Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 24 oktober 2005
gepubliceerd op 18 november 2005

Ministerieel besluit betreffende de versoepelingen van de toepassingsmodaliteiten van de autocontrole en de traceerbaarheid in sommige bedrijven van de levensmiddelensector

bron
federale agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2005022914
pub.
18/11/2005
prom.
24/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/24/2005022914/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 OKTOBER 2005. - Ministerieel besluit betreffende de versoepelingen van de toepassingsmodaliteiten van de autocontrole en de traceerbaarheid in sommige bedrijven van de levensmiddelensector


De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, De Minister van Middenstand en Landbouw, Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 2001 en 24 december 2002, inzonderheid op de artikelen 4 en 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelhygiëne;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, gewijzigd bij de wetten van 19 juli en 30 december 2001, inzonderheid op artikel 4, § 3, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen, inzonderheid op de artikelen 3, § 2 en 11;

Gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden;

Gelet op het advies van het Raadgevend Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 20 juli 2005;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid;

Gelet op het advies nr. 39.001/1/V van de Raad van State, gegeven op 13 september 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluiten :

Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;2° HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Points) : systeem voor het beschrijven, beoordelen en beheersen van de gevaren die de gezondheid van levensmiddelen bedreigen;3° Gevaar : biologisch, chemisch of fysisch agens of toestand van een levensmiddel, met mogelijk nadelig gevolg voor de gezondheid;4° Gids : goedgekeurde gids overeenkomstig artikel 9 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen of, bij gebrek daaraan, goedgekeurde gids overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelhygiëne;5° Voedselbanken : liefdadigheidsorganisaties die voedingsmiddelen verzamelen om aan andere liefdadigheidsverenigingen te verdelen;6° Liefdadigheidsverenigingen : verenigingen die de voedingsmiddelen van de voedselbanken uitdelen aan de kansarmen;7° Ambulante handel : de detailhandel uitgeoefend in mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimten door een levensmiddelenbedrijf. § 2. Daarnaast gelden met betrekking tot dit besluit de definities die zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op : - de vestigingseenheden uit de levensmiddelensector die rechtstreeks aan de consument leveren en die met maximaal vijf voltijds equivalenten werken of waarvan de oppervlakte kleiner is dan 400 m2; - de vestigingseenheden uit de levensmiddelensector die aan andere bedrijven leveren en die met niet meer dan 2 voltijds equivalenten werken; - de voedselbanken en de liefdadigheidsverenigingen.

Art. 3.Dit besluit handelt niet over de afwijkingen met betrekking tot de infrastructuur van de gebouwen, ruimten en de gebruikte uitrusting. Die afwijkingen kunnen desalniettemin worden toegestaan in het kader van de gidsen.

Art. 4.§ 1. De vestigingseenheden bedoeld in artikel 2 waarvan de activiteiten het volgende omvatten : - het uitbaten van een kruidenierszaak, een drankgelegenheid of een ambulante handel; - of het vervoeren en/of het opslaan van voorverpakte of niet bederfelijke levensmiddelen en die geen levensmiddelen fabriceren of verwerken moeten de verplichting om een op de HACCP-principes gebaseerde permanente procedure in te stellen, toe te passen en te handhaven, niet nakomen indien de goede hygiëne praktijken voorafgaand aan de HACCP garanderen dat de doelstellingen aangaande het voorkomen, elimineren, of tot aanvaardbare niveaus reduceren van de gevaren worden bereikt. § 2. De goede hygiëne praktijken voorafgaand aan de HACCP hebben betrekking op : a) het ontwerp van infrastructuur en uitrusting;b) het hanteren van levensmiddelen, met inbegrip van het verpakken, vervoeren en opslaan;c) de behandeling en het beheer van afval van levensmiddelen;d) de bestrijding van schadelijke dieren;e) de procedures voor reinigen en ontsmetten;f) de kwaliteit van het gebruikte water : het water moet voldoen aan de criteria voor drinkbaar water zoals vastgelegd in het koninklijk besluit van 14 januari 2002 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water dat in voedingsmiddeleninrichtingen verpakt wordt of dat voor de fabricage en/of het in de handel brengen van voedingsmiddelen wordt gebruikt;g) de beheersing van de koudeketen en/of de warmteketen en het registeren en het beheer van non-conformiteiten;h) de gezondheid van het personeel voor zover die van invloed is op de veiligheid van de voedselketen;i) de lichaamshygiëne van elkeen die met de levensmiddelen in contact komt;j) de opleiding van het personeel.

Art. 5.De vestigingseenheden bedoeld in artikel 2 en die levensmiddelen fabriceren en verwerken, inbegrepen de restaurants, de gemeenschapskeukens, de traiteurs, de beenhouwers, de vishandelaars, de bakkers-banketbakkers, moeten geen eigen risicoanalyse uitvoeren en moeten zich niet schikken naar de verplichting om een formele HACCP-procedure toe te passen indien de doelstellingen met betrekking tot het voorkomen, elimineren of tot een aanvaardbaar niveau reduceren van de gevaren worden bereikt door te steunen op een gids aan de hand waarvan de bedrijven de gevaren kunnen controleren en kunnen aantonen dat zij de geldende normen naleven.

Bovenop de in artikel 4, § 2 bedoelde goede hygiëne praktijken voorafgaand aan de HACCP, moeten door deze vestigingseenheden volgende principes worden nageleefd : a) De gevaren, de identificatie van kritische punten en de corrigerende acties mogen vooraf worden vastgelegd in het kader van een gids;b) De kritische grenzen mogen worden vastgelegd op basis van de betreffende reglementaire normen en/of in afwezigheid van normen, op basis van sensorische waarnemingen en/of van een gids;c) In verband met de bewakingsprocedures mag de verplichting om registratie van de uitgevoerde controles bij te houden worden beperkt tot de registraties van de non-conformiteiten.Niettemin, moet het geheel der analyseresultaten bewaard worden overeenkomstig punt e); d) De documentatie met betrekking tot het HACCP-systeem mag worden vervangen door een gids;e) De registraties van de uitgevoerde controles moeten worden bewaard tot zes maand na afloop van de minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum of, bij ontstentenis daarvan, gedurende ten minste 6 maand.

Art. 6.De vestigingseenheden bedoeld in artikel 2 moeten voldoen aan de volgende eisen in verband met traceerbaarheid : a) Identificatie en registratie van binnenkomende producten (en van uitgaande producten bij levering aan een andere vestigingseenheid) door vermelding van de aard, de productidentificatie, de hoeveelheid, de datum van ontvangst/levering, de identificatie van de vestigingseenheid die het product levert/in ontvangst neemt bij middel van een methodische rangschikking van de leveringsbonnen of andere begeleidende documenten;b) Registratie van de gegevens over producten die niet onmiddellijk worden verwerkt of verkocht mag gebeuren binnen 7 dagen en uiterlijk op het tijdstip van verwerking;c) De documenten met betrekking tot de traceerbaarheid moeten worden bewaard tot 6 maand na afloop van de minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum of, bij ontstentenis daarvan, gedurende ten minste zes maand.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 24 oktober 2005.

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

^