Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 26 november 2018

Ministeriële omzendbrief betreffende de verkiezing en de installatie van de politieraadsleden van een meergemeentepolitiezone Aan de Dames en Heren gouverneurs, Aan de Heer minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Aan Aan de Dames en Heren korpschefs van de lokale politie, Aan de Dames en Heren gemeenteraadsleden(...)

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2018014832
pub.
26/11/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


Ministeriële omzendbrief betreffende de verkiezing en de installatie van de politieraadsleden van een meergemeentepolitiezone Aan de Dames en Heren gouverneurs, Aan de Heer minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Aan de Dames en Heren burgemeesters, Aan de Dames en Heren korpschefs van de lokale politie, Aan de Dames en Heren gemeenteraadsleden, Aan de Dames en Heren verkozenen voor de gemeenteraden, Ter informatie: Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de Lokale Politie, Mevrouw, Mijnheer de gouverneur, Mijnheer de minister-president, Mevrouw, Mijnheer de burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de korpschef, Mevrouw, Mijnheer het gemeenteraadslid, Mevrouw, Mijnheer de verkozene voor de gemeenteraad, Dames en Heren, 1. ALGEMEEN 1.1. Referenties 1.1.1. Federale regelgeving o De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, « WGP » genoemd, gewijzigd bij de wet van 21 mei 2018 (B.S. 20 juni 2018). o Het koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad, hier « koninklijk besluit » genoemd, gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 november 2018 (B.S. 12 november 2018). 1.1.2. Gewestelijke regelgeving o Het decreet van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur, « DLB » genoemd. o De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988 (Brussels Hoofdstedelijk Gewest), « NGW » genoemd. o Het besluit van de Waalse Regering van 22 april 2004 houdende codificatie van de decreetgeving betreffende de plaatselijke besturen (Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie), hier « WPDD » genoemd. 1.2. Definities In deze omzendbrief wordt verstaan onder: o de gouverneur: de provinciegouverneur of de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen bevoegde overheden van de Brusselse agglomeratie. o de bestendige deputatie: de deputatie van de provincieraad in het Vlaams Gewest en het provinciecollege in het Waals Gewest. o het rechtscollege: het college bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.(1) o de gemeentesecretaris: de algemeen directeur(-coördinator) in het Vlaams Gewest, de directeur-generaal in het Waals Gewest en de gemeentesecretaris in het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest. o de verkozene voor de gemeenteraad: de kandidaat voor het mandaat van politieraadslid die op het moment van zijn voordacht nog niet geïnstalleerd is in de hoedanigheid van gemeenteraadslid, maar die werd verkozen met het oog op de installatie in die hoedanigheid. 1.3. Bijlagen o Formulier A. - Voordrachtakte van de kandidaten en verklaring voor akkoord. o Formulier B. - Model van stembiljet. o Formulier C. - Besluit van de gemeenteraad betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad. 2. INLEIDING 1.Graag nodig ik u uit om de grootste aandacht te besteden aan onderstaande richtlijnen. De huidige omzendbrief vervangt de omzendbrief van 14 november 2012 (B.S. 23 november 2012) en heeft -in het licht van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018- tot doel om de procedure inzake de verkiezing en de installatie van de leden van de politieraad in een meergemeentepolitiezone nader toe te lichten, zodat dit in de best mogelijke omstandigheden kan verlopen (o.m. gelet op de recente wijzigingen van de wettelijke en reglementaire bepalingen ter zake).(2) 2. Ter herinnering, de meergemeentepolitiezones zijn behelst met rechtspersoonlijkheid.(3) De WGP stelt de politieraad in als een orgaan voor de organisatie en het beheer van het lokale politiekorps en kent het eigen bevoegdheden toe, identiek aan deze waarover de gemeenteraad beschikt m.b.t. de eengemeentepolitiezones.(4) Om die reden worden de leden van de politieraad die een gemeente vertegenwoordigen in de schoot van een meergemeentepolitiezone niet aangewezen als mandataris van de gemeenteraad, noch van hun gemeente, maar oefenen zij binnen de politiezone een eigen mandaat uit dat hen werd toegekend via een indirecte verkiezing, waarvan de modaliteiten hieronder verder worden uiteengezet.(5) 3. De institutionele evolutie die zich heeft voorgedaan sinds de aanneming van de WGP, brengt gevolgen met zich mee voor de verkiezing door de gemeenteraden van hun vertegenwoordigers binnen de politieraad.De gewesten zijn immers sinds het institutioneel akkoord voor de 5de Staatshervorming (het « Lambermontakkoord ») en te rekenen vanaf 1 januari 2002, bevoegd voor het uitvaardigen van de regels betreffende de samenstelling, de organisatie, de bevoegdheid en de werking van de lokale en provinciale instellingen, waaronder de gemeenteraad, voorheen geregeld in de federale « Nieuwe Gemeentewet ».

Het Vlaams Gewest en het Waals Gewest hebben voorzien in een reglementair instrument dat de plaats inneemt van deze Nieuwe Gemeentewet, respectievelijk via het Gemeentedecreet van 15 juli 2005(6) en het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie van 22 april 2004, terwijl het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest hier wijzigingen in heeft aangebracht, maar geen autonome afzonderlijke tekst heeft uitgewerkt. Met het institutioneel akkoord voor de 6de Staatshervorming, afgesloten op 11 oktober 2011, werden de regionale bevoegdheden verder uitgebreid, waardoor sinds 2014 de Brusselse agglomeratie (i.c. de minister-president)(7) de bevoegdheden uitoefent die in specifieke wetten -zoals de WGP- worden toegekend aan de gouverneur, behalve indien deze specifieke wetten er anders over beschikken.(8) 4. De overdracht van bevoegdheden is tot stand gekomen "met uitzondering van [...] - de organisatie van en het beleid inzake de politie, met inbegrip van artikel 135 § 2 NGW".(9) De handhaving van het federale karakter van de organisatie van de politie - met inbegrip van het lokale niveau - houdt in dat, onverminderd het voornoemde regionaliseringsmechanisme van de organisatie van de lokale instellingen, de bepalingen van de WGP blijven gelden voor de gemeenteraden wanneer het de verkiezing betreft van hun vertegenwoordigers binnen de politieraad. Dit is het geval zelfs wanneer de gewestelijke regelgevingen andere regels hebben uitgevaardigd voor de « generieke » werking van de gemeenteraad.

Hetzelfde geldt voor de algemene organisatie van de verkiezing van de politieraadsleden die door de WGP werd toevertrouwd aan de burgemeester(10), opdat deze in staat zou zijn om onmiddellijk na de verkiezing, de uitslag die hij afkondigt, te garanderen. Wanneer de gemeenteraad genoodzaakt is om de politieraadsleden te kiezen, wordt de voorrang van de toepassing van de federale regel echter strikt beperkt door het normatieve kader, zoals gedefinieerd door de wet en de Koning. Daarom is het bij ontstentenis van de expliciete uitdrukking van de federale wil, de « generieke » gewestelijke norm die tot uiting komt.

Voorbeeld: Het koninklijk besluit voorziet niet in een specifiek termijnstelsel voor de mededeling van de oproeping van de gemeenteraadsleden voor de vergadering van de gemeenteraad, tijdens dewelke de verkiezing van de politieraadsleden zal plaatsvinden. Het is bijgevolg de duur zoals bepaald in de « generieke » gewestelijke regelgeving voor deze oproeping, die van toepassing zal zijn.

Exemple : L'arrêté royal ne prévoit pas de régime spécifique en termes de délai pour la communication de la convocation des conseillers communaux à la réunion du conseil communal durant laquelle l'élection des conseillers de police a lieu. C'est dès lors la durée telle que prévue par la réglementation régionale « générique » qui s'applique pour cette convocation.


3. DE VERKIEZING VAN DE POLITIERAADSLEDEN 3.1. Het aantal leden van de politieraad 3.1.1. Effectieve leden 5. De lokale politie in een meergemeentezone wordt bestuurd door een politieraad en bevat twee categorieën van effectieve leden: enerzijds de gemeenteraadsleden van de verschillende gemeenten die samen de meergemeentezone vormen en die door hun gelijken worden gekozen en anderzijds de burgemeesters van die gemeenten die van rechtswege lid zijn.De huidige omzendbrief heeft alleen betrekking op de eerste categorie. 6. De WGP stelt slechts één enkele verkiesbaarheidsvoorwaarde in: om te kunnen worden verkozen tot werkend [of plaatsvervangend] lid van de politieraad, moet de kandidaat op de dag van de verkiezing van de leden van de politieraad, deel uitmaken van de gemeenteraad van één van de gemeenten die de meergemeentezone vormen.(11) 7. Het aantal te verkiezen leden van de « toekomstige » politieraad wordt bepaald op grond van de bevolkingscijfers (aantal inwoners), die gediend hebben om de samenstelling te bepalen van de gemeenteraden in de meergemeentezone.De burgemeesters die van rechtswege lid zijn van de politieraad komen, logischerwijze, niet in aanmerking om dit aantal te bepalen.(12) o 13 leden in een meergemeentezone die de 15 000 inwoners niet overschrijdt, o 15 leden voor een bevolking van 15 001 tot 25 000 inwoners, o 17 leden voor een bevolking van 25 001 tot 50 000 inwoners, o 19 leden voor een bevolking van 50 001 tot 80 000 inwoners, o 21 leden voor een bevolking van 80 001 tot 100 000 inwoners, o 23 leden voor een bevolking van 100 001 tot 150 000 inwoners, o 25 leden voor een bevolking van meer dan 150 000 inwoners. 8. De bevolkingscijfers worden bepaald door de volgende teksten:

Vlaams Gewest (13)

Besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 2018 tot vaststelling van het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente, schepenen per gemeente, leden van de raden voor maatschappelijk welzijn van Voeren en de randgemeenten, leden van het vast bureau van Voeren en de randgemeenten, districtsraadsleden per district in Antwerpen, leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst per gemeente, provincieraadsleden per provincie van het Vlaamse Gewest, en tot verdeling van de provincieraadsleden over de provinciedistricten (B.S. 7 juni 2018).

Région flamande (13)

Arrêté du Gouvernement flamand du 25 mai 2018 fixant le nombre de conseillers communaux à élire par commune, le nombre d'échevins à élire par commune, le nombre de membres des conseils de l'aide sociale à élire dans les communes périphériques et la commune de Fourons, le nombre de membres du bureau permanent à élire dans les communes périphériques et la commune de Fourons, le nombre de conseillers de district à élire par district à Anvers, le nombre de membres du comité spécial pour le service social à élire par commune, le nombre de conseillers provinciaux à élire par province de la Région flamande, et portant répartition des conseillers provinciaux entre les districts provinciaux (M.B. 7 juin 2018).

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Ministerieel besluit van 20 maart 2018 tot vaststelling per gemeente van de bevolkingscijfers op 31 december 2017 (B.S. 5 april 2018).

Région de Bruxelles-Capitale

Arrêté ministériel du 20 mars 2018 établissant par commune le chiffre de la population au 31 décembre 2017 (M.B. 5 avril 2018).

Waals Gewest

Besluit van de Waalse Regering van 8 maart 2018 tot vastlegging van de bevolkingscijfers per provincie en per gemeente op 1 januari 2018 (B.S. 21 maart 2018).

Région wallonne

Arrêté du Gouvernement wallon du 8 mars 2018 établissant par province et par commune les chiffres de la population au 1er janvier 2018 (M.B. 21 mars 2018).


3.1.2. Opvolgers 9. De gemeenteraadsverkiezingen van 2012 hebben in bepaalde gevallen geleid tot een schorsing en vernietiging van de nieuwe samenstelling van de politieraden door de Raad van State.(14) De oorzaken van de ongeldigverklaringen waren hoofdzakelijk te wijten aan een gebrek aan kandidaat-opvolgers op de voordrachtakte, eventueel na schrapping door de deputatie. De aanwezigheid van één of maximaal twee opvolgers was in het verleden namelijk een verplichting. Om dergelijke dwingende interpretatie van de Raad van State te voorkomen, heeft de regelgever besloten om de opvolgingsverplichting te schrappen. Elk effectief lid kan nu één of maximaal twee opvolgers hebben (facultatief).(15) 10. De opvolger is de kandidaat die vermeld wordt op de voordrachtakte van de effectieve kandidaat en die in het geval van verkiezing van deze laatste, zijn plaats zal innemen in de schoot van de politieraad wanneer het effectieve lid ontslag neemt.Ter herinnering, (ook) de opvolger dient over de hoedanigheid van gemeenteraadslid te beschikken (van één van de gemeenten die de meergemeentezone vormen) op het ogenblik van de verkiezing van de politieraad. De voordracht van een niet-verkozene voor de gemeenteraad als opvolger heeft zodoende geen rechtsgevolgen, ondanks de verkiezing van het effectieve politieraadslid. Bijkomend zal de kandidaat die wordt voorgedragen als opvolger van een kandidaat-effectief lid op de dag van de verkiezing deel moeten uitmaken van dezelfde gemeenteraad als deze van het kandidaat-effectief lid dat hij of zij opvolgt.(16) 11. De opvolger maakt zelf aldus niet het voorwerp uit van een verkiezing, maar verkrijgt deze hoedanigheid van rechtswege (zoals de burgemeester).(17) In het geval er geen kandidaat-opvolgers zijn en de continuïteit van de werking van de politieraad in het gedrang komt, kan de gemeenteraad waarvan het effectief lid afhangt, zich beroepen op het artikel 19 WGP, dat de mogelijkheid biedt om een geldig verkozen effectief lid te vervangen zonder veel bijkomende formaliteiten. 3.2. De proportionele verdeling op grond van de bevolkingscijfers per gemeente 12. De politieraad wordt evenredig samengesteld uit leden van de gemeenteraden van de verschillende gemeenten die samen de meergemeentezone vormen, op basis van hun respectieve bevolkingscijfers.(18) De nadere regels inzake de berekening van deze evenredige samenstelling werden evenwel niet bepaald door de Koning, zodat men zich moet beroepen op de memorie van toelichting bij het artikel 12 WGP:(19)

Om vast te stellen hoeveel leden een gemeenteraad in de politieraad kan afvaardigen, vermenigvuldigt men het bevolkingscijfer van de betrokken gemeente met het aantal leden van de politieraad, zoals vastgesteld in het eerste lid van artikel 12, om het vervolgens te delen door het gezamenlijk bevolkingscijfer van de meergemeentezone.

Afin de déterminer le nombre de membres qu'un conseil communal peut déléguer au conseil de police, il faut d'abord multiplier le chiffre de la population de la commune concernée par le nombre de membres au conseil de police, comme fixé à l'alinéa 1er de l'article 12 LPI, pour ensuite diviser ce résultat par le chiffre total de la population des communes faisant partie de la zone de police pluricommunale.


13. Het totaal aantal politieraadsleden en de verdeling ervan onder de verschillende gemeenten die de meergemeentepolitiezone vormen, gebeurt aldus op de volgende manier: 1° De bevolkingscijfers van de verschillende gemeenten van de politiezone worden opgeteld om zo de totale bevolking van de politiezone te verkrijgen en het totaal aantal politieraadsleden van de desbetreffende politiezone te bepalen.2° Voor elke gemeente wordt het totaal aantal politieraadsleden vervolgens vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller de bevolking van de desbetreffende gemeente is en de noemer de totale bevolking van de politiezone: elke gemeente krijgt een aantal politieraadsleden dat gelijk is aan het gehele deel van het getal verkregen uit de uitkomst.Als het totaal aantal politieraadsleden na afloop van deze stap niet kon worden toegekend aan de gemeenten die de politiezone vormen, dan worden de resterende zetels één per één en na elkaar toegekend aan de gemeenten waarvan het cijfer na de komma (de decimalen) in de uitkomst het hoogst is; 3° In het geval dat de vorige stap het niet mogelijk heeft gemaakt dat een gemeente minstens één vertegenwoordiger krijgt in de politieraad, dan wordt er een bijkomend raadslid toegekend om hierin te voorzien. Het aantal politieraadsleden zoals bepaald in het punt 7 wordt vervolgens vermeerderd met één of meer eenheden, om een minimumvertegenwoordiging te garanderen van alle gemeenteraden in haar midden.(20) 14. De uittredende politieraad wordt verzocht tijdig (laatste vergadering van de legislatuur) het aantal leden te bepalen dat de toekomstige politieraad zal tellen, alsook hun verdeling tussen de verschillende gemeenten die haar samenstellen, opdat de gemeenteraden ontstaan na de verkiezingen van 14 oktober 2018, kunnen overgaan tot de verkiezing van het juiste aantal politieraadsleden dat hen toekomt. Voorbeeld: Een politiezone is samengesteld uit 13 gemeenten, met een bevolkingscijfer van 72.658 inwoners:

Exemple : Une zone de police est composée de 13 communes, avec un chiffre de population de 72.658 habitants :


Gemeente A (17.317 inwoners), Gemeente B (11.090 inwoners), Gemeente C (7.383 inwoners), Gemeente D (5.367 inwoners), Gemeente E (5.223 inwoners), Gemeente F (4.960 inwoners), Gemeente G (4.928 inwoners), Gemeente H (4.169 inwoners), Gemeente I (3.230 inwoners), Gemeente J (2.992 inwoners), Gemeente K (2.620 inwoners), Gemeente L (2.419 inwoners), Gemeente M (960 inwoners).

Commune A (17.317 habitants), Commune B (11.090 habitants), Commune C (7.383 habitants), Commune D (5.367 habitants), Commune E (5.223 habitants), Commune F (4.960 habitants), Commune G (4.928 habitants), Commune H (4.169 habitants), Commune I (3.230 habitants), Commune J (2.992 habitants), Commune K (2.620 habitants), Commune L (2.419 habitants), Commune M (960 habitants).

In toepassing van artikel 12, eerste lid, WGP, dienen er 19 politieraadsleden te worden gekozen onder de leden van de gemeenteraad van de verschillende gemeenten. Voor elke gemeente wordt het aantal politieraadsleden als volgt verkregen:

En application de l'article 12, premier alinéa, LPI, il faut élire 19 conseillers de police parmi les membres du conseil communal des différentes communes. Pour chaque commune, le nombre de conseillers de police est obtenu de la manière suivante :


Gemeente A: 19 X 17.317/72.658 = 4,53

Commune A : 19 x 17.317/72.658 = 4,53

Gemeente B: 19 X 11.090/72.658 = 2,90

Commune B : 19 x 11.090/72.658 = 2,90

Gemeente C: 19 X 7.383/72.658 = 1,93

Commune C : 19 x 7.383/72.658 = 1,93

Gemeente D: 19 X 5.367/72.658 = 1,40

Commune D : 19 x 5.367/72.658 = 1,40

Gemeente E: 19 X 5.223/72.658 = 1,37

Commune E : 19 x 5.223/72.658 = 1,37

Gemeente F: 19 X 4.960/72.658 = 1,30

Commune F : 19 x 4.960/72.658 = 1,30

Gemeente G: 19 X 4.928/72.658 = 1,28

Commune G : 19 x 4.928/72.658 = 1,28

Gemeente H: 19 X 4.169/72.658 = 1,09

Commune H : 19 x 4.169/72.658 = 1,09

Gemeente I: 19 X 3.230/72.658 = 0,84

Commune I : 19 x 3.230/72.658 = 0,84

Gemeente J: 19 X 2.992/72.658 = 0,78

Commune J : 19 x 2.992/72.658 = 0,78

Gemeente K: 19 X 2.620/72.658 = 0,69

Commune K : 19 x 2.620/72.658 = 0,69

Gemeente L: 19 X 2.419/72.658 = 0,63

Commune L : 19 x 2.419/72.658 = 0,63

Gemeente M: 19 X 960/72.658 = 0,25

Commune M : 19 x 960.72/658.658 = 0,25


Na afloop van de eerste stap, waarbij elke gemeente een aantal politieraadsleden krijgt dat gelijk is aan het gehele deel van het getal verkregen uit de uitkomst, kunnen 12 van de 19 zetels worden toegekend (4 aan de gemeente A, 2 aan de gemeente B en 1 aan de gemeenten C, D, E, F, G en H).

A l'issue de la première opération par laquelle chaque commune obtient un nombre de conseillers de police qui est égal à la partie entière du nombre résultant du produit obtenu, 12 des 19 sièges peuvent être attribués (4 à la commune A, 2 à la commune B et 1 aux communes C, D, E, F, G et H).

De 7 resterende zetels worden vervolgens één per één en na elkaar toegekend aan de gemeenten waarvan het cijfer na de komma (de decimalen) in de uitkomst het hoogst is: 1 in de gemeente C (1,93), 1 in de gemeente B (2,90), 1 in de gemeente I (0,84), 1 in de gemeente J (0,78), 1 in de gemeente K (0,69), 1 in de gemeente L (0,63) en 1 in de gemeente A (4,53).

Les 7 sièges restants sont alors attribués, un par un et successivement, aux communes dont le chiffre se situant après la virgule (les décimales) dans le produit est le plus élevé : 1 dans la commune C (1,93), 1 dans la commune B (2,90), 1 dans la commune I (0,84), 1 dans la commune J (0,78), 1 dans la commune K (0,69), 1 dans la commune L (0,63) et 1 dans la commune A (4,53).

De proportionele verdeling maakt het niet mogelijk een zetel toe te kennen aan de gemeente M, aangezien de uitkomst van de berekening (0,25) niet toelaat een zetel te hebben, noch door het gehele deel, nog door het deel van de decimalen. Voor deze gemeente dient dus 1 bijkomende zetel te worden toegekend aan het aantal bepaald door de WGP op grond van de totale bevolking van de politiezone.

La répartition proportionnelle ne permet pas d'attribuer un siège à la commune M puisque le résultat du calcul (0,25) ne lui permet pas d'avoir de siège, ni par la partie entière, ni par la partie des décimales. Pour cette commune, il y a donc lieu d'attribuer 1 un siège supplémentaire au nombre défini par la LPI en fonction de la population totale de la zone de police.

Tot slot gebeurt de verdeling van de 20 politieraadsleden als volgt:

La répartition des 20 conseillers de police s'établit finalement comme suit :


Gemeente A: 5, Gemeente B: 3, Gemeente C: 2, Gemeente D: 1, Gemeente E: 1, Gemeente F: 1, Gemeente G: 1, Gemeente H: 1, Gemeente I: 1, Gemeente J: 1, Gemeente K: 1, Gemeente L: 1, Gemeente M: 1.

Commune A : 5, Commune B : 3, Commune C : 2, Commune D : 1, Commune E : 1, Commune F : 1, Commune G : 1, Commune H : 1, Commune I : 1, Commune J : 1, Commune K : 1, Commune L : 1, Commune M : 1.


3.3. De termijnen voorafgaand aan de verkiezing van de politieraadsleden 15. De verkiezing van de leden van de politieraad heeft plaats tijdens de openbare zitting waarop de gemeenteraad wordt geïnstalleerd of ten laatste binnen de 10 dagen die erop volgen.Indien die laatste dag een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt die termijn verlengd tot en met de eerstvolgende dag die geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.(21) In combinatie met de gewestelijke regelgeving geeft dit de volgende installatiedata van de gemeenteraden en de uiterste datum voor de verkiezing van de politieraden die hieruit voortvloeit:

Installatievergadering gemeenteraad

Verkiezing politieraadsleden

Séance d'installation conseil communal

Election conseillers de police

Vlaams Gewest (22) (23)

Van 02/01/2019 t.e.m. 08/01/2019

Uiterlijk van 12/01/2019 t.e.m. 18/01/2019

Région flamande (22) (23)

Du 2 janvier 2019 au 8 janvier 2019 inclus

Au plus tard du 12 janvier 2019 au 18 janvier 2019 inclus

Brussels Hoofdstedelijk Gewest (24)

Van 01/12/2018 t.e.m. 07/12/2018

Uiterlijk van 11/12/2018 t.e.m. 17/12/2018

Région de Bruxelles-Capitale (24)

Du 1er décembre 2018 au 7 décembre 2018 inclus

Au plus tard du 11 décembre 2018 au 17 décembre 2018 inclus

Waals Gewest (25)

03/12/2018

Uiterlijk op 13/12/2018

Région wallonne (25)

3 décembre 2018

Au plus tard le 13 décembre 2018


16. Merk op dat de wetgever in 2006 de artikelen 16 en 18 WGP wijzigde(26) in zijn streven naar een zo snel mogelijke verkiezing van de leden van de politieraad, maar dat hij de mogelijkheid liet bestaan om deze te laten plaatsvinden tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad óf ten laatste binnen een termijn van 10 dagen die erop volgt.In het geval van een verkiezing van de politieraadsleden tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad, mogen de kandidaten voor dit mandaat op het moment van deze voordracht, natuurlijk niet al geïnstalleerd zijn als gemeenteraadsleden. In dit opzicht heeft de wetgever logischerwijze voorzien dat de kandidaten door één of meer verkozenen voor de gemeenteraad worden voorgedragen.(27) De wijziging van deze artikelen 16 en 18 van de WGP is tot stand gekomen na de aanneming van het koninklijk besluit in 2000, waarvan de inhoud dientengevolge niet werd gewijzigd. De nadere regels die gewijd zijn aan de voordracht van de kandidaten voor de verkiezing van de politieraad, zijn dus gebaseerd op een voorafgaande installatie van de gemeenteraad en van de gemeenteraadsleden. In deze logica gebeurt het indienen van de voordrachtakten op initiatief van één of meer « gemeenteraadsleden », die zoals hierboven beschreven, moeten worden begrepen als één of meer « verkozenen voor de gemeenteraad ». De bepalingen van het koninklijk besluit betreffende de verrichtingen voorafgaand aan de stemming, voornamelijk de artikelen 2 en 4 tot 8, moeten ook na de recente wijziging in 2018 nog worden toegepast in deze wettelijke configuratie niet « door en ten gunste van gemeenteraadsleden », maar wel « door en ten gunste van verkozenen voor de gemeenteraad ». 17. In de wettelijke configuratie zijn de kandidaten voor het mandaat van politieraadslid op het moment van hun voordacht nog niet geïnstalleerd in de hoedanigheid van gemeenteraadslid, maar zijn zij verkozen met het oog op de installatie in die hoedanigheid.Ook al kan men meestal uit de verkiezing tot de gemeenteraad afleiden dat de hoedanigheid van gemeenteraadslid zal worden verkregen en dus dat de kandidatuur in het kader van de verkiezing van de politieraadsleden geldig zal zijn, dan zal enkel de effectieve installatie in die hoedanigheid absoluut doorslaggevend zijn voor het vervullen van de verkiesbaarheidsvoorwaarde in de politieraad. Indien die relatieve juridische onveiligheid een werkelijke belemmering vormt voor de lokale overheid in het licht van het resultaat van de gemeenteraadsverkiezingen, kan zij gebruik maken van de wettelijk ingestelde termijn van 10 dagen te rekenen vanaf de installatievergadering van de gemeenteraad, om over te gaan tot de verkiezing van de politieraadsleden. 18. Zelfs indien de verkiezing van de politieraadsleden wordt uitgesteld tot de laatste dag van die termijn, kan het zijn dat de geldigheid van de verkiesbaarheid van de kandidaten niet kan verkregen worden door de formele termijnen te respecteren, zoals bepaald door de artikelen 2 en 8 van het koninklijk besluit (indiening voordrachtakten op een datum vastgesteld door de burgemeester, die tussen de 4de en de 7de dag valt vóór de oproeping van de gemeenteraadsleden voor de vergadering tijdens dewelke de verkiezing van de leden van de politieraad zal plaatsvinden en neerlegging van de door de burgemeester opgemaakte kandidatenlijst op het gemeentesecretariaat waar, uiterlijk de 3de dag die volgt op de datum vastgesteld voor het indienen van de voordrachtakten van de kandidaten, de verkozenen voor de gemeenteraad en de kandidaten er kennis van kunnen nemen).Een aanpassing van de hier voorziene formele termijnen lijkt dan aangewezen. Dat is over het algemeen toegelaten, wanneer de voorbereidende maatregelen voor de verkiezing alsook het onderzoek van de regelmatigheid van de op voorhand te overhandigen voordrachtakten er geen hinder van ondervinden en dat de gevolgen voor het normale verloop van de stemming, het resultaat van de verkiezingen niet ongeldig kan maken.(28) 19. Onafhankelijk van die « federale » termijnen voorzien door het koninklijk besluit dient men eveneens rekening te houden met de termijnen voorzien door de gewestelijke regelgevingen voor de oproeping van de gemeenteraad.De dag waarop de oproeping voor de gemeenteraad moet worden verstuurd, is immers niet dezelfde in alle gewesten van het land. In het Vlaams gewest moet elk verkozen gemeenteraadslid minstens 14 dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad op de hoogte worden gebracht (als er geen bezwaar is ingediend tegen de verkiezing).(29) Behalve in spoedeisende gevallen en behalve in geval van toepassing van artikel 6, § 1 DLB, wordt de oproeping ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering aan het raadslid bezorgd.(30) De oproeping voor het Waals Gewest(31) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest(32), gebeurt minstens 7 vrije dagen vóór de dag van de vergadering. Volgens de Raad van State blijft een kortere oproepingstermijn aanvaardbaar voor zover de gemeenteraadsleden niet worden gehinderd of benadeeld in de uitoefening van hun mandaat.(33) Niettemin gelden er ook voor de federale overheid schijnbaar onverzettelijke termijnen bij de organisatie van de politie, waarmee evenzeer rekening moet worden gehouden als met de vereisten dat een eventuele samendrukking van de termijnen geen verandering zou teweegbrengen in de regelmatigheid van de aan de verkiezing voorafgaande verrichtingen en de regelmatigheid van het verloop van de stemming. In het aldus bepaald kader en mits enkele aanpassingen van de « federale » termijnen lijkt het haalbaar om over te gaan tot de verkiezing van de politieraadsleden binnen een « nieuwe » vergadering van de gemeenteraad die op voorhand zou worden geïnstalleerd. 3.4. De verzending van een informatienota door de burgemeester 20. Met de recente wijziging van artikel 3 van het koninklijk besluit wordt expliciet ingeschreven dat de burgemeester de gemeenteraadsleden informeert via een nota met betrekking tot de door hem gekozen datum (en het uur) voor de overhandiging van de voordachtakten.Het informeren moet minstens 5 dagen voorafgaand aan de datum van de overhandiging gebeuren. De nota herneemt eveneens de inhoud van de artikelen 2, 4 en 5 van het koninklijk besluit. 3.5. De voordracht van de kandidaten 3.5.1. Voordracht door één of meer verkozenen voor de gemeenteraad 21. De akte houdende voordracht van kandidaten voor het mandaat van politieraadslid wordt schriftelijk in dubbel exemplaar ingediend door één of meer verkozenen voor de gemeenteraad.(34) Een verkozene voor de gemeenteraad mag niet meer dan één voordrachtakte voor dezelfde verkiezing ondertekenen. Eenzelfde persoon kan wel tegelijk als kandidaat-effectief lid en als kandidaat-opvolger worden voorgedragen.(35) 3.5.2. Inhoud van de voordrachtakte 22. De voordrachtakte vermeldt de naam, de voorna(a)m(en), de geboortedatum en het beroep van de kandidaat-effectieve leden en van de eventuele (twee) kandidaat-opvolger(s).In zulk geval vermeldt de voordrachtakte voor elk kandidaat-effectief lid de kandidaat-opvolgers in de precieze volgorde waarin deze zijn voorbestemd om het te vervangen. De identiteit van de vrouwelijke kandidaat die gehuwd is of weduwe is, mag voorafgegaan worden door de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot. De voordrachtakte vermeldt eveneens de naam, de voornaam en het volledig adres van het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die de voordracht doen. De kandidaten tekenen onderaan de akte voor akkoord met hun voordracht.(36) 23. De wetgever heeft geen beperking ingesteld wat het aantal voorgedragen kandidaten betreft.Er kan echter verondersteld worden dat in de praktijk elke politieke fractie die vertegenwoordigd is in de gemeenteraad, het aantal kandidaten zal voordragen dat zij voor zichzelf bij de verkiezing haalbaar acht en zeker niet meer dan het aantal leden dat met toepassing van artikel 12 WGP proportioneel aan de gemeente toekomt in de toekomstige politieraad. 3.5.3. Model van voordrachtakte 24. Er is geen enkele wet- of regelgevende tekst die de vorm van de voordrachtakte voorschrijft.Het is echter verplicht om een document op te stellen dat voldoet aan de voorwaarden van de voordracht zelf.(37) Hiertoe kan er beroep worden gedaan op het formulier A in bijlage, dat kan dienen als model. Een akte mag uit meerdere bladen bestaan. 3.5.4. Wijze van indiening van de voordrachtakte 25. Zoals gesteld in de punten 18 en 20, komt het vanaf nu toe aan de burgemeester om een datum vast te stellen voor de indiening van de voordrachtakten.Deze datum moet tussen de 4de en de 7de dag vallen vóór de oproeping van de gemeenteraadsleden voor de vergadering tijdens dewelke de verkiezing van de leden van de politieraad zal plaatsvinden. Er is gekozen om een flexibel karakter te geven aan de termijnen, evenals voor de raadpleging van de kandidatenlijsten. Het artikel 6 § 1, eerste lid DLB betreffende de oproeping voor de installatievergadering van de gemeenteraad zorgde er namelijk voor dat het in het Vlaams Gewest niet meer mogelijk was om de kandidatenlijst voor het mandaat van politieraadslid bij de oproeping te voegen. Het genoot dus de voorkeur om een regel uit te vaardigen die ook in geval van toekomstige wijzigingen in de gewestelijke reglementering inzake de verkiezing van de gemeenteraadsleden, van toepassing kan blijven.

Dit is gebeurd door te verwijzen naar de datum van de oproeping van de gemeenteraadsleden voor de verkiezing van de politieraadsleden en niet meer naar de datum waarop de verkiezing zal plaatsvinden. 26. Elke voordrachtakte moet in dubbel exemplaar ingediend worden bij de burgemeester op het gemeentehuis (bijgestaan door de gemeentesecretaris), hetzij door het gemeenteraadslid of een van de gemeenteraadsleden die haar ondertekenden, hetzij door de persoon die daartoe door het voormelde gemeenteraadslid of de voormelde gemeenteraadsleden aangewezen is.De indiener van de akte krijgt het tweede exemplaar terug, nadat hierop voor ontvangst werd getekend (door de burgemeester en de gemeentesecretaris).(38) De burgemeester ontvangt de voordrachtakten bijgestaan door de gemeentesecretaris en in tegenwoordigheid van een verkozene voor de gemeenteraad van elke politieke fractie die een kandidatenlijst indient.(39) 27. Bij de overhandiging van de voordrachtakten onderzoekt de burgemeester, bijgestaan door de gemeentesecretaris, of zij voldoen aan de voorschriften van de artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit.Hij kan de verbetering of aanvulling van de voordrachtakten aanbevelen.(40) De bevoegdheid van de burgemeester is echter zeer beperkt, zo kan hij in geen geval oordelen over de ontvankelijkheid van de voordrachtakten en moet hij alle akten in ontvangst nemen, zonder dat hij over de mogelijkheid beschikt deze te weigeren.(41) Indien de gemelde onregelmatigheden niet verbeterd worden door de personen die de lijst hebben ingediend, bestaat er echter een reëel risico dat de verkiezingen naderhand ongeldig worden verklaard. 3.6. De bijkomende kiesverrichtingen voorafgaand aan de stemming 3.6.1. Opmaak van de kandidatenlijst in alfabetische volgorde 28. Onmiddellijk na het verstrijken van de termijn bepaald voor het indienen van de voordrachtakten, sluit de burgemeester de kandidatenlijst af en rangschikt de kandidaat-effectieve leden in alfabetische volgorde.De naam van elk kandidaat-effectief lid wordt gevolgd door de naam van de eventuele kandidaat-opvolger of beide kandidaat-opvolgers in de precieze volgorde zoals vermeld in de voordrachtakte.(42) Indien het bij vergissing zou gebeuren dat de kandidaat-effectieve leden niet in alfabetische volgorde gerangschikt zijn, kan die onregelmatigheid slechts de ongeldigheidsverklaring van de verkiezing tot gevolg hebben, wanneer de niet-alfabetische volgorde « een invloed heeft gehad op het normale verloop van de stemming en op het resultaat ervan ».(43) Daar het om een kwestie ten gronde gaat, is het ten zeerste aanbevolen nauwgezet toe te zien op de naleving van de regelgevende bepaling om betwistingen te voorkomen. 3.6.2. Mededeling en inzage van de kandidatenlijst 29. De voordrachtakten en de door de burgemeester opgemaakte kandidatenlijst worden op het gemeentesecretariaat neergelegd waar, uiterlijk de 3de dag die volgt op de datum vastgesteld voor het indienen van de voordrachtakten van de kandidaten, de verkozenen voor de gemeenteraad en de kandidaten er tijdens de diensturen kennis van kunnen nemen.Een exemplaar van de kandidatenlijst dient gevoegd te worden als bijlage bij de brief die de verkozenen voor de gemeenteraad oproept voor de vergadering waarop de verkiezing zal plaatsvinden.(44) 3.6.3. Opmaak van de stembiljetten 30. De burgemeester laat de stembiljetten drukken of vermenigvuldigen. Deze moeten eenvormig van kleur en formaat zijn. Het stembiljet vermeldt in alfabetische volgorde de namen van de kandidaat-effectieve leden en de namen van hun eventuele kandidaat-opvolgers in de precieze volgorde, zoals vermeld in de voordrachtakte. De stemvakjes worden echter alleen geplaatst naast de namen van de kandidaat-effectieve leden. Het is verboden enig ander stembiljet te gebruiken.(45) Voor het overige zijn de stembiljetten niet aan enige wettelijke of reglementaire vorm onderworpen. Het formulier B in bijlage, kan dienen als model. 3.7. De verkiezing 3.7.1. Openbare vergadering 31. De verkiezing van de leden van de politieraad moet in openbare vergadering plaatsvinden. 3.7.2. Deelname van de gemeenteraadsleden en vertegenwoordiging van de burgemeester 32. De federale wetgever heeft voor de verkiezing van de leden van de politieraad niet voorzien in een bijzonder quorum of een gewaarborgde vertegenwoordiging van de verschillende politieke fracties aanwezig in de schoot van de gemeenteraad.Bij ontstentenis van dergelijke federale bepaling vormt de verkiezing van de politieraadsleden een gewone beslissing van de gemeenteraad en is zij in dat verband onderworpen aan de gewestelijke regelgevingen, die de aanneming van deze beslissingen door de gemeenteraad regelen. Die regelgevingen zijn eensgezind over het feit dat de gemeenteraad pas een beslissing kan nemen indien de meerderheid van de gemeenteraadsleden in functie aanwezig is.(46) In dit geval moet de burgemeester aanwezig zijn op het tijdstip dat men overgaat tot de verkiezing van de politieraadsleden, daar in het kader van die procedure hem immers uitdrukkelijk prerogatieven zijn toegekend. Dit betekent dat de (nieuwe) burgemeester bevoegd blijft voor deze kiesverrichtingen, ongeacht of het voorzitterschap van de gemeenteraad door een andere persoon wordt uitgeoefend. 3.7.3. Bureau voor de kiesverrichtingen 33. De burgemeester, bijgestaan door de twee jongste gemeenteraadsleden in leeftijd, is belast met het verzekeren van de goede gang van de verrichtingen van de stemming en de stemopneming die in de openbare vergadering plaatsvinden.De gemeentesecretaris neemt het secretariaat waar en is belast met het opmaken van het proces-verbaal.(47) Indien één van beide jongste raadsleden zelf kandidaat is, is het aangewezen -om niet tegelijkertijd rechter en partij te zijn- dat hij afziet van het zetelen binnen het bureau voor de kiesverrichtingen en plaats ruimt voor de mandataris die na hem de jongste in leeftijd is.(48) 3.7.4. Stemming 3.7.4.1. Geheime stemming in één ronde 34. De verkiezing van de leden van de politieraad geschiedt bij geheime stemming en in één enkele stemronde.(49) Een efficiënt gebruik van de aan elk gemeenteraadslid toegekende stemmen en de voorrangsregels die de doorslag geven tussen de kandidaten die een gelijk aantal stemmen hebben gekregen, moeten het over het algemeen mogelijk maken dat de verkiezing van de politieraadsleden in één enkele stemronde kan gebeuren. 35. De mogelijkheid bestaat echter dat de stemming niet toelaat om evenveel titularissen aan te wijzen als er mandaten te begeven zijn. De gemeenteraadsleden zijn immers vrij hun stem naar believen uit te brengen: een stem voor een voorgedragen kandidaat of een blanco stem.

Indien het aantal kandidaten dat daadwerkelijk stemmen heeft behaald, lager is dan het aantal te begeven mandaten, dan moet worden overgegaan tot een nieuwe stemming. In dit uitzonderlijke geval zal het aantal stemmen waarover de gemeenteraadsleden beschikken, beperkt zijn in functie van het aantal nog te begeven mandaten tijdens de tweede stemming.(50) 36. De overheid belast met de organisatie van de verkiezingen moet ervoor zorgen dat de anonimiteit van de keuze van elk gemeenteraadslid gewaarborgd is, zowel tijdens als na de stemming.Elk gemeenteraadslid moet aldus op het ogenblik van de stemming zijn stemgedrag kunnen onttrekken aan de blikken van anderen en er mag aan de hand van de stembriefjes niet kunnen worden nagegaan aan welke kandidaat een lid zijn stem heeft gegeven. Het is zaak te waarborgen dat de kiezer zijn reële stem uitbrengt en elke poging tot beïnvloeding, door intimidatie of ondergeschiktheid, wordt belet.(51) 3.7.4.2. Wijze van stemmen 37. De verkiezing van de politieraadsleden geschiedt overeenkomstig het principe van het meervoudig stemrecht.Het aantal stemmen waarover een gemeenteraadslid beschikt, hangt af van het aantal te verkiezen politieraadsleden.(52) De kandidaten die de meeste stemmen hebben verkregen, worden verkozen tot effectieve leden.(53)

Aantal te verkiezen politieraadsleden

Aantal stemmen waarover elk gemeenteraadslid beschikt

Nombre de conseillers de police à élire

Nombre de voix dont dispose chaque conseiller communal

Minder dan 4

1

Moins de 4

1

4 of 5

3

4 ou 5

3

6 of 7

4

6 ou 7

4

8 of 9

5

8 ou 9

5

10 of 11

6

10 ou 11

6

12 of meer

8

12 ou plus

8


38. Elk gemeenteraadslid ontvangt zoveel stembiljetten als hij stemmen heeft.Op elk stembiljet brengt hij een stem uit voor een kandidaat-effectief lid.(54) De gemeenteraadsleden zijn echter vrij hun stem naar believen uit te brengen: een stem voor eender welke voorgedragen kandidaat of een blanco stem. 39. De politieke fracties die vertegenwoordigd zijn in de gemeenteraad zullen er logischerwijs op toezien dat met het totaal van de stemmen waarover hun leden beschikken, het grootst aantal zetels wordt bekomen en zij zullen op die manier voor elk van hun kandidaten slechts het aantal stemmen besteden dat nodig is om hun verkiezing toe te laten. In dit kader is het begrip verkiesbaarheidscijfer van belang. Het verkiesbaarheidscijfer(55) is het resultaat van de volgende verrichting: men vermenigvuldigt het aantal gemeenteraadsleden dat de gemeenteraad telt met het aantal stemmen dat elk lid kan uitbrengen en men deelt de aldus verkregen uitkomst door het aantal te verkiezen politieraadsleden vermeerderd met één eenheid. De uitkomst van de breuk (steeds afgerond tot de hogere eenheid bij decimalen) bepaalt aldus het aantal stemmen dat een kandidaat minimaal moet behalen om met zekerheid te worden verkozen.

Voorbeeld: De gemeente A heeft 21 gemeenteraadsleden en 9 te verkiezen politieraadsleden. Elk gemeenteraadslid beschikt bij de verkiezing van de politieraadsleden dus over 5 stemmen. Het verkiesbaarheidscijfer zal dan worden verkregen door het totaal aantal stemmen waarover de gemeenteraadsleden beschikken (21 x 5 = 105) te delen door het aantal te begeven mandaten plus één (9 + 1=10). Het verkiesbaarheidscijfer bedraagt dan 105/10 = 10,5 afgerond tot de hogere eenheid, hetzij 11.

De kandidaten die 11 stemmen krijgen, worden bijgevolg zeker verkozen.

Exemple : La commune A compte 21 conseillers communaux et 9 conseillers de police à élire. Chaque conseiller communal dispose de 5 voix lors de l'élection des conseillers de police. Le chiffre d'éligibilité sera obtenu en divisant le nombre total de voix dont disposent les conseillers communaux (21 x 5 = 105) par le nombre de mandats à attribuer plus un (9 + 1= 10). Le chiffre d'éligibilité est alors de 105/10 = 10,5 arrondi à l'unité supérieure, soit 11. Les candidats qui obtiennent 11 voix ont la certitude d'être élus.

Binnen elke politieke fractie moet dan ook een oefening worden gemaakt om het aantal stemmen waarover zij beschikt, zo goed mogelijk te gebruiken om te verzekeren dat het grootste aantal kandidaten wordt verkozen dat zij vertegenwoordigt. Hiervoor zal zij aan elk van hen slechts het aantal stemmen toewijzen dat nodig is om te worden verkozen. In dezelfde gedachtegang kan een akkoord dat werd afgesloten met een andere politieke fractie, een impact hebben op het behalen van zetels binnen de politieraad.

Au sein de chaque groupe politique, un exercice doit donc être fait pour utiliser au mieux le nombre de voix disponibles afin de garantir que le plus grand nombre de candidats soit élu. Pour cela, il n'attribuera à chacun qu'un nombre de voix suffisant pour être élu.

Dans le même ordre d'idées, un accord conclu avec un autre groupe politique peut avoir une incidence sur l'acquisition de sièges au sein du conseil de police.

Veronderstel dat de gemeenteraad (21 leden) de volgende politieke verdeling heeft: groep A (8 leden), groep B (6 leden), groep C (5 leden), groep D (2 leden).

Supposons que le conseil communal (21 membres) ait la répartition politique suivante : Groupe A (8 membres), Groupe B (6 membres), Groupe C (5 membres), Groupe D (2 membres).

Het totaal aantal stemmen (105) waarover elke groep beschikt: groep A (8 x 5= 40), groep B (6 x 5= 30), groep C (5 x 5= 25), groep D (2 x 5= 10).

Le nombre total de voix (105) dont chaque groupe dispose : Groupe A (8 x 5= 40), Groupe B (6 x 5= 30), Groupe C (5 x 5= 25), Groupe D (2 x 5= 10).

Het aantal politieraadsleden dat rechtstreeks kan worden verkozen op basis van het verkiesbaarheidscijfer en het totaal aantal stemmen toegekend aan hun groep: groep A (40/11= 3 leden), groep B (30/11= 2 leden), groep C (25/11= 2 leden), groep D (10/11= 0 leden) > Bijgevolg kunnen 3 + 2 + 2 + 0 = 7 leden met zekerheid verkozen worden op basis van de enige stemmingen toegekend aan hun groep omdat zij het verkiesbaarheidscijfer kunnen halen, zonder voordeel te moeten halen uit een stemuitbrenging van een andere groep. Het stemmenoverschot bedraagt dan voor groep A (7 = 40 - 33 > 3 x 11), groep B (8 = 30 - 22 > 2 x 11), groep C (3= 25 - 22 > 2 x 11) en groep D (10= 10 - 0 > 0 x 11).

Le nombre de conseillers de police pouvant être élus directement sur la base du chiffre d'éligibilité et du nombre total de voix attribuées à leur groupe : Groupe A (40/11= 3 conseillers), Groupe B (30/11= 2 conseillers), Groupe C (25/11= 2 conseillers), Groupe D (10/11= 0 conseillers) > Par conséquent, 3 + 2 + 2 + 0 = 7 membres peuvent, avec certitude, être élus sur base des seuls suffrages attribués à leur groupe parce qu'ils peuvent atteindre, sans devoir bénéficier d'un report de voix d'un autre groupe, le chiffre d'éligibilité. L'excédent sera alors pour groupe A (7 = 40 - 33 > 3 x 11), groupe B (8 = 30 - 22 > 2 x 11), groupe C (3= 25 - 22 > 2 x 11) et groupe D (10= 10 - 0 > 0 x 11).

Voor de toekenning van de 9 - 7 = 2 resterende zetels zijn het de akkoorden die eventueel werden afgesloten tussen de groepen voor het overbrengen van de " niet rechtstreeks" nuttige stemmen, die bepalend zullen zijn:

Pour l'attribution des 2 sièges restants (9-7), ce sont les éventuels accords conclus entre les groupes pour le report des suffrages « non directement » utiles qui vont être déterminants :

Wij gaan eerst uit van de veronderstelling dat er geen akkoord is tussen de fracties. Iedere fractie handelt volledig zelfstandig en brengt het overschot van voornoemde stem over naar één enkele van zijn kandidaten. Daar de kandidaten die het grootst aantal stemmen hebben gehaald, verkozen worden als effectieve leden, zijn het de groepen D en B met 10 en 8 stemmen voor hun respectieve kandidaat, die de twee laatste mandaten zullen krijgen.

Supposons tout d'abord l'absence d'accord entre fractions. Chaque fraction agit de manière totalement autonome et reporte l'excédent de voix précité vers un seul de ses candidats. Comme sont élus en tant que membres effectifs les candidats qui ont obtenu le plus grand nombre de voix, ce sont les groupes D et B, avec 10 et 8 voix pour leur candidat respectif, qui obtiendront les deux derniers mandats.

Indien er echter een akkoord is gesloten tussen groep A en groep C, waarbij groep C het stemmenoverschot overbrengt naar de « vierde » kandidaat van groep A (alleen de eerste drie kunnen verkozen worden met enkel de stemmen van de leden van groep A), zal deze kandidaat verkozen zijn, aangezien hij, met de bijdrage van groep C, 10 stemmen haalt. Die tien stemmen plaatsen hem op gelijke voet met de kandidaat van groep D die alle stemmen van zijn groep heeft behaald. Zij krijgen dan de twee laatste te begeven mandaten ten nadele van de kandidaat van groep B die slechts 8 stemmen telt.

S'il existe par contre un accord entre le groupe A et le groupe C aux termes duquel le groupe C reporte son excédent de voix sur le « quatrième » candidat du groupe A (puisque les trois premiers peuvent être élus avec les seules voix des membres du groupe A), ce candidat sera élu en obtenant, avec l'apport du groupe C, 10 voix. Ces 10 voix le placeront à égalité avec le candidat du groupe D qui aura recueilli l'ensemble des voix de son groupe. Ils obtiennent alors les deux derniers mandats à attribuer au détriment du candidat du groupe B qui ne compte que 8 suffrages.

Het is ook mogelijk dat, bijvoorbeeld groep B, aan drie van zijn kandidaten 10 stemmen geeft zonder dat de groepen A en C anders stemmen dan hierboven is vermeld. Dan zullen de drie kandidaten van groep C verkozen zijn, omdat zij meer stemmen behaalden dan de « vierde » kandidaat van A (die 7 stemmen telt) en de « derde » kandidaat van C (die 3 stemmen telt), terwijl zij hetzelfde aantal stemmen krijgen dan de « eerste » kandidaat van D die het laatste mandaat krijgt.

Il est également possible, par exemple, que le groupe B attribue 10 voix à trois de ses candidats sans que les groupes A et C ne votent autrement que susmentionné. Les trois candidats du groupe B seront élus dans la mesure où ils auront obtenu plus de voix que le « quatrième » candidat de A (comptant 7 voix) et le « troisième » candidat de C (comptant 3 voix) tandis qu'ils obtiendront le même nombre de suffrages que le "premier" candidat de D qui obtient le dernier mandat.

Veronderstellen wij nu dat groep B zijn 30 stemmen altijd gelijk verdeelt onder drie van zijn kandidaten, maar dat groep C beslist om zijn drie overschotstemmen over te brengen naar de « vierde » kandidaat van groep A. We hebben dan 5 kandidaten die het verkiesbaarheidscijfer bereiken (3 van groep A en 2 van groep C) en dus verkozen worden, terwijl 5 kandidaten (1 van groep A, 3 van groep C en 1 van groep D) de 4 resterende mandaten zullen moeten verdelen op basis van de voorrangsregels zoals bepaald in het punt 41 met een risico voor groep B om in fine slechts 2 mandaten te krijgen, gelet op het akkoord dat werd afgesloten tussen de groepen A en C. Supposons que le groupe B répartisse toujours équitablement ses 30 voix entre trois de ses candidats, mais que le groupe C décide de reporter ses trois voix excédentaires sur le « quatrième » candidat du groupe A. On aura alors 5 candidats qui atteignent le chiffre d'éligibilité (3 du groupe A et 2 du groupe C) et sont donc élus tandis que 5 candidats (1 du groupe A, 3 du groupe B et 1 du groupe D) devront se départager les 4 mandats restants sur la base des règles de préférence visées au point 41, avec un risque pour le groupe B de n'obtenir in fine que 2 mandats vu l'accord conclu entre les groupes A et C. We kunnen ook overwegen dat de twee minderheidsgroepen in de gemeenteraad (C en D) overeenkomen om hun stemmen te verdelen, om er zeker van te zijn dat elk van hen een effectieve vertegenwoordiging heeft in de politieraad, zonder te moeten rekenen op een andere stemuitbrenging of zich bloot te stellen aan de voorrangsregels. De situatie zou er dan als volgt uitzien: groep A (40/11= 3 - overschot 7), groep B (30/11= 2 - overschot 8), groep C en D (35/11= 3 - overschot 2) > Resultaat 3 + 2 + 3 = 8 leden. Het laatste mandaat gaat dan naar groep B in de veronderstelling natuurlijk dat het stemmenoverschot werd overgebracht naar één enkele kandidaat.

On peut également envisager que les deux groupes minoritaires au sein du conseil communal (C et D) s'accordent sur la répartition de leurs voix pour s'assurer d'une effective représentation de chacun d'eux au conseil de police sans devoir compter sur un autre report de voix ou s'exposer aux règles de préférence. La situation se présenterait alors comme suit : Groupe A (40/11= 3 - excédent 7), Groupe B (30/11= 2 - excédent 8), Groupes C et D (35/11= 3 - excédent 2) > Résultat 3 + 2 + 3 = 8 membres. Le dernier mandat va alors au groupe B dans l'hypothèse naturellement où il a reporté l'excédent de suffrages sur un seul candidat.

Volgens de wil van eenzelfde akkoord zouden de groepen die de meerderheid vormen in de gemeenteraad (B en C met 11 gemeenteraadsleden bijvoorbeeld) de meeste vertegenwoordigers kunnen krijgen in de politieraad door meteen al hun stemmen te gaan samenvoegen (55 stemmen), waardoor zij met zekerheid 5 van de 9 politieraadsleden kunnen verkiezen.

Au gré d'un même accord, les groupes détenant la majorité au sein du conseil communal (B et C avec 11 conseillers communaux par exemple) pourraient s'octroyer la majorité des représentants au sein du conseil de police en associant d'emblée leurs suffrages (55 votes), ce qui leur permet d'élire avec certitude 5 des 9 conseillers de police.


3.8. De bijkomende kiesverrichtingen na de stemming 3.8.1. Stemopneming 40. Wanneer de stemming is gesloten, wordt onmiddellijk hierna tijdens de vergadering overgegaan tot de stemopneming.De blanco of ongeldige stembiljetten worden apart gelegd door het bureau voor de kiesverrichtingen, dat de geldige stembiljetten rangschikt volgens de effectieve kandidaten waarvoor een stem is uitgebracht.(56) 41. De kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald, worden verkozen als effectieve leden.Bij staking van stemmen wordt in dalende volgorde voorrang verleend aan: (57) (de datum van de verkiezing geldt als uitgangspunt van de regel) 1° de kandidaat die, op de dag van de verkiezing, lid is van het politiecollege of de politieraad.Indien één of meerdere kandidaten in dit geval verkeren wordt de voorrang verleend aan degene die zonder onderbreking zijn mandaat het langst heeft uitgeoefend; 2° de kandidaat die, voorheen, lid is geweest van het politiecollege of de politieraad.Indien één of meerdere kandidaten in dit geval verkeren, wordt voorrang verleend aan degene die zonder onderbreking het langst zijn mandaat heeft uitgeoefend, en bij gelijke duur, aan degene die het het laatst heeft beëindigd; 3° de jongste kandidaat in jaren;42. Het mandaat van de verkozen leden van de politieraad vangt voortaan, ten vroegste aan op de 31ste dag na ontvangst van de verkiezingsuitslag bij de bestendige deputatie of het rechtscollege en ten laatste binnen de 30 dagen nadat de verkiezingsuitslag definitief is geworden.(58) Ingeval van hernieuwing van het mandaat van politieraadslid van één legislatuur in de andere, betreft het twee afzonderlijke mandaten en niet éénzelfde mandaat dat zou worden verlengd. De voorkeur tussen twee kandidaten die hetzelfde aantal stemmen hebben behaald en die gedurende de hele duur van de legislatuur het mandaat waarvan zij de titularis zijn, hebben uitgeoefend, gaat uit naar de jongste. 43. Bij de aanwijzing van een verkozene mag de gemeenteraad op geen enkele wijze rekening houden met de kandidaten die geen stemmen hebben gekregen.Wanneer er minder kandidaten zijn die stemmen hebben gekregen, dan er mandaten te begeven zijn, dan kan er in toepassing van de voorrangsregels geen sprake zijn van het verdelen van de resterende mandaten tussen de voorgedragen kandidaten die geen stemmen hebben gekregen. De staking van stemmen die aanleiding geeft tot de toepassing van de regels inzake voorrang, kan enkel plaatsvinden onder kandidaten die daadwerkelijk stemmen hebben behaald.(59) 3.8.2. Opstelling van de lijst van de verkozenen 44. Na de stemopneming stelt de burgemeester de lijst op van de verkozen effectieve leden en hun eventuele opvolgers.(60) 3.8.3. Proces-verbaal van de kiesverrichtingen 45. Er wordt een proces-verbaal opgesteld tijdens de vergadering door de gemeentesecretaris over het verloop van de verrichtingen van de stemming en van de stemopneming.Dit wordt overgeschreven in het register der notulen van de gemeenteraad. Het vermeldt uitdrukkelijk dat de stemming geheim was. Het proces-verbaal wordt ondertekend door de leden van het bureau voor de kiesverrichtingen, alsmede door de gemeenteraadsleden die daartoe de wens uitdrukken.(61) 46. Het proces-verbaal is een zo getrouw mogelijke weergave van de discussies en de motieven die hebben geleid tot het aanvaarden of het ongeldig verklaren van stembiljetten.Naast de verplichte vermeldingen omvat het proces-verbaal de volgende gegevens: - het totaal aantal gemeenteraadsleden en het aantal hiervan dat aan de stemming heeft deelgenomen; - het aantal door de gemeente te verkiezen politieraadsleden; - het aantal stemmen waarover elk gemeenteraadslid beschikt; - de lijst van de kandidaten; - het totaal aantal uitgebrachte stembiljetten op basis waarvan de stemopneming zal gebeuren; - het totaal aantal blanco en ongeldige stembiljetten; - het totaal aantal vernietigde stembiljetten die tijdens de stemming vervangen werden; - de naam, voornamen, geboortedatum en het beroep van de verkozen effectieve leden; het aantal stemmen door elk van hen bekomen en bij staking van stemmen, de reden waarom voorrang werd verleend; - de naam, voornamen, geboortedatum en het beroep van de eventuele opvolgers, met aanduiding van het verkozen effectief lid van wie zij opvolger zijn, alsook van hun orde van voordracht en dus ook van voorrang. 47. Het proces-verbaal is niet aan een specifieke vormvereiste onderworpen.Het formulier C in bijlage kan dienen als model. Niets belet de gemeentesecretaris al vóór de vergadering die gedeelten in te vullen, waarvan de gegevens hem bekend zijn (bijvoorbeeld de inhoud van de voordrachtakten en de kandidatenlijst). Indien het hernemen van de voordrachtakten en van de kandidatenlijst te omslachtig zou zijn, kan dit verholpen worden door een kopie van deze documenten toe te voegen (gewaarmerkt door dezelfde personen die het proces-verbaal ondertekenen) en van deze stukken melding te maken in het verslag. 3.8.4. Afkondiging van de verkiezingsuitslag 48. De burgemeester kondigt de verkiezingsuitslag af in openbare zitting, onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal.(62) Deze afkondiging is geen geldigheidsvereiste voor de verkiezingen, tenzij deze niet-uitgevoerde formaliteit tot doel had de stemming nadien te manipuleren.(63) 3.9. De verzending van het dossier aan de bestendige deputatie 49. Het dossier van de verkiezing van de leden van de politieraad en van hun eventuele opvolgers wordt door elke gemeente onver-wijld(64) toegezonden aan de bestendige deputatie of aan het rechtscollege.Het verzonden dossier bevat twee kopieën van het proces-verbaal met de stembiljetten, zowel de geldige als de ongeldige, en alle nodige bewijsstukken.(65) Alle uitgereikte stembiljetten, dus ook de vernietigde biljetten die vervangen werden en de blanco stembiljetten, moeten bij het verkiezingsdossier worden gevoegd evenals de stukken die toelaten te bepalen dat de verkozenen aan de voorwaarde van verkiesbaarheid voldoen. Het dossier moet dus alle stukken bevatten die, naargelang het geval, de deputatie of het rechtscollege nodig heeft om te oordelen over de regelmatigheid van de kiesverrichtingen. 3.10. De geldigheid van de verkiezingen en bezwaar 50. Ongeacht of bij haar bezwaar is ingediend of niet, doet de bestendige deputatie of het rechtscollege, uitspraak over de geldigheid van de verkiezing binnen 30 dagen na ontvangst van het dossier en herstelt, in voorkomend geval, de bij het vaststellen van de verkiezingsuitslag begane vergissingen.Indien binnen deze termijn geen uitspraak is gedaan, wordt de verkiezing als regelmatig beschouwd.(66) 51. Enkel de kandidaten kunnen een bezwaar indienen tegen de verkiezing.Dit moet, op straffe van verval, schriftelijk bij de bestendige deputatie of het rechtscollege worden ingediend binnen 10 dagen volgend op de afkondiging van de verkiezingsuitslag door de burgemeester.(67) De indiening van een dergelijk bezwaar is overigens zonder gevolg voor de termijn waarover de deputatie of het rechtscollege beschikt om de geldigheid van de verkiezingen te beoordelen, en die dus 30 dagen blijft, te rekenen vanaf de ontvangst van het verkiezingsdossier. 52. Het feit dat de verkiezing geldigheid heeft verkregen door het verstrijken van de termijn of de beslissing van de bestendige deputatie of van het rechtscollege, wordt door de gouverneur medegedeeld aan de betrokken gemeenteraad en aan de politieraad.Een mededeling onder die voorwaarden op initiatief van de gouverneur veronderstelt dat hijzelf op de hoogte gebracht is door de deputatie of het rechtscollege of dat hij bij machte is het daadwerkelijk vervallen van de termijn vast te stellen. Er wordt bij aangetekende zending kennis gegeven aan de leden en opvolgers van de politieraad wier verkiezing werd vernietigd, aan de opvolgers wier verkiezingsrang werd gewijzigd en aan de personen die bezwaren hebben ingediend. (68) 53. De in het vorige punt bedoelde natuurlijke en rechtspersonen (i.c. de gemeenteraad en niet het college van burgmeester en schepenen)(69) kunnen bij de Raad van State beroep instellen binnen de 15 dagen na de mededeling of de kennisgeving bedoeld in punt 52. De gouverneur kan een zelfde beroep instellen binnen de 15 dagen na de beslissing van de bestendige deputatie of van het rechtscollege of na het verstrijken van de termijn van 30 dagen die hen is toegekend om zich uit te spreken. Het beroep bij de Raad van State is niet opschortend ten opzichte van de beslissing van de bestendige deputatie of van het rechtscollege(70), behoudens wanneer die beslissing een vernietiging van de verkiezingen of van de verkiezing van een of meer leden of opvolgers inhoudt. Binnen 8 dagen na ontvangst van een beroep, deelt de hoofdgriffier van de Raad van State dit mee aan de gouverneur, alsmede aan de betrokken meergemeentezone en aan de betrokken gemeenteraad. Hij deelt hen tevens het arrest van de Raad van State mee.(71) 54. Wanneer een vernietiging definitief is geworden, wordt tot een nieuwe verkiezing overgegaan.In dit geval is artikel 18 van toepassing, met dien verstande dat de termijn slechts een aanvang neemt de dag volgend op die waarop de vernietiging aan de betrokken gemeenteraad werd meegedeeld.(72) 4. DE INSTALLATIE VAN DE POLITIERAADSLEDEN 4.1. De installatie van de politieraad na de verkiezingen 55. De WGP voorziet indirect in de datum van installatie van de politieraad door te stellen dat het mandaat van de verkozen leden van de politieraad ten vroegste aanvangt op de 31ste dag na ontvangst van de verkiezingsuitslag bij de bestendige deputatie of het rechtscollege en ten laatste binnen de 30 dagen nadat de verkiezingsuitslag definitief is geworden.(73) In geval van volledige vernieuwing van de politieraad heeft de eedaflegging plaats tijdens de installatievergadering belegd op de datum van de aanvang van het mandaat bedoeld bij artikel 20, eerste lid WGP.(74) 56. Indien overeenkomstig artikel 18bis WGP bezwaar is aangetekend tegen de verkiezing van de politieraadsleden, dan worden de leden pas bijeengeroepen binnen de 15 dagen nadat de verkiezing definitief is geworden.De uittredende leden blijven hun mandaat uitoefenen tot de nieuwe politieraad is geïnstalleerd. Sinds de recente wetswijziging voorziet de WGP dat de opvolger uiterlijk 7 werkdagen, vóór de eerstvolgende vergadering wordt uitgenodigd om op deze vergadering de eed af te leggen.(75) 57. De oproeping van de verkozen leden van de politieraad in bovenvermelde situaties valt onder de bevoegdheid van de voorzitter van het politiecollege, dat wordt samengesteld vanaf (de uitwerking van) de eedaflegging van de burgemeesters in handen van de gouverneur.(76) De oproeping geschiedt hetzij per brief, via een bezorger aan huis, per fax of per elektronische post, ten minste 7 werkdagen vóór de dag van de vergadering en zal uitdrukkelijk vermelden dat deze gewijd wordt aan de installatie van de politieraadsleden. Na de eedaflegging en de installatie van de leden, kan de nieuwe politieraad een volwaardige agenda behandelen (bv. de delegatie van de bevoegdheid tot aanwerving of benoeming van sommige personeelsleden naar het politiecollege, per lopende legislatuur).

Voor elk agendapunt worden alle stukken die erop betrekking hebben ter inzage gelegd van de leden van de politieraad vanaf het verzenden van de agenda. Het reglement van orde van de oude politieraad bepaalt de plaats waar de leden van de politieraad de stukken kunnen inzien.(77) 58. De noodzakelijke continuïteit van de openbare dienst, die de lokale politie op zich uitmaakt, veronderstelt uiteraard dat de lokale (meergemeente)politiezones kunnen blijven werken vóór en na de verkiezingen tot aan de installatie van de nieuwe politieraden.Dit houdt bijvoorbeeld in dat: de zonale budgetten 2019 moeten worden aangenomen, de vereiste begrotingswijzigingen moeten worden doorgevoerd, de lang geplande personeelsaanwervingen normaal moeten verlopen, de nodige aankopen moeten worden gedaan, etc. Daartoe is wettelijk bepaald dat de uittredende politieraadsleden hun mandaat binnen de politieraad blijven uitoefenen tot aan de installatie van de nieuwe leden van de politieraad. Men dringt echter aan op de nodige voorzichtigheid bij het aannemen van beslissingen door de politieraadsleden in de uittredende politieraad, om zodoende hun opvolgers niet voor voldongen feiten te plaatsen. Hun activiteit zal logischerwijze dan ook strikt beperkt worden tot de beslissingen die niet kunnen worden uitgesteld, gezien het belang van de optimale werking van de lokale politie in de desbetreffende politiezone. 59. Zolang de nieuwe politieraad niet is geïnstalleerd en de nieuwe politieraadsleden niet de eed hebben afgelegd, wordt de politieraad gedurende deze overgangsfase samengesteld uit de nieuwe burgemeesters en de voormalige politieraadsleden. 4.2. De onverenigbaarheden 60. Het komt voor dat de installatie van een kandidaat in een mandaat, hoewel deze rechtsgeldig verkozen is, onmogelijk wordt gemaakt door een onverenigbaarheid die hem verhindert dit mandaat gelijktijdig uit te oefenen met een andere opdracht of functie die hij al had(78) en zelfs door het bestaan van een bloed- of aanverwantschap die hem verbindt aan een andere kandidaat met een gelijkaardig mandaat. 61. De functionele onverenigbaarheden ingesteld door de gewestelijke regelgeving m.b.t. de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid, zullen indirecte gevolgen hebben voor de aanwijzing in het mandaat van politieraadslid, vermits die aanwijzing effectief de hoedanigheid van gemeenteraadslid veronderstelt. Deze zijn echter niet op analoge wijze van toepassing op de samenstelling van de politieraad in uitvoering van de WGP. Er is dus geen sprake van het extrapoleren van de inhoud ervan, op de bijzondere situatie van de politieraad tijdens de installatie van de politieraadsleden. 62. De wet voorziet echter uitdrukkelijk dat effectieve leden van de politieraad geen bloed- of aanverwanten mogen zijn (tot en met de tweede graad), noch mogen verbonden zijn door een huwelijk of door een wettelijke samenwoning.(79) Op te merken valt dat die onverenigbaarheid slechts bestaat tussen de effectieve leden van de politieraad. Tot zolang de eventuele opvolger, die bloed- of aanverwant in de verboden graad is van het effectief lid, zelf niet geroepen is om effectief lid te worden, is het wetsprincipe niet van toepassing. 63. De regels inzake het bloedverwantschap worden bepaald door het Burgerlijk Wetboek (B.W.). In de rechte lijn zijn er tussen verwanten zoveel graden als er generaties zijn tussen de personen. Zo staat de zoon met betrekking tot de vader in de eerste graad en de kleinzoon in de tweede graad. Dit geldt wederkerig voor de vader en de grootvader met betrekking tot de zonen en de kleinzonen.(80) In de zijlijn worden de verwantschapsgraden bepaald door het getal van de generaties te rekenen van één van de bloedverwanten tot aan de gemene stamvader, zonder deze mee te tellen, en vervolgens van deze tot aan de andere bloedverwant. Zo staan twee broers in de tweede graad, oom en neef in de derde graad, volle neven, in de vierde graad, enz.(81) 64. Aanverwantschap is de band die bestaat tussen elk van de echtgenoten en de bloedverwant van zijn echtgenoot.Het is dus de huwelijksband tussen de echtgenoten die de aanverwantschap doet bestaan. Een echtgenoot heeft echter geen enkele band met de aanverwanten van de bloedverwanten van zijn echtgenoot.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 65. De aanverwantschap die na de verkiezing tot stand komt onder de leden van de raad, stelt geen einde aan hun mandaat.(82) Deze uitzondering geldt uitsluitend voor de aanverwantschap tussen effectieve leden van de politieraad. De onverenigbaarheid blijft wel bestaan voor een band tussen effectieve leden die via het huwelijk of wettelijke samenwoning tot stand zou zijn gekomen na de verkiezing.

Hoewel het huwelijk van een effectief lid met een bloedverwant (zelfs in de verboden graad) van een ander effectief lid geen einde stelt aan hun mandaat, zal dat wel het geval zijn voor één van beiden als er een huwelijk is tussen effectieve leden of bij wettelijke samenwoning tussen effectieve leden. 66. Daar de onverenigbaarheid bepaald door de WGP niet van functionele aard is, maar voortvloeit uit bloed- of aanverwantschap-pen tussen verscheidene verkozen kandidaten, kan de regeling betreffende het voorkomen van dergelijke onverenigbaarheid niet altijd berusten op de loutere wil van één van de politieraadsleden om zich terug te trekken ten gunste van de ander.Er wordt dus voorzien in een orde van wettelijke voorrang onder de politieraadsleden, wier installatie onmogelijk zou worden gemaakt door de onverenigbaarheid (cf. punt 41). 1° aan het raadslid dat op de dag van de verkiezing, lid is van het politiecollege of de politieraad.Indien de kandidaten in het geval van onverenigbaarheid, verkeren wordt de voorrang verleend aan degene die zonder onderbreking zijn mandaat het langst heeft uitgeoefend; 2° aan het raadslid dat, voorheen, lid is geweest van het politiecollege of de politieraad.Indien de kandidaten in het geval van onverenigbaarheid verkeren, wordt voorrang verleend aan degene die zonder onderbreking het langst zijn mandaat heeft uitgeoefend, en bij gelijke duur, aan degene die het het laatst heeft beëindigd; 3° aan het jongste raadslid in jaren; 67. Dezelfde orde van voorrang geldt voor [de plaatsvervangende leden en] de opvolgers, die effectieve leden worden door het voleindigen van het mandaat van de leden wiens plaats zij innemen.(83) 68. Het komt toe aan de voorzitter van het politiecollege om de raadsleden tijdens de installatievergadering van de politieraad te wijzen op de regels m.b.t. de onverenigbaarheid en hen te verzoeken om iedere onverenigbaarheid aan te geven. Dit punt zal worden opgenomen in het proces-verbaal van de vergadering. Elk politieraadslid heeft zelf de verantwoordelijkheid om een eventuele onverenigbaarheid te melden. Hiertoe kan de politiesecretaris aan elk van hen de lijst sturen met alle politieraadsleden verkozen door de respectieve gemeenteraden binnen de politiezone. Als er al een vermoeden van onverenigbaarheid kan worden afgeleid uit deze lijst, dan zal de secretaris van de politiezone op eigen initiatief een controle uitvoeren (bv. via een enquête bij de gemeentebesturen). 4.3. De vertegenwoordiging van de Nederlandse taalgroep in de politieraden van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. 69. De politieraden van de politiezones van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad moeten ten minste het volgende aantal leden van de Nederlandse taalgroep omvatten:(84) - 2 leden voor de politiezone Ukkel/Watermaal-Bosvoorde/Oudergem, - 4 leden voor de politiezone Anderlecht/Vorst/Sint-Gillis, - 3 leden voor de politiezone Sint-Agatha-Berchem/Ganshoren/Jette/Koekelberg/Sint-Jans-Molenbeek, - 4 leden voor de politiezone Brussel/Elsene, - 4 leden voor de politiezone Evere/Schaarbeek/Sint-Joost-ten-Node, - 2 leden voor de politiezone Etterbeek/Sint-Lambrechts-Woluwe/Sint-Pieters-Woluwe.70. Wanneer in één van de voornoemde politieraden na afloop van de installatie van de politieraadsleden blijkt dat dit aantal niet bereikt wordt, coöpteert de politieraad de noodzakelijke bijkomende leden onder de gemeenteraadsleden of de opvolgers die tot de Nederlandse taalgroep van de gemeenteraden van de betrokken zone behoren.Die leden worden gecoöpteerd bij volstrekte meerderheid van de leden van de politieraad, door middel van evenveel geheime als afzonderlijke stemmingen als er leden te coöpteren zijn.(85) 71. De Nederlandse taalaanhorigheid wordt vastgesteld door een schriftelijke verklaring, ondertekend door:(86) - hetzij ten minste 100 gemeenteraadskiezers die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt (de taalaanhorigheid van de gemeenteraadskiezers wordt bepaald door de taal waarin hun identiteitskaart is opgemaakt, of, wanneer zij in de twee talen opgemaakt is, door de taal van de specifieke vermeldingen die erop aangebracht zijn); - hetzij ten minste twee leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt; - hetzij ten minste twee aftredende gemeenteraadsleden, die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt, voor zover de taalaanhorigheid van deze leden werd vastgesteld, overeenkomstig de bepalingen van artikel 23bis Gemeentekieswet. 72. Niemand mag, op straffe van nietigheid van de verklaringen, tegelijk twee verklaringen van taalaanhorigheid afleggen, de ene van Franse taalaanhorigheid en de andere van Nederlandse taalaanhorigheid. Indien éénzelfde persoon achtereenvolgens verklaringen van verschillende taalaanhorigheid aflegt, stelt alleen de eerste verklaring zijn taalaanhorigheid geldig vast.(87) 73. Met het oog op de coöptatie kan de verklaring van taalaanhorigheid worden afgelegd tot indiening van de akte van de voordracht van de kandidaten voor de verkiezing van de gemeenteraad of tot indiening van de voordrachtlijsten voor de verkiezing van de politieraad.(88) Daartoe lijkt het dus aangewezen dat elke burgemeester van de betrokken zone, de gemeenteraadsleden van zijn gemeente en hun eventuele opvolgers de gelegenheid biedt om hun kandidatuur te stellen en hen wijst op de mogelijkheid tot het desgevallend alsnog afleggen van een verklaring van Nederlandse taalaanhorigheid. 4.4. De eedaflegging 74. Alvorens in functie te treden, worden de verkozen leden van de politieraad tot de eedaflegging opgeroepen door de voorzitter van het politiecollege.Zij leggen in zijn handen de volgende eed af: "Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk.".(89) De voorzitter wijst het verkozen gemeenteraadslid op het feit dat de eed op een duidelijke en verstaanbare wijze moet worden geformuleerd. Bij ontstentenis geeft de voorzitter het verkozen lid op dezelfde vergadering nogmaals de kans om de eed af te leggen. Bij een tweede falen zal de voorzitter het lid niet beëdigen en zijn eventuele opvolger oproepen om de eed af te leggen (cf. art. 19 WGP). De akte van eedaflegging wordt door de burgemeester-voorzitter en de verkozenen ondertekend, waarna deze akten bij het proces-verbaal van de kiesverrichtingen worden toegevoegd. 75. In geval van volledige hernieuwing van de politieraad heeft de eedaflegging plaats tijdens de installatievergadering.Indien een verkozen politieraadslid niet aanwezig kan zijn, dan zal hij of zij de eed moeten afleggen op de eerstvolgende vergadering. De stem van het verkozen raadslid zal op de installatievergadering dan verloren gaan, daar hij of zij immers pas in functie treedt op het moment van de eedaflegging. Elke andere eedaflegging heeft plaats op de eerste vergadering van de politieraad die volgt op de neerlegging door een effectief lid van zijn mandaat of op de verkiezing van zijn opvolger.(90) 76. Indien de voorzitter van het politiecollege het nalaat de leden van de politieraad tot de eedaflegging op te roepen, dan worden de leden opgeroepen door de gouverneur en leggen ze de eed af in zijn handen of in handen van een door hem aangewezen commissaris.De gouverneur neemt deze maatregelen binnen 30 dagen nadat hij van het verzuim kennis heeft gekregen. De kosten van deze procedure komen ten laste van de voorzitter van het politiecollege die verzuimd heeft de leden van de politieraad op te roepen voor de eedaflegging. De invordering van die kosten geschiedt door de bijzondere rekenplichtige ten laste van de voorzitter van het politiecollege, nadat de gouverneur het bevelschrift uitvoerbaar heeft verklaard.(91) 4.5. De duur van het mandaat 77. Het mandaat van effectief lid van de politieraad vangt aan overeenkomstig artikel 20, eerste lid WGP, normaliter voor een duur van 6 jaar, wat overeenkomt met de legislatuur van de gemeenteraad, en zal worden beëindigd -behoudens een andere reden zoals ontslag(92), huwelijk, overlijden, etc.- met de installatie van de nieuwe politieraad. Het verlies van de hoedanigheid van gemeenteraadslid van rechtswege houdt het verlies in van het mandaat van effectief lid binnen de politieraad en de toetreding in de hoedanigheid van effectief lid van de politieraad van de opvolger.(93) In het geval een effectief verkozen politieraadslid vóór de installatievergadering besluit zijn mandaat niet te willen opnemen, kan de (eventuele) opvolger pas de eed afleggen op deze installatievergadering, nadat schriftelijk aan de voorzitter kennis werd gegeven van het ontslag van het verkozen lid.(94) 4.6. De presentiegelden 78. Sinds de recente wetswijziging voorziet de WGP expliciet dat de politieraadsleden geen wedde ontvangen.Zij trekken presentiegeld als zij deelnemen aan de vergaderingen van de politieraad. Het bedrag van het presentiegeld wordt vastgesteld door de politieraad, binnen de hiervoor door de regelgeving vastgelegde beperkingen, te weten minimaal 37,18 euro en maximaal 121,95 euro. Het bedrag van het presentiegeld wordt onderworpen aan de geldende regeling van de koppeling aan het indexcijfer.(95) Het staat de politieraad vrij om de berekening van de presentiegelden voor de duur van de legislatuur toe te vertrouwen aan het (Sociaal) Secretariaat van de geïntegreerde politie. Dit geschiedt d.m.v. een overeenkomst met het SSGPI, waarbij de meergemeentezone zich ertoe verbinden de minimaal vereiste gegevens voor de verwerking van de gegevens en het uitvoeren van de fiscale verplichtingen ter beschikking te stellen. 4.7. Het stemgewicht 79. Elk lid van de politieraad, de leden van het politiecollege inbegrepen, heeft één stem.(96) In afwijking hiervan beschikt bij de stemmingen over de vaststelling van de begroting, de begrotingswijzigingen en de jaarrekeningen elke groep vertegenwoordigers van één gemeente uit de politiezone over evenveel stemmen als waarover de burgemeester van deze gemeente beschikt in het politiecollege, waarbij die stemmen onder de leden van die groep gelijk worden verdeeld.(97) 80. De modaliteiten betreffende de vaststelling van het aantal stemmen waarover elke burgemeester beschikt in de politieraad worden reglementair bepaald in het koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de berekeningswijze van het aantal stemmen waarover een burgemeester beschikt in het politiecollege.Het begrip « minimum politiedotatie » waar naar wordt verwezen in dit koninklijk besluit moet gelezen worden als de bijdrage die elke gemeente stort aan de meergemeentepolitiezone met het oog op de verwezenlijking door de lokale politie van de basispolitiezorg samen met de minimale dienstverlening die wordt gewaarborgd aan de overheden en de burgers.

De eventuele verhoging van die bijdrage met het op de uitvoering van de opdrachten en doelstellingen die eigen zijn aan de gemeente(98), is uitgesloten van de berekening tot bepaling van het aantal stemmen waarover een burgemeester beschikt. 81. Het aantal toegekende stemmen is gebaseerd op de bijdrage van elk van de gemeenten aan de begroting van de lokale politie, zoals bepaald in de laatste zonale rekening die werd goedgekeurd door de toezichthoudende overheid of, bij ontstentenis, door de laatste gemeentelijke rekeningen die door de toezichthoudende overheid werden goedgekeurd.In dit laatste geval moet erop worden toegezien dat de gemeentelijke rekeningen betrekking hebben op hetzelfde referentiejaar. Voor het overige wordt verwezen naar de inhoud van het koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de berekeningswijze van het aantal stemmen waarover een burgemeester beschikt in het politiecollege. 82. Het is aangewezen dat de politieraad bij zijn installatie een formele vaststelling doet van het aantal stemmen waarover elke groep vertegenwoordigers van één gemeente beschikt, wanneer het gaat om het aannemen van de beslissingen bepaald in artikel 26 WGP.Aangezien de stemmenverdeling de weerspiegeling dient te zijn van de effectieve financiële bijdrage van elke gemeente in de begroting van de politiezone, zal deze herzien worden om rekening te houden met een eventuele wijziging in de financiële bijdrage van de verschillende gemeenten van de meergemeentezone.(99) 5. CONTACTPERSONEN 83.Voor meer inlichtingen kan u terecht bij de volgende contactpersonen: Stany CARRE of Anne-Laure DE CREM (FR) Jan KERREMANS (NL) Attachés Attaché 02/557.34.26 - 02/557.34.29 02/557.34.25 stany.carre@ibz.fgov.be - anne-laure.decrem@ibz.fgov.be jan.kerremans@ibz.fgov.be De Vice-Eersteminister, Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON _______ Nota's (1) Brussels Gemeentelijk Kieswetboek van 4 augustus 1932, art.74 § 1. (2) Voor een betere leesbaarheid baseert de omzendbrief zich op het gebruik van het mannelijk geslacht.Het spreekt voor zich dat alle bepalingen conform van toepassing zijn, wanneer het politieraadslid van het vrouwelijke geslacht is. (3) WGP, art.9, tweede lid. (4) Ibid., art. 11, eerste lid. (5) RvS 31 januari 2018, nr.240.629. (6) De Vlaamse Regering heeft op 21 december 2017 het Decreet Lokaal Bestuur (DLB) bekrachtigd, ter vervanging van het Gemeentedecreet vanaf 1 januari 2019 (B.S. 15/02/2018). (7) Bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, art.48. (8) Wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, art.14. (9) Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, art.6, § 1,VIII. (10) In het licht van de samenvoeging van bepaalde gemeenten in het Vlaams Gewest (Puurs en Sint-Amands, Neerpelt en Overpelt, Opglabbeek en Meeuwen-Gruitrode, Kruishoutem en Zingem, Deinze en Nevele, Lovendegem en Waarschoot en Zomergem, Aalter en Knesselare), is het aanbevolen dat de uittredende burgemeester van de gemeente waarvan de algemeen directeur aangewezen is als coördinator, overeenkomstig artikel 346 DLB, deze verantwoordelijkheid opneemt.(11) WGP, art.14, eerste lid. (12) Ibid., art. 12, eerste en zesde lid. (13) In het licht van de samenvoeging van hogervermelde gemeenten, met ingang van 1 januari 2019, is het vereist met deze realiteit rekening te houden voor de berekening van het aantal politieraadsleden per gemeente.(14) RvS 30 mei 2013, nr.223.661; RvS 11 juli 2013, nr. 224.329; RvS 11 juli 2013, nr. 224.330 en RvS 11 juli 2013, nr. 224.331. (15) WGP, art.12, vijfde lid. (16) Ibid., art. 14, tweede lid. (17) Koninklijk besluit, art.4 en WGP, art. 17, derde lid. (18) WGP, art.13. (19) Wetsvoorstel tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, Parl.St. Kamer, 1997-98, nr. 1676/1. (20) WGP, art.12, tweede lid en 13, vierde lid. (21) Ibid., art. 18. (22) DLB, art.6 § 1: De installatievergadering van de gemeenteraad vindt plaats op een van de eerste 5 werkdagen van januari. Bij ontstentenis van oproeping door de uittredende voorzitter van de gemeenteraad vindt de installatievergadering van rechtswege plaats op de eerste werkdag van januari in het gemeentehuis om 20 uur. (23) Ibid., art. 353, § 1, 2° : In afwijking van artikel 6, § 1 vindt de installatievergadering van de gemeenteraad van rechtswege plaats om 20 uur, op de eerste werkdag van januari (samengevoegde gemeenten). (34) NGW, art.2: De gemeenteraadsleden worden gekozen voor zes jaar, te rekenen vanaf 1 december na hun verkiezing. Ze worden geïnstalleerd tijdens de vergadering van de gemeenteraad die plaatsheeft binnen 7 dagen te rekenen vanaf 1 december. (25) WPDD, art.L1122-3: De gemeenteraad wordt op de eerste maandag van december na de verkiezingen geïnstalleerd. Als het gaat om een wettelijke feestdag wordt de raad op de eerste volgende werkdag geïnstalleerd. (26) Wet van 3 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, art.16 en 18. (27) Ibid., art. 16, eerste lid. (28) RvS 30 juni 1995, nr.54.132. (29) DLB, art.6, § 1. (30) Ibid., art. 20 en 353, § 1, 1° (samengevoegde gemeenten). (31) WPDD, art.L1122-13. (32) NGW, art.87. (33) RvS 6 juni 1989, nr.32.711. (34) WGP, art.16, eerste lid. (35) Koninklijk besluit, art.5. (36) Ibid., art. 4. (37) RvS 25 mei 1977, nr.18.279. (38) Koninklijk besluit, art.2. (39) WGP, art.16, eerste lid (Er zijn geen regels die een pariteit man/vrouw verplichten). (40) Koninklijk besluit, art.6. (41) RvS 25 mei 1977, nr.18.279. (42) Koninklijk besluit., art. 7. (43) RvS 16 september 1983, nr.23.481. (44) Koninklijk besluit, art.8. (45) Ibid., art. 9. (46) DLB, art.26 (Vlaams Gewest), NGW, art. 90 (Brussels Hoofdstedelijk Gewest), WPDD, art. L1122-17 (Waals Gewest). (47) Koninklijk besluit, art.10. (48) RvS 10 mei 1973, nr.15.868. (49) WGP, art.16, derde lid. (50) Naar analogie van de rechtspraak die de Raad van State heeft ontwikkeld inzake de verkiezing van de leden van het O.C.M.W., is het niet uitgesloten dat een stemming mag worden overgedaan, indien daarvoor ernstige redenen bestaan en op voorwaarde dat de vrijheid van de kiezer en het geheim van de stemming volledig gewaarborgd blijven. (51) RvS 21 juni 1995, nr.53.933. (52) WGP, art.16, tweede lid. (53) Ibid., art. 17, eerste lid. (54) Ibid., art. 16, derde lid. (55) Het verkiesbaarheidscijfer is indicatief, daar iedere kandidaat reeds kan verkozen zijn van zodra zij of hij ten minste één stem heeft behaald.Het is een louter hulpmiddel voor de politieke fracties bij de voorbereiding van de politieraadsverkiezing. (56) Koninklijk besluit, art.11. (57) WGP, art.17. (In het geval van een vrijwillige samensmelting tussen politiezones is het aanbevolen dat voor de eerste 2 criteria, naar analogie, toepassing wordt gemaakt van het artikel 15 van de O.C.M.W.-wet van 8 juli 1976 dat spreekt over de uitoefening van een mandaat in "een" O.C.M.W. Zie wetsvoorstel WGP, Parl. St. Kamer 1997-98, nr. 1676/1, 18). (58) Ibid., art. 20, eerste lid. (59) RvS 10 juli 1995, nr.54.580. (60) Koninklijk besluit, art.12 (Er zijn geen regels die een pariteit man/vrouw verplichten). (61) Ibid., art. 13. (62) Koninklijk besluit, art.14 en WGP, art. 18bis, eerste lid. (63) RvS 3 juni 1983, nr.23.331. (64) Het wordt aanbevolen om het verkiezingsdossier zo spoedig mogelijk over te maken, daar de politieraad ten vroegste de 31ste dag na de ontvangst van de verkiezingsuitslag (van alle gemeenten die deel uitmaken van dezelfde meergemeentepolitiezone) kan geïnstalleerd worden door de bestendige deputatie of het rechtscollege.(65) Koninklijk besluit, art.15 en WGP, art. 18bis, tweede lid. (66) WGP, art.18ter, eerste lid. (67) Ibid., art. 18bis, tweede en derde lid. (68) Ibid., art. 18ter, tweede lid. (69) RvS 30 mei 2013, nr.223.661. (70) Hoewel de wet verzuimd heeft uitdrukkelijk melding te maken van het rechtscollege in het tweede lid van artikel 18quater WGP, lijkt het evident dat een beroep gericht tegen de beslissing van het rechtscollege niet bij voorsprong meer opschortend is, dan wanneer het gericht is tegen een beslissing van de bestendige deputatie, afgezien van de hypothese van de vernietiging van de verkiezing.(71) WGP, art.18quater. (72) Ibid., art. 18ter, derde lid. (73) Ibid., art. 20, eerste lid (In de praktijk houdt dit de ontvangst in van de verkiezingsuitslag van de "laatste" gemeenteraad van de politiezone waar de verkiezing plaatsvond). (74) Ibid., art. 20bis, § 1, tweede lid. (75) Ibid., art. 20, eerste en tweede lid. (76) Ibid., art. 23 en 25. (77) Ibid., art. 25/1, § 1 en § 2. (78) De leden van het operationeel kader van de politiediensten mogen zich niet verkiesbaar stellen, tenzij tijdens een periode van non-activiteit voor persoonlijke aangelegenheden of bij ontslag (Vr. en Antw. Kamer 2017-18, 5 maart 2018, nr. 54/147, 244-246 (Vr. nr. 2719 K. DEGROOTE)); de leden van het administratief en logistiek kader van de politiediensten mogen zich verkiesbaar stellen, maar indien zij personeelslid zijn van of een toelage of wedde ontvangen van de meergemeentezone, kunnen zij geen deel uitmaken van de politieraad of het politiecollege, noch van de gemeenteraad van één van de gemeenten van de meergemeentezone (WGP, art. 136 § 2 en Vr. en Antw. Kamer 2005-06, 17 mei 2006, nr. 51/COM 969, 8-10 (Vr. nr. 11710 D. CLAES) en Vr. en Antw. Senaat, 2005-06, 9 februari 2006, nr. 3-150, 23-25 (Vr. nr. 3-996 Y. BUYSSE)). (79) Ibid., art. 15, eerste lid. (80) B.W., art. 737. (81) Ibid., art. 738. (82) WGP, art.15, tweede lid. (83) Ibid., art. 20, vierde lid. (84) Ibid., art. 22bis, § 1. (85) Ibid., art. 22bis, § 2. (86) Gemeentekieswet van 4 augustus 1932, art.23bis, § 2, eerste lid. (87) Ibid., art. 23bis, § 2, tweede lid. (88) WGP, art.22bis, § 3. (89) Ibid., art. 20bis, § 1, eerste lid. (90) Ibid., art. 20bis, § 1, tweede lid. (91) Ibid., art. 20bis, § 2. (92) Ibid., art. 20, derde lid en 21bis-quater. (93) Ibid., art. 21. (94) Ibid., art. 21bis, eerste lid. (95) Ibid., art. 20ter, § 2. Na toepassing van de verhogingscoëfficiënt d.d. 01/10/2018 stijgt het minimaal tot 63,46 euro en het maximaal tot 208,16 euro. (96) Ibid., art. 25, tweede lid en 26, eerste lid. (In het geval dat de benoeming van een burgemeester zich in een schorsings- of vernietigingsprocedure bevindt, kan deze zich nog kandidaat stellen als effectief lid voor de politieraad. Zijn verkiezing zal weliswaar niet tot gevolg hebben dat hij over 2 stemmen beschikt, wanneer de benoeming tot burgemeester een feit wordt en hij bijgevolg van rechtswege participeert in de politieraad). (97) Ibid., art. 24 en 26, tweede lid. (98) Ibid., art. 36, 4° en 40, derde lid. (99) De actualisatie van het koninklijk besluit van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentepolitiezone is voorzien begin 2019. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^