Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 25 november 2011
gepubliceerd op 30 november 2011

Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren indien de hiërarchische meerdere aangewezen bij het ministerieel besluit van 10 februari 1998 niet over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2011003372
pub.
30/11/2011
prom.
25/11/2011
ELI
eli/besluit/2011/11/25/2011003372/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 NOVEMBER 2011. - Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren indien de hiërarchische meerdere aangewezen bij het ministerieel besluit van 10 februari 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/02/1998 pub. 21/03/1998 numac 1998003104 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren sluiten niet over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt


De Minister van Financiën, Gelet op de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, artikel 78, § 5;

Gelet op het ministerieel besluit van10 februari 1998 tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren, artikelen 1 tot 8;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de tuchtvordering alleen betrekking mag hebben op feiten die zich hebben voorgedaan of zijn vastgesteld binnen een termijn van zes maanden voorafgaande aan de datum waarop de vordering wordt ingesteld;

Overwegende dat het dan ook zonder verwijl noodzakelijk is om een andere hiërarchische meerdere aan te wijzen, die bevoegd is om de ambtenaar te horen over de feiten die hem ten laste worden gelegd en een eventueel voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren, indien de meerdere aangeduid overeenkomstig het genoemde ministerieel besluit van 10 februari 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/02/1998 pub. 21/03/1998 numac 1998003104 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren sluiten niet tot dezelfde taalrol of taalgroep behoort als de betrokken ambtenaar, noch over een door SELOR uitgereikt getuigschrift beschikt waaruit blijkt dat hij over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt, Besluit :

Artikel 1.Indien, in de Federale Overheidsdienst Financiën, een hiërarchische meerdere bedoeld in de artikelen 1 tot 8 van het ministerieel besluit van 10 februari 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/02/1998 pub. 21/03/1998 numac 1998003104 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren sluiten tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren, overeenkomstig de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, niet over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt wordt het eventuele voorlopig voorstel van tuchtstraf geformuleerd door de ambtenaar of de houder van een managementfunctie of een staffunctie, die over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt en bij afdaling in de hiërarchische lijn zich als meerdere het dichtst bevindt ten aanzien van de ambtenaar aangewezen in kolom 2 van de tabellen vervat in de genoemde artikelen.

Wanneer bij afdaling in de hiërarchische lijn niemand over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt wordt, bij een individuele ministeriële beslissing, een ambtenaar of een houder van een managementfunctie of een staffunctie aangewezen die over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt en belast met het formuleren van een eventueel voorlopig voorstel van tuchtstraf.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 25 november 2011.

D. REYNDERS

^