Etaamb.openjustice.be
Samenwerkingsakkoord van 17 juli 2007
gepubliceerd op 20 december 2007

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met betrekking tot de invoer, uitvoer en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie alsook van producten en technologieën voor dubbel gebruik

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2007203596
pub.
20/12/2007
prom.
17/07/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER


17 JULI 2007. - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met betrekking tot de invoer, uitvoer en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie alsook van producten en technologieën voor dubbel gebruik


Gelet op artikelen 39 en 167 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 4° en 5° lid, 8° en artikel 92bis, § 1 en § 4bis ;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid artikel 4 en artikel 42;

Gelet op de beslissing van het Overlegcomité van 7 maart 2007;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten met betrekking tot de vertegenwoordiging van het Koninkrijk België in de Ministerraad van de Europese Unie;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten over de nadere regelen voor het sluiten van gemengde verdragen, inzonderheid artikel 1;

Overwegende dat de Gewesten voor de toepassing van de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer, alsook voor een aantal internationale overeenkomsten aangaande exportcontrole, een beroep moeten kunnen doen op de informatie die door de FOD Buitenlandse Zaken wordt verzameld;

Overwegende dat regels dienen te worden vastgelegd, in overeenstemming met de bevoegdheidsverdeling die werd bepaald in de bijzondere wet van 12 augustus 2003, voor de Belgische deelname aan en vertegenwoordiging bij internationale en Europese fora over de problematiek van de invoer, uitvoer en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie alsook van producten en technologieën voor dubbel gebruik, zonder afbreuk te doen aan de federale bevoegdheden inzake het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid, defensie, internationale vrede en veiligheid en non-proliferatie, De Federale Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Buitenlandse Zaken, Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van haar Minister-President en Minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid en van haar minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, in de persoon van haar minister-president o.m. bevoegd voor de intra-Belgische betrekkingen, en de toekenning van licenties voor invoer, uitvoer en de doorvoer van wapens, en Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in de persoon van haar Minister-Voorzitter belast met de Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare netheid, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van haar Minister belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Gewestelijke Informatica.

Kwamen het volgende overeen : I. - Algemene bepalingen Artikel 1 Voor de toepassing van dit Samenwerkingsakkoord dient te worden verstaan onder : 1° wapens : wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie;2° producten en technologieën voor tweeërlei gebruik : producten en technologieën voor tweeërlei gebruik zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr.1334/2000 van de Raad van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologieën voor tweeërlei gebruik; 3° Gewestminister : de gewestminister, bevoegd voor de invoer, uitvoer en doorvoer van wapens en van producten en technologieën voor tweeërlei gebruik;4° Verordening : Verordening 1334/2000 van de Raad van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik, zoals later gewijzigd;5° Gedragscode : de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer, formeel goedgekeurd door de Raad op 8 juni 1998, of de eventuele latere afspraken binnen de Europese Unie, onder welke juridische vorm dan ook, die deze code vervangen of aanvullen;6° COARM-groep : de werkgroep binnen het kader van de Raad van Ministers van de Europese Unie, die tot doel heeft informatie-uitwisseling en consultatie te voorzien inzake materies van wapenexportbeleid van algemeen belang in uitvoering van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid;7° Werkgroep voor tweeërlei gebruik ("dual use ") : de werkgroep binnen het kader van de Raad van Ministers van de Europese Unie, die tot doel heeft de uitwerking van een gemeenschappelijk exportcontrolebeleid en de coördinatie van het beleid van de lidstaten inzake goederen en technologieën bestemd voor tweeërlei gebruik, in uitvoering van het verdrag ter oprichting van de Europese Gemeenschappen;8° Coördinatiegroep : de technische werkgroep opgericht door artikel 18 van Verordening (EG) nr.1334/2000; 9° Regeling van Wassenaar : de informele internationale consultatie inzake exportcontrole voor conventionele wapens en voor producten en technologieën voor tweeërlei gebruik, ingesteld door de slotverklaring van de bijeenkomst te Wassenaar op 19 december 1995;10° Groep van Australië : de informele internationale consultatie ter bestrijding van de proliferatie van chemische en biologische wapens, opgericht op initiatief van Australië in juni 1984;11° MTCR : Missile Technology Control Regime, de informele internationale consultatie inzake de beheersing van de verspreiding van rakettechnologie die massavernietigingswapens kan vervoeren, opgericht in 1987; Artikel 2 Dit samenwerkingsakkoord beoogt een loyale samenwerking met het oog op een correcte implementatie van de betrokken internationale en Europese verbintenissen.

De ondertekenende partijen respecteren het vertrouwelijke karakter van de informatie die zij onder elkaar en met de andere lidstaten van de Europese Unie en met de deelnemende regeringen van de betrokken internationale controleregimes uitwisselen.

Artikel 3 Zowel de Minister van Buitenlandse Zaken als de gewestministers duiden binnen hun diensten een contactpunt aan voor de uitvoering van dit akkoord.

II. - Toekenning of weigering van vergunningen Artikel 4 Het federale contactpunt bezorgt eenmaal per semester of op specifiek verzoek van één van de gewestelijke contactpunten de meest recente versie van de landenanalyses die door de FOD Buitenlandse Zaken worden opgemaakt (de "landenfiches") aan de gewestelijke contactpunten.

Deze documenten, die indien nodig minstens eenmaal per semester worden geactualiseerd, bevatten indien verantwoord een specifiek hoofdstuk over de mensenrechtensituatie in het land.

De Gewesten maken, in samenspraak met de FOD Buitenlandse Zaken, een lijst op van landen waarover het federale contactpunt semesterieel een beschrijving van de mensenrechtensituatie zal overmaken aan de gewestelijke contactpunten.

Artikel 5 Bijkomend maken de Gewesten, in samenspraak met de FOD Buitenlandse Zaken, een lijst op van landen waarover actiever informatie zal worden uitgewisseld.

Alle nieuwe informatie met betrekking tot deze landen en relevant voor de uitoefening van hun bevoegdheid, zal onmiddellijk door het federale contactpunt aan de gewestelijke contactpunten worden overgemaakt.

De betrokken lijst zal eenmaal per semester geactualiseerd worden.

De Gewesten stellen het federale contactpunt op de hoogte indien zij een aanvraag ontvangen voor een van de in de lijst opgenomen landen, voor zover de aanvraag voldoet aan de in de lijst opgenomen criteria.

In dit geval maakt het federale contactpunt binnen de vijf werkdagen na ontvangst alle nuttige informatie over.

Artikel 6 Het federale contactpunt bezorgt de gewestelijke contactpunten zonder verwijl eveneens alle relevante informatie voor het toekennen of weigeren van vergunningen uitgaande van een Europese of internationale partner in uitvoering van de EU Gedragscode of een internationaal controleregime.

Artikel 7 Indien zij dit nodig achten, kunnen de Gewesten of de Federale Staat een aanvraag tot consultatie indienen bij de FOD Buitenlandse zaken of bij de Gewesten. Deze aanvraag verloopt van minister tot minister of via de verschillende contactpunten, met kopie aan de betrokken ministers.

Naargelang de aard van de aanvraag, kunnen de consultaties schriftelijk verlopen, indien nodig kan een informatievergadering georganiseerd worden.

Artikel 8 De landenanalyses en bijkomende inlichtingen kunnen geenszins een standpunt inhouden over individuele exportdossiers en houden geen enkele aansprakelijkheid van de Federale Staat in voor de toekenning of de weigering van een vergunning.

De gewestministers en hun diensten verzekeren het vertrouwelijke karakter van deze documenten en van alle bijkomende informatie en zullen deze geenszins voor andere doeleinden aanwenden.

De Federale Staat en zijn diensten verzekeren het vertrouwelijke karakter van alle documenten en bijkomende informatie die zij van de Gewesten in uitwerking van dit akkoord ontvangen en zullen deze geenszins voor andere doeleinden aanwenden.

Artikel 9 Als voor een bepaalde transactie, overeenkomstig de Gedragscode of, indien van toepassing, in het kader van een internationaal controleregime een uit- of doorvoervergunning geweigerd wordt, bezorgt de betrokken gewestminister, binnen de tien werkdagen, aan de Minister van Buitenlandse Zaken en aan de andere betrokken gewestministers de gegevens over het dossier die nodig zijn voor de notificatie aan de buitenlandse partners van de weigering en van de reden hiervoor.

De FOD Buitenlandse Zaken voert deze notificatie zonder verwijl uit langs het geschikte kanaal.

Artikel 10 Vooraleer een gewestminister een vergunning toekent in het kader van een transactie die globaal gesproken gelijk is aan een transactie die door een ander Gewest in de loop van de drie voorbije jaren werd geweigerd, zal dit laatste worden geconsulteerd. In dit geval wordt ook het federale contactpunt op de hoogte gesteld, en maakt binnen de vijf werkdagen na ontvangst alle nuttige informatie over. Indien het federale contactpunt niet reageert binnen de gestelde termijn wordt hij verondersteld over geen nuttige informatie te beschikken.

Indien een gewestminister na consultatie beslist om een vergunning toe te kennen voor een dergelijke transactie, zal hij de twee andere gewestministers en de Minister van Buitenlandse Zaken hierover informeren en een argumentatie hiervoor verstrekken.

III. - Certificaat van Eindbestemming Artikel 11 In de regel zullen de bedrijven rechtstreeks aan de betrokken Belgische diplomatieke posten het certificaat van eindbestemming overmaken met de vraag tot authentificatie en legalisering. De Gewesten zullen de bedrijven inlichten over de te volgen procedure.

Desgevallend zullen de Gewesten certificaten van eindbestemming ook kunnen overmaken aan de betrokken Belgische diplomatieke posten.

De certificaten van eindbestemming kunnen geauthentificeerd en gelegaliseerd worden door de Belgische diplomatieke posten voor de landen van hun jurisdictie waarna zij worden overgemaakt aan de betrokken gewestelijke contactpunten.

Nationale en internationale invoercertificaten afgeleverd door officiële instanties genieten ten allen tijde de voorkeur.

Indien onvoldoende informatie beschikbaar is over de potentiële bestemmelingen, kunnen de Gewesten beroep doen op de diplomatieke posten teneinde bijkomende informatie over deze bestemmelingen te bekomen.

In voorkomend geval, voor zeer gevoelige leveringen of indien er een verdenking is van verduistering of illegale wederuitvoer, kunnen de Gewesten beroep doen op het federale contactpunt, zodat de diplomatieke posten, in de mate dat dit binnen hun mogelijkheden valt, een onderzoek instellen naar het werkelijke en het aangegeven eindgebruik.

Voor de correspondentie, bedoeld in dit artikel, tussen de Gewesten en de Belgische diplomatieke posten kunnen de Gewesten hetzij beroep doen op het federale contactpunt, hetzij rechtsreeks met de ambassades communiceren, met kopie aan het federale contactpunt.

IV. - Deelname aan internationale fora over de invoer, uitvoer en doorvoer van wapens en van producten en technologieën voor tweeërlei gebruik Artikel 12 § 1. Voor de vertegenwoordiging van het Koninkrijk België in het kader van een internationaal controleregime of in het kader van de EU wordt een woordvoerder aangeduid, hetzij het Vlaamse of het Waalse Gewest, hetzij de Federale Staat, op de hierna bepaalde wijze.

De Gewesten die geen woordvoerder zijn en/of de Federale Staat kunnen steeds deelnemen als assessor.

Voor de gevallen waarvoor het woordvoerderschap toekomt aan het Vlaamse en het Waalse Gewest zullen deze in onderling overleg een beurtrol afspreken.

De aldus aangeduide woordvoerder organiseert voorafgaandelijk aan elk van de bijeenkomsten van de in de eerste alinea vernoemde fora een overlegvergadering tussen de Gewesten en de federale overheid waar het Belgische standpunt wordt voorbereid en waar andere kwesties inzake het vergunningsbeleid kunnen worden besproken.

Hij draagt ook zorg voor een verslag na een dergelijke overlegvergadering, en voor de verspreiding van de in het kader van de bijeenkomst van het forum ontvangen documenten. Bijkomend kunnen zowel op verzoek van de FOD Buitenlandse Zaken als op verzoek van een Gewest ad hoc vergaderingen belegd worden. § 2. Het federale contactpunt ziet er op toe dat alle informatie ontvangen in het kader van de in eerste alinea vernoemde fora onverwijld worden overgemaakt aan de gewestelijke contactpunten. § 3. Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de COARM-groep wordt, elk in functie van hun bevoegdheden, verzekerd door de Federale Staat en het Vlaamse of het Waalse Gewest. De Federale Staat organiseert het overleg met de Gewesten over de te nemen posities ter zitting of via het Europees correspondentienetwerk, en kan het woord verlenen aan een vertegenwoordiger van een Gewest omtrent specifieke punten. De Gewesten worden via het federaal contactpunt op de hoogte gesteld van de posities die de Europese partners via het Europees correspondentienetwerk hebben kenbaar gemaakt. § 4. Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de Dual Use groep en de Coördinatiegroep wordt verzekerd door het Vlaamse of het Waalse Gewest. Het Gewest dat het woordvoerderschap heeft, organiseert het overleg aangaande de te nemen posities. § 5. Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de plenaire vergadering van de Regeling van Wassenaar wordt verzekerd door de Federale Staat.

Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de General Working Group van de Regeling van Wassenaar wordt, elk in functie van hun bevoegdheden, verzekerd door de Federale Staat en het Vlaamse of het Waalse Gewest.

Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de Technical Experts Meeting van de Regeling van Wassenaar wordt verzekerd door het Vlaamse of het Waalse Gewest.

Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de Licensing, Enforcement and Information Officers Meeting van de Regeling van Wassenaar wordt, elk in functie van hun bevoegdheden, verzekerd door de Federale Staat en het Vlaamse of het Waalse Gewest. § 6. Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de plenaire vergadering van het MTCR wordt verzekerd door de Federale Staat.

Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de Reinforced Point of Contact Meeting van het MTCR wordt, elk in functie van hun bevoegdheden, verzekerd door de Federale Staat en het Vlaamse of het Waalse Gewest.

Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de Technical Experts Meeting van het MTCR wordt verzekerd door het Vlaamse of het Waalse Gewest.

Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de Enforcement Experts Meeting van het MTCR wordt verzekerd door de Federale Staat.

Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de Informations Experts van het MTCR wordt verzekerd door de Federale Staat. § 7. Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de plenaire vergadering van de Australië Groep wordt verzekerd door de Federale Staat.

Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de Licensing and Implementation Working Group wordt verzekerd door het Vlaamse of het Waalse Gewest.

Het woordvoerderschap van het Koninkrijk België bij de Enforcements Experts Group en de Information Exchange Working Group van de Australië Groep wordt verzekerd door de Federale Staat.

Artikel 13 De FOD Buitenlandse Zaken zal het nodige doen opdat de Gewesten actieve en/of passieve toegang hebben tot de databanken van de onder deze titel vermelde controleregimes, op voorwaarde dat de Gewesten voldoen aan alle voorwaarden die de controleregimes hiervoor opleggen.

V. - Informatieverstrekking ten behoeve van de Europese en internationale partners Artikel 14 De woordvoerder in het desbetreffende internationaal controleregime wordt belast met het opstellen van de door de EU Gedragscode en andere internationale verbintenissen opgelegde jaarverslagen inzake verleende vergunningen en statistieken inzake invoer en uitvoer.

Met het oog op het voldoen binnen de gestelde termijnen aan de verplichtingen inzake informatieverstrekking vervat in de EU Gedragscode en andere internationale verbintenissen, zal de woordvoerder in het desbetreffende internationaal controleregime tijdig een coördinatievergadering beleggen met de Gewesten en de Federale Staat. Elk van de Gewesten en de Federale Staat zullen binnen de gestelde termijnen, zijnde tien werkdagen voor de uiterste datum van overzending, alle betrokken gegevens overmaken in de vorm en taal zoals vereist door de EU Gedragscode en de andere internationale verbintenissen. Elk van de Gewesten en de Federale staat zijn verantwoordelijk voor de correctheid van de door hen overgemaakte gegevens en voor het inpassen van deze gegevens in de formaten bepaald door de EU Gedragscode en de andere internationale verbintenissen.

De FOD Buitenlandse Zaken wordt belast met het overmaken van voornoemde verslagen en statistieken.

Artikel 15 De FOD Buitenlandse Zaken wordt belast met het overmaken van de notificatie of de herroeping van een weigering van een vergunning zoals door de bevoegde gewestelijke dienst uitgedrukt in het kader van de EU Gedragscode of een internationaal controleregime.

Elk Gewest staat zelf in voor het tijdig overmaken aan de FOD Buitenlandse Zaken van de vereiste gegevens en dit in de vereiste vorm en taal zoals bepaald in de EU Gedragscode of het betrokken internationale controleregime inzake de notificatie of de herroeping van de weigering van een vergunning.

Artikel 16 Indien België wordt geraadpleegd door een andere lidstaat van de Europese Unie naar aanleiding van een weigering van een vergunning door één van de Gewesten, dan is dit laatste Gewest belast met het opstellen van het antwoord. De vraag om consultatie verloopt via het federale contactpunt, dat alle relevante informatie binnen de vijf werkdagen na ontvangst overmaakt aan het betrokken Gewest. Indien het federale contactpunt niet binnen deze termijn reageert, wordt het geacht niet over relevante elementen te beschikken. Het desbetreffende Gewest zal de andere Gewesten en de Minister van Buitenlandse Zaken uiterlijk vijf dagen voor het verstrijken van de termijn informeren over het antwoord dat zal gegeven worden.

VI. - Slotbepalingen Artikel 17 Dit Samenwerkingsakkoord wordt voor een onbepaalde duur gesloten.

Artikel 18 De bepalingen van dit Samenwerkingsakkoord kunnen op verzoek van iedere ondertekenende partij worden herzien.

Een verzoek tot herziening wordt binnen drie maanden onderzocht in de Interministeriële Conferentie voor het Buitenlands Beleid, onder andere ingeval van de oprichting van nieuwe relevante internationale fora.

Artikel 19 De Minister van Buitenlandse Zaken is belast met de bekendmaking van dit Samenwerkingsakkoord in het Belgisch Staatsblad.

Opgemaakt te Brussel, op 17 juli 2007, in vier originelen, in de Nederlandse en de Franse taal.

Voor de Federale Staat : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT Voor het Vlaamse Gewest : De Minister-President van de Vlaamse Regering en Minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS De Minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Mevr. F. MOERMAN Voor het Waalse Gewest : De Minister-President van de Waalse Regering, E. DI RUPO Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met de Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Gewestelijke Informatica, G. VANHENGEL

^