Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 08 maart 2013

Omzendbrief betreffende de parameters voor het uitwerken van de beheersplannen als bedoeld in artikel 242bis van de NGW en de Europese Richtlijn 2011/85 voor de periode 2013-2015 Aan de dames en heren Burgemeesters en Schepenen van het Brussels Ter informatie : Aan de dames en heren Gemeenteontvangers Dames en heren Burgemeesters, Da(...)

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2013031108
pub.
08/03/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


Omzendbrief betreffende de parameters voor het uitwerken van de beheersplannen als bedoeld in artikel 242bis van de NGW en de Europese Richtlijn 2011/85 voor de periode 2013-2015 Aan de dames en heren Burgemeesters en Schepenen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Ter informatie : Aan de dames en heren Gemeenteontvangers Dames en heren Burgemeesters, Dames en heren Schepenen, Overeenkomstig de omzendbrief betreffende de oriëntatienota en het beheersplan als bedoeld in artikel 242bis van de nieuwe gemeentewet, vindt u hieronder de toe te passen parameters voor de periode 2013-2015.

Deze omzendbrief moet het mogelijk maken prospectief te blijven werken door de gegevens te actualiseren op basis van de rekeningen 2011 en ze te projecteren naar de dienstjaren 2013, 2014 en 2015.

Er dient ook rekening gehouden te worden met de weerslag van elk nieuw beleid.

De gemeenten moeten ervoor zorgen dat de financiële vooruitzichten 2013 in hun beheersplan overeenstemmen met hun begroting (eventueel via een begrotingswijziging). Als de begroting 2013 al aangenomen is, moet het beheersplan de gegevens van die begroting overnemen voor 2013.

Het plan moet alle geplande maatregelen vermelden om het financieel evenwicht te waarborgen, inclusief de eventuele saneringsmaatregelen om tot een dergelijk evenwicht te komen.

De hieronder opgegeven groeiparameters en -percentages dienen beschouwd te worden als een geheel van kaderaanbevelingen. Ze gelden indicatief en kunnen aangepast worden in het licht van de toepassing van de huidige en toekomstige regelgeving.

Voor elk bedrag waarvoor de onderstaande regels niet strikt zijn toegepast, moet het verschil verantwoord worden met het bedrag dat verkregen zou zijn met toepassing van de regels.

Ten slotte moet het voorgestelde plan identiek overgenomen worden in het aanvraagdossier voor het bekomen verkrijgen van de toelage tot verbetering van de budgettaire toestand van de gemeenten.

Gewone dienst - ontvangsten Globaal beschouwd moeten de ontvangsten uit prestaties bij gelijke dienstverlening minstens verhoogd worden ten belope van de inflatie.

Onroerende voorheffing Kadastraal inkomen 2012 x 0.0125 x opcentiemen/100 x (100-Z)/100 x Y, waarbij : Y : indexering van de kadastrale inkomens, zijnde 1,66 voor 2013, 1,70 voor 2014 en 1,73 voor 2015.

Z : wegingscoëfficiënt, gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de afwijkingspercentages tussen de begrotingsramingen en het vastgestelde recht over de voorbije 5 jaar.

Personenbelasting Raming van de FOD Financiën x (100-Z)/100 Z : wegingscoëfficiënt, gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de afwijkingspercentages tussen de ramingen van de FOD Financiën en het vastgestelde recht over de voorbije 5 jaar.

Voor 2014 en 2015 dient een jaarlijkse groeicoëfficiënt van 1,3 % toegepast te worden.

In een bijlage moet aangegeven worden hoe deze ramingen van de onroerende voorheffing en de personenbelasting berekend zijn.

Gewestelijke dotaties In 2012 verkregen bedragen, met jaarlijkse indexering van 2 %.

Gemeentelijke fiscaliteit Resultaten 2012, aangepast volgens de wijzigingen van de tarieven, nieuwe belastingen of andere omstandigheden. De projecties moeten verantwoord worden.

Toelage bestemd om de gemeenten te betrekken bij de economische ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Zelfde bedrag als in 2012 voor 2013 en geïndexeerd met 2 % voor de volgende jaren.

Toelage tot verbetering van de budgettaire toestand van de gemeenten De Regering heeft beslist de toelage te handhaven die wordt toegekend in het kader van de ordonnantie van 19 juli 2007 tot verbetering van de budgettaire toestand van de gemeenten. Als u gebruikt wenst te maken van deze toelage, dient u een nieuw driejarig investeringsplan voor de periode 2013-2015 op te stellen. Binnenkort wordt een oproep tot kandidaatstellingen uitgeschreven.

Met het oog op de samenhang moeten de plannen die deze omzendbrief oplegt, ook gebruikt worden bij het indienen van de kandidaatsstellingen met het oog op de toelage tot verbetering van de budgettaire toestand. Er wordt evenwel op gewezen dat u om deze toelage te kunnen genieten, moet aantonen dat het resultaat van het eigen dienstjaar in de gewone dienst verbetert of gelijk blijft tussen 2013 en 2015.

Overige toelagen.

Er dient rekening gehouden te worden met de instructies van de betrokken subsidiërende overheden, met overeenkomstige aanpassing van de kredieten (voorbeeld : de Franse Gemeenschap heeft de werkingssubsidies voor het onderwijs neerwaarts herzien).

Gewone dienst - uitgaven Personeelsuitgaven Bij gelijk personeelsbestand gelden volgende vooruitzichten voor de betrokken economische codes.

Code 111 : wedden van juli 2012 x 12,42 (jaarwedde + sociale programmering) x 1,013 (impact van de weddeschaalverhogingen) x Y (indexering), die 1,02 % bedraagt voor 2013 en 1,8 % voor 2014 en voor 2015.

Code 112 : zoals voor code 111 Code 113-01 tot 19 : zoals voor code 111 Pensioenen A) In geval van aansluiting of voornemen tot aansluiting bij de RSZPPO : De basispensioenbijdragen worden berekend door op de aan bijdragen onderworpen loonmassa het percentage van de basispensioenbijdrage toe passen. Dit percentage bedraagt : Voor gemeenten die zijn toegetreden tot de RSZPPO op 1 januari 2012 Pool 1 : voor 2013 : 34 % - voor 2014 : 36 % - voor 2015 : 40 % Pool 2 : voor 2013 : 41 % - voor 2014 : 41 % - voor 2015 : 41 % Voor gemeenten die voornemens zijn aan te sluiten bij de RSZPPO (volgens de eigen pensioenbijdragevoet, zijnde de verhouding van de pensioenlast tot de loonmassa) : als eigen bijdragevoet < 41 % : voor 2013 : 35 % - voor 2014 : 37 % - voor 2015 : 40 % als eigen bijdragevoet > 41 % : voor 2013 : 41 % - voor 2014 : 41 % - voor 2015 : 41 % De bedragen van de responsabiliseringsbijdragen worden bepaald door de responsabiliseringscoëfficiënt (die voorlopig is vastgesteld op respectievelijk 40,61 %, 42,61 % en 47,51 % voor de betrokken jaren) toe te passen op het eventueel negatief saldo dat resulteert uit een verschil tussen de werkelijke gesolidariseerde pensioenlast en het bedrag van de basispensioenbijdrage. De responsabiliseringsbijdragen zijn aan de RSZPPO verschuldigd tegen uiterlijk 31 december van het jaar dat volgt op het betrokken dienstjaar.

Met betrekking tot de responsabiliseringsbijdrage voor 2012 die verschuldigd is in 2013 : - de aangesloten gemeenten waarvan de gesolidariseerde pensioenen niet beheerd worden door een voorzorgsinstelling moeten het geraamde bedrag van de responsabiliseringsbijdrage vermelden dat is vermeld in de brief die ze eind december 2011 van het RSZPPO ontvingen; - de aangesloten gemeenten waarvan de gesolidariseerde pensioenen beheerd worden door een voorzorgsinstelling, dienen de bedragen te vermelden die hen door hun voorzorgsinstelling zijn meegedeeld.

Voor de responsabiliseringsbijdragen die betrekking hebben op 2013 en 2014 maar verschuldigd zijn in 2014 en 2015 moeten de gemeenten zonder voorzorgsinstelling het in 2013 verschuldigde bedrag vermelden, omdat de RSZPPO nog niet beschikt over nauwkeurige ramingen van die bedragen. De RSZPPO wacht immers zelf op gegevens van de PDOS. Gemeenten met een voorzorgsinstelling dienen de ramingen te vermelden die hen zijn meegedeeld door hun voorzorgsinstelling of, bij ontstentenis daarvan, het bedrag dat verschuldigd is in 2013.

Er moeten kopieën bijgevoegd worden van de verantwoordingsstukken met betrekking tot deze bedragen.

Voor de niet-gesolidariseerde pensioenen vermelden de gemeenten de vooruitzichten wat betreft de evolutie van hun rekening « Voorzieningen voor uitbetaling van niet-gesolidariseerde pensioenen » als zij behoren tot de vroegere pool 2 of de vooruitzichten meegedeeld door hun voorzorgsinstelling als ze deel uitmaken van de vroegere pool 2ter.

B) In geval van niet-aansluiting bij de RSZPPO De gemeenten vermelden de ramingen die hen zijn meegedeeld door hun voorzorgsinstelling en bezorgen de betreffende verantwoordingsstukken.

Werkingsuitgaven Uitgaven vastgelegd in 2011 x 1,02 voor 2013; jaarlijkse verhoging met 1,8 % voor 2014 en 2015.

Elke raming die deze normen overstijgt, moet nauwkeurig verantwoord worden.

Overdrachtsuitgaven Als bijlage vindt u een model van plan dat ingevuld moet worden door uw O.C.M.W.. Ik herinner eraan dat het van essentieel belang is dat het O.C.M.W. zijn vooruitzichten in overleg met de gemeente uitwerkt.

Dotatie aan de politiezone Punt 1.3 van omzendbrief PLP 49 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting bepaalt dat een financiële meerjarenplanning opgesteld dient te worden. Deze planning moet in overeenstemming zijn met budgettaire ramingen.

Andere toelagen Toelagen aan verenigingen mogen niet leiden tot winst voor de begunstigden en moeten bijgevolg aangepast worden volgens de behoeften van de vereniging. Deze toelagen mogen evenwel met hoogstens 2 % toenemen in 2013 en met hoogstens 1,8 % in 2014 en in 2015.

Schulduitgaven Kosten van leningen voor investeringen : volgens de vooruitzichten van de banken, zowel voor de lopende als voor de nog aan te gane schuld, rekening houdend met het feit dat de intrest- en kapitaallast voor een geplande investering in werkelijkheid pas het volgende dienstjaar ingaat.

Met de meeste hoogachting, De Minister-President, Ch. PICQUE

^