Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 05 november 2004
gepubliceerd op 24 november 2004

Omzendbrief betreffende de overeenkomsten met Australië en Nieuw-Zeeland inzake de regeling van « werkvakanties »

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2004000615
pub.
24/11/2004
prom.
05/11/2004
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


5 NOVEMBER 2004. - Omzendbrief betreffende de overeenkomsten met Australië en Nieuw-Zeeland inzake de regeling van « werkvakanties »


Aan de Dames en Heren Burgemeester van het Rijk, Hierbij vestig ik uw aandacht op enerzijds de Overeenkomst tussen België en Australië, ondertekend te Canberra op 20 november 2002, en anderzijds de Overeenkomst tussen België en Nieuw-Zeeland, ondertekend te Brussel op 23 april 2003.

Beide overeenkomsten handelen over de regeling van de zogenaamde « werkvakanties ». Ze laten toe dat jonge Belgen zich naar Australië of Nieuw-Zeeland begeven, en dat jonge Australiërs en Nieuw-Zeelanders zich naar België begeven, voor een maximale duur van één jaar, met als hoofddoel er een vakantie door te brengen en met als bijkomstige mogelijkheid er te werken, ten einde de financiële middelen waarover ze beschikken, aan te vullen.

De instemming met beide overeenkomsten werd verleend bij een wet van 13 juli 2004, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 6 september 2004. De integrale tekst van beide overeenkomsten is eveneens opgenomen in dit Belgisch Staatsblad.Beide overeenkomsten treden in werking op 1 november 2004.

A. Voorwaarden om te kunnen genieten van de overeenkomst Australiërs en Nieuw-Zeelanders die wensen te genieten van de overeenkomst die hen betreft, dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen : - de bedoeling hebben België binnen te komen met vakantie als hoofddoel en met enkel de bijkomstige mogelijkheid er te werken; - tussen de 18 en 30 jaar oud zijn bij de indiening van de aanvraag; - in het bezit zijn van een geldig paspoort; - in het bezit zijn van een geldig retourticket dan wel van voldoende middelen om een dergelijk ticket te kopen; - over voldoende financiële middelen beschikken, te weten minimum 2.500 EUR (jaarlijks geïndexeerd); - voorafgaand nog nooit van deze regeling hebben genoten; - niet lijden aan een ziekte of gebrek die een gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid, de openbare orde of de openbare veiligheid; - een officieel bewijsstuk van goed gedrag voorleggen; - een uitgebreide ziektekosten- en hospitalisatieverzekering afsluiten voor de duur van het verblijf (enkel verplicht voor Nieuw-Zeelanders, aanbevolen voor Australiërs).

B. Procedure Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van de wet van 15 december 1980, moeten de Australiërs en Nieuw-Zeelanders een machtiging tot voorlopig verblijf aanvragen in het buitenland, bij de Belgische diplomatieke of consulaire post bevoegd voor hun plaats van verblijf. Zij dienen hierbij de volgende documenten over te maken : - geldig paspoort; - een recent bewijs van goed gedrag en zeden, dat betrekking heeft op de vijf laatste jaren; - een medisch attest, waaruit blijkt dat de betrokkene niet lijdt aan een ziekte of gebrek die een gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid, de openbare orde of de openbare veiligheid; - een kopie van het retour-vliegtuigticket, ofwel het bewijs van voldoende middelen om er een te kopen (bv. kredietkaart); - het bewijs van van voldoende bestaansmiddelen, ofwel in de vorm van liquid geld, ofwel in de vorm van een kredietkaart met een geldigheidsduur van minimum een jaar; - het origineel en een kopie van de aangegane ziektekosten- en hospitalisatieverzekering (enkel verplicht voor Nieuw-Zeelanders, aanbevolen voor Australiërs).

Indien aan de voorwaarden is voldaan, wordt een visum type D (machtiging tot voorlopig verblijf) met de vermelding « MVV art. 9 en 13 wet 15/12/1980 - tijdelijk verblijf beperkt tot één jaar - werkvakantie » aangebracht in het paspoort.

Binnen de acht werkdagen na binnenkomst in België, dient de betrokkene zich vervolgens aan te melden bij het gemeentebestuur. Na controle op het adres, schrijft het gemeentebestuur de houder van het werkvakantie-visum in het vreemdelingenregister in. Een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister - tijdelijk verblijf wordt afgeleverd, met vermelding « beperkt tot 1 jaar in het kader van werkvakantie ».

C. Opmerkingen Voor de mogelijkheid om de aanvraag in te dienen in België, kan verwezen worden naar de omzendbrief van 19 februari 2003 over de toepassing van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (B.S. 17 maart 2003). Met betrekking tot punt B. 1.1. van deze omzendbrief, worden de buitengewone omstandigheden eveneens verondersteld aanwezig te zijn indien de onder punt A vermelde voorwaarden voor het verkrijgen van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van een werkvakantie vervuld zijn, en de aanvraag is ingediend tijdens het wettelijk verblijf van de betrokkene.

De betrokkenen zijn vrijgesteld van arbeidskaart voor de uitoefening van een activiteit in loondienst in België.

Indien de betrokkenen dit wensen, kunnen zij studies of een opleiding volgen in België. De totale duur hiervan mag echter niet meer bedragen dan drie maanden.

Behoudens statuutswijziging, kan het verblijf van de betrokkenen in het kader van een werkvakantie na twaalf maanden niet verlengd worden.

Momenteel is vastgesteld dat maximaal 100 Nieuw-Zeelanders per jaar gebruik kunnen maken van het regime van werkvakantie in België. Dit aantal kan jaarlijks aangepast worden. Met betrekking tot Australiërs is geen quotum vastgesteld.

Australiërs en Nieuw-Zeelanders die in België verblijven in het kader van deze overeenkomsten en die meer informatie wensen, kunnen contact opnemen met de « Cel telefonisch onthaal » van de FOD Buitenlandse Zaken (Algemene Directie van Consulaire Zaken) op de volgende telefoonnummers : 02-501 85 26, 02- 501 83 26 en 02- 501 81 61.

Voor meer informatie betreffende de toepassing van deze omzendbrief, kan contact opgenomen worden met de volgende diensten van de Dienst Vreemdelingenzaken : - voor individuele gevallen : Helpdesk - tel. 02-206 15 99 - voor elke vraag van juridische aard : Studiebureau - tel. 02-206 19 22.

Brussel, 5 november 2004.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^