. 74.Wat betreft de premie bedoeld in artikel 71, wordt het dossier door de « Société wallonne du Logement » aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van goedkeuring van de eindrekening D.1. betreffende de uitgevoerde werken.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld; 2° de eindrekening D.1. betreffende de verrichte prestaties, alsook het originele of een afschrift van de factuur of van de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties; 3° een afschrift van het auditrapport bevattende de registratie van de elektriciteitslevering gedurende twee weken. TITEL 4. - Premies die enkel voor rechtspersonen bestemd zijn HOOFDSTUK I. - Algemeen

Art. 75.§ 1. In de zin van deze titel wordt verstaan onder : 1° « aanvrager » : elke rechtspersoon, opdrachtgever van de investeringen, met uitsluiting van de syndicus van een gebouw bedoeld in artikel 39 en van de openbare huisvestingsmaatschappijen bedoeld in artikel 46, die in het Waalse Gewest een investering verrichten die in aanmerking komt in de zin van deze titel : 2° « technische exploitatie-eenheid » : geheel van technische componenten dat een ondeelbare groep vormt waarmee een dienst verstrekt of een product verwezenlijkt kan worden. § 2. Wat betreft de premies toegekend in het kader van deze titel, wordt het bedrag van de facturen exclusief btw berekend indien de rechthebbende op de premie aan die belasting onderworpen is. § 3. Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de aanvrager een premie verkrijgen waarvan het bedrag en de toekenningsvoorwaarden als volgt zijn vastgelegd. HOOFDSTUK II. - Industriële aardgasinstallaties Afdeling 1. - In aanmerking komende investeringen

Art. 76.§ 1. Er wordt een premie toegekend voor de installatie van elk systeem voor de warmterecuperatie van rookgassen in industriële en ambachtelijke ovens en in droogtoestellen op aardgas of in verwarmingsketels en stoomgeneratoren. De recuperatie wordt verkregen door de installatie van één van de volgende technieken : 1° onafhankelijke specifieke recuperatoren geplaatst aan de uitgang van de ovens op het circuit van de rookgassen;2° zelfrecupererende branders uitgerust met hun eigen recuperator voor de voorverwarming van de verbrandingslucht;3° paar regeneratieve branders, de eerste in de verwarmingsfase van de oven, de tweede in de recuperatiefase, met warmteaccumulatie. Het bedrag van de premie is gelijk aan 50 euro per gerecupereerde kW, beperkt tot 50 % van het factuurbedrag, en mag niet hoger zijn dan 12.500 euro per installatie. § 2. Voor de premies boven 2.000 euro wordt het aantal gerecupereerde kW geverifieerd en wordt de installatie in situ onderzocht door een onafhankelijk laboratorium erkend volgens de norm NBN EN ISO 17025 voor de controles overeenkomstig de Europese normen die van toepassing zijn op bedoelde gastoestellen. § 3. Deze toestellen werken op aardgas (categorieën I2E+, I2E(S)B, I2E(R)B, I2E(S) of I2E(R) indien toepasselijk) en zijn voorzien van het merkteken CE Belgique indien het toepasselijk is.

Art. 77.§ 1. Er wordt een premie toegekend voor de installatie van een systeem voor brede modulering van de aardgasbrander dat een efficiëntere regeling mogelijk maakt, met name de plaatsing van moderne modulerende aardgasbranders in een vork van minstens 25 à 100 % op industriële ovens of ketels.

De premie bedraagt 3,75 euro per kW. Het premiebedrag wordt beperkt tot 50 % van het factuurbedrag en mag niet hoger zijn dan 12.500 euro per installatie. § 2. De modulatiediepte wordt vastgesteld door een onafhankelijk laboratorium erkend volgens de norm NBN EN ISO 17025 voor de controles overeenkomstig de Europese normen die van toepassing zijn op bedoelde gastoestellen. § 3. Deze toestellen werken op aardgas (categorieën I2E+, I2E(S)B, I2E(R)B, I2E(S) of I2E(R) indien toepasselijk) en zijn voorzien van het merkteken CE Belgique indien het toepasselijk is.

Art. 78.§ 1. Er wordt een premie toegekend voor de installatie van een systeem van direct vuur met aardgas op de te verwarmen producten.

Het concept van direct vuur impliceert een perfecte harmonie van de branders, de ovens en de te verwarmen producten, die verkregen wordt wanneer de temperatuur van deze producten als overal bevredigend wordt beschouwd.

De installaties bedoeld in het eerste lid omvatten o.a. : 1° aardgasbranders met directe vlam en stralingsbuizen;2° aardgasbranders bestemd voor droogkamers, voor de verwarming van baden voor de thermische behandeling van metalen, voor naverbranding en voor de technieken van « make up air ». De premie bedraagt 12,5 euro per kW. Het premiebedrag wordt beperkt tot 50% van het factuurbedrag en mag niet hoger zijn dan 12.500 euro per installatie. § 2. Voor de premies boven 2.000 euro moet de aanwezigheid van een directe vlam in situ worden nagekeken door een onafhankelijk laboratorium erkend volgens de norm NBN EN ISO 17025 voor de controles overeenkomstig de Europese normen die van toepassing zijn op bedoelde gastoestellen. § 3. Deze toestellen werken op aardgas (categorieën I2E+, I2E(S)B, I2E(R)B, I2E(S) of I2E(R) indien toepasselijk) en zijn voorzien van het merkteken CE Belgique indien het toepasselijk is. Afdeling 2. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 79.Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 76, 77 en 78, wordt het dossier door de aanvrager aan de gasdistributienetbeheerder gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur.

Dat dossier bevat : 1° het formulier en de desbetreffende bijlagen, die verkrijgbaar zijn bij de gasdistributienetbeheerder of de administratie, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen of prestaties;de technische kenmerken van de toestellen worden vermeld op de factuur, of, bij gebreke daarvan, op een nota van de verkoper die erbij gevoegd is, zodat er kan worden nagegaan of de technische criteria in acht genomen worden; 3° een technische berekeningsnota op grond waarvan de verwachte energiebesparing in KW geschat kan worden; 4° voor de premies bedoeld in de artikelen 76 en 78, het rapport van het erkende onafhankelijk laboratorium als het premiebedrag hoger is dan 2.000 euro; 5° voor de industriële aardgasinstallaties, een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat de installatie volgens de regels van de kunst is uitgevoerd;6° voor alle andere aardgasinstallaties, een afschrift van het proces-verbaal van oplevering van de installatie door de controleinstelling geaccrediteerd om controle uit te oefenen op aardgasinstallaties of een afschrift van het door de bevoegde installateur opgestelde conformiteitsattest van de installatie, samen met een afschrift van zijn bevoegdheidscertificaat, al naar gelang van het geval. HOOFDSTUK III. - Elektrische installaties Afdeling 1. - In aanmerking komende investeringen in elk gebouwtype

Art. 80.Er wordt een premie toegekend bij de plaatsing, door een geregistreerde aannemer, van een systeem voor het beheer van de elektrische verlichtings- en apparatuurinstallaties onder 20 kWh per apparatuur waarmee de elektrische uitrusting in elk gebouw automatisch geregeld of uitgeschakeld kan worden.

Het premiebedrag is gelijk aan 30 % van het factuurbedrag en mag niet hoger zijn dan 15.000 euro per technische exploitatie-eenheid.

Art. 81.Er wordt een premie toegekend voor de installatie van : 1° een snelheidsvariator met frequentievariatie op een compressor, een ventilatiesysteem en een pomp;2° een compressor, pomp en ventilatiesysteem uitgerust met een snelheidsvariator met frequentievariatie. De energiebesparing bedraagt minstens 10 %.

De snelheidsvariator of de compressor, de pomp en het ventilatiesysteem uitgerust met een geïntegreerde frequentievariator dragten het EG-label en voldoen aan het koninklijk besluit van 28 februari 2007 betreffende de elektromagnetische compatibiliteit en aan het koninklijk besluit van 23 maart 1977 betreffende het op de markt brengen van elektrisch materieel.

De premie bedraagt 100 euro per kW nominaal vermogen van de motor en wordt beperkt tot 5.000 euro per technische exploitatie-eenheid.

Art. 82.Er wordt een premie toegekend voor de installatie van een inrichting voor kouderegeling en voor optimalisatie van de ontdooiingscycli, op voorwaarde dat een energiebesparing van minstens 20 % gerealiseerd wordt. Het gaat om een inrichting die de cycli van de compressoren controleert en die de ontdooiingscycli optimaliseert.

De premie bedraagt 1.250 euro per koudegroep van minstens 15 elektrische kW die met deze voorziening is uitgerust. Afdeling 2. - Investeringen voor de renovatie van een gebouw

Art. 83.In geval van renovatie wordt een premie toegekend voor de volledige of gedeeltelijke vervanging van een verlichtingsysteem dat een gecombineerde verbetering van de fotometrische en energieprestaties van het verlichtingssysteeem mogelijk maakt waarvan het geïnstalleerde vermogen na de werkzaamheden niet meer bedraagt dan : 1° 3 W/m2 per 100 lux in sporthallen en zwembaden;2° 3 W/m2 per 100 lux in lokalen voor medisch gebruik;3° tussen 3 W/m2 per 100 lux in een lage en brede gang (min 30 m x 2 m x 2,8 m) en 8,5 W/m2 per 100 lux in een hoge en smalle gang (min 30 m x 1 m x 3,5 m);4° 2,5 W/m2 per 100 lux in kantoren en andere lokalen. Het geïnstalleerde materiaal is voorzien van de ENEC-certificatie.

Verlichtingstoestellen uitgerust met fluorescerende lampen of ontladingslampen worden uitsluitend van elektronische ballasts voorzien.

Het bedrag van de premie is gelijk aan : 1° 10 % van het bedrag van de factuur in geval van vermindering van het geïnstalleerde vermogen tussen 10 en 30 %;2° 20 % van het bedrag van de factuur in geval van vermindering van het geïnstalleerde vermogen tussen 30 en 50 %;3° 30 % van het bedrag van de factuur in geval van vermindering van het geïnstalleerde vermogen boven 50 %. Het premiebedrag mag niet hoger zijn dan 10.000 euro per exploitatie-eenheid.

Art. 84.In geval van renovatie wordt een premie toegekend voor de analyse van het elektriciteitsverbruik van een exploitatie-eenheid die minstens 20 000 elektrische kWu per jaar verbruikt. De analyse van het elektriciteitsverbruik omvat de registratie van de elektriciteitsleveringen gedurende twee weken, de uitgave van het auditrapport door een auditeur erkend in het kader van de programma's AMURE of UREBA en de melding van de voornaamste energiebesparingsmogelijkheden (technische maatregelen en investeringen), de kost ervan en de besparingen op energetisch en financieel vlak.

Het premiebedrag is gelijk aan 50 % van het factuurbedrag betreffende de analyse en mag niet hoger zijn dan 1.000 euro per technische exploitatie-eenheid. Afdeling 3. - Procedure tot indiening van de aanvraag

Art. 85.Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 81, 82 en 83, wordt het dossier door de aanvrager aan de beheerder van het elektriciteitsdistributienet gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur.

Dat dossier bevat : 1° het formulier en de desbetreffende bijlagen, die verkrijgbaar zijn bij de beheerder van het elektriciteitsdistributienet of de administratie, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur voor de verrichte investeringen of prestaties;de technische kenmerken van de toestellen worden vermeld op de factuur, of, bij gebreke daarvan, op een nota van de verkoper die erbij gevoegd is, zodat er nagegaan kan worden of de technische criteria in acht genomen worden; 3° voor de premies bedoeld in de artikelen 81 en 82, een technische berekeningsnota op grond waarvan de verwachte energiebesparing in kWu geschat kan worden;4° voor de premie bedoeld in artikel 83, een technische berekeningsnota op grond waarvan de fotometrische verbetering van de verlichting en de vermindering van het geïnstalleerde vermogen geschat kunnen worden;ook het geïnstalleerde vermogen per m2 per 100 lux wordt gespecificeerd.

Art. 86.Wat betreft de premies bedoeld in de artikelen 80 en 84, wordt het dossier door de aanvrager aan de administratie gericht binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van de slotfactuur of van de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties.

Dat dossier bevat : 1° het formulier dat bij de administratie verkrijgbaar is en de desbetreffende bijlagen, behoorlijk ingevuld;2° het originele of een afschrift van de factuur of de ereloonnota betreffende de verrichte prestaties;3° voor de premie bedoeld in artikel 80, een technische berekeningsnota op grond waarvan de verwachte energiebesparing in kWu geschat kan worden;de technische kenmerken van de toestellen worden vermeld op de factuur of, bij gebreke daarvan, op een nota van de verkoper die erbij gevoegd is, zodat er nagegaan kan worden of de technische criteria in acht genomen worden; 4° voor de premie bedoeld in artikel 84, een afschrift van het auditrapport bevattende de registratie van de elektriciteitslevering gedurende twee weken. TITEL 5. - Procedure en modaliteiten tot uitkering van de premies bedoeld in de titels II tot IV HOOFDSTUK I. - Modaliteiten betreffende de administratieve behandeling van de aanvragen

Art. 87.§ 1. De netbeheerder of de administratie, al naar gelang van het geval, stuurt binnen een termijn van veertig dagen, te rekenen van de dag volgend op de datum van ontvangst van de aanvraag, een bericht van ontvangst aan de aanvrager waarin nader bepaald wordt of zijn dossier al dan niet volledig is.

Als het dossier onvolledig is of als verzocht wordt om bewijsstukken die nodig geacht worden voor het begrip of het onderzoek van de elementen van het dossier, wordt de aanvrager in het schrijven bedoeld in het eerste lid gewezen op de te verstrekken gegevens.

De aanvrager beschikt over een termijn van zeventig dagen om het geheel van de gevraagde gegevens over te maken. Die termijn gaat in de dag volgend op de datum van verzending van het schrijven waarin om de aanvullende gegevens wordt verzocht.

Het dossier wordt afgesloten indien het geheel van de gevraagde gegevens niet wordt overgemaakt binnen de termijn voorgeschreven in het tweede lid.

De netbeheerder of de administratie, al naar gelang van het geval, stuurt binnen een termijn van honderdtwintig dagen, te rekenen van de dag volgend op de datum van ontvangst van de aanvraag, een schrijven aan de aanvrager met de beslissing die i.v.m. de aanvraag is genomen.

De termijn van hondertwintig dagen wordt opgeschort op de datum van de aanvraag van de aanvullende gegevens tot de kennisgeving van het geheel van de gevraagde informatie.

Het bedrag van de premie wordt door de administratie of de netbeheerder, al naar gelang van het geval, uitgekeerd binnen twintig kalenderdagen, te rekenen van de datum van kennisgeving van de aanvaarding van de aanvraag. § 2. Elke weigeringsbrief vermeldt de beroepsmogelijkheid bedoeld in titel VI, alsook de modaliteiten en de procedure die erop toepasselijk zijn. § 3. De netbeheerder of de administratie, al naar gelang van het geval, beschikt over een termijn van drie jaar, die ingaat de dag waarop het bedrag van de premie wordt betaald, om na te gaan of de aanvraag voldoet aan de toekenningsvoorwaarden bedoeld in de Titels II, III en IV van dit besluit en om, desnoods, het toegekende premiebedrag terug te vorderen als de voorwaarden niet vervuld zijn.

Art. 88.§ 1. In afwijking van de artikelen 51, 59, 60, 65, 66, 67, 68, 72, 73 en 74, kunnen de in artikel 43 bedoelde aanvragers vóór de uitvoering van de krachtens Titel III in aanmerking komende werken aan de administratie een dossier richten m.b.t. de premies die er behandeld worden. Dat dossier bevat : 1° het formulier voor de voorafgaande aanvraag, alsook de desbetreffende bijlagen, die verkrijgbaar zijn bij de administratie, behoorlijk ingevuld;2° de budgettaire raming van de te verrichten investeringen. De administratie stuurt binnen dertig dagen na ontvangst van de voorafgaande aanvraag een bericht van ontvangst naar de openbare huisvestingsmaatschappij waarin ze aangeeft of het dossier al dan niet volledig is.

Indien het dossier onvolledig verklaard wordt, beschikt de openbare huisvestingsmaatschappij over een termijn van veertig dagen, te rekenen van de dag volgend op de datum van verzending van het door de administratie overgemaakte bericht van ontvangst, om alle aanvullende gegevens en gevraagde informatie te verstrekken.

Indien de openbare huisvestingsmaatschappij de gevraagde gegevens na afloop van die termijn aan de administratie heeft overgemaakt, wordt een tweede bericht van ontvangst gestuurd om de openbare huisvestingsmaatschappij kennis te geven van het feit dat haar dossier volledig is.

Als de openbare huisvestingsmaatschappij daarentegen na afloop van die termijn de gevraagde gegevens niet heeft overgemaakt, wordt de aanvraag geacht nooit te zijn ingediend.

De beslissing tot weigering of de belofte tot toekenning van de toelage wordt binnen twee maanden na het versturen van het bewijs van ontvangst van het volledige dossier meegedeeld. § 2. De belofte tot toekenning van de premie heeft een geldigheidsduur van vierentwintig maanden, te rekenen van de dag van de kennisgeving ervan. Indien de openbare huisvestingsmaatschappij na afloop van die termijn haar premieaanvraag niet heeft ingediend overeenkomstig de artikelen 51, 59, 60, 65, 66, 67, 68, 72, 73 en 74, vervalt de belofte tot toekenning. § 3. Deze bepaling is toepasselijk binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten. HOOFDSTUK II. - Bepaling betreffende het beheer van de premies door de netbeheerders

Art. 89.§ 1. Elke netbeheerder bezorgt de administratie tegen de 10e van elke maand een elektronisch bestand dat per email met bericht van ontvangst wordt overgemaakt. Dat bestand bevat de per meting gesorteerde lijst van de premies die de vorige maand zijn uitgekeerd, alsook de uitvoerige gegevens die daarop betrekking hebben. § 2. De netbeheerder bezorgt de administratie elk kwartaal in 3 exemplaren een schuldvorderingsverklaring, samen met een lijst van de uitgaven en de bewijsstukken betreffende de daadwerkelijk betaalde premies.

Zodra de uitgavenlijst door de administratie in ontvangst genomen wordt, wordt ze samen met de bijgevoegde bewijsstukken door haar nagekeken.

Na bepaling van het bedrag van de in aanmerking komende uitgaven laat de administratie dat bedrag uitbetalen, desgevallend na aftrek van het saldo van het rollend fonds bedoeld in § 3.

De netbeheerder vermeldt op zijn schuldvorderingsverklaring het nummer van de financiële rekening waarvan hij houder is en neemt er de melding « bedrag voor waar en oprecht verklaard » in op. § 3. In het kader van de toekenning van de premies bedoeld in de artikelen 20 en 52, kan de netbeheerder een aanvraag bij de administratie indienen om een rollend fonds te verkrijgen.

Voor de netbeheerders wordt het bedrag van dat rollend fonds bepaald als volgt : a) voor IDEG Gaz, 150.000 euro; b) voor IGH, 860.000 euro; c) voor INTERLUX Gaz, 60.000 euro; d) voor SEDILEC Gaz, 410.000 euro; e) voor SIMOGEL Gaz, 100.000 euro; f) voor GASELWEST Gaz, 20.000 euro; g) voor ALG, 900.000 euro.

Na uitputting van dat rollend fonds worden de bedragen door de administratie herschat op basis van het geraamd aantal te ontvangen dossiers en wordt het fonds opnieuw gestijfd bij beslissing van de Minister die voor energie bevoegd is.

Na afloop van de geldigheidsperiode van de premies bedoeld in het eerste lid, zoals bepaald bij artikel 95, is het saldo van het rollend fonds het voorwerp van een compensatie. HOOFDSTUK III. - Procedure tot uitkering van de premies in het kader van het programma betreffende de toekenningen van ecoleningen

Art. 90.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « SWCS » : de « Société wallonne du Crédit social » (Waalse maatschappij voor sociaal krediet), met inbegrip van de in Wallonië door haar erkende loketten voor sociaal krediet;2° « FLW » : het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » (Huisvestingsfonds voor de kroostrijke gezinnen in Wallonië);3° Ecoleningen : stelsel ingevoerd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 tot invoering van de ecoleningen toegekend door het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » en bij het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 tot invoering van de ecoleningen toegekend door de « Société wallonne du Crédit social »;het stelsel van de ecoleningen kan gecumuleerd worden met één of meer ecopremies; 4° Ecopremies : alle premies bedoeld in Titel II van dit besluit, met uitzondering van de premies bedoeld in de artikelen 8, 10, 11, 12, 13, 14, 29, 31 en 32, met inachtneming van de toekenningsvoorwaarden die krachtens dit besluit toepasselijk zijn;de ecopremies worden door de « SWCS » en het « FLW » toegekend. De artikelen 87, 97 en 98 zijn niet toepasselijk.

In afwijking van punt 4° van het eerste lid, is de voorwaarde van een voorafgaande energieaudit, waarvan sprake in de artikelen 6, § 1, 1 wordt ze vervangen door de voorafgaande energieaudit bedoeld in de artikelen 8 en 15 van het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 tot invoering van de ecoleningen toegekend door het « Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie » en in artikel 8 van het reglement gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2008 tot invoering van de ecoleningen toegekend door de « Société wallonne du Crédit social ».

Art. 91.In het kader van het stelsel van de ecoleningen moeten de « SWCS » en het « FLW » de administratie tegen de 10e van elke maand een elektronisch bestand bezorgen, zoals door haar opgemaakt, dat per email met bericht van ontvangst wordt overgemaakt. Dat bestand bevat de per meting gesorteerde lijst van de ecopremies die de vorige maand zijn uitgekeerd, alsook de uitvoerige gegevens die daarop betrekking hebben.

Het bedrag van de door de « SWCS » en het « FLW » toegekende ecopremies wordt hen door de administratie terugbetaald op basis van een specifieke schuldvorderingsverklaring voor elke meting, die de « SWCS » en het « FLW » elk kwartaal in 3 exemplaren bij de administratie moeten indienen.

Elke specifieke schuldvorderingsverklaring gaat vergezeld van een uitvoerige uitgavenlijst, alsook van de bewijsstukken betreffende de daadwerkelijk betaalde ecopremies.

Art. 92.De administratie behoudt zich het recht voor om in het kader van de voorschriften van dit besluit na te gaan of de voorwaarden tot toekenning van de door de « SWCS » en het « FLW » gestorte ecopremies vervuld zijn.

Desgevallend gaat de administratie over tot de invordering, ten laste van de « SWCS » of het « FLW », van de onrechtmatig gestorte sommen.

Art. 93.De premies waarin dit besluit voorziet mogen niet gecumuleerd worden met de ecopremies toegekend via de « SWCS » en het « FLW ». HOOFDSTUK IV. - Specifieke bepaling voor de premies bedoeld in de artikelen 76 en 78

Art. 94.Op verzoek van de onafhankelijke laboratoria erkend voor de metingen en/of controles uitgevoerd in situ in het kader van de premies die toegekend worden krachtens de artikelen 76 en 78 van dit besluit, wordt een opdrachtovereenkomst gesloten tussen het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Minister van Energie, en die laboratoria. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid van de premies

Art. 95.De premies worden toegekend voor elke in aanmerking komende investering verricht tussen 1 mei 2010 en 31 december 2011. De voor de naleving van dat criterium in aanmerking genomen data worden nader bepaald in de titels II tot IV, in de artikelen die voorzien in de procedures tot indiening van elke premieaanvraag.

Art. 96.Als de begroting te snel gebruikt wordt en als ze bijna op is, stelt de administratie voor dat de Minister die voor Energie bevoegd is een bericht bekendmaakt in het Belgisch Staatsblad, op de internetsite Energie van het Waalse Gewest, alsook in de media die het grondgebied van het Waalse Gewest bedienen, met inbegrip van de Duitstalige Gemeenschap.

Dat bericht vermeldt de periode waarin de premies in aanmerking blijven komen overeenkomstig de in elk van de Titels II tot IV omschreven procedures tot indiening van de aanvraag. Die periode loopt minstens twee weken, te rekenen van de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

TITEL 6. - Beroepen

Art. 97.Onverminderd het recht om zich rechtstreeks tot de rechtbank te wenden, kan de aanvrager wiens aanvraag is verworpen een verzoek indienen opdat de beslissing tot weigering zou worden herzien. Dat verzoek wordt d.m.v. een gemotiveerd schrijven aan de directeur-generaal van de administratie gericht binnen een termijn van hoogstens negentig dagen, te rekenen van de datum van kennisgeving van de beslissing tot weigering.

Art. 98.§ 1. De geschillencel bedoeld in artikel 97 van het ministerieel besluit van 20 december 2007 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik bericht ontvangst van de herzieningsaanvraag en verzoekt de aanvrager erom binnen zeventig dagen alle bewijsstukken en -elementen over te maken die ze nodig acht voor een nieuw onderzoek van het dossier. Als de opgeëiste gegevens niet binnen die termijn verstrekt worden, wordt de oorspronkelijke beslissing tot weigering bevestigd. § 2. De geschillencel betekent haar beslissing aan de aanvrager binnen een termijn van zestig dagen, te rekenen van de dag na de datum van ontvangst van het geheel van de opgeëiste gegevens. § 3. Als de herzieningsaanvraag gegrond wordt geacht, wordt het premiebedrag uitbetaald overeenkomstig de bepalingen van artikel 87.

TITEL 7 - Slotbepalingen

Art. 99.De bijlagen 1, 2, 3 en 4 maken noodzakelijk deel uit van dit besluit.

Art. 100.Dit besluit treedt in werking op 30 april 2010.

Namen, 22 maart 2010.

J.-M. NOLLET

BIJLAGE 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 maart 2010 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik.

Namen, 22 maart 2010.

De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET

BIJLAGE 2 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 maart 2010 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik.

Namen, 22 maart 2010.

De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET

BIJLAGE 3 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 maart 2010 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik.

Namen, 22 maart 2010.

De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET

BIJLAGE 4 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 maart 2010 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik.

Namen, 22 maart 2010.

De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET

^