Etaamb.openjustice.be
Protocol van 25 maart 2019
gepubliceerd op 24 juni 2019

Protocolakkoord tussen de federale overheid en de in artikel 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden over de cofinanciering van een landelijk monitoringsysteem met betrekking tot de implementatie van eGezondheid in de eerste lijnzorg

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2019013170
pub.
24/06/2019
prom.
25/03/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU


25 MAART 2019. - Protocolakkoord tussen de federale overheid en de in artikel 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden over de cofinanciering van een landelijk monitoringsysteem met betrekking tot de implementatie van eGezondheid in de eerste lijnzorg


Context Het nieuwe actieplan eGezondheid 2019-2021, door de IMC Volksgezondheidgetekend op 28 januari 2019, voorziet een specifiek aandacht voor de programma monitoring en het opvolgen van het gebruik van de opgeleverde systemen en eGezondheidsdiensten (project 1.2 van het actieplan) door eindgebruikers.

Naast opvolgen van het gebruik van eGezondheidsdiensten en nagaan of projecten hun doelstellingen realiseren, is er ook nood om via een beperkt aantal kerncijfers de voortgang van het gehele actieplan eGezondheid op te volgen. Dit past binnen het tastbaar maken naar de buitenwereld van de visie en missie van eGezondheid, waar door de realisatie van projecten een bepaald meetbaar doel wordt bereikt.

Analyse van de huidige situatie Dit project wil een consistente en eenduidige verzameling opbouwen van functionele gebruikersgegevens.

In die zin is het complementair aan de bestaande eHealth-statistieken die zich vooral richten op aantallen en hoeveelheden, op technische informaties zoals aantal boodschappen en aantal gepubliceerde documenten. De bestaande statistieken worden geëvalueerd op hun bruikbaarheid, waarbij het nut en doel ervan duidelijk moet zijn.

In dit project hoort ook het opzetten en gebruiken van jaarlijks terugkerende monitoring-systematieken (bijvoorbeeld gebaseerd op de Nederlandse Nictiz-aanpak), waarmee we in staat zijn om het beleid op alle vlakken (software-producten, opleidingen van de zorgverleners, patiënt-inclusie, ...) bij te stellen, indien nodig.

De regio Vlaanderen heeft in het verleden al, in samenwerking met de dienst HIE van Imec, een beperkt monitoring-project ontwikkeld en uitgevoerd. De aanpak van Imec is in hoge mate overgenomen van de jaarlijkse Nederlandse ehealthmonitoring opgemaakt en uitgevoerd door Nictiz.

In 2017 was er een voorstel tot KCE-onderzoek geformuleerd omtrent de `adoptie eHealth'. In die periode was er al een samenwerkingsmogelijkheid KCE-Imec onderzocht. Die was inhoudelijk positief bevonden, maar vanwege onduidelijke budget-beschikbaarheid is daar geen verder gevolg aan gegeven.

Cofinanciering van een landelijke eHealthmonitor Op basis van bovenstaande feiten is er beslist om met bovenstaande partners een mogelijke aanpak te onderzoeken om voor België een landelijke eHealthmonitoring op te zetten.

Imec had begin 2018 al een concrete offerte op tafel gelegd en deze dekt quasi precies de doelen die we wensen te bereiken. Deze houdt rekening met regionale accenten, zodat resultaten bruikbaar zijn voor de federale overheid en de gefedereerde entiteiten.

De leden van de IMC Volksgezondheid beslissen dit project te ontwikkelen op basis van een cofinanciering volgens de volgende verdeelsleutel: ? 80 % door de federale overheid ? 20 % door de gefedereerde overheden waarvan: o Vlaanderen : 10 % o Wallonie : 8 % o Brussel : 1,8 % o Duitstalige gemeenschap : 0,2 % Het Verzekeringscomité van het RIZIV heeft op 4 februari 2019 zijn akkoord gegeven met de ter beschikking stelling van de gevraagde budgetten op federaal niveau.

Het globaal budget dat nodig is voor dit project bedraagt 500.000€ in de opstartfase (2019).

Voor de cofinanciering ervan zullen de verschillende overheden de volgende bedragen vrijmaken: ? federale overheid (via RIZIV) : 400.000€ ? Vlaanderen (10 %) : 50.000 € ? Waals gewest/Fr gemeenschap (8 %): 40.000€ ? Brussels hoofdstedelijk gewest (1,8 %): 9.000 € ? Duitstalige gemeenschap (0,2 %): 1.000 €.

Voor de realisatie van het project wordt beroep gedaan op externe partners. De betalingsfacturen worden door de externe partners aan RIZIV bezorgd die de betalingen doet en de ventilatie, volgens bovenstaande verdeling, naar de verschillende betrokken partijen.

Indien de initiële voorziene kredieten niet volledig worden aangewend zal voor dit niet aangewende krediet geen factuur aangeboden worden.

De financiering van het jaarlijkse monitoring en de verdere ontplooiing vanaf 2020 zal bij aanhangsel op dit protocol geregeld worden.

Aldus gesloten te Brussel op 25 maart 2019.

Voor de Federale Staat : M. DE BLOCK, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest : J. VANDEURZEN, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Pour la Région wallonne : A. GREOLI, Vice-Présidente, Ministre de l'Action sociale, de la Santé, de l'Egalité des chances, de la Fonction publique et de la Simplification administrative Pour la Communauté française : R. DEMOTTE, Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad : D. GOSUIN, Membre du Collège réuni, compétent pour la politique de la Santé, les Finances, le Budget, la Fonction publique, le Patrimoine et les Relations extérieures G. VANHENGEL, Lid van het Verenigd college, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, de Financiën, de Begroting, het Openbaar Ambt, het Patrimonium en de Externe Betrekkingen Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : C. JODOGNE, Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente pour la Politique de Santé Für die Deutschsprachige Gemeinschaft : A. ANTONIADIS, Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit und Soziales

^