Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 23 maart 2016
gepubliceerd op 08 april 2016

Ministerieel besluit tot vaststelling van de modaliteiten voor het bijhouden van het repertorium van de douanevertegenwoordigers, van de afrekening en in verband met de werking van de douanevertegenwoordiging

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2016003119
pub.
08/04/2016
prom.
23/03/2016
ELI
eli/besluit/2016/03/23/2016003119/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MAART 2016. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de modaliteiten voor het bijhouden van het repertorium van de douanevertegenwoordigers, van de afrekening en in verband met de werking van de douanevertegenwoordiging


De Minister van Financiën, Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977, artikel 137, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 20/06/2014 numac 2014003265 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de algemene wet inzake douane en accijnzen en houdende diverse bepalingen sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2016 pub. 06/04/2016 numac 2016003120 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het bijhouden van het stamregister van de douanevertegenwoordigers, van het bewijs van voldoende kennis van de douane-, BTW en accijnsreglementering en van de beroepsmatigheid van de uitoefening van de douanevertegenwoordiging sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het bijhouden van het stamregister van de douanevertegenwoordigers, van het bewijs van voldoende kennis van de douane-, BTW- en accijnsreglementering en van de beroepsmatigheid van de uitoefening van de douanevertegenwoordiging, artikel 13;

Gelet op het voorstel van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie;

Gelet op het overleg van het Comité van Ministers van 13 juli 2015;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 juni 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 12 oktober 2015;

Gelet op de adviezen nrs. 56.491/3 en 58.455/3 van de Raad van State, respectievelijk gegeven op 24 juni 2014 en 15 december 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : HOOFDSTUK I HET REPERTORIUM DOUANEVERTEGENWOORDIGING

Artikel 1.Het repertorium douanevertegenwoordiging moet overeenstemmen met het model bedoeld in artikel 130 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, dat als bijlage I bij onderhavig besluit is gevoegd.

Art. 2.§ 1. Het repertorium mag bestaan uit een enkel register of het mag worden ingedeeld in verschillende registers, die respectievelijk bestemd zijn voor de inschrijving van de aangiften voor het vrije verkeer, de aangiften ten uitvoer, de aangiften voor douanevervoer of de aangiften voor de volgende regelingen: douane-entrepots, actieve veredeling, passieve veredeling, behandeling onder douanetoezicht en tijdelijke invoer.

Het mag ook worden ingedeeld, hetzij in registers waarvan elk zal dienen voor het inschrijven van de verrichtingen betreffende de goederen herkomstig uit of bestemd voor een bepaald land, hetzij met toelating van de administrateur-generaal van de douane en accijnzen of de door hem daartoe aangeduide ambtenaar, volgens een door de douanevertegenwoordiger voorgestelde rangschikking naar onderwerp. § 2. Wanneer er verschillende registers van het repertorium bestaan, moet elk register van de andere worden onderscheiden door het aanbrengen van een kenletter van het Romeinse alfabet na het repertoriumnummer, telkens als dit op een document moet worden vermeld.

De inschrijvingen in elk register worden gedaan volgens het bepaalde in artikel 4.

Art. 3.De administrateur-generaal van de douane en accijnzen kan in door hem bepaalde gevallen en onder door hem vast te stellen voorwaarden, de douanever-tegenwoordiger toelaten, een repertorium te gebruiken dat afwijkt van het model of de vorm als bepaald in de artikelen 1 en 2 of een elektronisch repertorium te gebruiken dat dezelfde informatie bevat.

Art. 4.§ 1. Elke aangifte wordt in het repertorium ingeschreven onder een afzonderlijk nummer, uiterlijk op de dag van haar afgifte aan de douane.

De nummers moeten een doorlopende serie vormen, die echter bij de aanvang van elk burgerlijk jaar, of mits het akkoord van de door de administrateur-generaal van de douane en accijnzen daartoe aangeduide ambtenaar, op een ander tijdstip, opnieuw mag beginnen.

De inschrijvingen in het repertorium moeten doorlopen, de een na de andere, zonder onderbreking, zonder doorhaling en zonder overschrijving. Het is verboden ongebruikte nummers in de reeks gebruikte nummers te laten. § 2. Wanneer een verbetering nodig is wordt de foutieve tekst lichtjes doorgehaald, op zodanige wijze dat hij leesbaar blijft; in voorkomend geval wordt de vervangende tekst erboven geschreven. Hij die de verbetering aanbrengt, plaatst zijn paraaf op de kant. § 3. De voorschriften van de paragrafen 1 en 2 gelden ook voor elektronisch bijgehouden repertoria, met dien verstande dat verbeteringen worden bijgehouden en door de douane kunnen worden geraadpleegd

Art. 5.De doorvoer- en uitvoerverrichtingen die in de havens, op kaai worden afgehandeld, mogen mits het akkoord van de door de administrateur-generaal van de douane en accijnzen daartoe aangeduide ambtenaar, in een speciaal register van het repertorium worden ingeschreven. Die inschrijvingen mogen geschieden dadelijk na terugbezorging van de douanedocumenten aan de douanevertegenwoordiger.

Art. 6.§ 1. Er is geen verplichting tot inschrijving in het repertorium van de aangiften betreffende: 1)goederen aangegeven voor douanevervoer, het entrepot of de tijdelijke vrijstelling; 2) goederen die, in de havens, worden aangegeven voor de tijdelijke opslag. § 2. In de in § 1 bedoelde gevallen is de inschrijving in het repertorium nochtans verplicht wanneer het gaat om alcoholische vloeistoffen, gefabriceerde tabak of om goederen waarvan de invoer in het land verboden is.

Art. 7.Met uitzondering van uitvoeraangiften inzake goederen die vallen onder verbodsbepalingen, beperkingen of controlemaatregelen, is er geen verplichting tot inschrijving in het repertorium van aangiften voor de uitvoer van goederen, wanneer die uitvoer niet onderworpen is aan de heffing van een belasting, een taks of een retributie.

Art. 8.In elke exploitatiezetel van een douanevertegenwoordiger wordt een repertorium gehouden, waarin alle aangiften worden opgetekend, die op die exploitatiezetel worden gedaan. De inschrijving van de aangiften die in een elektronisch repertorium gebeuren moet aanduiden voor welke exploitatiezetel de aangiften zijn geschied en moeten aldaar door de douane kunnen worden geraadpleegd

Art. 9.De douanevertegenwoordiger die een aangifte doet op een plaats waar hij geen exploitatiezetel heeft, doet de inschrijving van die aangifte in het repertorium van de exploitatiezetel, waar het desbetreffend dossier zal worden bewaard.

Art. 10.De douanevertegenwoordiger mag douaneverrichtingen doen in opdracht van een andere douanevertegenwoordiger. Die verrichtingen moeten steeds en zo spoedig mogelijk worden ingeschreven in het repertorium van de lastgever; zij moeten ook worden ingeschreven in het repertorium van de lasthebber wanneer deze de douaneaangifte op zijn naam opstelt. HOOFDSTUK II. - DE STEMPEL

Art. 11.Elke douanevertegenwoordiger moet een inktstempel bezitten, die overeenstemt met het in bijlage II van onderhavig besluit opgegeven model. Die stempel vermeldt de naam van de douanevertegenwoordiger, de plaats van de zetel of van de exploitatiezetel waar hij wordt gebruikt, het stamnummer, evenals het volgnummer van de inschrijving in het repertorium.

Art. 12.De stempel wordt met onuitwisbare inkt aangebracht op de voorzijde van alle documenten die bij de aangifte zijn gevoegd, behalve op die documenten, waarop de onveranderlijke vermeldingen van de stempel reeds zijn gedrukt of waarop elektronisch de vaste gegevens en het volgnummer worden gedrukt.

Wanneer de documenten uit meerdere exemplaren bestaan, moeten de stempel of de in de plaats komende gedrukte vermelding, op ieder van die exemplaren voorkomen. HOOFDSTUK III. - DE GLOBALE AANGIFTE

Art. 13.De douanevertegenwoordiger mag in een zelfde aangifte voor het verbruik, goederen groeperen, die toebehoren aan of bestemd zijn voor verschillende personen, die zelf rechtstreeks de last van de rechten en belastingen dragen, op voorwaarde dat hij bij die globale aangifte een samenvattende opgave voegt waarop de volgende gegevens voorkomen: de naam en het adres van de geadresseerden, het aantal, de soort, de merken en de nummers van de colli's, de aard en de hoeveelheid van de goederen, hun waarde en het bedrag van de rechten en belastingen voor elke geadresseerde.

Een tweede exemplaar van die opgave moet tot staving bij het in artikel 1 bedoelde repertorium worden bewaard. HOOFDSTUK IV. - DE AFREKENING

Art. 14.De volgens artikel 132 van de algemene wet inzake douane en accijnzen door de douanevertegenwoordiger aan zijn cliënten uit te reiken afrekening van de uitgaven en bezoldigingen, moet op de voorzijde ervan, de vermeldingen bevatten, die voorkomen in het als bijlage III bij dit besluit gegeven model. Evenwel mag de vermelding van de uitgaven, kosten en vergoedingen beperkt blijven tot die, welke aan de cliënt worden aangerekend.

De typografische presentatie en de schikking van de vakken en rubrieken van dat model worden aan de keuze van de douanevertegenwoordiger overgelaten.

Art. 15.Bij afwijking van artikel 14 mogen de douanevertegenwoordigers met gebruikmaking van een computer afrekeningen opstellen met aanwending van cijfercodes, op voorwaarde dat de verklaring van de codenummers op de voorzijde of op de keerzijde van de afrekening is overgedrukt en overeenstemt met de vermeldingen van het ambtelijk model.

Art. 16.De administrateur-generaal van de douane en accijnzen kan in individuele gevallen onder door hem vast te stellen voorwaarden, de douanevertegenwoordigers machtigen, afrekeningen op te stellen die afwijken van het bepaalde in de artikelen 14 en 15.

Art. 17.De douanevertegenwoordiger die, in afwachting van de regeling van een geschil met de Algemene Administratie van de douane en accijnzen of van de aanzuivering van een document, zich door zijn cliënt een borgsom of een voorschot heeft doen betalen, moet die borgsom of het voorschot in aftrek brengen op de bedragen die door zijn cliënt verschuldigd zijn na de regeling van het geschil of door de aanzuivering van een document.

Art. 18.Het afschrift van de afrekening, dat tot staving van het repertorium moet worden bewaard, moet naar vorm en inhoud volledig overeenstemmen met het origineel, dat aan de cliënt wordt afgegeven.

Art. 19.De op de afrekeningen vermelde bedragen mogen in een vreemde munt zijn uitgedrukt maar, in dat geval moet het totaal bedrag worden gevolgd door de vermelding van de waarde in Euro en van de voor de omzetting gebruikte wisselkoers.

Art. 20.Voor elke dedouanering van goederen moet de douanevertegenwoordiger aan zijn cliënt een afrekening bezorgen.

De administrateur-generaal van de douane en accijnzen kan in individuele gevallen onder de door hem vast te stellen voorwaarden, afwijkingen van die regel toestaan.

Art. 21.Elke persoon die vaststelt dat het bedrag van de rechten, belastingen en andere uitgaven, dat op de hem door een douanevertegenwoordiger uitgereikte afrekening is vermeld, niet overeenstemt met de som die werkelijk aan de Schatkist verschuldigd is, moet daarvan schriftelijk kennis geven aan de Minister van Financiën of aan de administrateur-generaal van de douane en accijnzen. HOOFDSTUK V. - BEWARING VAN HET ARCHIEF

Art. 22.De douanevertegenwoordiger die zijn bedrijf staakt, moet aan de administrateur-generaal van de douane en accijnzen het adres laten kennen waar de repertoria en de bewijsstukken zullen worden bewaard.

Zo hij, minder dan drie jaar na het afsluiten van het laatste repertorium, voormelde stukken overbrengt naar een ander lokaal, moet hij dat eveneens melden aan voormelde ambtenaar.

De douanevertegenwoordiger die het land verlaat, minder dan drie jaar na de opheffing van zijn bedrijf, moet zijn sedert minder dan drie jaar afgesloten repertoria en de daarbij horende bewijsstukken afgeven aan de regiomanager der douane en accijnzen.

Art. 23.De repertoria en de bewijsstukken van de Belgische operationele zetels van een in het buitenland gevestigde douanevertegenwoordiger, moeten insgelijks gedurende drie jaar na hun afsluiting ter beschikking blijven van de Algemene Administratie der douane en accijnzen.

Art. 24.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 23 maart 2016.

J. VAN OVERTVELDT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het Ministerieel Besluit van 23 maart 2016.

De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^