Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 29 november 1999
gepubliceerd op 08 december 1999

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999024073
pub.
08/12/1999
prom.
29/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/29/1999024073/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 NOVEMBER 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven


De Minister van Maatschappelijke Integratie, Gelet op de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 11, § 2, vervangen bij de wet van 9 juli 1971;

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 57ter, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 15 juli 1996;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 1996 en het ministerieel besluit van 2 februari 1999;

Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 4 november 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 4 november 1999;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de hoge instroom van de laatste maanden van asielzoekers leidt tot een permanente overbezetting van de open onthaalcentra, dat ingevolge die overbezetting de asielzoekers steeds meer rechtstreeks doorverwezen worden naar de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor opvang, dat de regering dan ook de maatschappelijke dienstverlening van de OCMW's wenst te heroriënteren van financiële hulp naar materiële opvang ten einde te verhelpen aan de huidige verstoring van de kwaliteit van het onthaalbeleid; dat het derhalve dringend noodzakelijk is de OCMW's die aan asielzoekers maatschappelijke dienstverlening verstrekken in een opvanginitiatief onder de vorm van materiële hulp, hiervoor op passende wijze te vergoeden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 november 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.Artikel 6 van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven, opgeheven door het ministerieel besluit van 2 februari 1999, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «

Artikel 6.In afwijking van het bepaalde in de artikelen 1, 2, 3 en 5, komt de Staat tussen in de kosten van de opvang van behoeftige asielzoekers die worden opgevangen in een opvanginitiatief, georganiseerd door of in opdracht van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op basis van een overeenkomst tussen de Staat en het OCMW, in uitvoering van artikel 57ter, tweede lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De tussenkomst bestaat uit een forfaitair bedrag van 1 110 BEF per dag per bezette opvangplaats. Indien een aangeboden opvangplaats in het opvanginitiatief niet bezet wordt, bestaat de tussenkomst uit maximaal 60 % van het bovenvermeld bedrag ter vergoeding van de vaste kosten van de inrichting van deze opvangplaats.

Het bedrag van 1 110 BEF wordt éénmaal per jaar, op 1 januari, aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het aanvangscijfer waarmee het bedrag van 1 110 BEF werd bepaald is het indexcijfer van juni 1996 (zijnde 122,17).

Binnen de grenzen, bepaald in artikel 11, § 1, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, betaalt de Staat eveneens de kosten terug van medische en farmaceutische verstrekkingen. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 29 november 1999.

J. VANDE LANOTTE

^