Etaamb.openjustice.be
Programmadecreet van 17 december 2009
gepubliceerd op 12 februari 2010

Programmadecreet houdende verschillende maatregelen betreffende de onderwijsinrichtingen, de internaten, de psycho-medisch-sociale centra, de vermindering van het aantal opdrachthouders ten laste van de begroting van de Franse Gemeenschap, de schoolgebouwen, de opleiding tijdens de loopbaan, het wachtgeld in geval van een gedeeltelijk opdrachtverlies, de herfinanciering van de universiteiten en de Hogescholen, het statuut van de personeelsleden van de universiteiten, de dotaties en subsidies aan sommige instellingen die een beheersovereenkomst hebben aangegaan, de audiovisuele mediadiensten, de toekenning van subsidies aan de plaatselijke overheden voor culturele infrastructuurprojecten, de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de socioculturele sectoren en de erkenning en de subsidiëring van de musea en andere museale instellingen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2010029050
pub.
12/02/2010
prom.
17/12/2009
ELI
eli/decreet/2009/12/17/2010029050/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2009. - Programmadecreet houdende verschillende maatregelen betreffende de onderwijsinrichtingen, de internaten, de psycho-medisch-sociale centra, de vermindering van het aantal opdrachthouders ten laste van de begroting van de Franse Gemeenschap, de schoolgebouwen, de opleiding tijdens de loopbaan, het wachtgeld in geval van een gedeeltelijk opdrachtverlies, de herfinanciering van de universiteiten en de Hogescholen, het statuut van de personeelsleden van de universiteiten, de dotaties en subsidies aan sommige instellingen die een beheersovereenkomst hebben aangegaan, de audiovisuele mediadiensten, de toekenning van subsidies aan de plaatselijke overheden voor culturele infrastructuurprojecten, de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de socioculturele sectoren en de erkenning en de subsidiëring van de musea en andere museale instellingen (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Bepalingen betreffende de onderwijsinrichtingen, de internaten, de psycho-medisch-sociale centra en de schoolgebouwen HOOFDSTUK I. - Bepaling houdende wijziging van het decreet van 26 maart 2009 tot toekenning van bijkomende middelen aan schoolinrichtingen voor de preventieadviseur

Artikel 1.In artikel 9 van het decreet van 26 maart 2009 tot toekenning van bijkomende middelen aan schoolinrichtingen voor de preventieadviseur, worden de woorden « op 1 september 2009 » vervangen door de woorden « op 1 september 2013 ». HOOFDSTUK II. - Bepaling houdende wijziging van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan

Art. 2.In artikel 20, § 4, van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, vervangen bij artikel 14 van het decreet van 12 december 2008, gewijzigd bij artikel 6 van het decreet van 26 maart 2009 en bij artikel 6 van het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, worden de woorden « Het gebruik van lestijden-leerkracht bedoeld in artikel 21, § 1, alsook van deze bedoeld in het eerste lid, 1°, voor de activiteiten van de klassenraden en -directies betreffende de tweede en de derde graden, valt in geen enkel geval ten laste van de 3 % van de bovenvermelde lestijden » vervangen door de woorden « Het gebruik van de lestijden-leerkracht bedoeld in artikel 21, § 1, alsook van deze bedoeld in het eerste lid, 1°, voor de activiteiten van de klassenraden en -directies betreffende de tweede en de derde graden en van deze gebruikt om de opdrachten bepaald bij het Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk te verwezenlijken, valt in geen enkel geval ten laste van de 3 % van de bovenvermelde lestijden.». 2° Er wordt een nieuw lid ingevoegd tussen het tweede lid en het derde lid, luidend als volgt : « Het maximumbedrag van lestijden die niet ten laste zijn van de 3 % van de bovenvermelde lestijden voor de opdrachten bepaald bij het Besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk, wordt berekend volgens de nadere regels van artikel 16 bis, § 1, eerste lid, van dit decreet.». HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de Internaten

Art. 3.In afwijking van artikel 32, § 2, vierde lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, wordt het bedrag van de werkingstoelagen, wat betreft de internaten, voor het schooljaar 2009-2010, bepaald op het bedrag toegekend voor het schooljaar 2008-2009, geïndexeerd volgens de verhouding van het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen tussen 1 januari 2010 en 1 januari 2009.

Art. 4.In artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 10 september 1986 houdende rationalisatie en programmatie van de internaten van het door de Staat georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs, gewijzigd bij artikel 6 van het programmadecreet van 12 december 2008, wordt het jaar « 2010 » vervangen door het jaar « 2011 ». HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende de psycho-medisch-sociale centra

Art. 5.Artikel 52 van het Koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra, wordt met het volgende lid aangevuld : « In afwijking van het eerste lid, c) en d), wordt het bedrag van de werkingstoelagen, voor het schooljaar 2009-2010, bepaald op het bedrag toegekend voor het schooljaar 2008-2009, zoals bepaald bij het vorige lid, geïndexeerd volgens de verhouding van het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen tussen 1 januari 2010 en 1 januari 2009.

Art. 6.De dotaties voor de werking van de psycho-medisch-sociale centra ingericht door de Franse Gemeenschap worden verhoogd voor het schooljaar 2009-2010 op dezelfde basis als de verhoging van de subsidies bedoeld bij artikel 52 van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra. HOOFDSTUK V. - Bepalingen betreffende het technisch en beroepsonderwijs

Art. 7.In artikel 4, § 1, 5°, van het Decreet van 26 april 2007 waarbij gezorgd wordt voor de pedagogische uitrusting van het kwalificatieonderwijs, wordt het cijfer « 6.197.388 » vervangen door het cijfer « 11.602.000 ». HOOFDSTUK VI. - Dotaties en subsidies voor de werking van de inrichtingen

Art. 8.Artikel 18 van het decreet van 12 juli 2001 waarbij de materiële omstandigheden van de inrichtingen van het basis- en secundair onderwijs worden verbeterd, wordt een § 1 waarin de woorden « gedurende de jaren 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009, 2010 » vervangen worden door de woorden « gedurende de jaren 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 ».

Er wordt een § 2 ingevoegd, luidend als volgt : « De werkingsdotaties van de diensten met afzonderlijk beheer van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, zoals bedoeld bij § 1 worden verhoogd met de bedragen nodig voor het dekken van de baremaverhogingen, besloten door de Regering, betreffende leden van het werklieden- en meesterspersoneel, met inbegrip van de amanuenses van wie de bezoldigingen ten laste vallen van de dotaties.

Met toepassing van het vorige lid, worden de werkingsdotaties van het gewoon secundair onderwijs en het gespecialiseerd onderwijs respectief verhoogd met 3.731.532 euro en 600.753 euro vanaf het jaar 2010. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari. ».

Art. 9.Artikel 13 van het programmadecreet van 12 december 2008 houdende verscheidene maatregelen betreffende de radio-omroep, de oprichting van een begrotingsfonds voor de financiering van programma's voor het opsporen van kankers, de onderwijsinrichtingen, de internaten, de psycho-medisch-sociale centra en de schoolgebouwen, wordt opgeheven.

Art. 10.Artikel 3, § 3, zevende lid, 8°, van de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, gewijzigd bij artikel 1 van het decreet van 12 juli 2001, wordt vervangen en aangevuld met de volgende bepalingen : « 8° in 2010 met : - 0,4557 % voor de scholen buiten de basisscholen, met uitzondering van de vestigingen die maatregelen nemen voor positieve discriminatie die 0,9557 % verhoging krijgen; - 7,8157 % voor de basisscholen, met uitzondering van de vestigingen die maatregelen nemen voor positieve discriminatie die 8,9457 % verhoging krijgen. 9° in 2011 met 0 % voor alle betrokken scholen en vestigingen bedoeld bij dit artikel.10° in 2012 met : - 2,0130 % voor de scholen buiten de basisscholen, met uitzondering van de vestigingen die maatregelen nemen voor positieve discriminatie die 2,0030 % verhoging krijgen; - 1,8756 % voor de basisscholen, met uitzondering van de vestigingen die maatregelen nemen voor positieve discriminatie die 1,8561 % verhoging krijgen. 11° in 2013 met : - 1,9733 % voor de scholen buiten de basisscholen, met uitzondering van de vestigingen die maatregelen nemen voor positieve discriminatie die 1,9637 % verhoging krijgen; - 1,8410 % voor de basisscholen, met uitzondering van de vestigingen die maatregelen nemen voor positieve discriminatie die 1,8223 % verhoging krijgen. ».

Art. 11.In artikel 32, § 2, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij artikel 2 van het decreet van 12 juli 2001, worden de woorden « - voor het jaar 2010 : 117.379.363,44 EUR; » vervangen door de woorden « - voor het jaar 2010 : 101.812.418,34 EUR; - voor het jaar 2011 : 101.812.418,34 EUR; - voor het jaar 2012 : 109.854.214,59 EUR; - voor het jaar 2013 : 117.379.363,44 EUR. ».

Art. 12.In artikel 34, derde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij artikel 3 van het decreet van 12 juli 2001, worden de woorden « - 20.148.785,69 EUR in 2010 » vervangen door de woorden : « - 16.619.182,00 EUR in 2010; - 17.371.367,95 EUR in 2011; - 18.806.166,33 EUR in 2012; - 20.148.785,69 EUR in 2013. ».

Art. 13.In artikel 2 van het decreet van 12 juli 2001 waarbij rekening wordt gehouden met de organisatie van levensbeschouwelijke cursussen in het gesubsidieerd niet-confessioneel vrij en officieel onderwijs, worden de woorden « - 7.350.043,01 EUR in 2010 » vervangen door de worden : « - 6.336.858,58 EUR in 2010; - 6.336.858,58 EUR in 2011; - 6.860.263,95 EUR in 2012; - 7.350.043,01 EUR in 2013. ». HOOFDSTUK VII. - Bepalingen betreffende de inschrijvingen van leerlingen in de eerste graad van het secundair onderwijs.

Art. 14.In artikel 1, tweede lid, van het decreet van 3 april 2009 tot regeling van de inschrijvingen van de leerlingen in de eerste graad van het secundair onderwijs, worden de woorden "15 februari" door de woorden "8 maart" vervangen.

TITEL II. - Maatregel betreffende de vermindering van het aantal opdrachthouders ten laste van de begroting van de Franse Gemeenschap

Art. 15.Artikel 5, § 2, derde lid van het decreet van 24 juni 1996 houdende regeling van de opdrachten, verloven wegens opdracht en terbeschikkingstelling wegens opdracht in het door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd onderwijs, gewijzigd bij artikel 197 van het decreet van 8 maart 2007, wordt vervangen als volgt : « Het totaal aantal mag niet hoger zijn dan : 359 voor het schooljaar 2009-2010; 346 voor het schooljaar 2010-2011; 334 voor het schooljaar 2011-2012; 321 voor het schooljaar 2012-2013; 309 voor het schooljaar 2013-2014.

Deze vermindering kan geen betrekking hebben op de personeelsleden die bij de Dienst en de Cellen bedoeld in § 1, tweede lid, 4°,van dit artikel werken. ».

TITEL III. - Bepalingen betreffende de Schoolgebouwen

Art. 16.In de artikelen 6bis, § 2 en § 3, 8bis, § 2 en § 3, en 9, § 2 van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 12 juli 2001 waarbij de materiële omstandigheden van de inrichtingen van het basis- en secundair onderwijs worden verbeterd en bij het decreet van 14 november 2008 betreffende het programma voor uitzonderlijke financiering van renovatie, bouw-, verbouwings- of uitbreidingsprojecten voor schoolgebouwen via partnerschappen tussen de openbare en privésectoren (PPP), worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « 2010 », « 2011 », « 2012 », « 2013 », « 2014 », « 2015 » worden respectievelijk vervangen door de woorden « 2011 », « 2012 », « 2013 », « 2014 », « 2015 », « 2016 »;2° het woord « 2036 » wordt vervangen door het woord "2037";3° het woord « 2038 » wordt vervangen door het woord "2039";4° het woord « 2040 » wordt vervangen door het woord "2041".

Art. 17.In artikel 7, § 1, van het decreet van 16 november 2007 betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij artikel 11 van het programmadecreet van 12 december 2008 houdende verscheidene maatregelen betreffende de radio-omroep, de oprichting van een begrotingsfonds voor de financiering van programma's voor het opsporen van kankers, de onderwijsinrichtingen, de internaten, de psycho-medisch-sociale centra en de schoolgebouwen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : - de woorden « euro 28.383.809 in 2009 » worden vervangen door de woorden « euro 29.883.809 in 2009 »; - de woorden « euro 18.889.487 in 2010 » worden vervangen door de woorden « euro 33.725.000 in 2010 ».

Art. 18.In artikel 7 van het decreet van 24 juni 1996 betreffende het noodprogramma voor de schoolgebouwen van het door de Franse Gemeenschap ingericht of gesubsidieerd basisonderwijs en secundair onderwijs, zoals laatst gewijzigd bij het programmadecreet van 12 december 2008, worden de woorden « 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009" vervangen door de woorden « 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010. » TITEL IV. - Maatregelen betreffende de opleiding tijdens de loopbaan

Art. 19.In fine van het eerste en het tweede lid van artikel 22 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan voor het personeel van de inrichtingen voor gewoon basisonderwijs, worden de woorden "De betrekkingen die in aanmerking worden genomen voor de verdeling van kredieten zijn deze van het schooljaar dat eindigt in de maand juni van het kalenderjaar dat voorafgaat" toegevoegd.

Art. 20.In het eerste en tweede lid van artikel 22 van het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden : « organiseerbaar op 1 september van het lopend schooljaar » worden vervangen door de woorden « organiseerbaar op 1 september van het schooljaar dat voorafgaat »;b) de woorden « voor het lopend dienstjaar » worden vervangen door de woorden « voor het dienstjaar dat voorafgaat ».

Art. 21.In het eerste lid van artikel 15 van het decreet van 30 juni 1998 met betrekking tot de bijscholing van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en het opvoedend hulppersoneel in het onderwijs voor sociale promotie, worden de woorden "minstens 0,12 % van de normale uitgaven » vervangen door de woorden « 0,102 % van de gewone uitgaven. » TITEL V. - Maatregelen betreffende het wachtgeld ingeval van een gedeeltelijk opdrachtverlies.

Art. 22.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 164 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, wordt gewijzigd als volgt : 1° De tekst van artikel 2, zoals hierna gewijzigd, vormt § 1 : a) Het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Het wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld personeelslid of met een gedeeltelijk opdrachtverlies, geniet een wachtgeld dat de eerste twee jaren gelijk is aan zijn activiteitswedde.Ingeval van een personeelslid met een gedeeltelijk opdrachtverlies, heeft het wachtgeld slechts betrekking op het gedeelte van de verloren opdracht »; b) In het tweede lid worden de woorden "voor het personeelslid dat ter beschikking wordt gesteld" ingevoegd tussen de woorden "Vanaf het derde jaar" en de woorden "wordt dat wachtgeld elk jaar verminderd »;c) een nieuw derde lid wordt ingevoegd, luidend als volgt : « Vanaf het derde jaar, voor het personeelslid met een gedeeltelijk opdrachtverlies, wordt het wachtgeld dat betrekking heeft op het gedeelte van de verloren opdracht, elk jaar met 20 % verminderd;het mag evenwel niet lager zijn dan zoveel maal een dertigste van de activiteitswedde die overeenstemt met de verloren opdracht als het personeelslid op de datum van het gedeeltelijke opdrachtverlies dienstjaren telt. De opeenvolgende verminderingen worden berekend op basis van de laatste activiteitswedde die overeenstemt met het gedeelte van de verloren opdracht. » Er wordt een § 2 toegevoegd, luidend als volgt : « § 2. Het personeelslid met een gedeeltelijk opdrachtverlies voor minder dan één vierde van de prestaties waarvoor het in vast verband benoemd of aangeworven is, of dat gereaffecteerd of opnieuw tewerkgesteld wordt in een aantal lestijden waarbij het ten minste drie vierde van de lestijden presteert waarvoor het in vast verband benoemd of aangeworven is, is niet onderworpen aan de verminderingen van het wachtgeld bedoeld in het tweede lid voor zover de niet-gepresteerde lestijden, waarvoor het een wachtgeld geniet, worden vervangen door de remediëringsactiviteiten, zoals bepaald door de Regering. » TITEL VI. - Bepalingen betreffende de herfinanciering van de Hogescholen en Universiteiten

Art. 23.In artikel 10, eerste lid, van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, gewijzigd bij de decreten van 24 juli 1997, 17 juli 1998, 19 mei 2004, vervangen bij het decreet van 20 juli 2006, gewijzigd bij de decreten van 15 december 2006, 13 december 2007, 11 januari 2008, 9 mei 2008, 18 juli 2008 en 19 februari 2009, worden de woorden « 280.154.558 » vervangen door de woorden « 280.353.000 ».

Art. 24.In artikel 29 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling, wordt § 7, ingevoegd bij het decreet van 28 november 2008, vervangen als volgt : « § 7. Het bedrag van het variabele gedeelte van de werkingstoelage bepaald in § 2 en geïndexeerd overeenkomstig § 4, wordt jaarlijks vermeerderd met het aanvullende bedrag van 2.000.000 EUR gecumuleerd vanaf het begrotingsjaar 2010 en dit tot en met het begrotingsjaar 2023, en met het aanvullende bedrag van 1.000.000 EUR gecumuleerd voor de begrotingsjaren 2024 en 2025.

Elk bedrag dat aldus jaarlijks toegevoegd wordt, wordt aangepast aan de schommelingen van het gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen, door het te vermenigvuldigen met het aanpassingspercentage dat berekend wordt volgens de volgende formule : gezondheidsindexcijfer van december van het betrokken begrotingsjaar gezondheidsindexcijfer van december van het begrotingsjaar waarin het bedrag voor de eerste keer wordt vermeld Vanaf het begrotingsjaar 2026 is het bedrag van het variabele gedeelte van de werkingstoelage bedoeld in § 2 gelijk aan het geïndexeerde totale bedrag van het begrotingsjaar 2025. ».

Art. 25.In artikel 29 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling, vervangen bij het decreet van 31 maart 2004 en gewijzigd bij de decreten van 21 december 2004, 16 december 2005, 20 juli 2006, 15 december 2006, 11 januari 2008 en 19 februari 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt het bedrag van « 106.559.827 » vervangen door het bedrag van « 106.630.867 »; 2° in § 2 wordt het bedrag van « 321.534.834 » vervangen door het bedrag van « 321.749.191 »; 3° in § 3 wordt het bedrag van « 5.286.861 » vervangen door het bedrag van « 5.291.267 »; 4° in § 3 bis wordt het bedrag van « 210.553 » vervangen door het bedrag van « 213.345 ».

Art. 26.In artikel 39, § 2, tweede lid van de voornoemde wet van 27 juli 1971, worden de woorden « voor een andere finaliteit van eenzelfde master met een finaliteit » ingevoegd tussen de woorden « aggregatie van het hoger secundair onderwijs » en de woorden « of voor een bijkomende proef ».

TITEL VII. - Bepaling betreffende het statuut van de personeelsleden van de universiteiten

Art. 27.In artikel 37, eerste lid, laatste streepje van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat, ingevoegd door het decreet van 19 februari 2009, worden de woorden « meer dan euro 34.314,48 euro » vervangen door de woorden « meer dan euro 34.317,48 euro ».

TITEL VIII. - Dotaties en subsidies aan sommige instellingen die een beheersovereenkomst hebben aangegaan

Art. 28.Voor de jaren 2009 tot 2014 en in afwijking van artikel 16, § 2, 4 van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, kunnen de dotaties en subsidies die iedere persoon die een beheersovereenkomst met de Franse Gemeenschap heeft ondertekend, geniet, worden vastgesteld in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, niettegenstaande elke andersluidende bepaling bedoeld in het decreet of het besluit houdende oprichting van de rechtspersoon die een dotatie of een subsidie geniet.

Voor het begrotingsjaar gedurende hetwelk het eerste lid van dit artikel wordt toegepast, worden de bedingen van de beheersovereenkomsten tot vaststelling van de bedragen en bepaling van de regels voor de aanpassing van de dotaties en subsidies die worden toegekend aan de rechtspersonen bedoeld bij die toepassing, geschorst.

De toepassing van het eerste lid van dit artikel schorst artikel 16, § 4, tweede lid, 2e zin van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, voor het jaar gedurende hetwelk dat lid wordt toegepast.

Vanaf het jaar 2010 en tot 2014, wanneer het bedrag van de dotaties en subsidies, zoals bepaald met toepassing van het eerste lid, lager is dan het bedrag vastgesteld in de beheersovereenkomst, kan over een aanhangsel bij de beheersovereenkomst tussen de Regering en de instelling, op verzoek van deze laatste, worden onderhandeld om de omvang van de opdrachten van openbare dienst aan te passen aan de openbare financiering die haar wordt toegekend.

Art. 29.Voor de jaren 2009 tot 2014 en in afwijking van artikel 8, § 3, a), van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF) », kunnen de dotaties en subsidies ten laste van de Gemeenschap die de RTBF geniet, worden vastgesteld in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap.

De bedingen van de beheersovereenkomst, gesloten tussen de Franse Gemeenschap en de RTBF, tot vaststelling van de bedragen en bepaling van de regels voor de aanpassing van de dotaties en subsidies toegekend aan de RTBF, worden geschorst, voor het begrotingsjaar gedurende hetwelk het eerste lid van dit artikel wordt toegepast.

De toepassing van het eerste lid van dit artikel schorst artikel 8, § 4, tweede lid, 2e zin van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française (RTBF) », voor het jaar gedurende hetwelk dat lid wordt toegepast.

Vanaf het jaar 2010 et tot 2014, wanneer het bedrag van de dotaties en subsidies, zoals bepaald met toepassing van het eerste lid, lager is dan het in de beheersovereenkomst vastgestelde bedrag, kan over een aanhangsel bij de beheersovereenkomst tussen de Regering en de RTBF, op verzoek van deze laatste, worden onderhandeld, om de omvang van de opdrachten van openbare dienst aan te passen aan de openbare financiering die haar wordt toegekend.

Art. 30.Voor de jaren 2009 tot 2014, en in afwijking van artikel 26, § 3, 5°, van het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", afgekort "ONE, kunnen de dotaties en subsidies ten laste van de Gemeenschap die de O.N.E. geniet, worden vastgesteld in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap.

De bedingen van de beheersovereenkomst, gesloten tussen de Franse Gemeenschap en de O.N.E., tot vaststelling van de bedragen en bepaling van de regels voor de aanpassing van de dotaties en subsidies toegekend aan de O.N.E. worden geschorst, voor het begrotingsjaar gedurende hetwelk het eerste lid van dit artikel wordt toegepast.

De toepassing van het eerste lid van dit artikel schorst artikel 26, § 4, tweede lid, 2e zin van het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", afgekort "O.N.E.", voor het jaar gedurende hetwelk dat lid wordt toegepast.

Vanaf het jaar 2010 et tot 2014, wanneer het bedrag van de dotaties en subsidies, zoals bepaald met toepassing van het eerste lid, lager is dan het in de beheersovereenkomst vastgestelde bedrag, kan over een aanhangsel bij de beheersovereenkomst tussen de Regering en de O.N.E., op verzoek van deze laatste, worden onderhandeld, om de omvang van de opdrachten van openbare dienst aan te passen aan de openbare financiering die haar wordt toegekend.

TITEL IX. - Bepaling tot wijziging van het decreet betreffende de audiovisuele mediadiensten, gecoördineerd op 26 maart 2009

Art. 31.In artikel 18, § 2, van het decreet betreffende de audiovisuele mediadiensten, gecoördineerd op 26 maart 2009, wordt een derde lid toegevoegd, luidend als volgt : « In afwijking van het vorige lid, tot 31 december 2012, kunnen reclame en zelfpromotie de speelfilms onderbreken die worden uitgezonden in de door de RTBF uitgegeven diensten. ».

TITEL X. - Bepaling tot wijziging van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de toekenning van subsidies aan de plaatselijke overheden voor culturele infrastructuurprojecten

Art. 32.In artikel 7 van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de toekenning van subsidies aan plaatselijke overheden voor culturele infrastructuurprojecten, wordt een § 7 toegevoegd, luidend als volgt : « § 7. In de gevallen bedoeld in de §§ 2 en 3, wanneer een beroep wordt gedaan op het dekken van het bedrag van de subsidie die door een lening wordt aangevraagd, bestaat het subsidieerbare bedrag, na toestemming van de Regering, uit : 1° het bedrag dat overeenkomstig de §§ 2 en 3 wordt vastgesteld, 2° de interestlasten te rekenen vanaf de voorlopige oplevering van de werken.».

TITEL XI. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 24 oktober 2008 tot bepaling van de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de socioculturele sectoren van de Franse Gemeenschap

Art. 33.In artikel 23 van het decreet van 24 oktober 2008 tot bepaling van de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de socioculturele sectoren van de Franse Gemeenschap, wordt een vierde lid toegevoegd, luidend als volgt : « In voorkomend geval, bepaalt de Regering, voor de gegevens bedoeld in het eerste lid, de gegevens uit de geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling zoals bepaald in het decreet van 19 oktober 2007 betreffende de invoering van een geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling in de non-profit sector van de Franse Gemeenschap.

De mededeling en het gebruik van die gegevens geschieden met inachtneming van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid alsook van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. ».

Art. 34.In artikel 24 van hetzelfde decreet, wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « In voorkomend geval, bepaalt de Regering, voor de gegevens bedoeld in het eerste lid, de gegevens uit de geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling zoals bepaald in het decreet van 19 oktober 2007 betreffende de invoering van een geïnformatiseerde databank voor tewerkstelling in de non-profit sector van de Franse Gemeenschap.

De mededeling en het gebruik van die gegevens geschieden met inachtneming van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid alsook van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. ».

TITEL XII. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de musea en andere museale instellingen, zoals gewijzigd

Art. 35.Artikel 30 van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de musea en andere museale instellingen, zoals gewijzigd, wordt vervangen door de volgende bepaling : Behalve wanneer zij een museum of een museale instelling worden die wordt georganiseerd door de Franse Gemeenschap of wanneer de erkenning wordt ingetrokken overeenkomstig artikel 12 van dit decreet, 1° blijven de instellingen die, op 1 januari 2003, subsidies krijgen met toepassing van het koninklijk besluit van 22 april 1958 tot reglementering van de toekenning van toelagen aan de musea welke niet van de Staat afhangen, en die een erkenningsaanvraag vóór 1 juli 2009 hebben ingediend, subsidies genieten onder de voorwaarden gesteld in het koninklijk besluit van 22 april 1958 tot hun erkenning krachtens dit decreet en uiterlijk op 31 december 2009, voor zover de aanvraag om erkenning als museum of museale instelling die ze vóór 1 juli 2008 hebben ingediend, niet werd afgewezen;2° blijven de instellingen die, op 1 januari 2003, een overeenkomst van onbepaalde duur hebben en die een erkenningsaanvraag vóór 1 juli 2009 hebben ingediend, een subsidiebedrag genieten dat minstens gelijk is aan dat van het jaar 2002, tot hun erkenning krachtens dit decreet en uiterlijk op 31 december 2009. TITEL XIII. - Slotbepalingen

Art. 36.Behalve voor de bepalingen waarvan de datum van inwerkingtreding door de artikelen 37 tot 39 wordt vastgesteld, treedt dit decreet op 1 januari 2010 in werking.

Art. 37.Artikel 27 van dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 december 2008.

Art. 38.De artikelen 17, 28 tot 30 en 35 van dit decreet hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2009.

Art. 39.De artikelen 1 en 2 van dit decreet hebben uitwerking met ingang van 1 september 2009.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 december 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, J.-C. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET Nota (1) Zitting 2009-2010. Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 55-1. - Adviezen van de commissies, nr. 55-2 tot nr. 55-5. - Amendementen van de commissie, nr. 55-6. - Verslag, nr. 55-7.

Integrale verslagen. - Bespreking. Vergadering van 15 december 2009. - Hervatting van de bespreking en aanneming. Vergadering van 16 december 2009.

^