Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 22 mei 2007
gepubliceerd op 31 mei 2007

Omzendbrief GPI 59 betreffende de gecertificeerde opleidingen voor het personeel van het administratief en logistiek kader van de politiediensten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2007000202
pub.
31/05/2007
prom.
22/05/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


22 MEI 2007. - Omzendbrief GPI 59 betreffende de gecertificeerde opleidingen voor het personeel van het administratief en logistiek kader van de politiediensten


Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan de Dames en Heren Directeurs van de academies en politiescholen, Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Heer Inspecteur-generaal van de algemene inspectie van de federale en van de lokale politie, Ter informatie : Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mevrouw, Mijnheer de Directeur van de academie of politieschool, Mijnheer de Commissaris-generaal, Mijnheer de Inspecteur-generaal, Dames en Heren, Inleiding Deze omzendbrief bereidt de uitvoering voor van het nieuwe CALogstatuut, zoals geconcretiseerd in de wet van 1 maart 2007 houdende diverse bepalingen (III) (Belgisch Staatsblad van 14 maart 2007) en het koninklijk besluit van 23 maart 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiedienste (Belgisch Staatsblad van 30 maart 2007). Deze teksten leggen de principes van de nieuwe CALog-loopbaan vast en wijzigen een aantal punctuele statutaire aspecten met betrekking tot die personeelsleden.

Basisprincipes De wettelijke en reglementaire teksten betreffende de nieuwe CALog-loopbaan voorzien in het met vrucht volgen van een gecertificeerde opleiding als voorwaarde voor de vooruitgang in de baremische loopbaan en/of voor de toekenning van een competentieontwikkelingstoelage.

De gecertificeerde opleiding wordt gedefinieerd als "de opleiding die erop gericht is de competenties van het personeelslid van het administratief en logistiek kader te actualiseren en verder te ontwikkelen, en die wordt afgesloten met de validatie van de verworven kennis van die opleiding".

Het is bijgevolg de taak van de overheid om aan de CALogpersoneelsleden een waaier van gecertificeerde opleidingen aan te bieden die hen in staat stellen de competenties die eigen zijn aan hun functie te ontwikkelen en te actualiseren. Het opleidingsaanbod moet daarnaast ook beantwoorden aan bepaalde criteria waaronder de verplichte validatie van de verworven kennis.

Het doel van deze omzendbrief is dus ?de methodologie toe te lichten die werd gevolgd bij het vastleggen van het aanbod van gecertificeerde opleidingen voor de personeelsleden van het administratief en logistiek kader (CALog), ? de algemene principes vast te leggen met betrekking tot de keuze van de gecertificeerde opleidingen voor het betrokken personeelslid, ? het vastleggen van de principes met betrekking tot het aanbod van de gecertificeerde opleidingen en haar kenmerken, ? het voorstellen van een aanbod van gecertificeerde opleidingen aan de betrokken personeelsleden. 1. Methodologie Bij het vastleggen van het opleidingsaanbod werd ervoor gekozen om per geïdentificeerd activiteitendomein en binnen elk activiteitendomein, per niveau, een keuze uit verschillende gecertificeerde opleidingen mogelijk te maken. De voorgestelde methodologie kan in drie fasen worden ingedeeld : de indeling in functiegroepen, op basis van het activiteitendomein waarin wordt gewerkt, de classificatie van de bestaande functies in die groepen en de samenstelling van een aanbod van gecertificeerde opleidingen (indeling van de gecertificeerde opleidingen volgens functiegroep en volgens functieniveau). 1.1. Indeling in functiegroepen Binnen de geïntegreerde politie kunnen talrijke en zeer uiteenlopende functies onderscheiden worden. Daarom is het enigszins aangewezen die te groeperen onder een gemeenschappelijke noemer, namelijk het activiteitendomein waartoe ze behoren.

Uiteindelijk werden 11 functiegroepen gedefinieerd (zie bijlage 1).

Men liet zich daarbij inspireren door het werk dat door de FOD P&O werd verricht in het raam van de implementatie van de nieuwe loopbaan in het Openbaar ambt, zonder daarbij de specifieke eigenschappen van de geïntegreerde politie uit het oog te verliezen. Elke functiegroep overkoepelt alle functies, zowel van niveau A, B, C en D, die tot een welbepaald activiteitendomein behoren.

Aan elke functiegroep werden een aantal indicatoren toegekend. Deze indicatoren vergemakkelijken de indeling in functiegroepen en staan borg voor een zekere homogeniteit doorheen de verschillende entiteiten van de geïntegreerde politie. 1.2. Classificatie van de functies Elke bestaande functie wordt door de bevoegde overheid ondergebracht in één van de functiegroepen (zie typedocument in bijlage 2), op basis van het activiteitendomein. Met bevoegde overheid wordt bedoeld de korpschef, de commissaris-generaal, de directeur-generaal, de inspecteur-generaal of de directeur-diensthoofd SSGPI, al naargelang het geval.

Als hulp bij de coherente classificatie werden, naast het vastleggen van indicatoren voor elke groep, ook algemene classificatieregels uitgewerkt (zie bijlage 3).

De classificatie van de functies gebeurt op basis van de inhoud van de functie : wat houdt de functie in ? Tot welk activiteitendomein behoort de functie? De soort van dienst waarbinnen de functie wordt uitgeoefend kan een nuttige aanwijzing zijn, maar is op zich onvoldoende om die vragen te beantwoorden.

Bv. : op een "boekhoudkundige" dienst werken logischerwijs boekhouders, maar eveneens andere bedienden, zoals bijvoorbeeld een personeelsbeheerder. Beide functies moeten ondergebracht worden in verschillende functiegroepen hoewel ze binnen dezelfde dienst worden uitgeoefend. 1.3. Samenstelling van een aanbod van gecertificeerde opleidingen 1.3.1. Principes betreffende het opleidingsaanbod Een gecertificeerde opleiding heeft als doel het actualiseren en ontwikkelen van de competenties van een CALogpersoneelslid. De gecertificeerde opleiding mag dus niet verward worden met een opleiding die wordt gevolgd teneinde bepaalde basisvaardigheden te verwerven die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van een functie (opleiding preventieadviseur, strategisch analist, taalopleidingen,...). De te volgen opleiding wordt gekozen door de functionele meerdere, in overleg met het personeelslid, uit de opleidingen die verband houden met de huidige functie van deze laatste; de gecertificeerde opleiding mag in geen geval een "voorbereidende" opleiding voor een promotie zijn.

De competentieontwikkeling, als doel van de gecertificeerde opleiding, moet het individu niet enkel toelaten zijn/haar prestatieniveau te verhogen, maar moet de organisatie ook toelaten het algemene prestatieniveau te verhogen en de door haar vooropgestelde doelen te bereiken.

Het is dus van essentieel belang dat de voorgestelde gecertificeerde opleidingen een werkelijk belang hebben, zowel voor het personeelslid als voor de organisatie.

Met de gecertificeerde opleidingen wordt de ontwikkeling van twee soorten van competenties beoogd : - competenties die verband houden met het activiteitendomein van de uitgeoefende functie; - "transversale" competenties, die altijd nuttig zijn, ongeacht het activiteitendomein.

De opleidingen moeten ook overeenstemmen met het niveau A, B, C of D van de uitgeoefende functie. Het niveauverschil komt tot uiting zowel in de inhoud (diepgang in de aangesneden onderwerpen) als in de duur van de opleiding. De minimumduur werd vastgelegd op 3 dagen voor het niveau C en D, op 4 dagen voor het niveau B en op 5 dagen voor het niveau A. Bij dit aantal dagen moet de duur van de validatie van de verworven kennis van de opleiding toegevoegd worden (met betrekking tot de validatie, zie infra punt 1.3.3.).

Het opleidingsaanbod werd samengesteld door de directie van de opleiding. Voor elk activiteitendomein en voor de transversale competenties worden gecertificeerde opleidingen voorgesteld. Deze opleidingen zijn ingedeeld volgens het niveau waarvoor ze bedoeld zijn.

Daarbij moet worden opgemerkt dat niet alle niveaus vertegenwoordigd zijn in alle functiegroepen. Hiermee wordt rekening gehouden bij de samenstelling van het aanbod.

Het opleidingsaanbod kan wijzigen en aangepast worden in functie van de opleidingsbehoeften van de verschillende diensten van de geïntegreerde politie. Bepaalde behoeften kunnen verdwijnen terwijl anderen prioritair kunnen worden. Het is de bedoeling een soepel en aanpasbaar concept aan te bieden dat zo goed mogelijk inspeelt op de concrete behoeften van de politiediensten.

Het opleidingsaanbod zal gepubliceerd worden op de sites van de directie van de opleiding en van de human resources; de publicatie zal worden aangekondigd via Infonieuws. 1.3.2. Ontwikkeling van het aanbod Gezien de grote diversiteit aan opleidingsbehoeften binnen de politie bevat het opleidingsaanbod opleidingen ofwel georganiseerd door het OFO, ofwel georganiseerd door de federale en provinciale scholen.

OFO heeft, wat haar betreft, een opleidingsaanbod ontwikkeld voor het openbaar ambt, op basis van strikte criteria die ze wenst te behouden.

Om deze twee voorwaarden te verzoenen (diversiteit van het aanbod en het respecteren van de regels van het OFO), houdt het aanbod rekening met het algemeen principe volgens hetwelk de federale en provinciale scholen verzocht worden opleidingen te ontwikkelen die niet opgenomen werden in het programma van het OFO, dit om elke vergelijking tussen verschillende opleidingen over eenzelfde thema, voor eenzelfde niveau te vermijden.

Elke opleiding die opgenomen wordt in het aanbod, maakt het voorwerp uit van een erkenningsdossier. Hiertoe werd een type-dossier ontwikkeld door de directie van de opleiding, dat ter beschikking gesteld wordt van de scholen.

Het door een school vervolledigde erkenningsdossier, nagekeken en goedgekeurd door de directie van de opleiding, wordt de verplichte referentie voor de beoogde gecertificeerde opleiding. Met andere woorden, de inhoud en de modaliteiten van de opleiding zijn identiek ongeacht de school waar de opleiding gegeven wordt.

Niet alle opleidingen worden gegeven in alle scholen betrokken in dit project; de scholen kiezen de te ontwikkelen opleidingen volgens de behoeften zoals die uitgedrukt worden door de diensten die zich in hun actieradius bevinden en volgens hun eigen beschikbaarheid. 1.3.3. Validatiemodaliteiten van de kennisoverdracht De gecertificeerde opleiding wordt in de wet van 1 maart 2007 houdende diverse bepalingen (III) (Belgisch Staatsblad van 14 maart 2007) gedefinieerd als "een opleiding die erop gericht is de bekwaamheden en competenties van het personeelslid van het administratief en logistiek kader te actualiseren en verder te ontwikkelen en die wordt afgesloten met de validatie van de verworven kennis van die opleiding".

De validatie van de kennis maakt integraal deel uit van de definitie van de gecertificeerde opleiding; deze validatie heeft tot doel na te gaan of de competenties en vaardigheden, die beoogd werden door de opleiding, volledig geïntegreerd werden.

Enkel de personeelsleden die gedurende minstens 80% van de totale duur van de opleiding aanwezig waren, kunnen deelnemen aan deze validatie.

De validatie kan verschillende vormen aannemen : Voor de niveaus A en B : - multiple-choice vragenlijst, - open vragen met korte of lange antwoorden, - gevalstudies en probleemoplossing, - mondelinge tests, - mondelinge voorstellingen, - gemengde tests met een combinatie van verschillende testvormen zoals multiple-choice gecombineerd met een gevalstudie of een reeks open vragen gecombineerd met een mondelinge voorstelling...

Voor de niveaus C : - praktische oefeningen, - gevalstudies en probleemoplossing, - mondelinge proeven, - mondelinge voorstellingen.

Voor de niveaus D : - praktische oefeningen.

De keuze van de validatievorm gebeurt volgens de leerdoelstellingen van de opleiding en volgens de praktische haalbaarheid ervan (bv. volgens het aantal betrokken personen). Deze keuze wordt meegedeeld aan de betrokken personeelsleden op de eerste dag van de opleiding met alle nuttige informatie desbetreffend. Praktische oefeningen worden uitgevoerd tijdens de opleiding om de validatietest voor te bereiden.

De validatie slaat enkel op de tijdens de opleiding verstrekte materies.

Deze validatie wordt zo vlug mogelijk georganiseerd : ten laatste drie maanden na het einde van de opleiding voor de personeelsleden van niveau A en ten laatste twee maanden na het einde van de opleiding voor de personeelsleden van de niveaus B en C. De validaties van het type "praktische oefeningen" en/of met betrekking tot "informatica-"opleidingen vinden meteen na de opleiding plaats.

In het geval dat de validatie niet meteen na het einde van de opleiding plaatsvindt, krijgt het personeelslid een vrijstelling van 4 uren om zich voor te bereiden op de validatie.

De validatie wordt afgesloten met de toekenning van een vermelding "geslaagd"/"niet-geslaagd"; in geval van slagen levert de school het desbetreffende brevet af. 1.3.4. Eerste aanbod Het eerste aanbod van gecertificeerde opleidingen (zie bijlage 4) bevat minstens 2 opleidingen per activiteitendomein en per niveau. Dit aanbod van gecertificeerde opleidingen werd uitgewerkt in overleg met de betrokken partijen (lokale en federale politie) en wordt nu bekeken vanuit de concrete mogelijkheden van de scholen.

Dit eerste aanbod, voorgesteld en onderhandeld, zal ter beschikking gesteld worden op de websites www.hrpol.be en www.police.ac.be. Het zal het voorwerp uitmaken van een evaluatie en, indien nodig, aangepast worden in functie van de uitgebrachte beschouwingen en adviezen. 2. Procedure inzake gecertificeerde opleiding Het eerste belangrijke principe van de gecertificeerde opleiding is de keuzevrijheid van het personeelslid.Hij/zij beslist zelf al dan niet een gecertificeerde opleiding te volgen. Het personeelslid mag daartoe nooit verplicht worden.

Wanneer een personeelslid zich wenst in te schrijven voor een gecertificeerde opleiding, dan moet zijn/haar functionele meerdere, in overleg met het betrokken personeelslid, beslissen welke onder de vooraf erkende en voor de functie relevante gecertificeerde opleiding gevolgd zal worden. De functionele meerdere is "de functionele verantwoordelijke, ten minste dienstchef".

Het meest essentiële criterium bij de keuze voor een welbepaalde gecertificeerde opleiding is de meerwaarde van de opleiding voor de uitoefening van de huidige functie (in het geval van structureel gedetacheerden, de huidig uitgeoefende functie in de dienst van detachering).

Concreet wordt de keuze gemaakt op basis van de classificatie van de functies door de bevoegde overheid. Volgende principes worden daarbij gevolgd : ? bij wijze van algemene regel, wordt een welbepaalde gecertificeerde opleiding gekozen uit de opleidingen die horen bij de functiegroep waartoe de functie die het personeelslid uitoefent, behoort; ? bij wijze van uitzondering, kan voor wat betreft de functies die in meer dan één functiegroep geplaatst kunnen worden (bv. personeels- en materiaalbeheer), een gecertificeerde opleiding gekozen worden uit de opleidingen die overeenstemmen met de verschillende functiegroepen waartoe de uitgeoefende functie behoort; ? in bepaalde uitzonderlijke gevallen, voor specifieke behoeften die niet in het opleidingsaanbod werden opgenomen, is het daarnaast ook mogelijk bijkomende gecertificeerde opleidingen te laten erkennen. Een gecertificeerde opleiding moet altijd erkend worden door de Minister van Binnenlandse Zaken of de daartoe aangewezen directeur van de opleiding.

De aanvragen tot erkenning van een externe opleiding als gecertificeerde opleiding worden gericht aan de directie van de opleiding via de korpschef, de commissaris-generaal, de directeur-generaal, de inspecteur-generaal of de directeur-diensthoofd SSGPI, al naargelang het geval.

Hiertoe wordt een type-erkenningsdossier ter beschikking gesteld van de eventuele aanvragers. Dit dossier laat toe de duur en de inhoud van de opleiding alsook de praktische modaliteiten van de validatie van de competentieoverdracht te verduidelijken.

Wanneer de te erkennen opleiding noch door OFO, noch intern in één van de politiescholen georganiseerd wordt, dan vallen de kosten ten laste van de werkgever / de vragende eenheid.

Wanneer er geen akkoord wordt bereikt tussen de functionele meerdere en het personeelslid over de te volgen gecertificeerde opleiding, dan wordt de eindbeslissing genomen door de eindverantwoordelijke (van de evaluatie).

De eindverantwoordelijke speelt hier niet enkel een bemiddelende rol : hij moet ook waken over de algemene samenhang van de opleidingsplannen van zijn diensten, rekening houdend met de doelen die voor elk van deze diensten zijn vooropgesteld.

Op het ogenblik van een functiewijziging omwille van mobiliteit, kan de reeds gemaakte keuze voor een gecertificeerde opleiding herzien worden, indien de voorheen gekozen opleiding geen belang heeft voor de recent opgenomen functie.

In dezelfde logica is een persoon, die bevorderd werd naar een hoger niveau, niet verplicht de gecertificeerde opleiding te volgen, voor dewelke hij ingeschreven was in zijn vroeger niveau; vanaf zijn promotie heeft hij de mogelijkheid een andere gecertificeerde opleiding te kiezen, die overeenkomt met zijn nieuwe niveau.

In geval van niet-slagen in de validatietest kan het personeelslid zich ten vroegste 365 dagen na de voorgaande inschrijving opnieuw inschrijven voor dezelfde of voor een andere opleiding. 3. Diverse bepalingen De aanrekening van de prestaties tijdens een gecertificeerde opleiding geschiedt als volgt : - aanrekening van de werkelijke opleidingstijd, met aftrek van de pauzes, - aanrekening van de verplaatsingen (toepassing van de regel van de dienstverplaatsing), - aanrekening van de tijd besteed aan de validatietest van de kennisoverdracht. Voor de voorbereiding van de validatie wordt een dienstvrijstelling van 4 uren toegekend aan het personeelslid, volgens de voorwaarden vermeld onder punt 1.3.3.

Gelet op de regels die van toepassing zijn op het vlak van de arbeidstijd, kan het nabijheidscriterium van de school belangrijk blijken voor het beheer van de capaciteiten van een dienst. Als gevolg hiervan wordt de keuze van de school aan de beoordeling van de overheid overgelaten. De personeelsleden van de lokale politie hebben zowel toegang tot de opleidingen gegeven in de federale scholen als deze van de erkende scholen; de personeelsleden van de federale politie hebben eveneens toegang tot het geheel van de scholen. 4. Opstart Zoals reeds toegelicht tijdens de informatiesessies inzake het nieuwe CALogstatuut, is de inschrijving voor een gecertificeerde opleiding vóór 1 september 2007 één van de voorwaarden in het raam van verschillende overgangsmaatregelen. De betrokken overheden hebben er dus baat bij zo snel mogelijk een classificatie te maken van de functies, in functiegroepen, zodat vervolgens de gecertificeerde opleidingen geselecteerd kunnen worden.

Te gepasten tijde zullen meer inlichtingen worden verschaft over de praktische inschrijvingsmodaliteiten voor de opleidingen.

Het systeem "gecertificeerde opleidingen" zal het voorwerp uitmaken van een globale evaluatie in 2009.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

BIJLAGE 1 : FUNCTIEGROEPEN - CLASSIFICATIEINDICATOREN 1. Budgettaire materies 2.Communicatie en Informatie 3. Algemeen Beheer 4.Logistiek, economaat en technische steun 5. Juridische Normen en Geschillen 6.Personeel en Organisatie 7. Politie 8.Menselijke gezondheid / dierenzorg 9. Welzijn en Sociale Bescherming 10.Veiligheid en technische expertise 11. Informatie- en Communicatietechnologie Voor elke functiegroep werden indicatoren gedefinieerd.Ze hebben als doel de classificatie van de functies in de functiegroepen mogelijk te maken. Deze lijst van indicatoren is niet limitatief. 1. Budgettaire materies ? Opmaak van het budget (budgettaire strategie, controle van de uitvoering van het budgettair proces en de beheerscontrole, het verdedigen van het budget,...) ? Uitvoering van het budget (het verzamelen van financiële informatie en controle van de boekhoudkundige regels) ? Betalingen van facturen ? Beheerscontrole ? ... 2. Communicatie en Informatie ? Interne en externe communicatie (tijdschriften, het creëren van een website/het intranet,...) ? Het tolken en vertalen ? Public relations (woordvoerder,...) - begeleiding van delegaties die op bezoek zijn binnen de organisatie of tijdens externe manifestaties - Protocol ? Niet-operationele documentatie- en informatiebeheer ? Beheer en valorisatie van het cultureel en artistiek patrimonium van de organisatie ? ... 3. Algemeen Beheer ? Het sturen, coördineren en begeleiden van een dienst (algemeen beleid, definitie en opvolging van de doelstellingen) ? Raadgeving en advies aan de hiërarchie en ontwikkeling van het beleid ? Administratieve steun aan het management (dossiervoorbereiding,...) ? Processen in verband met projectwerking (project-/programmabeheer, projectmethodologie en opvolging,...) ? Dossiervoorbereiding voor de gemeente- of de politieraad, college van burgemeester en schepenen of politiecollege, de bijzondere rekenplichtige, het toezicht,... ? Secretariaat (onthaal, klassement, verspreiding van interne en externe documenten, het coderen, het afleveren van documenten, beheer van de eigen documentatie,...) ? Receptie en/of telefonische dispatching ? ... 4. Logistiek, economaat en technische steun ? Aankoop van materieel / goederen of diensten voor gebruik door de organisatie (overheidsopdrachten,...) ? Administratief beheer van materiële middelen (materiaal, voertuigen, gebouwen, kleding, bewapening, PC,...) ? Technische steun aan het beheer van materiële middelen (onderhoud, herstelling, reiniging, vervoer,...) ? Gespecialiseerde technische steun (mecanicien luchtvaart,...) ? Ontwikkeling van technische normen inzake materiële middelen, normalisering en controle van de normen ? Het organiseren, coördineren en uitvoeren van algemene logistieke processen (verhuis van materieel, verdeling van de post, drukkerij,...) ? Beheer van een stock, een economaat,... ? Beheer van de kledijpunten ? ... 5. Juridische Normen en Geschillen ? Beheer en interpretatie van het statuut ? Het geven van juridisch advies ? Geschillen ? Verdediging en vertegenwoordiging van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Regering voor de Raad van State en het Arbitragehof in geschillen met betrekking tot een betwisting van het statuut ? Publicatie van wetten, koninklijke besluiten, ministeriële besluiten, omzendbrieven en andere teksten betreffende de politie in het Staatsblad ? Behandeling van verschillende beroepen (Raad van State,...) ? ... 6. Personeel en Organisatie ? Personeelsbeheersprocessen (werving en selectie, competentiemanagement, opleiding, functieclassificatie en functiebeschrijvingen) ? Personeelsadministratie (uitbetaling van de lonen, beheer van de loopbaanincidenten en andere processen in verband met het statuut) ? Optimalisatie van de werkprocessen en de organisatie (organisatieaudits, kwaliteitsaudits, organisatieontwikkeling, Change Management) ? Statuten en syndicale relaties ? ... 7. Politie Deze functiegroep omvat de functies met een uitoefening van activiteiten die vallen onder het politiedomein, maar die geen politiebevoegdheden vereisen (behalve voor CALog met beperkte bevoegdheden OGP). ? Beheer en behandeling van de operationele informatie ? Studies, gegevensanalyses met een politiekarakter ? Eerste onthaal, aandachtig luisteren en doorverwijzen van de bevolking ? Uitwerken en opvolgen van NVP/ZVP ? Psychosociale wetenschappen ? Technische en wetenschappelijke politie ? Coördinatie inzake internationale betrekkingen binnen de organisatie ? Ontwikkeling en opvolging van de internationale politiesamenwerking ? Techno-preventie ? Opvolging van rampenplannen ? Beheer van de administratieve bepalingen voorzien in de wapenwet (aankoop, bezit, het dragen, het bewaren) ? Preventie jegens de bevolking in het kader van de Veiligheids- en preventiecontracten ? ... 8. Menselijke gezondheid / dierenzorg ? Menselijke zorg en gezondheid (preventieve arbeidsgeneeskunde, controlegeneeskunde, curatieve geneeskunde) ? Paramedische domeinen (farmacie,...) ? Dierenzorg en -gezondheid (selectie, toedienen van medische zorgen,...) ? Verzorging van de dieren (stalknecht,...) ? ... 9. Welzijn en Sociale Bescherming ? Psychologische begeleiding van individuen (personeelsleden en hun gezin, slachtoffers,...) ? Begeleiding van het personeel in het kader van professionele en persoonlijke problemen ? Aanwending van de principes met betrekking tot de gelijkheid en de diversiteit in de verschillende organisatieprocessen ? Welzijn op het werk, het sensibiliseren van de verschillende actoren m.b.t. deze problematiek (onderzoek naar verbetering van de werkomstandigheden,...) ? Opleiding, raad, bewustmaking en advies aan personeelsleden betreffende slachtofferbejegening ? Sociale begeleiding (problematiek motivatie,...) ? ... 10. Veiligheid en technische expertise ? Technische preventie en veiligheid : Analyseren van de technische aspecten van de werkomstandigheden, werkongevallen, beroepsziekten, identificeren van de risicofactoren en het uitwerken van een preventieplan voor de organisatie Verlenen van adviezen aangaande de aankoop van werkinstrumenten, installaties, ergonomie van het bureaumateriaal, beschermingsuitrusting,...

Het uitwerken van een veiligheidsplan, evacuatieplan,...

Audits/inspectie van de naleving van de reglementaire bepalingen m.b.t. de technische aspecten van veiligheid, gezondheid, welzijn en hygiëne op het werk Controle van lopende renovatie- en onderhoudswerken, installaties die in de organisatie aanwezig zijn, ergonomie,... ? Technische expertise in verband met engineering ? ... 11. Informatie- en Communicatietechnologie ? Netwerk- en databankbeheer : Het ontwerpen, opbouwen, configureren, installeren, optimaliseren en onderhouden van informaticanetwerken en databanken ? Programmatie: Het analyseren van de informaticanoden en het omzetten van deze analyse in een ontwerp van informatica-ondersteuningstool ? Informatica-multimedia (telefonie, videofonie, radio) ? E-business: Het uitwerken van een strategie, de analyse van de technische mogelijkheden en het implementeren in verband met het gebruik en de verspreiding van informatie via het Internet of Intranet Het ontwikkelen en onderhouden van websites (Intranet en/of Internet) vanuit technisch oogpunt ? Beheer en manipulatie van informaticabestanden (geen codering maar manipulatie van het bestand, zonder interesse voor de gegevens zelf) ? Beheer van het informaticapark ? ...

BIJLAGE 2 : VOORBEELD VAN EEN CLASSIFICATIETABEL VAN FUNCTIES IN EEN FUNCTIEGROEP DGS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

BIJLAGE 3 : CLASSIFICATIEPRINCIPES VAN FUNCTIES IN FUNCTIEGROEPEN Algemeen, ? elke bestaande CALog-functie in de organisatie wordt geklasseerd in één van de functiegroepen die zijn bepaald voor de geïntegreerde politie (zie bijlage 1); ? de classificatie van de functies van de verschillende directies en diensten in de functiegroepen moet op de meest coherente manier gebeuren. Dezelfde functies in analoge of gelijksoortige diensten worden in dezelfde groep ondergebracht (zie classificatie-indicatoren); ? het klassement van een functie is niet gebonden aan de personen die de functie uitoefenen, maar is wel gebaseerd op de inhoud van de functie (activiteiten, taken).

Specifiek, ? een administratieve steunfunctie (type secretariaat), in welke dienst dan ook, wordt geklasseerd in de functiegroep "Algemeen beheer"; ? een functie die tussenkomt in een gegeven proces (administratief of politioneel) wordt geklasseerd in de functiegroep van het overeenkomstig activiteitendomein; ? de juristen die raadgeven in specifieke activiteitendomeinen worden ondergebracht in de functiegroep van de specifieke activiteitendomeinen; de "polyvalente" juristen worden ondergebracht in de functiegroep "Juridische Normen en Geschillen"; ? de opleiders die een gespecialiseerde materie onderwijzen, worden geklasseerd in de functiegroep van het activiteitendomein waarmee de materie verband houdt; de opleiders die een algemene materie onderwijzen, worden geklasseerd in de functiegroep "Personeel & Organisatie"; ? de strategische analisten worden geklasseerd in de functiegroep "Politie".

BIJLAGE 4 : AANBOD VAN GECERTIFICEERDE OPLEIDINGEN 1. BUDGETTAIRE MATERIES NIVEAU A ? Aankoopbeleid en overheidsopdrachten NIVEAU B ? De dubbele boekhouding ? De analytische boekhouding NIVEAU C ? De dubbele boekhouding ? Gebruik van Excel in de dubbele boekhouding NIVEAU D Geen mensen in deze groep, indien er toch een aantal zijn kunnen deze opleidingen volgen uit de transversale competenties.2. COMMUNICATIE & INFORMATIE NIVEAU A ? Een interne krant uitdenken en realiseren ? Juridische aspecten van de informatie ? Kennisbeheer ? Het communicatieplan van een organisatie NIVEAU B ? Van digitale fotografie tot de uitvoering van een folder/brochure ? Professioneel schrijven NIVEAU C ? Opleiding voor het baliepersoneel - collegialiteit en samenwerken ? Efficiënt telefoneren en e-mails schrijven en beheren NIVEAU D ? Opleiding voor het baliepersoneel - collegialiteit en samenwerken ? Efficiënt telefoneren en e-mails schrijven en beheren 3.ALGEMEEN BEHEER NIVEAU A ? Balanced scorecard ? Interpretatie van de gegevens en inleiding tot de statistiek ? Projectmanagement ? Vergader- en onderhandelingstechnieken ? Uittekenen van processen ? Groepsdynamica en procesadvisering binnen teams en groepen ? Operationeel HRM voor lijnmanagers ? Beleidsanalyse NIVEAU B ? Administratieve briefwisseling, samenvatten en becommentariëren van teksten en mind mapping ? Geavanceerd gebruik van het Office-pakket (PowerPoint, Outlook en Excel) ? Diepgaande opleiding in het Office-pakket (PowerPoint, Outlook en Word) ? Diepgaande opleiding in het Office-pakket (PowerPoint, Outlook en Access) ? Methodische benadering van de klassering ? Evenementenbeheer ? Organisatie van het teamwerk en verslaggeving aan de hiërarchie NIVEAU C ? De kwalitatieve aanpak van een onthaaldienst ? Tijdsbeheer en werkplanning ? Efficiënt telefoneren en e-mails schrijven en beheren ? Opleiding voor het baliepersoneel, collegialiteit en samenwerken ? Basisgebruik van Excel en gevorderd gebruik van Word ? Basisgebruik van Acces en gevorderd gebruik van Word ? Gevorderd gebruik van Word en Excel ? Efficiënt klasseren ? Organiseren van het ploegwerk en de hiërarchie op de hoogte brengen NIVEAU D ? Efficiënt telefoneren en e-mails schrijven en beheren ? Opleiding voor het baliepersoneel en collegialiteit en samenwerken ? Assertiviteit en conflicthantering ? Tijdsbeheer en werkplanning ? Bureautica ? Basisgebruik van Excel en Word 4. LOGISTIEK, ECONOMAAT & TECHNISCHE STEUN NIVEAU A ? Aankoopbeleid en overheidsopdrachten ? Facilitair management (algemeen) NIVEAU B ? Beheer van de voorraad en de veiligheid op de werkvloer ? Geavanceerd gebruik van het Office-pakket (PowerPoint, Outlook en Excel) ? Diepgaande opleiding in het Office-pakket (PowerPoint, Outlook en Word) ? Diepgaande opleiding in het Office-pakket (PowerPoint, Outlook en Access) ? Methodische benadering van de klassering NIVEAU C ? Elektrische installaties ? Sanitaire installaties ? Tijdsbeheer en werkplanning ? HACCP-methode in grootkeukens ? Logistiek binnen de geïntegreerde politie ? Veiligheid op de werkvloer en beheer van de voorraad ? Hygiëne en ergonomie in relatie tot welzijn en veiligheid ? Besturen van een voertuig - vervolmaking (defensief rijden, proactive driver,...) NIVEAU D ? Schoonmaaktechnieken - vervolmaking en sociale vaardigheden ? Onderhoud - vervolmaking ? Schilder - vervolmaking ? Tijdsbeheer en werkplanning ? Bureautica ? Besturen van een voertuig - vervolmaking (defensief rijden, proactive driver,...) ? Hygiëne voor het keukenpersoneel ? Veiligheid, communicatie en vaardigheden 5. JURIDISCHE NORMEN EN GESCHILLEN NIVEAU A ? Het opstellen van juridische teksten ? Termijnen in het recht ? Strafprocedure: nieuwe aspecten ? Behoorlijk bestuur: principes en praktijk 6.PERSONEEL & ORGANISATIE NIVEAU A ? Professionalisering van het selectie- en wervingsproces ? Personeelsontwikkeling: strategische en operationele dimensies ? Balanced scorecard ? Projectmanagement ? Interne audit van processen NIVEAU B ? Basiscompetenties inzake management en beheer van human resources ? Bijzondere statutaire vraagstukken NIVEAU C ? Tijdsbeheer en werkplanning ? Assertiviteit en conflicthantering ? Basisgebruik van Excel en gevorderd gebruik van Word ? Basisgebruik van Acces en gevorderd gebruik van Word ? Gevorderd gebruik van Word en Excel ? Efficiënt klasseren ? Organiseren van het ploegwerk en de hiërarchie op de hoogte brengen NIVEAU D ? Bureautica ? Efficiënt klasseren 7. POLITIE NIVEAU A ? Criminaliteit : fenomenen, politiek en recht bij de politie ? Internationale vergaderingen en onderhandelingen bij de politie ? Methoden en technieken voor strategische analyse - Module 1 (2007) ? Methoden en technieken voor strategische analyse - Module 2 (2008) ? Rampenplanning en crisismanagement bij de politie NIVEAU B ? Bijzondere vraagstukken voor de technische en wetenschappelijke politie NIVEAU C ? Voortgezette vorming voor call takers ? Bijzondere vraagstukken voor de technische en wetenschappelijke politie NIVEAU D Geen mensen in deze groep, indien er toch een aantal zijn kunnen deze opleidingen volgen uit de transversale competenties.8. MENSELIJKE GEZONDHEID EN DIERENZORG NIVEAU A ? Gezondheidswetgeving ? Psychopathologische evaluatie NIVEAU B ? Deontologie - goede contacten voor een bepaald probleem ? Zelfmoordpreventie, stressbeheer en actief luisteren NIVEAU C ? Deontologie - goede contacten voor een bepaald probleem ? Zelfmoordpreventie, stressbeheer en actief luisteren NIVEAU D ? Omgaan met paarden- vervolmaking en ziektebeelden van paarden 9.WELZIJN EN SOCIALE BESCHERMING NIVEAU A ? Sociaal recht en sociale zekerheid : specifieke nationale en supranationale aspecten ? Sociale grondrechten ? Psychosociale aspecten op het werk NIVEAU B ? Bijzondere deontologische vraagstukken ? Risico's en preventie ? Actieplannen inzake welzijn op het werk ? Zelfmoordpreventie, stressbeheer en actief luisteren NIVEAU C ? Hygiëne en ergonomie in relatie tot welzijn en veiligheid ? Opvolging van de realisaties inzake welzijn op het werk NIVEAU D Geen mensen in deze groep, indien er toch een aantal zijn kunnen deze opleidingen volgen uit de transversale competenties. 10. VEILIGHEID EN TECHNISCHE EXPERTISE NIVEAU A Momenteel geen CALogpersoneelsleden van het niveau A in deze functiegroep aanwezig, indien er toch een aantal zijn kunnen deze opleidingen volgen uit de transversale competenties. NIVEAU B ? Hygiëne en ergonomie in relatie tot welzijn en veiligheid ? Technische controle ? Risico's en preventie NIVEAU C ? Technische controle ? Hygiëne en ergonomie in relatie tot welzijn en veiligheid 11. INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE NIVEAU A ? IT Projectmanagement ? Informatieveiligheid ? Elektronisch documenten beheren NIVEAU B ? Transact SQL ? UML (Unified Modeling Language) voor programmeurs NIVEAU C ? Bestanden/Software ? Technisch Engels voor informatici 12.TRANSVERSALE COMPETENTIES NIVEAU A ? Selfmanagement ? Effectief leiderschap ? Projectmanagement ? Vergader- en onderhandelingstechnieken ? Uittekenen van processen ? Groepsdynamica en procesadvisering binnen teams en groepen ? Operationeel HRM voor lijnmanagers NIVEAU B ? Geavanceerd gebruik van het Office-pakket (PowerPoint, Outlook en Excel) ? Diepgaande opleiding in het Office-pakket (PowerPoint, Outlook en Word) ? Diepgaande opleiding in het Office-pakket (PowerPoint, Outlook en Access) ? Methodische benadering van de klassering ? Organisatie van het teamwerk en verslaggeving aan de hiërarchie ? Zelfmoordpreventie, stressbeheer en actief luisteren ? Ondersteuningstechnieken bij de evaluatie (enkel voor evaluatoren) NIVEAU C ? Basisgebruik van Excel en gevorderd gebruik van Word ? Basisgebruik van Acces en gevorderd gebruik van Word ? Gevorderd gebruik van Word en Excel ? Efficiënt klasseren ? Organiseren van het ploegwerk en de hiërarchie op de hoogte brengen ? Assertiviteit en conflicthantering ? Zelfmoordpreventie, stressbeheer en actief luisteren NIVEAU D ? Assertiviteit en conflicthantering ? Tijdsbeheer en werkplanning ? Bureautica ? Efficiënt klasseren ? Basisgebruik van Excel en Word

^