Etaamb.openjustice.be
Wet van 02 juli 2010
gepubliceerd op 28 september 2010

Wet tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, en houdende diverse bepalingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2010003365
pub.
28/09/2010
prom.
02/07/2010
ELI
eli/wet/2010/07/02/2010003365/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

2 JULI 2010. - Wet tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, en houdende diverse bepalingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten

Art. 2.Artikel 2, eerste lid, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 april 2007, wordt aangevuld met de bepalingen onder 39° tot 41°, luidende : « 39° « CSRSFI » : het Comité voor systeemrisisco's en systeemrelevante financiële instellingen; 40° « systeemrelevante financiële instellingen » : a) kredietinstellingen, financiële holdings of gemengde financiële holdings respectievelijk in de zin van artikel 1, van artikel 49, § 1, 2°, en van artikel 49bis, § 1, 5°, van de wet van 22 maart 1993, waarvan het balanstotaal van de conform de International Financial Reporting Standards opgestelde geconsolideerde jaarrekening meer dan 150 miljard euro bedraagt, of waarvan het marktaandeel op de Belgische markt van het spaarwezen of van de kredietverlening meer dan 10 % bedraagt;b) verzekeringsondernemingen of verzekeringsholdings respectievelijk bedoeld in artikel 2 en in artikel 91bis, 9°, van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, waarvan het premie-incasso met betrekking tot de levensverzekerings- of de niet-levensverzekeringsactiviteiten minstens 10 % van de Belgische markt vertegenwoordigt;c) kredietinstellingen, financiële instellingen of daarmee gelijkgestelde instellingen die op het Belgische grondgebied een doorslaggevende rol spelen op het vlak van de bewaringsverrichtingen of verrekenings- of effectenafwikkelingsverrichtingen in de zin van artikel 2, 16° en 17°, van deze wet;d) door de Koning, door middel van een na overleg in de Ministerraad vastgesteld besluit, op voorstel van het CSRSFI aangewezen instellingen onder een statuut van prudentieel toezicht;41° « de wet van 22 maart 1993 » : de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.».

Art. 3.In dezelfde wet wordt een artikel 28ter ingevoegd, luidende : «

Art. 28ter.Op advies van de CBFA en na een open raadpleging kan de Koning, door middel van een na overleg in de Ministerraad vastgesteld besluit, bepalen in welke mate de bepalingen van de artikelen 26, 27, 28 en 28bis en de ter uitvoering van die artikelen genomen bepalingen van toepassing zijn op andere gereglementeerde ondernemingen in de zin van artikel 49bis, § 1, 3°, van de wet van 22 maart 1993, op een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten in de zin van artikel 4, 2°, van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten, op een verzekeringstussenpersoon in de zin van artikel 1, 3°, van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en de herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen, waarbij Hij het feit dat verzekeringscontracten aan cliënten worden aangeboden in aanmerking neemt. De Koning kan hierbij rekening houden met de stand van de harmonisatie van de betrokken reglementering binnen de Europese Gemeenschap.

Een met toepassing van het eerste lid genomen besluit verliest alle uitwerking zo het uiterlijk 24 maanden na de datum van inwerkingtreding ervan, niet bij wet wordt bekrachtigd. »

Art. 4.Artikel 29 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/05/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007003215 bron federale overheidsdienst financien Wet op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen sluiten, wordt aangevuld met de bepaling onder 5°, luidende : « 5° regels bepalen die marktdeelnemers moeten naleven bij de handel in financiële instrumenten in de zin van artikel 25, § 3, 1°, ter verbetering van de transparantie en de goede werking van de financiële markten, waarbij Hij rekening kan houden met de stand van de harmonisatie van de betrokken reglementering binnen de Europese Gemeenschap. »

Art. 5.Artikel 35, § 1, 1°, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 2 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/05/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007003215 bron federale overheidsdienst financien Wet op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen sluiten, wordt vervangen als volgt : « 1° om haar toezichtsopdracht bedoeld in artikel 33 uit te oefenen, om toe te zien op de naleving van de artikelen 39 en 40, en om te verifiëren of beleggingsdiensten niet illegaal worden geleverd; ».

Art. 6.In artikel 45 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2009 pub. 19/01/2010 numac 2009003476 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen sluiten, wordt paragraaf 2 opgeheven.

Art. 7.In artikel 48 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 7° opgeheven;2° paragraaf 2 wordt aangevuld met twee leden, luidende : « Tijdens de vijf jaar die hun benoeming voorafgaan, mogen de leden van de raad van toezicht geen deel hebben uitgemaakt van een ander orgaan van de CBFA dan de raad van toezicht, of van haar personeel. Tijdens de vijf jaar die zijn benoeming voorafgaan, mag de voorzitter van de raad van toezicht geen deel hebben uitgemaakt van een orgaan van de CBFA of van haar personeel. »; 3° paragraaf 6 wordt opgeheven.

Art. 8.In dezelfde wet wordt een artikel 48bis ingevoegd, luidende : «

Art. 48bis.§ 1. De sanctiecommissie oordeelt over het opleggen van de administratieve geldboetes door de CBFA en het CSRSFI. Deze sanctiecommissie bestaat uit 10 leden, aangeduid door de Koning : 1° twee staatsraden of erestaatsraden, aangeduid op voordracht van de eerste voorzitter van de Raad van State;2° twee raadsheren bij het Hof van Cassatie of ereraadsheren bij het Hof van Cassatie aangeduid op voordracht van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie;3° twee magistraten die geen raadsheren bij het Hof van Cassatie of bij het hof van beroep te Brussel zijn;4° vier andere leden. § 2. De voorzitter wordt door de leden van de sanctiecommissie gekozen uit de in de bepalingen onder 1°, 2° en 3° vermelde personen.

Binnen de sanctiecommissie kunnen er secties worden opgericht van vijf leden, die worden voorgezeten door een van de in de bepalingen onder 1°, 2° en 3° vermelde personen. § 3. Tijdens de vijf jaar die hun benoeming voorafgaan, mogen de leden van de sanctiecommissie geen deel hebben uitgemaakt van een ander orgaan van de CBFA dan de raad van toezicht, of van haar personeel, of van het CSRSFI. In de loop van hun mandaat mogen de leden noch effecten aanhouden van een aan het permanente toezicht van de CBFA onderworpen onderneming, ongeacht of die effecten het kapitaal van die onderneming al dan niet vertegenwoordigen, noch enige functie of mandaat uitoefenen in een aan het permanente toezicht van de CBFA onderworpen onderneming of in een beroepsvereniging die de aan het toezicht van de CBFA onderworpen ondernemingen vertegenwoordigt, noch diensten verstrekken ten gunste van een beroepsvereniging die de aan het toezicht van de CBFA onderworpen ondernemingen vertegenwoordigt. Het verbod geldt niet voor de rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging en voor de effecten die worden gehouden in het kader van een discretionair beheersmandaat dat aan een professionele derde is toevertrouwd, op voorwaarde dat in dit mandaat is bepaald dat de cliënt zich op geen enkele wijze inlaat met het beheer door de mandataris, en dat deze laatste de opdrachtgever niet raadpleegt over de keuze van in deze paragraaf bedoelde individuele effecten.

Het mandaat van de leden van de sanctiecommissie heeft een duur van zes jaar en is hernieuwbaar. Bij gebreke van herbenoeming blijven de leden in functie tot de sanctiecommissie voor het eerst in haar nieuwe samenstelling bijeenkomt.

Indien een zetel van een lid van de sanctiecommissie om welke reden ook openvalt, wordt overgegaan tot de vervanging van dat lid voor de verdere duur van het mandaat.

De sanctiecommissie wordt om de drie jaar voor de helft hernieuwd volgens door de Koning vastgestelde regels. Het mandaat begint te lopen vanaf de datum van de eerste vergadering van de commissie.

De sanctiecommissie, of een van haar secties, kan geldig beslissen als twee van haar leden en haar voorzitter aanwezig zijn. Wanneer haar voorzitter verhinderd is, kan zij geldig beslissen als drie van haar leden aanwezig zijn. De leden van de sanctiecommissie kunnen niet beraadslagen in een aangelegenheid waarin zij een persoonlijk belang hebben dat hun oordeel zou kunnen beïnvloeden.

De Koning bepaalt het bedrag van de vergoeding die wordt toegekend aan de leden van de sanctiecommissie, op basis van de dossiers waarover zij zullen hebben beraadslaagd. Hij bepaalt eveneens de bezoldiging van de voorzitter van de sanctiecommissie.

De sanctiecommissie legt in een reglement van inwendige orde de procedureregels vast die van toepassing zullen zijn op de behandeling van de sanctiedossiers en legt dit ter goedkeuring aan de Koning voor. »

Art. 9.In artikel 49 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 3 wordt aangevuld met twee leden, luidende : « Op advies van de raad van toezicht en van de Raad voor het Verbruik, opgericht bij het koninklijk besluit van 20 februari 1964 tot oprichting van een Raad voor het Verbruik, bepaalt het directiecomité, onverminderd de bevoegdheden van de minister die de Economie onder zijn bevoegdheden heeft, reglementen die, rekening houdend met de belangen van de consumenten van financiële diensten, een verbod dan wel beperkende voorwaarden kunnen bevatten voor de verhandeling van retailbeleggingsproducten, of de transparantie over de tarifering en de administratiekosten van dergelijke producten bevorderen.Deze reglementen kunnen de betrokken wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende technische punten aanvullen.

Onverminderd de toepassing van artikel 93, wordt het eensluidend advies van het CSRSFI gevraagd in de gevallen als bepaald bij koninklijk besluit genomen op advies van het CSRSFI, en voor zover de in het eerste lid bedoelde reglementen en maatregelen betrekking hebben op systeemrelevante financiële instellingen en een systemische strekking hebben. »; 2° in paragraaf 6 wordt het achtste lid opgeheven;3° paragraaf 9 wordt vervangen als volgt : « § 9.Het directiecomité gaat minstens eenmaal per jaar over tot open raadpleging over de kwaliteit van de informatie die wordt verstrekt door alle of sommige van de in artikel 45, § 1, bedoelde instellingen en ondernemingen en op de inachtneming van alle of sommige van de in artikel 45, § 1, 3° en 4°, bedoelde regels over de bescherming van de belangen van de beleggers en de spaarders. Deze raadpleging vindt plaats overeenkomstig artikel 64, tweede lid. »

Art. 10.Artikel 50 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende : « § 3. De voorzitter van het directiecomité coördineert de samenwerking van de CBFA met andere overheidsinstellingen en -instanties, onverminderd hoofdstuk IV. Hij brengt hierover geregeld verslag uit bij het directiecomité. »

Art. 11.Artikel 51 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende : « § 5. De onderzoeken bedoeld in artikel 70 worden gevoerd door de secretaris-generaal.

Daartoe voert hij de titel van auditeur en oefent hij de bevoegdheden uit die aan de CBFA zijn toegewezen. »

Art. 12.Artikel 52 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 52.Het mandaat van de leden en de voorzitter van de raad van toezicht, van de leden en de voorzitter van het directiecomité alsook van de secretaris-generaal, loopt af wanneer zij de volle leeftijd van vijfenzestig jaar bereiken. »

Art. 13.In artikel 53, § 1, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, worden de woorden « , lid van de raad van toezicht, lid van de sanctiecommissie » ingevoegd tussen de woorden « secretaris-generaal » en « of lid van het directiecomité van de CBFA ».

Art. 14.In artikel 54 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : « Inzonderheid wordt voorzien in de oprichting van een dienst die instaat voor de naleving van de gedragsregels bedoeld in de artikelen 26, 27, 28 en 28bis en in de bepalingen die ter uitvoering van deze artikelen zijn genomen, evenals van een departement dat belast is met de relaties met de spaarders en onder meer instaat voor de informatieverstrekking aan en de bescherming van de belangen van de consument van financiële diensten. »

Art. 15.Het opschrift van afdeling 5 van hoofdstuk III, gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, wordt vervangen als volgt : « Procedureregels voor het opleggen van administratieve geldboetes ».

Art. 16.Artikel 70 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 70.§ 1. De auditeur beslist tot het openen van een onderzoek aangaande feiten die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een administratieve geldboete. Hij brengt de voorzitter hiervan op de hoogte. Hij duidt een of meerdere medewerkers van de CBFA aan om het onderzoek te voeren. § 2. Nadat het onderzoek is afgerond, wordt een onderzoeksverslag opgesteld dat aanduidt of de vastgestelde feiten een inbreuk kunnen vormen die aanleiding kan geven tot de oplegging van een administratieve geldboete, dan wel of zij een strafrechtelijke inbreuk kunnen vormen. De auditeur stuurt een kopie van het relaas der feiten aan de betrokken partijen die over een termijn van een maand beschikken om hun opmerkingen kenbaar te maken. De auditeur brengt het directiecomité op de hoogte van het definitief verslag. »

Art. 17.Artikel 71 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 71.§ 1. Het directiecomité beslist over de gevolgen dat het aan het onderzoeksverslag verleent. § 2. Indien het directiecomité beslist om een procedure in te stellen die kan leiden tot de oplegging van een administratieve geldboete, stelt het de betrokken partijen in kennis van de grieven en legt het hen het onderzoeksverslag over.

Het directiecomité maakt de kennisgeving van de grieven over aan de voorzitter van de sanctiecommissie. § 3. Het directiecomité kan, voordat de grieven ter kennis worden gebracht, een minnelijke schikking aanvaarden voor zover de betrokken personen hebben meegewerkt aan het onderzoek en zij voorafgaandelijk met die minnelijke schikking hebben ingestemd. Alle minnelijke schikkingen worden gepubliceerd op de website van de CBFA. Deze publicatie kan niet-nominatief zijn. Bedragen die in het kader van minnelijke schikkingen worden betaald, worden ten voordele van de Schatkist geïnd door de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen. § 4. Indien het directiecomité beslist een dossier zonder gevolg te klasseren, geeft het de betrokken personen kennis van deze beslissing.

Het directiecomité kan deze beslissing openbaar maken. § 5. In de in paragraaf 2 bedoelde gevallen, maakt het directiecomité, indien één van de in een kennisgeving vermelde grieven een strafrechtelijke inbreuk kan uitmaken, deze kennisgeving over aan de procureur des Konings. Het directiecomité kan beslissen om deze beslissing openbaar te maken.

Wanneer de procureur des Konings beslist een strafvordering in te stellen met betrekking tot de feiten waarop de kennisgeving van de grieven betrekking heeft, stelt hij de CBFA daar onverwijld van in kennis. De procureur des Konings kan aan de CBFA ambtshalve of op verzoek van deze laatste, een kopie bezorgen van alle stukken die verband houden met de procedure met betrekking tot de feiten die zijn overgemaakt.

Tegen de beslissing van het directiecomité om een kennisgeving van de grieven over te leggen aan de procureur des Konings, of om deze beslissing openbaar te maken, of om een minnelijke schikking te aanvaarden, kan geen beroep worden aangetekend. § 6. Het directiecomité kan de in dit artikel bedoelde beslissingsbevoegdheid geheel of gedeeltelijk delegeren aan een gespecialiseerd comité dat is samengesteld uit de voorzitter en twee van zijn leden. »

Art. 18.Artikel 72 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 72.§ 1. De personen aan wie de grieven ter kennis werden gebracht, beschikken over een termijn van twee maanden om hun opmerkingen met betrekking tot de grieven, schriftelijk over te leggen aan de voorzitter van de sanctiecommissie. In bijzondere omstandigheden kan de voorzitter van de sanctiecommissie deze termijn verlengen. § 2. Deze personen kunnen bij de sanctiecommissie een kopie verkrijgen van de dossierstukken. Zij kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat naar hun keuze.

Zij kunnen tevens vragen om een lid van de sanctiecommissie te wraken indien zij twijfels hebben over zijn onpartijdigheid. § 3. De sanctiecommissie kan aan de betrokken personen een administratieve geldboete opleggen na een procedure op tegenspraak.

Het bedrag van de geldboete moet worden vastgesteld in functie van de ernst van de gepleegde inbreuken en moet in verhouding staan tot de voordelen of de winst die eventueel uit deze inbreuken is gehaald.

De sanctiecommissie beslist bij gemotiveerde beslissing. Er kunnen geen sancties worden uitgesproken zonder dat de betrokken persoon of zijn vertegenwoordiger gehoord geweest is, of, bij ontstentenis, behoorlijk opgeroepen geweest is. Het directiecomité wordt tijdens de hoorzitting vertegenwoordigd door de persoon van zijn keuze en kan zijn opmerkingen kenbaar maken.

De beslissing van de sanctiecommissie wordt per aangetekende brief betekend aan de betrokken personen. De kennisgevingsbrief vermeldt de rechtsmiddelen, de bevoegde instanties om er kennis van te nemen, alsook de vorm en termijnen die moeten worden geëerbiedigd; zo niet, gaat de verjaringstermijn voor het instellen van beroep niet in.

De sanctiecommissie maakt haar beslissingen nominatief bekend op de website van de CBFA, tenzij deze bekendmaking de financiële markten ernstig dreigt te verstoren of een onevenredig nadeel dreigt te berokkenen aan de betrokken personen. In laatstgenoemd geval wordt de beslissing niet-nominatief bekendgemaakt op de website van de CBFA. Indien een beroep is ingesteld tegen de sanctiebeslissing, wordt zij niet-nominatief bekendgemaakt in afwachting van de uitslag van de gerechtelijke procedures.

De beslissingen van de sanctiecommissie worden meegedeeld aan de voorzitter van het directiecomité die de leden van dit comité hiervan op de hoogte brengt. In geval van beroep tegen de beslissingen van de sanctiecommissie, wordt de CBFA vertegenwoordigd door de voorzitter van het directiecomité en, in zijn afwezigheid, door de ondervoorzitter of twee leden van het directiecomité die gezamenlijk optreden. »

Art. 19.Artikel 73 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 73.De door de sanctiecommissie opgelegde administratieve geldboetes die definitief zijn geworden, en de minnelijke schikkingen die zijn afgesloten vooraleer de strafrechter zich definitief over dezelfde feiten of samenhangende feiten heeft uitgesproken, worden aangerekend op het bedrag van elke strafboete die voor deze feiten ten aanzien van dezelfde persoon wordt uitgesproken. »

Art. 20.In artikel 74 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201507 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 26 maart 2003 houdende oprichting van een Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring en houdende bepalingen inzake het waardevast beheer van in beslag genomen goederen en de uitvoering van bepaalde vermogenssancties type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003223 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, in uitvoering van de richtlijn 2006/84/EG van de Commissie van 23 oktober 2006 type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007002124 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest betreffende het administratieve en financiële beheer van de provinciale coördinaties voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de leden van de sanctiecommissie, » ingevoegd tussen de woorden « de leden van de raad van toezicht, » en de woorden « de secretaris-generaal »;2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « De CBFA kan de beslissing om bij de gerechtelijke overheden aangifte te doen van strafrechtelijke misdrijven, openbaar maken.».

Art. 21.Artikel 75, § 1, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2009 pub. 19/01/2010 numac 2009003476 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen sluiten, wordt aangevuld met een bepaling onder 19°, luidende : « 19° aan het CSRSFI. ».

Art. 22.In dezelfde wet wordt, na artikel 87, een hoofdstuk IV ingevoegd, dat de artikelen 88 tot 108, opgeheven bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, herstelt en dat als volgt luidt : « HOOFDSTUK IV. - Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante financiële instellingen

Art. 88.Het CSRSFI is een autonome instelling met rechtspersoonlijkheid en met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

Art. 89.§ 1. Het CSRSFI heeft als opdracht bij te dragen tot het behoud van de stabiliteit van het financiële stelsel en in het bijzonder : 1° het monitoren van het financiële systeem om te kunnen tussenkomen bij het vaststellen van mogelijke bedreigingen voor de stabiliteit van het systeem;2° het adviseren van de federale regering en het federale parlement over maatregelen die noodzakelijk zijn voor of bijdragen tot de stabiliteit, de deugdelijke werking en de doelmatigheid van 's lands financiële stelsel;3° de coördinatie van het crisisbeheer;4° het toezien op de systeemrelevante financiële instellingen en met name het instaan voor de opvolging en de beoordeling van de strategische evoluties en het risicoprofiel van deze instellingen;5° het zich verzekeren van de informatie-uitwisseling en de beleidscoördinatie tussen de NBB en de CBFA;6° het bijdragen tot de voormelde opdrachten op internationaal en Europees niveau wat de samenwerking met de Europese Raad voor Systeemrisisco's betreft. § 2. De adviezen, bedoeld in de eerste paragraaf, kunnen openbaar worden gemaakt.

Art. 90.§ 1. In afwijking van artikel 45 en van de specifieke bepalingen van de toepasselijke controlewetten, is het CSRSFI exclusief bevoegd voor het nemen van de administratieve beslissingen die betrekking hebben op het prudentieel toezicht op de systeemrelevante financiële instellingen, met inbegrip van uitzonderlijke herstelmaatregelen en de dwangsommen zoals bepaald in de sectorale wetgevingen. Voor de uitoefening van deze bevoegdheid steunt het CSRSFI op de diensten van de CBFA of van de NBB naargelang hun respectieve bevoegdheden. Deze laatsten zijn belast met de uitvoering van de betrokken beslissingen, in hun respectieve bevoegdheidssfeer. § 2. Het CSRSFI kan zich verzetten tegen de strategische beslissingen van systeemrelevante financiële instellingen indien deze in strijd zouden zijn met het gezond en voorzichtig beleid van de systeemrelevante financiële instelling of indien deze een belangrijke negatieve invloed zouden kunnen hebben op de stabiliteit van het financiële stelsel.

De systeemrelevante financiële instellingen dienen daartoe hun strategische beslissingen mee te delen aan de CBFA en/of de NBB, die deze onverwijld en ten laatste binnen 24 uur ter informatie overlegt aan het CSRSFI. Het CSRSFI spreekt zich uit binnen een termijn van twee maanden na ontvangst door de CBFA of de NBB van een volledig dossier dat de strategische beslissing onderbouwt.

Onder strategische beslissingen worden de andere beslissingen verstaan dan deze bedoeld in paragraaf 1 die betrekking hebben op strategische investeringen, deelnemingen of samenwerkingsrelaties van de systeemrelevante financiële instelling; als strategische investeringen, deelnemingen of samenwerkingsrelaties worden met name de beslissingen bedoeld tot aankoop of oprichting van een andere instelling, tot oprichting van een joint venture, tot vestiging in een andere staat, tot het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst, tot het inbrengen of het kopen van een bedrijfstak, tot het aangaan van een fusie of een splitsing, in zoverre die beslissingen het balanstotaal of het totaal van de geconsolideerde inkomsten van de instelling met meer dan 10 % kunnen wijzigen, dan wel een investering van minstens 5 % van haar kapitaal en reserves vertegenwoordigen.

De Koning kan, op voorstel van het CSRSFI, de lijst van de beslissingen die voor de toepassing van dit artikel als strategisch moeten worden beschouwd, uitbreiden of preciseren. § 3. Wanneer het CSRSFI van oordeel is dat een systeemrelevante financiële instelling een onaangepast risicoprofiel heeft of wanneer het beleid van deze instelling een negatieve impact kan hebben op de stabiliteit van het financiële stelsel, kan het aan de betrokken instelling bijzondere vereisten opleggen inzake solvabiliteit, liquiditeit, risicoconcentratie en risicoposities. § 4. Wanneer het CSRSFI in het kader van de uitoefening van zijn eigen toezichtsopdrachten feiten vaststelt die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een administratieve geldboete, kan het CSRSFI de CBFA gelasten een onderzoek te openen op basis van de regels bepaald bij artikel 70.

Het onderzoeksverslag wordt overgelegd aan het CSRSFI dat beslist over de gevolgen dat het eraan verleent met toepassing van de bepalingen van artikel 71. In geval de grieven ter kennis worden gebracht, wordt het dossier voor beslissing overgelegd aan de in artikel 48 bedoelde sanctiecommissie die beslist volgens de in de artikelen 72 en 73 bepaalde procedureregels.

Art. 91.Teneinde zijn bevoegdheden bepaald bij de artikelen 89 en 90 te kunnen uitoefenen, bezorgt elke systeemrelevante financiële instelling het CSRSFI een overzicht van de ontwikkelingen met betrekking tot haar bedrijfsactiviteiten, haar risicopositie en haar financiële positie.

Het CSRSFI bepaalt de inhoud van de informatie die het moet ontvangen evenals de frequentie en de modaliteiten van deze verslaggeving.

Art. 92.Het CSRSFI verleent de in artikel 49, § 3, bedoelde eensluidende adviezen.

Art. 93.Voor de aangelegenheden waarvoor het exclusief bevoegd is, kan het CSRSFI reglementen vaststellen ter aanvulling van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende technische punten.

Zonder afbreuk te doen aan de raadpleging waarin in andere wetten of reglementen is voorzien, kan het CSRSFI, overeenkomstig de procedure van de open raadpleging, de inhoud van elk reglement dat het overweegt vast te stellen, toelichten in een consultatienota en deze op zijn website bekendmaken voor eventuele opmerkingen van belanghebbende partijen.

De reglementen van het CSRSFI hebben slechts uitwerking na goedkeuring door de Koning en na bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. De Koning kan deze reglementen wijzigen of in de plaats van het CSRSFI optreden indien het nalaat die reglementen vast te stellen.

Art. 94.§ 1. De CBFA en de NBB delen het CSRSFI alle informatie mee die nuttig of noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn opdrachten.

Het CSRSFI kan de CBFA en de NBB verzoeken hem alle informatie mee te delen die nuttig of noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn opdrachten.

Het CSRSFI kan in het bijzonder eisen dat de CBFA en de NBB hem een dossier voorleggen dat betrekking heeft op de bevoegdheden waarin de artikelen 89 en 90 voorzien.

In het kader van de uitoefening van zijn opdracht kan het CSRSFI de CBFA en de NBB ook vragen om bijkomende onderzoeksdaden te stellen of hem bijkomende informatie te bezorgen.

In geval van hoogdringendheid en voor zover de gevraagde informatie niet beschikbaar is bij de CBFA of de NBB, kan het CSRSFI zich rechtstreeks wenden tot de syteemrelevante financiële instellingen met het verzoek hem de betrokken informatie te bezorgen. § 2. Indien een instelling de gevraagde informatie niet heeft verstrekt bij het verstrijken van de vastgestelde termijn of indien zij binnen de vooropgestelde termijnen niet heeft voldaan aan de in artikel 91 opgelegde rapporteringsverplichtingen, kan het CSRSFI de instelling, na haar gehoord of ten minste opgeroepen te hebben, een dwangsom opleggen van maximum 50.000 euro per dag vertraging. § 3. Tegen de met toepassing van artikel 90, §§ 1 tot 3, genomen beslissingen van het CSRSFI kan op dezelfde wijze beroep worden ingesteld als wanneer de beslissingen door de CBFA of de NBB zouden zijn genomen. De CBFA of de NBB staan in voor de voorbereiding van de verdediging in rechte van de beslissingen van het CSRSFI en nemen de uitgaven voor die verdediging voor hun rekening.

Art. 95.§ 1. Het CSRSFI is samengesteld uit de leden van het directiecomité van de CBFA en van de NBB, en een door de minister aangesteld lid van de FOD Financiën, dat als waarnemer zetelt. § 2. Het CSRSFI wordt voorgezeten door de gouverneur van de NBB. Het ondervoorzitterschap wordt, naar gelang het geval, waargenomen door de voorzitter of de ondervoorzitter van het directiecomité van de CBFA. De voorzitter en de ondervoorzitter van het CSRSFI behoren tot een verschillende taalrol.

Art. 96.§ 1. Het CSRSFI komt bijeen telkens wanneer de voorzitter of twee van zijn leden dit noodzakelijk achten. § 2. Het CSRSFI kan slechts geldig beslissen indien vijf leden aanwezig zijn. De beslissingen worden genomen met meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 3. De beraadslagingen van het CSRSFI worden genotuleerd. De notulen worden ondertekend door alle aanwezige leden. § 4. In spoedeisende gevallen die worden vastgesteld door de voorzitter, kan het CSRSFI, behoudens voor het vaststellen van reglementen, beslissingen nemen via een schriftelijke procedure of een vocaal telecommunicatiesysteem, conform de ter zake geldende nadere regels die in zijn inrichtingsreglement zijn vastgelegd.

Art. 97.§ 1. Het CSRSFI wordt ten aanzien van derden en in rechte vertegenwoordigd door zijn voorzitter, of indien deze verhinderd is, door zijn ondervoorzitter. § 2. De voorzitter van het CSRSFI is belast met het dagelijks bestuur van het secretariaat.

Art. 98.Het CSRSFI kan een inrichtingsreglement goedkeuren waarin de regels voor zijn werking en interne organisatie zijn vastgelegd en legt dit aan de Koning ter goedkeuring voor. Dit reglement wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Art. 99.Personeelsleden van de NBB en de CBFA kunnen bij het CSRSFI worden gedetacheerd, onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten die zijn vastgelegd in een protocol dat tussen de betrokken instellingen wordt gesloten.

Art. 100.§ 1. Het CSRSFI, de leden van zijn organen en zijn personeelsleden, alsook de personen die de voornoemde functies voorheen hebben uitgeoefend, zijn gebonden door het beroepsgeheim en mogen de vertrouwelijke informatie waarvan zij kennis hebben gekregen bij de uitoefening van hun taken, niet onthullen, aan welke persoon of autoriteit ook.

Onverminderd het eerste lid, mag het CSRSFI vertrouwelijke informatie meedelen : 1° aan de CBFA en aan de NBB;2° tijdens een getuigenis in rechte in strafzaken;3° voor de aangifte van strafrechtelijke misdrijven bij de gerechtelijke autoriteiten, met dien verstande dat artikel 29 van het Wetboek van strafvordering niet van toepassing is op de personen bedoeld in het eerste lid;4° in het kader van administratieve of gerechtelijke beroepsprocedures tegen de handelingen of beslissingen van het CSRSFI en in elk ander rechtsgeding waarbij het CSRSFI partij is;5° in beknopte of samengevoegde vorm zodat individuele natuurlijke of rechtspersonen niet kunnen worden geïdentificeerd;6° aan de Europese Raad voor Systeemrisico's. § 2. De leden van het CSRSFI, de personeelsleden bedoeld in artikel 100 en de personeelsleden van de NBB die enige samenwerkingsopdracht met het CSRSFI vervullen, dienen de deontologische code na te leven die wordt goedgekeurd door de Regentenraad van de NBB en de raad van toezicht van de CBFA.

Art. 101.De werkingskosten van het CSRSFI komen ten laste van de begroting van de CBFA en de NBB, volgens de modaliteiten bepaald door de Koning op advies van het CSRSFI.

Art. 102.Elk semester maakt het CSRSFI een verslag over aan de minister. De voorzitter van het CSRSFI maakt jaarlijks een verslag over aan de Ministerraad.

In het halfjaarlijks verslag aan de minister onderzoekt het CSRSFI de evolutie van de financiële markten en analyseert het de soliditeit en het risicoprofiel van de systeemrelevante financiële instellingen alsmede de potentiele systeemrisico's.

Art. 103.Het CSRSFI oefent zijn opdrachten uitsluitend in het algemeen belang uit. Het CSRSFI, de leden van zijn organen en zijn personeelsleden zijn niet burgerlijk aansprakelijk voor hun beslissingen, handelingen of gedragingen in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdrachten, behalve in geval van bedrog of zware fout.

Art. 104.Het CSRSFI publiceert op zijn website een lijst met de systeemrelevante financiële instellingen.

Art. 105.§ 1. De Koning kan, na advies van het CSRSFI, ingeval zich een plotse crisis voordoet op de financiële markten of in geval van een ernstige dreiging van een systemische crisis, teneinde de omvang of de gevolgen ervan te beperken : 1° aanvullende of afwijkende reglementen vaststellen ten opzichte van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, Boek VIII, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, van het Wetboek van vennootschappen en het koninklijk besluit nr.62 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II sluiten0; 2° in een systeem voorzien waarbij een staatswaarborg wordt verleend voor verbintenissen die zijn aangegaan door de krachtens voornoemde wetten aan toezicht onderworpen instellingen die Hij bepaalt, of de staatswaarborg toekennen aan bepaalde schuldvorderingen gehouden door dergelijke instellingen;3° in een systeem voorzien, in voorkomend geval door middel van reglementen vastgesteld overeenkomstig de bepaling onder 1°, van toekenning van de staatswaarborg voor de terugbetaling aan vennoten die natuurlijke personen zijn, van hun deel in het kapitaal van coöperatieve vennootschappen, erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot erkenning van de nationale groeperingen van coöperatieve vennootschappen en van de coöperatieve vennootschappen, die instellingen zijn onderworpen aan toezicht krachtens voornoemde wetten of waarvan minstens de helft van het vermogen is geïnvesteerd in dergelijke instellingen;4° in een systeem voorzien van toekenning van de dekking door de Staat van verliezen opgelopen op bepaalde activa of financiële instrumenten door krachtens voornoemde wetten aan toezicht onderworpen instellingen;5° in een systeem voorzien van toekenning van de staatswaarborg voor verbintenissen aangegaan door entiteiten waarvan de activiteit bestaat in het verwerven en beheren van bepaalde activa gehouden door krachtens voornoemde wetten aan toezicht onderworpen instellingen;6° alsook de staatswaarborg toekennen voor verbintenissen aangegaan door de Gemeentelijke Holding NV. De koninklijke besluiten genomen krachtens het eerste lid, 1°, hebben geen gevolg meer indien zij niet worden bekrachtigd door de wet binnen twaalf maanden vanaf hun datum van inwerkingtreding. De bekrachtiging werkt terug tot op de datum van inwerkingtreding van de koninklijke besluiten. De koninklijke besluiten genomen op grond van het eerste lid, 2° tot 6°, worden overlegd in de Ministerraad. § 2. De instellingen die aan toezicht zijn onderworpen krachtens de toezichtwetten bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, zijn, voor de toepassing van paragraaf 1, eerste lid, 2° tot 5°, de financiële holdings die zijn ingeschreven op de lijst bedoeld in artikel 13, vierde lid, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de gemengde financiële holdings, de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de verzekeringsondernemingen alsook hun rechtstreekse of onrechtstreekse dochtervennootschappen.

Art. 106.De Koning bepaalt de modaliteiten van de samenvoeging van de verschillende activiteiten in het kader van de samenwerking tussen de NBB en de CBFA. »

Art. 23.In dezelfde wet wordt hoofdstuk IV, hernummerd bij de wet van 2 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/05/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007003215 bron federale overheidsdienst financien Wet op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen sluiten en dat de artikelen 117 tot 119 bevat, opgeheven.

Art. 24.In artikel 121, § 2, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/05/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007003285 bron federale overheidsdienst financien Wet tot opheffing van artikel 8 van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, en tot wijziging van artikel 121 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, worden het vierde en het vijfde lid opgeheven.

Art. 25.Artikel 122, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2009 pub. 19/01/2010 numac 2009003477 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot instelling van de vordering tot staking van de inbreuken op de wet van 10 december 2009 betreffende de betalingsdiensten type wet prom. 22/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009003483 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en diverse bepalingen sluiten, wordt aangevuld met de bepaling onder 43°, luidende : « 43° door de systeemrelevante financiële instelling tegen de beslissingen van het CSRSFI die krachtens artikel 90 zijn genomen. » HOOFDSTUK 3. - Diverse bepalingen

Art. 26.§ 1. Teneinde de structuren inzake het toezicht op de financiële sector te laten evolueren, neemt de Koning voor 30 september 2010, door middel van een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, alle nodige maatregelen teneinde : 1° de opdrachten van de NBB uit te breiden door daarin de volgende bevoegdheden op te nemen : a) de bevoegdheden en opdrachten van het CSRSFI, voor wat het toezicht van prudentiële aard betreft, zoals bedoeld in de artikelen 89 en 90 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II sluiten;b) de bevoegdheden en opdrachten van de CBFA, bedoeld in artikel 45, § 1, 1°, 6°, 10° en 13°, en eventueel 11° en 12°, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II sluiten wat betreft het toezicht van prudentiële aard op de kredietinstellingen met inbegrip van de instellingen voor elektronisch geld zoals gedefinieerd in artikel 1, derde lid, van de wet van 22 maart 2003 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de verzekeringsondernemingen, de beleggingsondernemingen met het statuut van beursvennootschap, de herverzekeringsondernemingen, de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, de verrekeningsinstellingen, de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen en de betalingsinstellingen in de zin van titel II van de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2009 pub. 19/01/2010 numac 2009003476 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen sluiten betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen, met uitzondering van het toezicht op de gedragsregels die gelden op de markt van het sparen, het beleggen, de pensioenen en de verzekeringen, waarvoor de CBFA de bevoegde autoriteit is;2° de NBB toe te laten één of verschillende juridische entiteiten op te richten waarvan het doel bestaat in het uitoefenen van alle of een deel van de bevoegdheden bedoeld in de bepaling onder 1° en van een deel van de opdrachten toebedeeld aan de NBB door de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België en de opdrachten, de organen, de benaming, de financieringsmodaliteiten evenals alle andere modaliteiten noodzakelijk om de goede werking van deze entiteiten te verzekeren, te bepalen;3° de overdracht aan de NBB of aan de in de bepaling onder 2° bedoelde juridische entiteiten te regelen van de personeelsleden van de NBB of van de CBFA die belast zijn met de aan de NBB of aan de betrokken juridische entiteiten toebedeelde opdrachten, met dien verstande dat de juridische entiteit waaraan de personeelsleden op deze wijze worden overgedragen, louter door deze overdracht, alle rechten en verplichtingen overneemt die voortvloeien uit de wet of de arbeidscontracten en de collectief gesloten of toegepaste arbeidsvoorwaarden, die op de overdrachtsdatum bestaan bij de entiteit die de betrokken personeelsleden overdraagt, met inbegrip van de op grond van hun arbeidsprestaties verworven anciënniteit bij de overdragende entiteit en de voordelen die voortvloeien uit de op hen toepasselijke pensioenregeling, inclusief de aanvullende pensioenregeling;4° te voorzien in de overdracht naar de NBB of naar de in de bepaling onder 2° bedoelde juridische entiteiten van de rechten en verplichtingen van het CSRSFI en de CBFA, die zijn toegewezen aan of verband houden met de naar de NBB of de betrokken juridische entiteiten overgehevelde opdrachten en bevoegdheden, evenals regels vast te stellen voor de overgedragen bevoegdheden, die inzonderheid verband houden met het aansprakelijkheidsregime van toepassing op de NBB, de leden van haar organen, haar personeelsleden en de juridische entiteiten bedoeld in de bepaling onder 2°, en met de financiering van de uitoefening van deze opdrachten en bevoegdheden;5° de naam van de CBFA te wijzigen, de structuur en samenstelling van de organen van de CBFA en de NBB aan te passen rekening houdend met de aldus overgedragen opdrachten en de bepalingen die betrekking hebben op het CSRSFI ten laatste op 31 december 2010 op te heffen;6° in voorkomend geval te voorzien in de modaliteiten van de samenwerking tussen de NBB, de in de bepaling onder 2° bedoelde juridische entiteiten en de CBFA en de modaliteiten van de toewijzing van de uitoefening van bevoegdheden en taken aan deze instellingen en entiteiten. De met toepassing van het eerste lid genomen besluiten kunnen de bestaande wetsbepalingen wijzigen, aanvullen, vervangen of opheffen.

Zij verliezen alle uitwerking zo ze uiterlijk twee jaar na de datum van hun inwerkingtreding, niet bij wet zijn bekrachtigd.

De bekrachtiging heeft terugwerkende kracht tot de datum van inwerkingtreding van de besluiten. De door deze paragraaf aan de Koning verleende bevoegdheden vervallen op 30 september 2010. § 2. Teneinde de Koning toe te laten de besluiten te nemen bedoeld in paragraaf 1, richt de Koning een comité op dat belast is met de voorbereiding van de nieuwe toezichtsarchitectuur. Naast de gouverneur van de NBB en de voorzitter van de CBFA is dit comité samengesteld uit vier leden aangeduid door de Koning onder de leden van het directiecomité van de NBB en van het directiecomité van de CBFA. Elk lid van dit comité kan zich laten vervangen door een door hem aangewezen ander lid van het directiecomité van de NBB of de CBFA. De secretaris-generaal van de CBFA woont als waarnemer de vergaderingen van dit comité bij.

Dit comité is inzonderheid belast met : a) het geven van een advies, voor 30 april 2010, aan de minister aangaande het ontwerp van besluit bedoeld in paragraaf 1;b) het bestuderen van de planning van de werkzaamheden voor de overdracht;c) het bestuderen van de problemen van juridische, organisatorische of andere aard die voortvloeien uit de overdracht bedoeld in paragraaf 1;d) het uitwerken van een nauwkeurig en gedetailleerd operationeel plan;e) het verlenen van bijstand bij de voorbereiding van de in paragraaf 1 bedoelde reglementaire teksten;f) het regelmatig verslag uitbrengen aan het directiecomité van de NBB en de CBFA.

Art. 27.Artikel 3, § 1, van de wet van 6 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011165 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet met betrekking tot de regeling van bepaalde procedures in het kader van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming type wet prom. 06/04/2010 pub. 23/04/2010 numac 2010009416 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de autonome overheidsbedrijven en tot wijziging van de regeling inzake het beroepsverbod in de bank- en financiële sector sluiten betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, wordt aangevuld met een lid, luidende : « De Koning kan regels vaststellen aangaande de inhoud en de voorstellingswijze van reclame en andere documenten en berichten die betrekking hebben op een rekening bij een financiële instelling en het toezicht op de naleving van deze bepalingen aan de CBFA opdragen volgens de modaliteiten die Hij vaststelt. »

Art. 28.In de wet van 16 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/2006 pub. 21/06/2006 numac 2006009492 bron federale overheidsdienst financien Wet op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt sluiten op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt wordt een artikel 57/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 57/1.De Koning kan, onder de voorwaarden en rekening houdend met de aanpassingen die Hij bepaalt, deze titel toepasselijk maken op aanbiedingen van beleggingsinstrumenten die plaatsvinden op het Belgische grondgebied en die niet door artikel 57 worden bedoeld, of op categorieën van deze beleggingsinstrumenten. » HOOFDSTUK 4. - Uitvoeringsmaatregelen en inwerkingtreding

Art. 29.De Minister van Financiën, de Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, de Minister van Klimaat en Energie en de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van deze wet.

Art. 30.De artikelen 2 tot 6, 9, 1° en 2°, 10, 14, 21 tot 25, 27 en 28 treden in werking binnen 20 werkdagen na de publicatie van deze wet.

Artikel 7, 2°, en artikel 12 treden in werking op 1 augustus 2010.

Onverminderd de toepassing van de artikelen 26 en 29, bepaalt de Koning de datum van inwerkingtreding van de artikelen 7, 1° en 3°, 8, 9, 3°, 11, 13 en 15 tot 20 van deze wet. Hij kan in dit kader de modaliteiten van inwerkingtreding voor hangende dossiers bepalen.

Art. 31.Artikel 22 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van de maatregelen, vastgesteld op grond van artikel 26 en ten laatste op 31 december 2010.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 2 juli 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Klimaat en Energie, V. VAN QUICKENBORNE De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, P. MAGNETTE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota (1) Zitting 2009-2010. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Stukken. - Wetsontwerp, 52-2408/001. - Amendementen, 52-2408/002 en 003. - Verslag, 52-2408/004.- Tekst aangenomen door de commissie, 52-2408/005. - Amendementen, 52-2408/006 en 007. - Aanvullend verslag, 52-2408/008. - Artikel gewijzigd door de commissie, 52-2408/009.

Integraal verslag. - 24 en 25 maart 2010.

^