Etaamb.openjustice.be
Protocol
gepubliceerd op 23 augustus 2001

Protocolakkoord tussen de Federale Regering en de in artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden inzake de totstandkoming van een geïntegreerd gezondheidsbeleid inzake drugs Gelet op de respectievelijke bevoegdheden waarover de Overwegende dat dit protocolakkoord tot stand kwam na gezamenlijk overleg tussen de Ministers bevoe(...)

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022551
pub.
23/08/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Protocolakkoord tussen de Federale Regering en de in artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden inzake de totstandkoming van een geïntegreerd gezondheidsbeleid inzake drugs Gelet op de respectievelijke bevoegdheden waarover de federale Staat en de in artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden, hierna de Gemeenschappen/Gewesten of akkoordsluitende overheden genoemd, op het vlak van het gezondheidsbeleid beschikken;

Overwegende dat dit protocolakkoord tot stand kwam na gezamenlijk overleg tussen de Ministers bevoegd voor Volksgezondheid van de federale Staat en Ministers bevoegd voor gezondheid van de Gemeenschappen/Gewesten, Wordt overeengekomen wat volgt :

Artikel 1.Zonder afbreuk te doen aan hun eigen bevoegdheden verbinden de ondertekenende partijen zich ertoe hun beleid inzake preventie van het gebruik van bewustzijnsbeïnvloende middelen (hierna « drugs » genoemd) en hulpverlening aan mensen met druggerelateerde gezondheidsproblemen, in overleg op elkaar af te stemmen op basis van de volgende doelstellingen : 1. Het verkrijgen van een globaal inzicht in alle aspecten van de drug- en drugverslavingsproblematiek;2. De continue preventie van het druggebruik en het beperken van de schade hieraan verbonden;3. De optimalisering van het hulpverlenings- en behandelingsaanbod van drugverslaafden;4. De uitwerking van overlegde beleidsplannen met het oog op een geïntegreerd gezondheidsbeleid inzake drugs.

Art. 2.§ 1. Om het voorgaande te kunnen realiseren wordt een « Cel Gezondheidsbeleid Drugs » (hierna : « Cel » genoemd) opgericht, belast met volgende opdrachten : 1. Het centraliseren, aanvullen en bijhouden van een gedetailleerde inventaris van de voor drugs en de drugproblematiek bevoegde overheden en de door de overheid en/of gesubsidieerde instellingen, organisaties, organen, gespecialiseerde centra, onderzoekscentra, universiteiten, die zich toeleggen op één of meer aspecten van de drugproblematiek;2. Het uitbrengen van gemotiveerde adviezen en aanbevelingen over de drugbeleidsafstemming, de afstemming van acties en de effectiviteit daarvan, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek van de akkoordsluitende overheden;3. Voorstellen doen om de kwaliteit van de gegevens en informatie die door iedere akkoordsluitende overheid aan de Cel worden overgemaakt te optimaliseren om de hierboven omschreven opdrachten, te kunnen vervullen;4. Het voorstellen en voorbereiden van samenwerkingsakkoorden ten einde concrete overlegde doelstellingen te bereiken.Deze doelstellingen worden geëvalueerd via concrete indicatoren; 5. Het opmaken van een verslag zoals bedoeld in artikel 6. § 2. In het kader van haar opdrachten kan de Cel zich laten informeren door alle bevoegde diensten en administraties, die hun verantwoordelijke minister hierover inlichten. De akkoordsluitende overheden en hun diensten en administraties dienen de door de Cel gevraagde inlichtingen te bezorgen en omgekeerd is de Cel gehouden om op vraag van de akkoordsluiten overheden en hun diensten en administraties alle in haar bezit zijnde informatie over te maken. De geactualiseerde databanken worden per elektronische drager ter beschikking gesteld van de akkoordsluitende overheden. § 3. Voor de uitvoering van al zijn opdrachten kan de Cel een beroep doen op de medewerking van experten en vakbekwame verenigingen of instellingen die zich toeleggen op de drugproblematiek. De Cel kan daartoe (sub) werkgroepen oprichten.

Art. 3.§ 3. De Cel wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de akkoordsluitende overheden. Aan de akkoodsluitende overheden wordt de autonomie gelaten voor het bepalen van hun vertegenwoordiging. Ze worden voorgedragen op grond van hun deskundigheid en ervaring op de in dit protocolakkoord bedoelde gebieden. Ze worden door de Interministeriële Conferentie over het Drugbeleid, zoals bedoeld in artikel 7, benoemd voor hernieuwbare termijnen van vijf jaar. § 2. Een vertegenwoordiger van de federale Minister van Volksgezondheid zit de Cel, die volgende leden telt, voor : - 2 leden voorgedragen door de Minister bevoegd voor Volksgezondheid van de federale overheid en 2 leden voorgedragen door de Minister bevoegd voor sociale zaken van de federale overheid; - 3 leden voorgedragen door de Minister bevoegd voor gezondheidsbeleid van de Vlaamse Gemeenschap; - 1 lid voorgedragen door de Minister bevoegd voor gezondheidsbeleid van de Franstalige Gemeenschap; - 1 lid voorgedragen door de Minister bevoegd voor gezondheidsbeleid van de Waals Gewest; - 1 lid voorgedragen door de Minister bevoegd voor gezondheidsbeleid van de Duitstalige Gemeenschap; - 2 leden voorgedragen door de Minister bevoegd voor gezondheidsbeleid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapsommissie die samen over 1 stem beschikken; - 1 lid voorgedragen door de Minister bevoegd voor gezondheidsbeleid van de Franstalige Gemeenschapscommissie. § 3. Voor elke vertegenwoordiger wordt tevens een plaatsvervanger aangeduid. § 4. De voorzitter wijst om de zes maanden een ander lid van de Cel aan als secretaris. § 5. De wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid is van toepassing op de Cel.

Art. 4.§ 1. De voorzitter bepaalt de plaats, de dag en het aanvangsuur van de vergadering en maakt de agenda op. Elk van de leden heeft het recht de voorzitter te vragen punten op de agenda te plaatsen. § 2. Behoudens hoogdringendheid worden de uitnodigingen en de agenda evenals eventuele stukken, na ondertekening door de voorzitter, door de secretaris ten minste acht dagen vooraf aan de leden toegezonden. § 3. De leden die verhinderd zijn, worden vervangen door hun plaatsvervanger en sturen hem zelf de stukken door. § 4. De Cel vergadert slechts geldig indien ten minste de helft van zijn leden of zijn plaatsvervangers aanwezig is. Ingeval geen meerderheid aanwezig is, worden de leden opnieuw uitgenodigd, in welk geval de Cel geldig vergadert, wat ook het aantal aanwezige leden is. § 5. Elk lid van de Cel, en bij verhindering zijn of haar plaatsvervanger, beschikt over één stem, behoudens de vertegenwoordigers van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die samen over één stem beschikken. De beslissingen over de aanwending van het budget, voorstellen, adviezen en aanbevelingen worden bij absolute meerderheid van de aanwezige leden genomen. In geval van staking der stemmen, is de stem van de voorzitter of in geval deze verhinderd is, van zijn plaatsvervanger, doorslaggevend. Een lid heeft het recht een verschillende mening in de notulen te laten optekenen. § 6. De secretaris maakt in het Frans en het Nederlands de notulen op van de vergaderingen. De notulen worden na goedkeuring van de voorzitter met de volgende uitnodiging meegestuurd. § 7. Wanneer een adviesaanvraag wordt ingediend moet de Cel binnen de maand een planning en modaliteiten ter antwoord kunnen geven. De door de Cel geformuleerde voorstellen, adviezen of aanbevelingen worden door haar aan de federale Regering en de deelregeringen overgemaakt. § 8. De Cel vergadert minstens éénmaal per maand. § 9. De leden moeten per stemrechtigde minstens 0,2 fulltime equivalent kunnen werken voor de Cel. § 10. De Duitstalige Gemeenschap zal in de mate van het mogelijke de verplichtingen uit de vorige paragraaf trachten na te komen, in het bijzonder in samenwerking met de andere deeloverheden.

Art. 5.§ 1. De Cel wordt ingericht bij de federale Minister van Volksgezondheid en wordt gesubsidieerd door alle betrokken partijen.

Voor het eerste jaar wordt een budget voor logistieke en secretariaatsondersteuning ter beschikking gesteld van BEF 7 miljoen.

De volgende verdeelsleutel wordt vastgelegd : - federale Staat 51,6 % - Vlaamse Gemeenschap 23,4 % - Franse Gemeenschap 11,8 % - Waals Gewest 7,5 % - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (COCOM) 2,85 % - Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) 2,85 % Dit betekent per overheid : - federale Staat 3 612 000 BEF - Vlaamse Gemeenschap 1 638 000 BEF - Franse Gemeenschap 826 000 BEF - Waals Gewest 525 000 BEF - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (COCOM) 199 500 BEF - Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) 199 500 BEF De bedragen wordn jaarlijks geïndexeerd. Het budget kan mits akkoord van alle betrokken partijen worden aangepast.

De bedragen worden gestort voor maart van het jaar waarop ze betrekking hebben. § 2. De leden beslissen over de aanwending van het budget en zijn ervoor verantwoordelijk. De voorzitter is belast met het opmaken van een boekhoudkundig overzicht. § 3. De Interministeriële Conferentie over het Drugbeleid, zoals bedoeld in artikel 7, ontvangt jaarlijks een boekhoudkundig overzicht zoals bedoeld in het vorige lid, en controleert de efficiënte aanwending van de middelen. § 4. De zetel en het administratieve secretaraat van de Cel moeten in het administratief arrondissement Brussel gevestigd zijn. § 5. Het in § 1 voorziene budget wordt als § 5 volgt verdeeld in de Cel : - 2 VTE logistieke medewerkers = 2 x BEF 1,5 miljoen = BEF 3 miljoen - 1 VTE wetenschappelijk medewerker = 1 x BEF 2,5 miljoen - werkingsmiddelen = 1 x BEF 1,5 miljoen Totaal : BEF 7 miljoen.

Art. 6.§ 1. De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe bij te dragen - elkeen binnen hun bevoegdheden - aan een « Verslag over Drugs » (hierna : « Verslag » genoemd). Dit wordt driejaarlijks tegen de maand oktober opgemaakt door de Cel, op basis van de bijdragen van de partijen. Het Verslag, opgemaakt in het Nederlands en het Frans, met een samenvatting in het Duits en het Engels, omvat minstens : 1. een activiteitenverslag;2. een inventaris van het terzake gevoerde beleid zoals het door de diverse overheden elk binnen hun eigen bevoegdheden is gevoerd, alsook de onderzoeken opgedragen door de akkoordsluitende overheden;3. concrete aanbevelingen en voorstellen om de preventie van gezondheidsproblemen verbonden aan druggebruik en de opvang, verzorging en behandeling van personen met gezondheidsproblemen verbonden aan druggebruik, te verbeteren. § 2. Het Verslag wordt na goedkeuring door de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid, zoals bedoeld in artikel 7, overhandigd aan de federale Regering en aan de Regeringen van de Gemeenschappen en de Gewesten, die zich ertoe verbinden het aan hun parlementen of vergaderingen te bezorgen. § 3. Als opvolging van het Verslag worden de vastgestelde knelpunten en voorgestelde oplossingen opgenomen in een jaarlijks activiteitenverslag.

Art. 7.§ 1. Om overleg en beleidsafstemming tussen de verschillende overheden te waarborgen, kan op voordracht van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid een Interministeriële Conferentie over het drugbeleid, bijeen geroepen worden. § 2. De Cel bereidt de Conferentie over het drugbeleid voor en zorgt voor de nodige omkadering. Zij duidt 5 leden van de Cel aan die als niet-stemgerechtigden zitting hebben in de Conferentie.

Aldus overeengekomen te Brussel op 30 mei 2001.

Voor de federale Regering : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE Voor de Vlaamse Regering : De Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, J. CHABERT

^