Etaamb.openjustice.be
Programmadecreet van 25 februari 2013
gepubliceerd op 26 maart 2013

Programmadecreet 2013

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2013201613
pub.
26/03/2013
prom.
25/02/2013
ELI
eli/decreet/2013/02/25/2013201613/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 FEBRUARI 2013. - Programmadecreet 2013 (1)


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Persoonsgebonden aangelegenheden Afdeling 1. - Gezondheid

Artikel 1.Hoofdstuk I van het decreet van 1 juni 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2004 pub. 20/12/2004 numac 2004033084 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de gezondheidspromotie 2004/33084 type decreet prom. 01/06/2004 pub. 19/10/2004 numac 2004033073 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van sommige bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake de ondergeschikte besturen sluiten betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie wordt aangevuld met een artikel 1.1, luidende : « Art. 1.1. Het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake gezondheid kan persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, verzamelen en verwerken, met inachtneming van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en met inachtneming van de medische geheimhoudingsplicht. Gegevens worden uitsluitend verzameld en verwerkt indien dit noodzakelijk is voor de uitoefening, opvolging en evaluatie van de bevoegdheden van de Duitstalige Gemeenschap op het gebied van gezondheid.

De Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de verzameling en verwerking van de gegevens vermeld in het eerste lid. »

Art. 2.Artikel 8, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 maart 2005 en 25 juni 2007, wordt vervangen als volgt : « § 2. Behoren tot de Adviesraad met raadgevende stem : 1° één vertegenwoordiger van de Regering;2° twee vertegenwoordigers van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake gezondheid;3° één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake pedagogie;4° één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake sport.»

Art. 3.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "de bevoegde Afdeling" vervangen door de woorden "het bevoegde departement". Afdeling 2. - Woonstructuren voor bejaarden

Art. 4.In artikel 1 van het decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen type decreet prom. 04/06/2007 pub. 07/08/2007 numac 2007033053 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het niet-dringend ziekenvervoer sluiten betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden, de seniorenresidenties en de psychiatrische verzorgingstehuizen wordt de bepaling onder 6° vervangen als volgt : « 6° departement : het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake gezondheid; »

Art. 5.Artikel 1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten4, wordt aangevuld met bepalingen onder 9° en 10°, luidende : « 9° opnamecapaciteit : aantal erkende plaatsen in een zorgaanbod; 10° vestigingsplaats : alle inrichtingen van een inrichtende macht die binnen een straal van één kilometer liggen.»

Art. 6.In artikel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de volgende § 1.1 wordt ingevoegd : « § 1.1. Met het oog op de toelating of erkenning moeten de in § 1, 2°, 4°, 5° en 6°, vermelde zorgaanbiedingen bij een rustoord voor bejaarden of een rust- of verzorgingstehuis worden aangesloten. » 2° de volgende § 1.2 wordt ingevoegd : « § 1.2. De totale opnamecapaciteit van de zorgaanbiedingen vermeld in § 1, 1° en 6°, bedraagt niet meer dan 150 plaatsen per vestigingsplaats. »

Art. 7.In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de eerste zin vervangen als volgt : « De inrichtende macht van een zorgaanbod of een psychiatrisch verzorgingstehuis vraagt in de volgende gevallen, vóór de voorlopige erkenning, bij de Regering een toelating aan om : » 2° het artikel wordt aangevuld met een vierde, vijfde en zesde lid, luidende : « De aanvraag om toelating moet volledig zijn en uiterlijk op 1 juli bij het bevoegde departement worden ingediend. De Regering beslist eenmaal per jaar, tegen 31 januari van het daaropvolgende kalenderjaar, over de toelating van aanvullende opnamecapaciteiten voor nieuwe of reeds bestaande zorgaanbiedingen.

De Regering bepaalt de vorm en de inhoud van de aanvraag vermeld in het vierde lid. »

Art. 8.Hoofdstuk II, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 3.1, luidende : « Art. 3.1. Tot uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de toelating kan de inrichtende macht van een zorgaanbod een aanvraag indienen om de toelating voor een periode van ten hoogste één jaar te verlengen.

De Regering beslist over deze aanvraag tot verlenging binnen drie maanden na ontvangst van de volledige aanvraag.

De Regering bepaalt de vorm en de inhoud van de aanvraag tot verlenging van de toelating. »

Art. 9.In artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 maart 2010 en 13 februari 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden "Onverminderd artikel 9 kent de Regering" vervangen door de woorden "De Regering kent";2° in § 3 worden de woorden "Behalve voor de seniorenresidenties betreffen de door de Regering vastgelegde erkenningsvoorwaarden in het bijzonder :" vervangen door de woorden "De door de Regering vastgelegde erkenningsvoorwaarden betreffen in het bijzonder :".

Art. 10.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 11.In artikel 12, §§ 1 en 2, van hetzelfde decreet worden de woorden "de afdeling" vervangen door de woorden "het departement".

Art. 12.In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "zorgaanbiedingen en psychiatrische verzorgingstehuizen" vervangen door de woorden "zorgaanbiedingen, psychiatrische verzorgingstehuizen en seniorenresidenties".

Art. 13.In artikel 14 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2008 en 13 februari 2012, wordt na § 2 een § 2.1 ingevoegd, luidende : « § 2.1. Indien de in artikel 2, § 1, 1°, genoemde zorgaanbieding niet over een bezettingsgraad van minstens 93 % van de erkende opnamecapaciteit beschikt - een bezettingsgraad die berekend wordt op basis van de hoogste jaarlijkse bezettingsgraad tijdens de drie afgelopen jaren te rekenen vanaf 1 juli van een jaar - wordt het verschil tussen de minimale bezettingsgraad van 93 % en de werkelijke hoogste bezettingsgraad op 1 januari van het jaar volgend op het begrotingsjaar procentueel van de erkende opnamecapaciteit afgetrokken.

De Regering deelt de inrichtende macht van een zorgaanbieding twee maanden van te voren per aangetekende brief mee dat ze van plan is om een deel van de opnamecapaciteit in te trekken. De inrichtende macht beschikt over een termijn van veertien dagen om haar standpunt daaromtrent mee te delen.

Binnen een maand na ontvangst van het standpunt beslist de Regering of een deel van de opnamecapaciteit al dan niet wordt ingetrokken. Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van de inrichtende macht. »

Art. 14.Artikel 16 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een § 3, luidende : « § 3. In afwijking van artikel 2, § 1.2, blijven toelatingen die overeenkomstig artikel 3 zijn toegekend en die op 1 januari 2013 voorliggen, geldig. » Afdeling 3. - Niet-dringend ziekenvervoer

Art. 15.In de artikelen 3 en 4 van het decreet van 4 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/06/2007 pub. 11/09/2007 numac 2007033054 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en de psychiatrische verzorgingstehuizen type decreet prom. 04/06/2007 pub. 07/08/2007 numac 2007033053 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende het niet-dringend ziekenvervoer sluiten betreffende het niet-dringend ziekenvervoer worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 3, § 1, worden de woorden "de bevoegde afdeling" vervangen door de woorden "het bevoegde departement".2° in artikel 4, § 1, worden de woorden "de bevoegde afdeling" vervangen door de woorden "het bevoegde departement".

Art. 16.In artikel 4, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "de door de Regering aangewezen ambtenaar" vervangen door de woorden "het door de Regering aangewezen personeelslid" en wordt het woord "ambtenaar" vervangen door het woord "personeelslid"; in artikel 4, §§ 2 en 3, van hetzelfde decreet worden de woorden "de ambtenaar" telkens vervangen door de woorden "het personeelslid" en in artikel 6 van hetzelfde decreet wordt het woord "ambtenaren" telkens vervangen door het woord "personeelsleden". Afdeling 4. - Thuishulpdiensten

Art. 17.In artikel 2 van het decreet van 16 februari 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten0 betreffende de thuishulpdiensten en houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt : « 7° departement : het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake Gezin en Bejaarden; »

Art. 18.In de artikelen 4, 5, 7 §§ 1 en 2, 15, § 3, 16, §§ 1 en 2, 19, § 2 en 20 van hetzelfde decreet worden de woorden "de afdeling" telkens vervangen door de woorden "het departement". Afdeling 5. - Jeugdbijstand

Art. 19.In artikel 1 van het decreet van 19 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/05/2008 pub. 01/10/2008 numac 2008033076 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet over de Jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming sluiten over de jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming wordt de bepaling onder 10° vervangen als volgt : « 10° departement : het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake jeugdbijstand. »

Art. 20.In de artikelen 8, § 1, 21 §§ 2 tot 4, 26 § 1, 27, eerste lid, en 30, § 2, 4°, van hetzelfde decreet worden de woorden "de Afdeling" telkens vervangen door de woorden "het departement". Afdeling 6. - Noodopvangwoningen

Art. 21.In artikel 4 van het decreet van 9 mei 1994 betreffende de noodopvangwoningen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 2°, vervangen bij het decreet van 15 maart 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten2, wordt aangevuld met de woorden "die als noodopvangwoning moet dienen"; 2° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : "3° de inrichting moet personen in noodtoestand opnemen, zonder onderscheiding van herkomst, ras of ideologische of politieke overtuiging;"

Art. 22.Artikel 5, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « Indien aan de in artikel 4 vermelde voorwaarden is voldaan, wordt de erkenning voor onbepaalde tijd toegekend. »

Art. 23.Artikel 6 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 15 maart 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten2, wordt vervangen als volgt : «

Art. 6.Indien niet voldaan is aan één of meer van de in artikel 4 opgelegde voorwaarden die voor een erkenning noodzakelijk zijn, kan de Regering de erkenning weigeren of een voorwaardelijke voorlopige erkenning voor een beperkte termijn van ten hoogste drie jaar toekennen.

Indien niet meer voldaan wordt aan één of meer van de in artikel 4 opgelegde voorwaarden die de basis van een erkenning vormden, kan de Regering de erkenning intrekken of een voorwaardelijke verlenging van de erkenning voor een beperkte termijn van ten hoogste drie jaar toekennen. »

Art. 24.Artikel 23 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een lid, luidende : « De inrichting en haar inrichtende macht bieden het Ministerie de mogelijkheid om de noodopvangwoningen te bezichtigen, na voorafgaande aankondiging indien de woningen leegstaan of na uitdrukkelijke toestemming van de huurder. Het Ministerie inspecteert de noodopvangwoningen van de inrichtende macht ten minste één keer om de drie jaar. » Afdeling 7. - Schuldbemiddeling en afbetaling van schulden

Art. 25.Artikel 5, tweede lid, van het decreet van 29 april 1996 betreffende de schuldbemiddeling en de afbetaling van schulden wordt vervangen als volgt : « De erkenning wordt voor onbepaalde duur verleend. »

Art. 26.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 27.Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : « De instelling voor schuldbemiddeling biedt het Ministerie de mogelijkheid om de instelling na voorafgaande aankondiging te bezichtigen. De instelling voor schuldbemiddeling biedt het Ministerie de mogelijkheid om de erkenningsvoorwaarden te allen tijde te controleren en alle daarop betrekking hebbende documenten in te zien. »

Art. 28.Artikel 11 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : « De tegemoetkoming van het Fonds voor afbetaling van schulden geschiedt binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen in de vorm van een renteloze lening. Die lening dient om alle bestaande schulden volledig af te betalen, met uitzondering van de financiële verplichtingen die de Regering bepaalt. De Regering bepaalt de nadere criteria op basis waarvan het Fonds voor afbetaling van schulden een lening verstrekt. »

Art. 29.In hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk III ingevoegd, luidende : « HOOFDSTUK III. - SLOTBEPALINGEN" » Artikel 15 van hetzelfde decreet wordt in het nieuwe hoofdstuk III opgenomen.

In het nieuwe hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt een artikel 16 ingevoegd, luidende : «

Art. 16.De lopende erkenningen die overeenkomstig artikel 2 zijn verleend, met uitzondering van de voorwaardelijke erkenningen, worden op 1 maart 2013 omgezet in erkenningen van onbepaalde duur. » HOOFDSTUK 2. - Culturele aangelegenheden Afdeling 1. - Ondersteuning van musea

Art. 30.In artikel 4, derde lid, 1°, van het decreet van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007033046 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties sluiten over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties wordt tussen de eerste en de tweede zin een nieuwe zin ingevoegd, luidende : « de voorwaarde "zonder winstgevend doel zijn" geldt niet voor autonome gemeentebedrijven; » Afdeling 2. - Jeugd

Art. 31.Artikel 8 van het decreet van 6 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten3 ter ondersteuning van het jeugdwerk wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende : « 5° bij de door de Regering aangewezen dienst jaarlijks, uiterlijk op 31 maart, een gecodeerde lijst indienen van alle jonge mensen die op 31 december van het voorgaande jaar lid van de jeugdorganisatie waren. »

Art. 32.Artikel 14, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een bepaling onder 7.1, luidende : « 7.1 het jeugdkamp moet in overnachting voorzien en minstens vijf opeenvolgende dagen duren; » Afdeling 3. - Volwassenenvorming

Art. 33.In artikel 7, eerste lid, 3°, van het decreet van 17 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/11/2008 pub. 30/12/2008 numac 2008033110 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs sluiten ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs worden de woorden "130 dagen" vervangen door de woorden "104 dagen".

Art. 34.In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een artikel 7.1 ingevoegd, luidende : « Art. 7.1. Ondersteuningsperiode De periode waarin een instelling voor volwassenenonderwijs ondersteund wordt, begint op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de Regering haar goedkeuring heeft gegeven. De ondersteuningsperiode bedraagt vier jaar en wordt eenvormig op alle ondersteunde instellingen voor volwassenenonderwijs toegepast.

Nieuwe ondersteuningsaanvragen kunnen tijdens een ondersteuningsperiode worden ingediend. De ondersteuning loopt op het einde van de eenvormige ondersteuningsperiode af. »

Art. 35.In artikel 8, § 5, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden tussen de woorden "en geldt" en de woorden "voor vier jaar" de woorden ", onverminderd artikel 7.1, tweede lid," ingevoegd; 2° in dezelfde paragraaf wordt na het eerste lid het volgende lid ingevoegd : « Indien het concept achteraf inhoudelijk wordt gewijzigd, moeten die wijzigingen vooraf en uitvoerig gemotiveerd ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Regering.» 3° het vroegere tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt vervangen als volgt : « Als twee jaar van de eenvormige ondersteuningsperiode verstreken zijn, wordt het goedgekeurd globaal concept aan een tussentijdse evaluatie onderworpen.Deze dient als basis om het volgend globaal concept uit te werken. »

Art. 36.In artikel 10, derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "De jaarlijkse forfaitaire toelage wordt bij het begin van de geldigheidsperiode" vervangen door de woorden "Onverminderd artikel 7.1, tweede lid, wordt de jaarlijkse forfaitaire toelage bij het begin van de geldigheidsperiode".

Art. 37.In artikel 15, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "De Regering vordert de toelage terug" vervangen door de woorden "De Regering vordert de toelage geheel of gedeeltelijk terug".

Art. 38.In hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt een artikel 18.1 ingevoegd, luidende : « Art. 18.1. Overgangsbepaling § 1. De eerste eenvormige ondersteuningsperiode overeenkomstig artikel 7.1 begint op 1 januari 2014 en dekt de periode 2014-2017. § 2. Instellingen voor volwassenenonderwijs waarvan het globaal concept goedgekeurd werd voor een periode die na 1 januari 2014 doorloopt, worden, nadat hun ondersteuning is afgelopen en indien een nieuwe aanvraag is goedgekeurd, overgenomen in een overgangsperiode voor de ondersteuning. In afwijking van artikel 8, §§ 3 en 4, hoeft voor die verlengingen geen voorafgaand advies van de vakjury te worden ingewonnen.

De overgangsperiode voor de ondersteuning begint overeenkomstig artikel 7.1 op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de Regering haar goedkeuring heeft gegeven en eindigt met de eenvormige ondersteuningsperiode 2014-2017. » Afdeling 4. - Toerisme

Art. 39.In artikel 9, tweede lid, van het decreet van 17 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/02/2003 pub. 30/10/2003 numac 2003033080 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de erkenning en bevordering van de verfraaiingscomités, verenigingen voor het vreemdelingenverkeer en van de koepelverenigingen ervan, alsmede van de informatiebureaus en informatiepunten sluiten betreffende de erkenning en bevordering van de verfraaiingscomités, verenigingen voor het vreemdelingenverkeer en van de koepelverenigingen ervan, alsmede van de informatiebureaus en informatiepunten, gewijzigd bij het decreet van 15 maart 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten2, wordt na de eerste zin de volgende zin ingevoegd : « Gemeenten kunnen de inrichtende machten van informatiepunten zijn. » HOOFDSTUK 3. - Monumentenzorg

Art. 40.In het opschrift van artikel 25 van het decreet van 23 juni 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/06/2008 pub. 14/11/2008 numac 2008033101 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de bescherming van monumenten, ensembles en landschappen en betreffende de opgravingen sluiten betreffende de bescherming van monumenten, klein erfgoed, ensembles en landschappen en betreffende de opgravingen worden de woorden "en vergunningsplicht" opgeheven.

Het derde lid van hetzelfde artikel wordt opgeheven.

Art. 41.In hoofdstuk IV, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 25.1 ingevoegd, luidende : « Art. 25.1. Vergunningsplicht voor veranderingswerken op archeologische vindplaatsen § 1. Voor veranderingswerken aan archeologische vindplaatsen opgenomen in de inventaris is een voorafgaande vergunning van de Regering vereist. Aan die vergunning zijn de volgende voorwaarden verbonden : 1° het gaat om één van de volgende werkzaamheden : a) tuinaanleg;b) gebruik van landbouwgrond;c) bouwprojecten;d) indelingen in percelen;e) wegwerkzaamheden en wegenbouw;f) het leggen van leidingen voor de openbare distributie van water, gas, elektriciteit en warmte, voor de openbare riolering of voor telecommunicatie.2° de werken kunnen de archeologische goederen wijzigen, herstellen of beschadigen;3° als gevolg van de grondbeweging wordt het gebruik van de bodem of de ondergrond gewijzigd. § 2. Aanvragen om goedkeuring van veranderingswerken op archeologische vindplaatsen worden bij het Ministerie ingediend. Daartoe wordt het door de Regering vastgelegde aanvraagformulier gebruikt. Indien de aanvrager niet de eigenaar is, dan voegt hij een akkoordverklaring van de eigenaar bij zijn aanvraag.

Voor de werkzaamheden vermeld in § 1, 1°, c) tot f), moeten bovendien de plannen worden ingediend. § 3. Binnen vijftien kalenderdagen nadat de aanvraag is ingekomen, controleert het Ministerie of de aanvraag volledig is en vraagt het zo nodig om de ontbrekende documenten toe te zenden.

Zodra de volledigheid van de aanvraag bevestigd is, beschikt de Regering over een termijn van dertig kalenderdagen om een beslissing te nemen. Indien binnen die termijn geen beslissing is genomen, wordt de vergunning geacht te zijn toegekend.

De vergunning bepaalt de voorwaarden en vereisten voor de uitvoering van de werken. § 4. Binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van de beslissing van de Regering kan de aanvrager beroep instellen bij de Regering. Het met redenen omklede beroep wordt per aangetekend schrijven ingesteld. De Regering beschikt over dertig kalenderdagen om uitspraak te doen over het beroep. » HOOFDSTUK 4. - Financiën en begroting Afdeling 1. - Financieel reglement

Art. 42.In artikel 12 van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten1 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 43.In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een artikel 13.1 ingevoegd, luidende : « Art. 13.1 - Vastgesteld recht Een recht geldt als vastgesteld wanneer : 1° het bedrag precies is bepaald;2° de identiteit van de schuldenaar of de schuldeiser bekend is;3° de betalingsverplichting bestaat en 4° een verantwoordingsstuk beschikbaar is.»

Art. 44.In artikel 36 van hetzelfde decreet worden de woorden "1 maart" vervangen door de woorden "15 februari".

Art. 45.In artikel 38 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 1°, worden de woorden "de uitvoeringsrekening van de begroting overeenkomstig artikel 16 en" opgeheven;2° het derde lid wordt aangevuld met bepalingen onder 5° en 6°, luidende : « 5° de uitvoeringsrekeningen overeenkomstig artikel 16;6° een samenvattend overzicht van de vastleggingen die op 31 december openstaan.»

Art. 46.In artikel 39, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "De rekeningen moeten" vervangen door de woorden "De rekeningaflegging moet".

Art. 47.In artikel 40 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "30 juni" worden vervangen door de woorden "31 mei";2° het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : « De jaarrekening van de diensten van het hoofdbestuur wordt vóór 15 mei van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt, toegezonden aan het Rekenhof.»

Art. 48.In hetzelfde decreet wordt een artikel 40.1 ingevoegd, luidende : « Art. 40.1. Certificering Uiterlijk op de 30ste september die volgt op het einde van het begrotingsjaar zendt het Rekenhof de in artikel 46 beschreven certificering van de jaarrekeningen toe aan het Parlement, aan de Regering en aan de betreffende instellingen. »

Art. 49.In artikel 41 van hetzelfde decreet wordt het opschrift van het artikel vervangen als volgt : « Opmerkingen bij de rekeningaflegging ».

In hetzelfde artikel worden de woorden "en de in artikel 46 beschreven certificering" opgeheven.

Art. 50.In artikel 46 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden "certificering van de rekeningen" vervangen door de woorden "certificering van de jaarrekeningen";2° na het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende : « Bij het vaststellen van de controlemodaliteiten worden de diensten van het hoofdbestuur en de diensten met afzonderlijk beheer voor de certificering en voor de opmerkingen bij de rekeningaflegging als een eenheid beschouwd.» 3° het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt aangevuld als volgt : « - de VZW Jeugdbureau van de Duitstalige Gemeenschap; - de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap; - de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap. »

Art. 51.In artikel 84 van hetzelfde decreet wordt het opschrift van het artikel vervangen als volgt : "Jaarrekening".

In hetzelfde artikel worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Uiterlijk op 31 maart van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt, zendt de rekenplichtige van de dienst met afzonderlijk beheer de jaarrekening overeenkomstig artikel 38 toe aan de bevoegde minister en aan de Minister van Begroting.» 2° in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de eerste zin worden de woorden "de uitvoeringsrekening van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag" vervangen door de woorden "de jaarrekening";b) in de tweede zin worden de woorden "31 mei" vervangen door de woorden "15 april".

Art. 52.In hetzelfde decreet wordt een artikel 84.1. ingevoegd, luidende : « Art. 84.1. Jaarverslag Uiterlijk op 30 april van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt, zendt de gedelegeerde ordonnateur van de dienst met afzonderlijk beheer een jaarverslag over zijn activiteiten tijdens het afgelopen begrotingsjaar toe aan de bevoegde minister en aan de Minister van begroting. Indien de dienst met afzonderlijk beheer een beheerscontract met de Regering heeft gesloten, bevat het jaarverslag ook een beschrijving van de situatie qua uitvoering van dit beheerscontract.

Na goedkeuring door de Regering zendt de Minister van begroting het jaarverslag toe aan het Rekenhof. Deze toezending heeft uiterlijk plaats op 15 mei van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt. »

Art. 53.Artikel 85 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 54.In artikel 99 van hetzelfde decreet wordt het opschrift van het artikel vervangen als volgt : "Jaarrekening".

In hetzelfde artikel worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Uiterlijk op 15 april van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt, zendt de rekenplichtige van de instelling van openbaar nut de jaarrekening overeenkomstig artikel 38 toe aan de toezichthoudende minister en aan de Minister van begroting.» 2° in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de eerste zin worden de woorden "de uitvoeringsrekening van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag" vervangen door de woorden "de jaarrekening";b) in de tweede zin worden de woorden "31 mei" vervangen door de woorden "30 april".

Art. 55.In hetzelfde decreet wordt een artikel 99.1. ingevoegd, luidende : « Art. 99.1. Jaarverslag Uiterlijk op 15 mei van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt, zendt de gedelegeerde ordonnateur van de instelling van openbaar nut een jaarverslag over de activiteiten tijdens het afgelopen begrotingsjaar toe aan de toezichthoudende minister en aan de Minister van begroting. Indien de instelling van openbaar nut een beheerscontract met de Regering heeft gesloten, bevat het jaarverslag ook een beschrijving van de situatie qua uitvoering van dit beheerscontract.

Na goedkeuring door de Regering zendt de Minister van Begroting het jaarverslag toe aan het Rekenhof. Deze toezending heeft uiterlijk plaats op 31 mei van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt. »

Art. 56.Artikel 100 van hetzelfde decreet wordt opgeheven. Afdeling 2. - Instellingen van openbaar nut

Art. 57.Artikel 34, § 2, van het decreet van 27 juni 1986 betreffende het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap, vervangen bij het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten1, wordt opgeheven.

Art. 58.In artikel 7, derde lid, van het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een "Dienststelle der Deutschsprachige Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung" (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap), ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2007, worden de woorden "de bevoegde afdeling" vervangen door de woorden "het bevoegde departement".

Art. 59.Artikel 33bis van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten1, wordt opgeheven.

Art. 60.Artikel 38bis van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de K.M.O.'s, vervangen bij het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten1, wordt opgeheven.

Art. 61.Artikel 16 van het decreet van 17 januari 2000Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap, vervangen bij het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten1, wordt opgeheven. Afdeling 3. - Afschrijvingsfonds

Art. 62.In artikel 1, tweede lid, van het decreet van 21 december 1995 houdende oprichting van een afschrijvingsfonds in de Duitstalige Gemeenschap worden de woorden "in de zin van artikel 45 van de wetgeving op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 17 juli 1991" vervangen door de woorden "in de zin van artikel 56 van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/01/2000 pub. 24/03/2000 numac 2000033021 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap sluiten1 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap".

Art. 63.Artikel 2, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : « Het Fonds dient om de door de Duitstalige Gemeenschap aangegane leningen af te betalen, alsook om debetrente en rente op kredietlijnen te betalen. »

Art. 64.Artikel 4bis, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 3 februari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2003 pub. 19/03/2003 numac 2003033014 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Duitstalige Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschap betreffende het gesloten centrum voor voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, gesloten op 30 april 2002 type decreet prom. 03/02/2003 pub. 28/03/2003 numac 2003033015 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van buurtdiensten en -banen sluiten, wordt vervangen als volgt : « De uitgaven van het afschrijvingsfonds bestaan uit de jaarlijkse terugbetalingen van kapitaal en intresten van de aangegane leningen, alsook uit de jaarlijkse betalingen van debetrente en rente op kredietlijnen. » HOOFDSTUK 5. - Niet-commerciële sector

Art. 65.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen en met inachtneming van de voorwaarden vermeld in § 2, ontvangen de socioculturele instellingen uit de niet-commerciële sector de volgende jaarlijkse subsidies : 1° in 2013 : 214 euro per voltijds equivalente betrekking;2° vanaf 2014 : 537 euro per voltijds equivalente betrekking. Voor de berekening van het aantal voltijdse equivalenten worden de personeelsleden van het onderwijs die in de instellingen werkzaam zijn, niet in aanmerking genomen. Als teldag geldt elk jaar 1 januari. § 2. Om subsidie te ontvangen, moeten de in § 1 vermelde instellingen aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° de instellingen ontvangen direct of indirect subsidies van de Duitstalige Gemeenschap in het kader van de bevoegdheden vermeld in artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;2° de instellingen hebben personen in dienst die op basis van een arbeidsovereenkomst werken;3° de wedden van de personen die bij de instellingen in dienst zijn, stemmen minstens overeen met de bedragen van de door de Regering vastgestelde weddeschalen. De subsidieontvanger zendt de overeenkomstige bewijsstukken ter controle toe aan de Regering en dit uiterlijk op 31 maart van het jaar dat op de uitbetaling van de subsidie volgt.

De Regering vordert een subsidie geheel of gedeeltelijk terug wanneer de ontvanger van de subsidie de bepalingen van dit artikel overtreedt. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 66.Artikel 33 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 23 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2012.

De artikelen 30, 31, 39, 42 tot 64 en 65 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2013.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Eupen, 25 februari 2013.

De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid, O. PAASCH De Minister van Cultuur, Media en Toerisme, Mevr. I. WEYKMANS De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, H. MOLLERS _______ Nota Zitting 2012-2013.

Parlementaire stukken : 148 (2012-2013), nr. 1+1E. Voorstel + Erratum. 148 (2012-2013), nr. 2-5. Voorstellen tot wijziging. 148 (2012-2013), nr. 6. Verslag. 148 (2012-2013), nr. 7. Voorstel tot wijziging van de door de commissie aangenomen tekst.

Integraal verslag : 25 februari 2013, nr. 49. Bespreking en aanneming.

^