Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 28 september 2016
gepubliceerd op 04 oktober 2016

Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief GPI 62 van 14 februari 2008 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2016000566
pub.
04/10/2016
prom.
28/09/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


28 SEPTEMBER 2016. - Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief GPI 62 van 14 februari 2008 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus


Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan Mevrouw de Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan de Heer Inspecteur-generaal van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie, Aan de heer Voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, Aan de heer Voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten, Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw de Commissaris-generaal, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mijnheer de Inspecteur-generaal, Mijnheer de Voorzitter van het Comité P, Mijnheer de Voorzitter van het Comité I, Mevrouw, Mijnheer, Inleiding Het koninklijk besluit van 28 september 2016 betreffende de bewapening van de agenten van politie werd in het Belgisch Staatsblad van 4 oktober 2016 bekendgemaakt.

Dit koninklijk besluit wijzigt het artikel 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007000532 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/02/2008 numac 2008000094 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. - Duitse vertaling sluiten betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie (hierna "KB Bewapening" genoemd) om voor de agenten van politie de toekenning van een individuele en een collectieve bewapening gelijkaardig aan die van de politieambtenaren mogelijk te maken.

In toepassing van het voormelde artikel 3, tweede lid, zoals het vroeger was geformuleerd, bestond de voorgeschreven bewapening van de agenten van politie uitsluitend uit neutraliserende middelen.

Rekening houdende met, enerzijds de risico's die hun zichtbaarheid als leden van de politiediensten en de uitoefening van sommige van hun opdrachten met zich meebrengen en anderzijds met de bijstand die zij aan de politieambtenaren bieden, ben ik van mening dat de agenten van politie moeten worden uitgerust met een individuele en een collectieve bewapening gelijkaardig aan die waarover de politieambtenaren beschikken.

De nieuwe agenten van politie zullen automatisch met die bewapening worden uitgerust. De agenten van politie die hebben deelgenomen aan een basisopleiding die is aangevangen vóór 22 augustus 2016, namelijk vóór de integratie van het gebruik van het vuurwapen en van de wapenstok in de opleiding, zullen op beslissing van de bevoegde overheid mits toestemming van de betrokken agent van politie en mits het slagen voor de voorziene opleiding met die bewapening worden uitgerust.

Artikel 3, tweede lid, van het KB Bewapening is dus in die zin aangepast.

Wijziging van het hoofdstuk I, deel 1 van de omzendbrief GPI 62 De tekst van deel 1 van hoofdstuk I van de GPI 62 wordt, ingevolge hetgeen voorafgaat, vervangen als volgt : « HOOFDSTUK I. - Modaliteiten om de voorgeschreven bewapening te verwerven.

Deel 1. - Algemeenheden. 1. Het artikel 3 van het KB Bewapening voorziet dat de voorgeschreven bewapening van de politieambtenaren de individuele, collectieve en bijzondere bewapening bevat en dat de voorgeschreven bewapening van de agenten van politie de individuele en de collectieve bewapening bevat. De individuele bewapening van de politieambtenaren en van de agenten van politie (artikel 4 van het KB Bewapening) omvat een halfautomatisch pistool, een uitschuifbare wapenstok en neutraliserende middelen.

Inzake het kaliber van het vuurwapen spreekt het artikel 4 van het KB Bewapening over een "kaliber dat de 9 mm niet overtreft". Ik beslis dat momenteel alleen het kaliber 9 x 19 mm is toegelaten. Dit kaliber is ook van toepassing op de collectieve bewapening. De andere kalibers maken deel uit van de bijzondere bewapening.

Het feit dat de agenten van politie over een individuele en een collectieve bewapening beschikken, sluit niet uit dat nog steeds aandacht moet worden besteed aan hun veiligheid en dat de noodzakelijke maatregelen moeten genomen worden om die te waarborgen en dit in functie van de taken die hen toevertrouwd worden, de plaats en/of de omstandigheden waarin ze die uitoefenen en de behoeften van de dienst. 2. De leden van het administratief en logistiek kader (hierna "Calogleden" genoemd) van de technische en wetenschappelijke politielaboratoria, die de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings bekleden, alsook het personeel belast met het onthaal in een politiecomplex mogen, in voorkomend geval, uitgerust worden met een neutraliserend middel (pepperspray).Ik wil er de aandacht op vestigen dat het hier over een mogelijkheid en niet over een verplichting gaat. De opportuniteit ervan wordt overgelaten aan het oordeel van, in voorkomend geval, de korpschef, de commissaris-generaal of de directeur-generaal.

Dit wapentype is het enige dat eventueel kan gedragen worden door de voornoemde Calogleden onder de verantwoordelijkheid van de korpschef, de commissaris-generaal of de directeur-generaal en mits een voorafgaandelijke theoretische en praktische opleiding en mits regelmatige trainingen.

Er moet worden benadrukt dat de mogelijkheid voor sommige Calogleden om een neutraliserend middel te mogen dragen niet uitsluit dat nog steeds aandacht moet worden besteed aan hun veiligheid en dat de noodzakelijke maatregelen moeten genomen worden om die te waarborgen en dit in functie van de taken die hen toevertrouwd worden, de plaats en/of de omstandigheden waarin ze die uitoefenen en de behoeften van de dienst. 3. Het gebruik van om het even welke bewapening vereist een voorafgaande en aangepaste opleiding en het onderhouden van de verworven vaardigheden door een regelmatige training. De opleidingen en de trainingen worden georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten en gegeven door de specialisten geweldbeheersing overeenkomstig de omzendbrief GPI 48 van 17 maart 2006 betreffende de opleiding en training in geweldbeheersing voor de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten (hierna "GPI 48" genoemd).

Deze omzendbrief maakt punt 2 van de GPI 48 van toepassing op de Calogleden aan wie een neutraliserend middel werd toegekend.

De agenten van politie die hebben deelgenomen aan een basisopleiding die is begonnen voor 22 augustus 2016, te weten voor de integratie van de opleiding aangaande het gebruik van het vuurwapen en de wapenstok in die basisopleiding, moeten de door het ministerieel besluit van 28 september 2016 betreffende de opleiding tot bewapening van de agenten van politie bepaalde opleiding volgen vooraleer ze over een individuele en een collectieve bewapening mogen beschikken.

De deelname aan de bovenvermelde opleiding vindt plaats op beslissing van de minister voor de agenten van politie van de federale politie en op beslissing van de burgmeester of van het politiecollege voor de agenten van politie van de lokale politie. De agent van politie die weigert om die opleiding te volgen of die niet slaagt, behoudt een bewapening die uitsluitend uit neutraliserende middelen bestaat.

Overeenkomstig de reglementering betreffende het welzijn op het werk ( wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 30/06/1998 numac 1998015016 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst over het Wegvervoer tussen het Koninkrijk België, de Republiek Estland, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ondertekend te Athene op 11 juni 1992 type wet prom. 04/08/1996 pub. 19/05/1999 numac 1999015018 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst over het wegvervoer tussen het Koninkrijk België, de Republiek Estland, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ondertekend te Athene op 11 juni 1992. - Addendum sluiten en KB van 27 maart 1998), is de werkgever gehouden om aan de personeelsleden alle inlichtingen te verstrekken betreffende de risico's en de voorzorgsmaatregelen die van toepassing zijn.

De werkgever moet de geschikte maatregelen nemen zodat enkel de personeelsleden die de adequate richtlijnen hebben gekregen in contact kunnen komen met de bewapening en deze kunnen hanteren. ».

Ik vraag aan de overheid om erop te willen toezien dat deze omzendbrief in elke dienst wordt verspreid zodat elk personeelslid er kennis van kan nemen.

U gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, in het bestuursmemoriaal te willen vermelden.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

^