Etaamb.openjustice.be
Vergunning van 29 november 2012
gepubliceerd op 10 januari 2013

Verordening nr. 12-05 de organisatie van de Brusselse gemeenschapscentra, bekrachtigd bij Collegebesluit nr. 20122013-0169

bron
vlaamse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2012031864
pub.
10/01/2013
prom.
29/11/2012
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 NOVEMBER 2012. - Verordening nr. 12-05 de organisatie van de Brusselse gemeenschapscentra, bekrachtigd bij Collegebesluit nr. 20122013-0169


De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en wij, het college, bekrachtigen hetgeen volgt : VERORDENING HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Wettelijke basis

Artikel 1.Deze verordening regelt een aangelegenheid, bedoeld in artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet.

Begripsverklaring

Art. 2.De volgende begrippen worden in deze verordening gebruikt in de volgende betekenis : (a) Gemeenschapscentra Gemeenschapscentra zijn brede lokale en pluralistische instellingen in het Brussels hoofdstedelijk gewest, die zich richten tot de Nederlandstaligen en tot diegenen die aansluiting zoeken bij de Vlaamse gemeenschap.Het zijn lokale ankerpunten van het Nederlandstalig gemeenschapsleven. De Vlaamse Gemeenschapscommissie is de erkennende overheid van deze centra, die een werking ontplooien met het oog op gemeenschapsvorming, cultuurparticipatie en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale bevolking en met bijzondere aandacht voor culturele diversiteit. (b) VZW Gemeenschapscentrum De VZW Gemeenschapscentrum is de vereniging die het lokale gemeenschapscentrum bestuurt in functie van de werking, zoals bepaald in het convenant dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie afsluit met elk van de VZW's Gemeenschapscentrum.(c) Gemeenschapsforum De verenigingen, organisaties, instellingen, initiatieven, projecten en burgers uit de lokale gemeenschap, die aan de hand van verschillende methodieken en werkvormen, aangepast aan de lokale realiteit, worden geraadpleegd en actief bij de werking van het gemeenschapscentrum worden betrokken.Hun bijdragen vormen de basis voor de lokale invulling van de missie en doelstellingen van het gemeenschapscentrum. (d) Entiteit gemeenschapscentra De entiteit Gemeenschapscentra bestaat uit de 22 gemeenschapscentra en de staf van de entiteit.(e) Cultuurcentrum Brussel Onder de noemer Cultuurcentrum Brussel ontwikkelt de entiteit gemeenschapscentra voor de bovenlokale werking een inhoudelijk programma.(f) Lokaal cultuurbeleid Het cultuurbeleid zoals bij decreet geregeld, wordt door de lokale partners (het gemeenschapscentrum, de bibliotheek en de gemeentelijke dienst Nederlandstalige Cultuur) ontwikkeld en uitgewerkt in het lokaal cultuurbeleidsplan.Het cultuurbeleidsplan bestaat minimaal uit een gemeenschappelijke deel, waarin de samenwerking tussen de lokale partners wordt beschreven. (g) Gemeentelijk adviesorgaan voor cultuur De gemeentelijke cultuurraad die het lokaal cultuurbeleidsplan adviseert.(h) Werkjaar Het werkjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.(i) Beleidsplan Het beleidsplan van het gemeenschapscentrum beschrijft de invulling van de hierna omschreven algemene doelstellingen en heeft een duur van zes jaar. Doelstelling

Art. 3.Deze verordening heeft tot doel de relaties van de gemeenschapscentra met de lokale overheid en de erkennende overheid, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, alsmede hun samenhang, te organiseren zodat de doelstellingen van de gemeenschapscentra harmonieus en efficiënt kunnen gerealiseerd worden binnen de Vlaamse decreet- en regelgeving.

Art. 4.Het College sluit ter uitvoering van deze verordening met elke VZW Gemeenschapscentrum een convenant af. In deze convenant wordt bepaald welke werking het gemeenschapscentrum in het kader van het Cultuurcentrum Brussel realiseert, en welke infrastructurele, personele en financiële middelen de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter beschikking stelt. De wederzijdse rechten en plichten inzake het beheer van het gemeenschapscentrum worden hierin eveneens bepaald. HOOFDSTUK 2. - Het gemeenschapscentrum Algemene doelstellingen

Art. 5.§ 1. De Brusselse gemeenschapscentra realiseren samen Cultuurcentrum Brussel waarbij het sociaal-cultureel werk en het cultureel en educatief programma elkaar versterken. § 2. De gemeenschapscentra zijn sociaal-culturele organisaties die elk afzonderlijk en als geheel bijdragen aan de integrale leefkwaliteit in het Brussels hoofdstedelijk gewest.

Ze doen dit door een gemeenschapsvormende werking te ontplooien op vlak van - communicatie, onthaal en dienstverlening - culturele participatie, animatie en spreiding - educatie en permanente vorming Vanuit een integrale benadering van de lokale gemeenschap creëren ze dwarsverbindingen tussen de verschillende beleidsdomeinen.

Zij werken omgevingsgericht en benutten hierbij de kansen en netwerken uit het lokale werkveld. De gemeenschapscentra kunnen zowel netwerkontwikkelaars als netwerkactoren zijn. Ze ontwikkelen een open en laagdrempelige werking gericht op het realiseren en ontwikkelen van kansen op ontmoeting.

De gemeenschapscentra ontwikkelen een strategie om de lokale gemeenschap optimaal bij hun werking te betrekken. Ze hebben hierbij bijzondere aandacht voor de diversiteit inherent aan de stedelijke context.

De cruciale rol van de vrijwilligers wordt hierbij verankerd. § 3. In het kader van Cultuurcentrum Brussel ontwikkelen de gemeenschapscentra samen op vlak van cultuurspreiding, culturele productie en educatie een programma met bovenlokale uitstraling. Elk gemeenschapscentrum draagt hiertoe bij rekening houdend met de beschikbare infrastructurele, personele en financiële middelen.

Het beleidsplan

Art. 6.§ 1. Het gemeenschapscentrum werkt op basis van de hierboven genoemde algemene doelstellingen een beleidsplan uit. De concrete modaliteiten voor het indien van dit beleidsplan worden bepaald in het convenant, zoals vermeld in artikel 4 van deze verordening. § 2. In gemeenten met een lokaal cultuurbeleid wordt door de lokale partners (het gemeenschapscentrum, de bibliotheek en de gemeentelijke dienst Nederlandstalige Cultuur) een cultuurbeleidsplan ontwikkeld.

Het cultuurbeleidsplan bestaat minimaal uit een gemeenschappelijke deel, waarin de samenwerking tussen de lokale partners wordt beschreven. § 3. Het gemeenschappelijke deel van het cultuurbeleidsplan maakt integraal deel uit van het beleidsplan van het gemeenschapscentrum. HOOFDSTUK 3. - De VZW Gemeenschapscentrum

Art. 7.Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie erkent elke VZW Gemeenschapscentrum als de vereniging die op basis van de gestelde missie en doelstellingen de sociaal-culturele werking van het gemeenschapscentrum realiseert, voor de periode bepaald in artikel 12, indien zij voldoet aan de hierna bepaalde voorwaarden : 1° Het gemeenschapscentrum ontwikkelt activiteiten in het kader van de missie, gemeenschappelijk programma en algemene doelstellingen zoals geformuleerd in artikel 5 van deze verordening. Hiertoe zal elk werkjaar een inhoudelijk voortgangsrapport en een financiële afrekening, goedgekeurd door de algemene vergadering, waarvan de modaliteiten worden bepaald in het convenant, ingediend worden bij de administratie van het College. 2° De samenstelling van de VZW Gemeenschapscentrum is conform het artikel 9c (de zelfstandige vereniging van specialisten of gebruikers) van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact wordt toegepast.3° De VZW Gemeenschapscentrum bestuurt het gemeenschapscentrum volgens de wederzijdse rechten en plichten zoals geformuleerd in het convenant dat het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter uitvoering van deze verordening afsluit met de VZW Gemeenschapscentrum.

Art. 8.De Algemene Vergadering van de VZW Gemeenschapscentrum wordt als volgt samengesteld : § 1. Vertegenwoordigers van sociaal-culturele verenigingen, organisaties en instellingen (privaatrechtelijke en publieke) zowel als privépersonen, die een actieve betrokkenheid kunnen aantonen binnen het werkgebied van het gemeenschapscentrum. Per vereniging, organisatie of instelling worden maximum twee personen afgevaardigd. § 2. Een afgevaardigde van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zetelt als waarnemer in de algemene vergadering. § 3. Een afgevaardigde van de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, met name de Entiteitsverantwoordelijke van de entiteit Gemeenschapscentra, of zijn/haar delegatie, zetelt als waarnemer in de algemene vergadering § 4. Een afgevaardigde van het College van Burgemeester en Schepenen zetelt als waarnemer in de algemene vergadering.

Art. 9.De VZW Gemeenschapscentrum is bij de samenstelling van haar Algemene Vergadering gebonden door de volgende bijkomende bepalingen : § 1. Het aantal privépersonen kan max. één derde bedragen van het aantal afgevaardigden van de sociaal-culturele verenigingen, organisaties en instellingen (privé en publiek). § 2. De leden van de Algemene Vergadering wonen bij voorkeur in het Brussels hoofdstedelijk gewest. § 3. Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van artikel 3 van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact, wordt gevraagd aan alle leden van de Algemene Vergadering dat zij zich uitspreken te behoren tot een ideologische of filosofische strekking, of dat zij zich niet tot een strekking wensen te bekennen. § 4. Alle leden van de Algemene Vergadering onderschrijven de missie, de doelstellingen en het gemeenschappelijk programma van het gemeenschapscentrum.

Alle leden onderschrijven ook het verdraagzaamheidprincipe dat inhoudt : - Alle beginselen van de democratie en de grondwet na te leven en toe te passen. - Het samenwerkingsmodel tussen de verschillende gemeenschappen in het Brussels hoofdstedelijk gewest te ondersteunen. - Het harmonisch samenleven van de verschillende volkeren, rassen, culturen en godsdiensten binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest te helpen bevorderen.

Leden die via daden, woorden, handelingen of deelname aan publicaties kennelijk tegenstrijdig handelen met dit door hen ondertekend engagement, kunnen uit de vereniging gezet worden na een stemming waarbij het akkoord van twee derden van de aanwezige of vertegenwoordigde leden vereist is. § 5. Binnen de Algemene Vergadering wordt de representativiteit van elke vereniging, organisatie, instelling en privépersoon die vraagt om toe te treden tot de algemene vergadering, onderzocht aan de hand van een algemene leidraad die de wijze waarop dit onderzoek verloopt, bepaalt.

Art. 10.De Algemene Vergadering van de VZW Gemeenschapscentrum kiest een Raad van Bestuur van minimum 7 en maximum 15 effectieve leden, waarvan maximum 2/3 behorend tot hetzelfde geslacht.

De VZW Gemeenschapscentrum is bij haar samenstelling en bij de verkiezing van de functies in de Raad van Bestuur gebonden door de volgende bijkomende bepalingen : 1° De afgevaardigde van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de afgevaardigde van de administratie van het College en de afgevaardigde van het College van Burgemeester en Schepenen, die als waarnemer zetelen in de algemene vergadering, zetelen ook als waarnemer in de Raad van Bestuur.2° De functies van voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en penningmeester kunnen slechts worden opgenomen in één VZW Gemeenschapscentrum.De functie van voorzitter en minstens één van de andere functies wordt opgenomen door inwoners van het Brussels hoofdstedelijk gewest.

Art. 11.De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de inhoudelijke werking.

Initiatieven onder de noemer " gemeenschapsforum " vervullen een bijzondere rol om het draagvlak te vergroten, de betrokkenheid te stimuleren en het vrijwilligerswerk te ontwikkelen.

Inbreng uit raadpleging, inspraak en participatie vormt mede de basis voor de inhoudelijke strategische keuzes die door de Raad van Bestuur worden bepaald.

De Raad van Bestuur heeft in het bijzonder de opdracht aan te tonen dat de onder de noemer gemeenschapsforum georganiseerde initiatieven een neerslag vinden in het beleidsplan.

De Raad van Bestuur wordt hierbij ondersteund door de beroepskrachten.

Art. 12.De VZW Gemeenschapscentrum wordt om de 6 jaar opnieuw samengesteld. Zij moet uiterlijk binnen de zes maanden na de installatie van een nieuwe gemeenteraad opnieuw erkend worden.

De VZW Gemeenschapscentrum zal daartoe een aanvraagdossier indienen bij de administratie van het College waarvan de modaliteiten worden bepaald in het convenant tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de VZW Gemeenschapscentrum.

Art. 13.Binnen de perken van de begroting en volgens de voorwaarden bepaald in het convenant dat ter uitvoering van deze verordening wordt afgesloten tussen het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de VZW Gemeenschapscentrum, ontvangt elk erkende VZW Gemeenschapscentrum infrastructurele, personele en financiële middelen voor de werking van het gemeenschapscentrum. HOOFDSTUK 4. - Samenwerking en overleg

Art. 14.§ 1. Binnen de entiteit gemeenschapscentra worden doorheen een participatief ontwikkelingsproces met betrokken vrijwilligers-bestuurders en beroepskrachten, structurele samenwerkingsverbanden ontwikkeld tussen meerdere gemeenschapscentra. § 2. Doorheen een participatief ontwikkelingsproces met betrokken vrijwilligers-bestuurders en beroepskrachten worden er samenwerkingsverbanden ontwikkeld - over de beleidsdomeinen heen, - met de verschillende Brusselse gemeenschappen, - over de gemeenschaps-, gewest- en landsgrenzen heen. § 3. De staf van de entiteit begeleidt, ondersteunt en coördineert de inhoudelijke en zakelijke processen. § 4. Binnen de entiteit functioneren drie overlegfora : vrijwilligers-bestuurders, beroepskrachten en gebruikers. Zij hebben een klankbord- en signaalfunctie. Vrijwilligers-bestuurders en beroepskrachten ontwikkelen een gezamenlijke visie, die als basis dient voor de strategie van de 22 gemeenschapscentra als geheel. Alle overlegfora hebben tot doel inspraak en actieve participatie te versterken. § 5. Het bevoegd collegelid roept minimaal één keer per jaar de voorzitters van de VZW's Gemeenschapscentrum voor overleg samen. HOOFDSTUK 5. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 15.De verordening nr. 02/11 van 22 mei 2003 houdende de erkenning van de gemeenschapsraden en van de VZW's Gemeenschapscentrum in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgeheven.

Volgende bepaling blijft behouden : Het collegebesluit nr. 03/310 van 17 juli 2003 houdende de subsidieregeling voor de VZW's Gemeenschapscentrum in uitvoering van de Verordening nr. 02/11 van 22 mei 2003 houdende de erkenning van de gemeenschapsraden en en subsidiëring van de VZW's Gemeenschapscentrum van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in afwachting van een nieuwe subsidieregeling in het kader van de convenant.

Art. 16.§ 1. De VZW Gemeenschapscentrum behoudt de huidige samenstelling van de Algemene Vergadering en Raad van Bestuur tot 31 december 2014. § 2. De samenstelling, zoals bepaald in artikelen 8, 9 en 10 van deze verordening, is geldig tot 31 december 2018.

Art. 17.Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

Art. 18.Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zal ter uitvoering van deze verordening de nodige besluiten treffen.

Deze verordening wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

De collegeleden : B. DE LILLE B. GROUWELS G. VANHENGEL

^