Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 19 augustus 2005
gepubliceerd op 05 september 2005

Ministeriële omzendbrief GPI 44 : richtlijnen betreffende het interventiekorps

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000529
pub.
05/09/2005
prom.
19/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


19 AUGUSTUS 2005. - Ministeriële omzendbrief GPI 44 : richtlijnen betreffende het interventiekorps


Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Heer Inspecteur-generaal van de algemene inspectie van de federale en van de lokale politie, Ter informatie : Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mijnheer de Commissaris-generaal, Mijnheer de Inspecteur-generaal, Dames en Heren, HOOFDSTUK I. - Gemeenschappelijke bepalingen 1. Algemeen De Regering heeft op de bijzondere ministerraad veiligheid en justitie van 30 en 31 maart 2004 in het kader van een aantal maatregelen om tegen het einde van de legislatuur meer dan 3.000 politieagenten meer op straat te krijgen, beslist een interventiekorps op te richten.

Het Interventiekorps maakt deel uit van de totale bijdrage van de federale overheid, aan de ondersteuning van het lokale veiligheidsbeleid.

Eén van de voornaamste kenmerken van de tweeledige structuur van het politieapparaat is de geïntegreerde werking die er moet zijn tussen de federale en de lokale politie. De federale politie moet inderdaad over het hele grondgebied niet alleen haar eigen opdrachten, maar ook ondersteunende opdrachten voor de lokale politie vervullen.

De oprichting van een interventiekorps komt neer op een aanpassing van de werking van de geïntegreerde politie om : - de zichtbare aanwezigheid van de politie op het terrein te verhogen; - bij te dragen tot de realisatie van de beslissing van de Regering om de gehypothekeerde capaciteit af te bouwen; - de lokale politie al dan niet in samenwerking met een aantal operationele diensten van de federale politie te ondersteunen bij de verwezenlijking van de prioriteiten uit het zonaal en het nationaal veiligheidsplan.

Op termijn zullen 700 politiemensen van de federale politie worden gedeconcentreerd naar een aantal politiezones en DirCo's om tot een doeltreffender en doelmatiger gebruik van de beschikbare capaciteit te komen en de zichtbare aanwezigheid van de politie te verhogen.

Het interventiekorps mag niet benut worden om structurele tekorten weg te werken. Die kunnen conform de huidige regeling via detacheringen van de federale politie naar de betrokken politiezones verholpen worden. De inzet van het interventiekorps doet bijgevolg geen afbreuk aan het bestaande systeem van detacheringen tegen betaling dat er niet mag door vervangen worden. 2. Invulling De federale politie zal progressief op structurele basis 700 operationele personeelsleden toewijzen aan het interventiekorps.De eerste 300 leden van het interventiekorps zullen in 2005 in plaats gesteld worden. De financiering en de invulling van de bijkomende 400 bedieningen in het interventiekorps dienen ten laatste op 31 december 2006 afgerond te zijn.

Het effectief dat op dit ogenblik door de federale politie reeds gratis ter beschikking gesteld wordt van de lokale politie moet worden beschouwd deel uit te maken van het interventiekorps met uitzondering van het aantal dat functionaliteiten vervult die op termijn zullen overgenomen worden door het veiligheidskorps tot zolang de omkadering van dit veiligheidskorps in de betrokken politiezones niet toelaat om die opdrachten over te nemen.

De operationele omkadering zal beperkt worden tot wat minimaal nodig is om geconstitueerde eenheden te vormen. 3. Verdeling 3.1. De verdeling van de eerste 300 leden van het interventiekorps De verdeling van de eerste 300 leden van het interventiekorps gebeurt lineair over de 10 provincies en het administratief arrondissement Brussel-Hoofstad. ? 60 % van de leden van het interventiekorps (180) worden ter beschikking gesteld van de politiezones (de gastzones) en werken onder het gezag van de korpschef. Ze worden administratief beheerd door de DirCo van het arrondissement van de provinciehoofdplaats. ? 20 % van de leden van het interventiekorps (60) worden ter beschikking gesteld van de DirCo hoofdplaats provincie en Brussel voor opdrachten van gehypothekeerde capaciteit in plaats van de politiezones. ? 20 % van de leden van het interventiekorps (60) worden ter beschikking gesteld van de DirCo hoofdplaats provincie en Brussel voor andere welbepaalde politionele acties. 3.2. Overzichtstabel per provincie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (Voor de verdeling over de politiezones binnen de provincie en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad zie Hoofdstuk II). 3.3. De verdere verdeling van het interventiekorps De latere verdeling van de inbreng van 400 politiemensen zal gebeuren : - in functie van de resultaten van de evaluatie van het objectief van de regering om tegen het einde van de legislatuur meer dan 3.000 politiemensen meer op straat te brengen. Die evaluatie zal in een afzonderlijke richtlijn toegelicht worden. - in functie van per provincie en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad te bepalen parameters. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan : ? het verbruik aan Hycap in een bepaalde referentieperiode ? de ervaring met de inzet van de eerste 300 personeelsleden van het interventiekorps ? de evolutie van het globaal en/of lokaal veiligheidsbeeld ? de mogelijkheden van de politiezones om zelf capaciteit te genereren 4. Draagwijdte van deze omzendbrief Deze omzendbrief heeft enkel betrekking op de inplaatsstelling van de eerste 300 leden van het interventiekorps.5. Inplanting Algemeen zal 60 % van het personeel van het interventiekorps rechtstreeks in één of meerdere politiezones, gastzones genoemd, van iedere provincie en het administratief arrondissement Brussel tewerkgesteld worden. De resterende 40 % van het personeel van het interventiekorps zal bij de DirCo van hoofdplaats provincie en het administratief arrondissement Brussel tewerkgesteld worden. 6. Herkomst Het eerste deel van het interventiekorps zal bestaan uit 11 middenkaders en 289 basiskaders : Die middenkaders zullen hun taak in het interventiekorps bij de CSD uitvoeren. Bij de eerste inplaatsstelling zullen alle bedieningen van het interventiekorps op het niveau van het arrondissement (CSD) vacant verklaard en toegekend worden met dit onderscheid dat twee soorten bedieningen zullen opengesteld worden : - bedieningen met als toekomstige gewone plaats van het werk een politiezone uit de provincie (zonder deze op dit ogenblik nader te bepalen) - bedieningen met als toekomstige gewone plaats van het werk de CSD hoofdplaats provincie of de CSD van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad Bij het toekennen van de bedieningen zal prioritair en op gelijke voet voorrang verleend worden aan volgende doelgroep : - Operationele personeelsleden die vermeld zijn op de lijst van de 1080 personeelsleden van de federale politie die een bediening, voorzien voor een CALog-medewerker bezetten, en die bediening moeten verlaten. - de overtallige personeelsleden van de communicatiecentra - de overtallige personeelsleden bij de CSD Bij ontstentenis van voldoende geschikte kandidaten uit de prioritaire doelgroep zullen de bedieningen toegekend worden aan andere operationele leden van de federale politie met uitzondering van betrekkingen waarvoor de titularis op datum van de bekendmaking van de vacante betrekking een aanwezigheidstermijn van minder dan drie jaar heeft volbracht in de betrekking die hij/zij bekleedt.

De inplaatsstelling van het interventiekorps dient op provinciaal niveau op maandag 31 oktober 2005 gerealiseerd te zijn.

De verdere verdeling naar de gastzones toe van de bedieningen met als gewone plaats van het werk een politiezone, zal op het niveau van de DirCo geregeld worden, van zodra de numerieke verdeling van het interventiekorps tussen de politiezones van de provincie en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad zal worden vastgelegd.

In principe zal dit op 17 oktober 2005 het geval zijn. (Zie punt 6 van Hoofdstuk II). Voor deze verdeling zal gewerkt worden op basis van vrijwilligheid. Wanneer er een teveel aan kandidaten is zal prioriteit verleend worden aan de oudsten. Wanneer er onvoldoende kandidaten zijn zullen de jongste voor de bediening aangeduid worden.

Eventuele aanpassingen aan de beginsituatie ingevolge nieuwe beslissingen van de beheersstructuur zullen op het niveau van de DirCo Hoofdplaats provincie of Brussels hoofdstedelijk gewest geregeld worden.

HOOFDSTUK II - Het interventiekorps in de gastzones 1. Personeel a.Bestemming De toewijzing van de 60 % (180 politiemensen) van het interventiekorps dat rechtstreeks ter beschikking gesteld wordt van de politiezones zal in iedere provincie en het administratief arrondissement Brussel gebeuren door een beheersstructuur bestaande uit de DirCo's en de voorzitters van de politiecolleges. (Zie verder punt 6) b. Voorwaarden Voor een bediening in het interventiekorps komt in aanmerking het personeelslid dat : - geen periodieke evaluatie met eindvermelding onvoldoende heeft opgelopen in de loop van de vijf jaar voorafgaand aan de bekendmaking van de vacante betrekking - zich bevindt in dienstactiviteit - beantwoordt aan het profiel lokale politie of bereid is dit profiel te behalen Deze betrekkingen zullen worden toegekend in volgorde van de anciënniteit van de kandidaten die voldoen aan de vereiste voorwaarden.c. Statuut De personeelsleden van het interventiekorps blijven tot de federale politie behoren.De personeelsleden van het interventiekorps zijn niet gedetacheerd maar wel ter beschikking gesteld van de betrokken politiezone(s).

De gastzones worden, op statutair vlak, beschouwd als de gewone plaats van het werk van de leden van het interventiekorps.

Zij staan zowel operationeel als administratief onder het gezag van de korpschef van de gastzone. Deze zone zal alle administratieve stukken overmaken aan de DirCo.

De personeelsleden van het interventiekorps genieten de maaltijdvergoedingen indien de inzet ter plaatse daartoe het recht opent (voornamelijk voor permanente interventieploegen);

De personeelsleden van het interventiekorps genieten, conform de reglementaire modaliteiten, de statutair voorziene vergoedingen en toelagen indien de taak waarvoor het wordt ingezet daartoe het recht opent.

Gebeurlijke arbeidsongevallen worden gedekt en afgehandeld door de betrokken politiezone. Idem dito voor de burgerlijke aansprakelijkheid.

Wat de evaluatie en de tucht betreft worden dezelfde regels toegepast als deze die op de structureel gedetacheerden van toepassing zijn. d. Opleiding De opleiding van het personeel van het interventiekorps valt onder de organisatorische en financiële verantwoordelijkheid van de gastzone. Aan de gastzones wordt door de federale politie de mogelijkheid geboden om in voorkomend geval, geheel of gedeeltelijk, het personeel, na de inplaatsstelling in de zones, de algemene opleiding voor herplaatste personeelsleden te laten volgen tegen betaling van 5 euro per uur per persoon. e. Beheer Het personeel van het Interventiekorps wordt administratief beheerd door de DirCo van inplanting van het interventiekorps.Dit administratief beheer houdt in dat alle administratieve stukken met betrekking tot dit personeel via de DirCo in de bestaande administratieve beheerssystemen van de federale politie moeten terechtkomen. 2. Budgettair De wedde en de vaste elementen van de verloning van deze leden van het interventiekorps worden door de federale politie gedragen.De andere elementen van de bezoldiging vallen ten laste van de zone.

Het deel dat ten laste van de zones valt (nabijheidstoelage, inconveniënten, opdrachtkosten, andere toelagen en vergoedingen) wordt voor de gehele periode van terbeschikkingstelling door de federale politie betaalt die nadien trimestrieel de terugbetaling vraagt aan de gastzone. 3. Logistiek De basisuitrusting en de algemene functieuitrusting van de politiemensen van het interventiekorps wordt door de federale politie geleverd (uniform, individuele bewapening).De uitrusting eigen aan de opdrachten in de zones wordt door de zones geleverd (voertuigen, radio's).

Het personeel wordt geïnstalleerd in de administratieve lokalen van de bestaande infrastructuur van de lokale politie. De kost van die huisvesting valt ten laste van de zone (meubilair, werkingskosten). 4. Opdrachten De personeelsleden van het interventiekorps moeten ingezet worden in bedieningen die rechtstreeks en in hoofdzaak het uitvoeren van opdrachten die behoren tot de basispolitiezorg inhouden.Dit houdt onder meer in dat deze personeelsleden niet mogen ingezet worden in administratieve en/of logistieke functies. Dergelijke inzet zou trouwens ingaan tegen de geest van de bij de federale politie aan de gang zijnde en bij de lokale politie wenselijke calogisering.

Hun inzet dient prioritair te gebeuren binnen interventie, buurtpolitie, verkeersregeling, projectwerking en handhaving van de openbare orde zonder dat dit de uitoefening van gespecialiseerde functies zoals motorrijder of hondengeleider met zich brengt. 5. Actualisering van de MFO-2 met betrekking tot het interventiekorps De ministeriële richtlijn MFO-2 van 30 juli 2004 betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie stelt dat de progressieve invoering van het zonaal interventiekorps één van de vectoren is die moet bijdragen tot een verminderde inzet van Hycap. Deze richtlijn bepaalt momenteel dat het personeel van het interventiekorps niet in rekening zal genomen worden voor de berekening van het beschikbaarheidsniveau.

Ingevolge een aanbeveling van de Commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau zal de MFO-2 als volgt aangepast worden : - het beschikbaarheidsniveau, dat maximum 7 % bedraagt van de reële effectieven van elke zone, voor de gastzone wordt verhoogd met het aantal eenheden dat zij vanuit het interventiekorps ter beschikking krijgt. - de ontvankelijkheidsdrempel van de aanvragen tot versterking voor het beheer van gebeurtenissen of operaties van bestuurlijke politie, ten belope van minstens 12 % van het beschikbaar effectief, voor de gastzone wordt verhoogd met het aantal eenheden dat zij uit het interventiekorps ter beschikking krijgt. - de arrondissementssolidariteit vastgesteld op 2 % van het beschikbaar effectief van elke zone, inbegrepen het effectief dat haar ter beschikking werd gesteld door het interventiekorps.

Tijdens de dagen die aan een gebeurtenis voorafgaan put de DirCo, in overleg met de betrokken politiezone(s), de eventueel resterende capaciteit voor Hycap van het interventiekorps uit ter vervanging van arrondissementele solidariteit uit politiezones die niet als gastzone voor het interventiekorps fungeren. De inzet van het interventiekorps is dan te beschouwen als inzet voor opdrachten van Hycap.

Deze aanpassingen betekenen dat ook de politiezones die niet als gastzone fungeren enige bijkomende capaciteitswinst voor « blauw op straat » verkrijgen doordat die niet-gastzones minder snel door de gastzones in het kader van arrondissementele solidariteit, en a fortiori in het kader van Hycap, zullen worden bevraagd en hun personeelsmiddelen nog meer voor de basispolitiezorg kunnen inzetten. 6. Samenstelling en werking van de beheersstructuur a.Samenstelling Voorzitter : de voorzitter van het politiecollege van de politiezone hoofdplaats provincie of het administratief arrondissement Brussel Hoofdstad.

Leden : - De directeurs-coördinatoren uit de provincie of het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. - De voorzitters van de overige politiecolleges uit de provincie of het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad voor zover zij : daadwerkelijk als gastzone wensen te fungeren voor een deel van het interventiekorps en uitdrukkelijk ter kennis brengen van de voorzitter dat zij deel wensen uit te maken van die beheersstructuur. b. Opdrachten De beheersstructuur zal instaan voor de numerieke verdeling van het interventiekorps tussen de politiezones van de provincie en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. Deze verdeling zal gebeuren op basis van de aanvragen uitgaande van de voorzitters van de politiecolleges uit de provincie of het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad die als gastzone wensen te fungeren voor een deel van het interventiekorps.

I. Algemene principes met betrekking tot de verdeling van het interventiekorps De aanvragen zullen minstens volgende elementen bevatten : - De uitdrukkelijke vermelding dat de zone er zich toe verbindt de kosten te dragen overeenkomstig de bepalingen van deze omzendbrief. - De uitdrukkelijke vermelding dat de zone het gevraagde personeel kan huisvesten. - Het gewenst aantal leden van het interventiekorps (minimum 4). - De opsomming van de opdrachten die door het personeel van het interventiekorps zullen uitgevoerd worden - De gewenste duur van de terbeschikkingstelling met een maximum van drie jaar (de terbeschikkingstelling wordt in regel toegestaan voor een periode van 3 jaar) en een minimum van zes maanden. - De motieven van de aanvraag. - De toestand met betrekking tot de invulling en de bezetting van het personeelskader in de zone.

Bij de verdeling van het interventiekorps moet met volgende criteria rekening gehouden worden : - Uitgezonderd wanneer slechts één zone kandidaat gastzone is moeten minstens twee zones binnen de provincie of het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad bediend worden - de politiezone hoofdplaats provincie of arrondissement Brussel-Hoofdstad geniet voorrang - het minimum aan een politiezone toe te kennen personeelsleden van het interventiekorps bedraagt 4. - Voorrang dient gegeven te worden aan terbeschikkingstellingen van lange duur - Voorrang dient gegeven te worden aan politiezones waarvan het personeelskader niet deficitair is ten opzichte van het door de Koning vastgelegde minimale effectief. Bij die verdeling kan evenwel rekening gehouden worden met de inspanningen die de zones gedaan hebben om hun minimaal effectief te bereiken en hun kader in te vullen.

Indien er minder personeelsleden dan beschikbaar over de zones dienen verdeeld te worden zullen de resterende personeelsleden ter beschikking gesteld worden van de betrokken DirCo hoofdplaats provincie of van het arrondissement Brussel-Hoofdstad.

II. De initiële numerieke verdeling van het interventiekorps Voor de initiële inplaatsstelling moeten de voorzitters van de politiecolleges uit de provincie of het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad die als gastzone wensen te fungeren ten laatste op 16 september 2005 een aanvraag indienen bij de voorzitter van de beheersstructuur.

Na ontvangst van de aanvragen zal de voorzitter van de beheerstructuur op basis van die aanvragen de nominatieve samenstelling van de beheersstructuur bepalen.

Hij zal vervolgens een synthesedossier met betrekking tot de ontvangen aanvragen overmaken aan alle leden van de beheersstructuur en een bijeenkomst van de beheersstructuur organiseren met het oog op de initiële verdeling van de door het interventiekorps beschikbaar gestelde capaciteit.

Indien binnen de beheersstructuur geen consensus bereikt wordt zal de voorzitter van de beheersstructuur het dossier ten laatste op 7 oktober 2005 aanhangig maken bij de Gouverneur van de provincie of van het administratief arrondissement Brussel Hoofdstad die het dossier ten laatste op 17 oktober 2005 zal overmaken aan de Minister van Binnenlandse Zaken.

Het dossier zal : - uitdrukkelijk de redenen vermelden die ertoe geleid hebben dat binnen de beheersstructuur geen consensus kon bereikt worden - vergezeld gaan van een omstandig advies van de Gouverneur - een voorstel van de Gouverneur tot gemotiveerde beslissing voor de Minister van Binnenlandse Zaken bevatten In dit geval zal de Minister van Binnenlandse Zaken over de verdeling van het interventiekorps binnen de provincie of het administratief arrondissement Brussel Hoofdstad beslissen.

Indien binnen de beheersstructuur een consensus bereikt wordt zal de voorzitter ervan de verdeling van het interventiekorps over de lokale politie ten laatste op 17 oktober 2005 ter kennis brengen van de Minister van Binnenlandse Zaken.

III. Aanpassingen aan de startsituatie De behandeling van navolgende aanvragen en/of wijzigingen aan de startsituatie komt toe aan de provinciale beheersstructuur.

HOOFDSTUK III. - Het Interventiekorps bij de DirCos 1. Personeel a.Bestemming De toewijzing van de 40 % (120 politiemensen) van het interventiekorps bij de DirCo's gebeurt lineair over de DirCo's hoofdplaats provincie en die van het administratief arrondissement Brussel Hoofdstad. b. Voorwaarden Voor een bediening in het interventiekorps komt in aanmerking het personeelslid dat : - geen periodieke evaluatie met eindvermelding evaluatie onvoldoende heeft opgelopen in de loop van de vijf jaar voorafgaand aan de bekendmaking van de vacante betrekking - zich bevindt in dienstactiviteit - beantwoordt aan het profiel DAR of aan het profiel Hycap of bereid zijn dit profiel te behalen. De middenkaders moeten voldoen aan een interview op het niveau van de betrokken DirCo.

Deze betrekkingen zullen worden toegekend in volgorde van de anciënniteit van de kandidaten die voldoen aan de vereiste voorwaarden.

Daarbij wordt in volgorde voorrang verleend aan kandidaten die aan het profiel DAR beantwoorden en vervolgens aan zij die aan het profiel Hycap beantwoorden. c. Statuut De personeelsleden van het interventiekorps blijven tot de federale politie behoren.Zij worden ondergebracht bij de CSD met als gewone plaats van het werk (GPW) de zetel van de DirCo van inplanting van het interventiekorps.

De personeelsleden van het interventiekorps worden nooit gedetacheerd maar wel steeds ter beschikking gesteld van de lokale politie of andere eenheden en diensten van de federale politie.

Het personeel van het Interventiekorps staat functioneel en administratief onder het gezag van de DirCo Operationeel staan de leden van het interventiekorps onder het gezag van de overheid van het korps of de dienst ten voordele van wie zij een opdracht uitvoeren.

De DirCo beslist hoe de verplaatsingen naar de tijdelijke plaats van het werk (TPW) gebeuren.

De personeelsleden van het interventiekorps genieten de kleine maaltijdvergoedingen voor de dagen waarop zij effectief worden ingezet buiten hun GPW. De federale politie zal daartoe een ontwerp van koninklijk Besluit tot aanpassing van de RPPol opstellen.

De personeelsleden van het interventiekorps genieten niet van de nabijheidstoelage. d. Opleiding De opleiding van de personeelsleden van het interventiekorps valt onder de verantwoordelijkheid van de DirCo van inplanting. Het personeel met als herkomst de DAR heeft geen specifieke opleiding meer nodig.

De andere personeelsleden zullen de vorming Hycap en/of de algemene opleiding herplaatsing moeten volgen. e. Beheer De DirCo verzekert het beheer van het interventiekorps met de eigen beschikbare middelen. De DirCo van inplanting verzekert een dagdagelijkse opvolging van de terbeschikkingstellingen en inzet van het interventiekorps in het arrondissement. 2. Budgettair De verloning van deze leden van het interventiekorps wordt volledig door de federale politie gedragen met uitzondering van de weekend- en nachturen die voortvloeien uit de andere, niet-Hycap, opdrachten ten voordele van de lokale politie en exclusief ten voordele van één zone verricht worden.In dit laatste geval ze door de betrokken politiezones betaald en daartoe maandelijks gefactureerd volgens een gemiddeld forfaitair bedrag per uur Die bedragen zijn voor de betrokken inspecteurs 13,47 Euro per nachtuur en 26,94 Euro per weekend-uur. 3. Logistiek De logistieke ondersteuning van het interventiekorps moet in principe door de federale politie verzekerd worden. Het personeel wordt geïnstalleerd in de administratieve lokalen van de bestaande infrastructuur van de DirCo. De kost van die huisvesting valt ten laste van de federale politie.

De basisuitrusting, de algemene functieuitrusting, de uitrusting verkeer en openbare orde van de politiemensen van het interventiekorps wordt door de federale politie geleverd.

De uitrusting eigen aan de opdrachten in de zones wordt door de zones geleverd (voertuigen, radio's).

Wanneer het interventiekorps ingezet wordt ter vervanging van gehypothekeerde capaciteit moeten de organieke middelen voorzien voor geconstitueerde eenheden (voertuigen, materieel, radio's) door de federale politie geleverd worden. Voor de overige opdrachten wordt het personeel, indien nodig, naar zijn tijdelijke plaats van het werk gebracht met zonodig transport van de federale politie. 4. Opdrachten 4.1. Basisprincipes De personeelsleden van het Interventiekorps moeten exhaustief en effectief ingezet worden voor de hierna opgesomde opdrachten.

Het personeel moet op jaarbasis dus 100 % van de beschikbare capaciteit in manuur ingezet worden voor zijn voorziene opdrachten; (De beschikbare capaciteit is de totale capaciteit verminderd met de afwezigheden om gezondheidsredenen, andere redenen voor onbeschikbaarheid en opleiding).

De helft van de capaciteit die bij de 11 DirCo's beschikbaar is dient ingezet te worden voor gehypothekeerde capaciteit overeenkomstig de richtlijn MFO2 betreffende de gehypothekeerde capaciteit.

De andere helft van die capaciteit dient ingezet te worden ter ondersteuning van het veiligheidsbeleid.

Het personeel van het Interventiekorps kan ingezet worden bij acties waarvoor de operationele leiding en coördinatie ofwel door een politiezone of door de federale politie verzekerd wordt. 4.2. Inzet ter vervanging van gehypothekeerde capaciteit Die inzet moet leiden tot een vermindering van het gebruik van gehypothekeerde capaciteit en van de niet-gespecialiseerde steun die voor de oprichting van het interventiekorps door de DAR geleverd werd.

De inzet van het interventiekorps ter vervanging van gehypothekeerde capaciteit dient te beantwoorden aan de principes vervat in de MFO2 van 30 juli 2004 betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie.

In het geval van inzet ter vervanging van gehypothekeerde capaciteit genieten de lokale politiezones een onrechtstreeks voordeel. 4.3. Ondersteuning van het veiligheidsbeleid De overige opdrachten van het interventiekorps moeten altijd gebonden zijn aan de uitvoering van concrete acties of voor de opvang van tijdsgebonden capaciteitsproblemen.

In dit domein moet de DirCo een actief ondersteuningsbeleid voeren en daartoe de nodige initiatieven aan de dag leggen. Het volstaat op zijn niveau niet te wachten op steunaanvragen : de DirCo moet voor een aanbod uit initiatief zorgen.

Volgende inzet is mogelijk : ? Opdrachten in het kader van de strijd tegen onveiligheidsfenomenen (plaag van diefstallen met braak, drugoverlast, ...); ? grootschalige politieoperaties (onder andere FIPA's) ? het beheren van onvoorzienbare gebeurtenissen ? inzet (ter beschikking stelling) om het hoofd te bieden aan seizoensgebonden fenomenen.

Dergelijke inzet dient in voldoende mate omkaderd te worden met personeel uit de dienst die er gebruik van maakt om zoveel mogelijk autonome interventies van leden van het interventiekorps te vermijden.

In geval van dergelijke inzet is er een rechtstreeks voordeel voor de dienst die de inzet geniet. 4.4. Onverwachte operaties In geval van onverwachte operaties kan de DirCo van inplanting van het interventiekorps de inzet binnen de provincie herroepen. DAO heeft die bevoegdheid voor de totaliteit van dit deel van het interventiekorps. 5. procedure De inzet van het interventiekorps moet altijd in overleg met de betrokken politiedienst gebeuren. Alle aanvragen tot steun van het interventiekorps worden door de betrokken diensten aan hun territoriaal bevoegde DirCo gericht die de vraag zal doorsturen naar de DirCo hoofdplaats provincie.

De aanvragen moeten steeds duidelijk gemotiveerd zijn.

De DirCo's moeten DAO in reële tijd inlichten over de voor het interventiekorps aangegane verbintenissen.

Wanneer de capaciteit van het interventiekorps van een DirCo van inplanting uitgeput is worden eventuele openblijvende vragen tot versterking geregeld overeenkomstig de bepalingen van de MFO2 van 30 juli 2004 betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie voor het uitvoeren van politieacties op hun actieterrein.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^