Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 27 november 2003
gepubliceerd op 15 december 2003

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2003014278
pub.
15/12/2003
prom.
27/11/2003
ELI
eli/besluit/2003/11/27/2003014278/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 NOVEMBER 2003. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald


De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 20 juli 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, inzonderheid op artikel 60.2.;

Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 8 december 1977, 23 juni 1978, 14 december 1979, 25 november 1980, 11 april 1983, 1 juni 1984, 17 september 1988, 20 juli 1990, 1 februari 1991, 11 maart 1991, 27 juni 1991, 19 december 1991, 11 maart 1997, 16 juli 1997, 9 oktober 1998, 17 oktober 2001, 14 mei 2002, 21 oktober 2002 en 18 december 2002;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de omstandigheid dat het besluit de noodzakelijke en dringende aanpassingen inhoudt die gevolgd zijn op het koninklijk besluit van 4 april 2003, dat in werking treedt op 1 januari 2004, Besluit :

Artikel 1.Het tweede lid van artikel 4.1. van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald, wordt vervangen als volgt : « Het vaste groene licht brandt minimaal gedurende een periode die de voetganger in staat stelt over te steken met een snelheid van 1,20 m/s. »; - In het vijfde lid wordt het getal « 1,50 » vervangen door het getal « 1,20 ».

Art. 2.Artikel 6.7.1.1° wordt aangevuld met de volgende bepaling : - in tweede lid, worden de woorden « en 70 km per uur » worden geschrapt; - een derde lid wordt ingevoegd, luidend als volgt : « 70 km per uur voorzover deze zone zich buiten een bebouwde kom bevindt, afgebakend door de verkeersborden F1 en F3. »

Art. 3.In artikel 9.9. van dezelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 december 1991, 9 oktober 1998 en 14 mei 2002, wordt een 5° ingevoegd, luidend als volgt : « 5° Wanneer het verkeersbord C43 met de vermelding 30 (km) bij het bord F1 is gevoegd : - mag de bebouwde kom geen openbare wegen omvatten die voorrangswegen zijn doordat er borden B9 geplaats zijn; - moet binnen deze bebouwde kom de snelheid teruggebracht worden tot 30 km per uur door maatregelen inzake organisatie van het verkeer of het parkeren, infrastructuur of door andere aanpassingen in het straatbeeld of door een combinatie van deze maatregelen ».

Art. 4.In artikel 10 van dezelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijk besluit van 20 juli 1990, 11 maart 1991 en 11 maart 1997, wordt een 10.6. ingevoegd, luidend als volgt : « 10.6. Verkeersbord D10. Deel van de openbare weg voorbehouden voor het verkeer van voetgangers en fietsers.

Dit berkeersbord wordt gebruikt wanneer geen gebruikt kan worden gemaakt van het verkeersbord D9 : - wanneer de ruimte te gering is om het verkeer van fietsers en voetgangers te scheiden en de veiligheid van de fietsers aldus beter gewaarborgd is over korte wegvakken of openbare wegen, wanneer er veel verkeer op de rijbaan is en de toegestane maximumsnelheid ten minste 50 km per uur is; - wanneer het nodig is de voetgangers en de fietsers te verplichten wegen of weggedeelten te volgen die veiliger zijn, zonder dat het mogelijk of nodig is het deel van de weg dat voor hen is voorbehouden, te onderscheiden. »

Art. 5.In artikel 12.1 van hetzelfde besluit, worden de woorden « of 0,60 m x 0,90 m » ingevoegd na de woorden « 0,90 m x 0,60 m ».

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12.25bis ingevoegd, luidend als volgt : « 12.25bis - Verkeersborden F99c en F101c. Weg voorbehouden voor het verkeer van landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters. 1° Deze borden hebben een zijde van ten minste 0,40 m.2° Zij mogen door geen enkel onderbord worden aangevuld.3° Zij mogen niet gebruikt worden voor de bebakening van een voetgangerszone.»

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.

Brussel, 27 november 2003.

B. ANCIAUX

^