Etaamb.openjustice.be
Wet van 03 mei 2005
gepubliceerd op 27 mei 2005

Wet houdende wijziging van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2005009427
pub.
27/05/2005
prom.
03/05/2005
ELI
eli/wet/2005/05/03/2005009427/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 MEI 2005. - Wet houdende wijziging van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen

Art. 2.Het opschrift van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen wordt vervangen als volgt : « Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen ».

Art. 3.In artikel 8, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 17 januari 2003, worden de woorden « en die van de Cel voor financiële informatieverwerking » vervangen door de woorden « , die van de Cel voor financiële informatieverwerking en die van de leden van het beroepsorgaan zoals bedoeld in de wet van 11 december 1998 tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. »

Art. 4.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk IIIbis ingevoegd, bestaande uit de artikelen 22bis tot 22sexies : « Hoofdstuk IIIbis - Veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen

Art. 22bis.- In de gevallen waarin geen veiligheidsmachtiging vereist is voor de toegang van een persoon tot lokalen, gebouwen of terreinen waarvan sprake in artikel 8, tweede lid, kan de overheid bedoeld door die bepaling het bezit van een veiligheidsattest verplicht stellen.

De door de Koning aangewezen publieke overheden die over bevoegdheden in het kader van de veiligheid beschikken, kunnen, voor redenen van openbare orde, veiligheid of de bescherming van de fysieke integriteit van de aanwezige personen, beslissen dat de toegang van een persoon voor beperkte duur tot lokalen, gebouwen of terreinen die een band hebben met functies van publieke overheden of tot een welbepaald nationaal of internationaal, diplomatiek of protocollair evenement, afhankelijk wordt gesteld van het bezit van een veiligheidsattest in geval van een mogelijke dreiging zoals voorzien in artikel 8, 1°, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst. De beslissing van deze publieke overheid wordt met redenen omkleed en ter kennis gebracht van de overheid bedoeld in artikel 22ter en van de organisatoren van het evenement of van de verantwoordelijken voor de lokalen, gebouwen of terreinen, volgens de nadere regels en binnen de termijnen bepaald door de Koning. De organisatoren of de verantwoordelijken brengen alle betrokken personen op de hoogte van de met redenen omklede beslissing volgens de nadere regels bepaald door de Koning. Zij zenden onmiddellijk volgende gegevens over aan de overheid bedoeld in artikel 22ter : a) de identiteit van de personen die toegang zouden moeten krijgen; deze identiteit omvat ten minste de naam, de voornaam of voornamen, de geboortedatum, de nationaliteit, het adres en, in voorkomend geval, het nummer van het rijksregister; b) het adres, faxnummer of elektronisch postadres van de personen aan wie de eventuele beslissing tot weigering van het attest ter kennis zal worden gebracht.

Art. 22ter.- De veiligheidsoverheid bedoeld in artikel 15, eerste lid, is bevoegd om de veiligheidsattesten af te leveren of in te trekken.

In afwijking van het eerste lid kunnen de volgende overheden deze bevoegdheid uitoefenen wanneer het de toegang tot lokalen, gebouwen of terreinen betreft waarvoor zij verantwoordelijk zijn of wanneer het evenementen betreft die zijzelf organiseren : 1° de voorzitter van de Nationale Veiligheidsoverheid;2° de administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat of een door hem aangewezen ambtenaar van niveau 1;3° de chef van de Algemene Dienst inlichting en veiligheid van de Krijgsmacht, of een door hem aangewezen hoofdofficier;4° de directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle of een door hem aangewezen ambtenaar van niveau 1;5° de commissaris-generaal van de federale politie of een door hem aangewezen officier evenals de korpschef van de lokale politie of een door hem aangewezen officier;6° de directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken of een door hem aangewezen ambtenaar van niveau 1. Elk van deze overheden houdt een register bij van de door haar verrichte veiligheidsverificaties en de genomen beslissingen. De in dit register opgenomen gegevens en hun bewaartijd worden bepaald door de Koning na advies van de Commissie tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Art. 22quater.- Het veiligheidsattest wordt afgeleverd op basis van een veiligheidsverificatie uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de overheid bedoeld in artikel 22ter. Het veiligheidsattest is slechts geldig voor de duur waarvoor het werd aangevraagd. De weigeringsbeslissingen en de intrekkingen worden overeenkomstig artikel 22, vijfde lid, met redenen omkleed en aan de betrokken persoon ter kennis gebracht via de bevoegde veiligheidsofficier of, indien er geen is, rechtstreeks aan deze persoon.

De Koning bepaalt de termijnen en de nadere regels voor de kennisgeving en van de afgifte van de veiligheidsattesten.

Art. 22quinquies.- § 1. Behoudens in die gevallen waarin bijzondere wetten voorzien in de raadpleging van een inlichtingen-, veiligheids- of politiedienst, kan een administratieve overheid, voorafgaandelijk, beslissen dat voor de toelating tot de uitoefening van een bepaald beroep, functie, opdracht of mandaat, of voor de toelating tot de toegang tot bepaalde lokalen, gebouwen of terreinen, evenals voor het bezit van een bepaalde vergunning, licentie of toelating een in artikel 22sexies bedoelde veiligheidsverificatie wordt uitgevoerd door de overheid bedoeld in artikel 15, eerste lid.

Deze beslissing kan slechts genomen worden wanneer de uitoefening van een beroep, een functie, een opdracht of mandaat, of de toegang tot lokalen, gebouwen of terreinen, of van het bezit van een vergunning, een licentie of een toelating door een niet-geëigend gebruik schade kan toebrengen aan de verdediging van de onschendbaarheid van het nationaal grondgebied en van de militaire defensieplannen, de vervulling van de opdrachten van de strijdkrachten, de inwendige veiligheid van de Staat, met inbegrip van het domein van de kernenergie, en het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde, de uitwendige veiligheid van de Staat en de internationale betrekkingen van België, het wetenschappelijk en economisch potentieel van het land, de veiligheid van de Belgische onderdanen in het buitenland of de werking van de besluitvormingsorganen van de Staat.

De beslissing van de administratieve overheid wordt met redenen omkleed en ter kennis gebracht van de overheid bedoeld in artikel 15, eerste lid, en van de betrokken personen. De kennisgeving aan de betrokken personen gebeurt ten laatste op het moment dat zij zich kandidaat stellen voor een beroep, een functie, een opdracht of mandaat, of een aanvraag indienen voor toegang tot lokalen, gebouwen of terreinen, of voor het bezit van een vergunning, een licentie of een toelating.

De overheid bedoeld in artikel 15, eerste lid, maakt haar met redenen omkleed veiligheidsadvies over aan de administratieve overheid die hierom verzocht.

Indien binnen de voorgeschreven termijn geen advies werd verleend, stelt de administratieve overheid de veiligheidsoverheid in gebreke om een advies te verlenen binnen de termijn die zij bepaalt. Indien bij het verstrijken van de termijn geen antwoord werd gegeven, wordt het veiligheidsadvies geacht positief te zijn.

Indien het veiligheidsadvies negatief is, moet de administratieve overheid die erom verzocht heeft, dit advies, met redenen omkleed overeenkomstig artikel 22, vijfde lid, in voorkomend geval samen met haar voorstel van beslissing, aan de betrokken persoon meedelen bij een ter post aangetekende brief. § 2. De overheid bedoeld in artikel 15, eerste lid, kan later een nieuw advies uitbrengen op basis van gegevens en inlichtingen zoals bedoeld in artikel 22sexies. Zij deelt dit advies mee aan de bevoegde administratieve overheid die een nieuwe beslissing kan nemen.

De betrokken persoon kan aan de bevoegde administratieve overheid op ieder moment schriftelijk te kennen geven dat hij niet langer het voorwerp wil uitmaken van een veiligheidsverificatie. De bevoegde administratieve overheid brengt dit ter kennis van de overheid bedoeld in artikel 15, eerste lid, en kan een nieuwe beslissing nemen. § 3. De nadere regels en de diverse termijnen bedoeld in de §§ 1 en 2 worden door de Koning bepaald.

Art. 22sexies.- § 1. De veiligheidsverificatie bestaat uit de consultatie en de evaluatie van de gegevens bedoeld in artikel 19, tweede lid, 1°, uit de in het kader van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten verzamelde inlichtingen die overgezonden worden door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten evenals de gerechtelijke gegevens die door de politiediensten worden overgezonden middels toelating van de bevoegde gerechtelijke overheden.

Wanneer de persoon voor wie de veiligheidsverificatie vereist is, in het buitenland zijn woonplaats heeft, er op doorreis is of er verblijft, of er gewoond heeft, er op doorreis is geweest of er verbleven heeft, kan de Nationale Veiligheidsoverheid de informatie bedoeld in het eerste lid opvragen bij de bevoegde diensten van het betrokken land.

In de gevallen waarin de Minister van Justitie krachtens de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie in eerste instantie over de bevoegdheid beschikt om wapenvergunningen of wapendrachtvergunningen af te leveren, bestaat de veiligheidsverificatie daarenboven uit de evaluatie van de door het openbaar ministerie overgezonden gerechtelijke informatie en van de door de bevoegde diensten die afhangen van de Minister van Binnenlandse Zaken, overgezonden informatie betreffende de betrokkene.

Indien zij het nuttig acht voor de analyse van een dossier kan de in artikel 22ter bedoelde overheid, binnen de limieten van het eerste lid van deze paragraaf, mededeling eisen van aanvullende informatie.

Deze gegevens vormen samen het verificatiedossier. § 2. De overheid bedoeld in artikel 15, eerste lid, kan weigeren in te gaan op een beslissing om veiligheidsverificaties uit te voeren indien zij van oordeel is dat deze verificaties niet gerechtvaardigd zijn vanuit een van de belangen opgesomd respectievelijk in artikel 22bis, tweede lid en artikel 22quinquies, § 1, eerste lid.

De weigeringsbeslissingen worden volgens de nadere regels en binnen de termijnen bepaald door de Koning, ter kennis gebracht van de overheden bedoeld in de artikelen 22bis en 22quinquies, van de organisatoren van het evenement of van de verantwoordelijken van de lokalen, gebouwen of terreinen en van de betrokken personen. »

Art. 5.In artikel 23 van dezelfde wet worden de woorden « De leden van de veiligheidsoverheid bedoeld in artikel 15, het personeel belast met de uitvoering van haar opdracht » vervangen door de woorden « De leden van de overheden bedoeld in de artikelen 15, 22ter en 22quinquies, het personeel belast met de uitvoering van hun opdrachten ».

Art. 6.Art. 25 van dezelfde wet wordt aangevuld met een nieuw lid dat luidt als volgt : « Behalve wanneer de redenen waarom het verificatiedossier werd samengesteld nog steeds bestaan en dat haar bewaring dus geboden blijft, wordt het dossier vernietigd zodra de geldigheid van het veiligheidsattest verloopt of zodra de beslissing van de administratieve overheid zoals bedoeld in artikel 22quinquies verloopt of, in het geval dat het attest geweigerd wordt of de administratieve overheid een negatieve beslissing neemt, vanaf het ogenblik dat deze weigering of deze beslissing een definitief karakter verkrijgen. » HOOFDSTUK III. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 7.In artikel 3, § 4, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, gewijzigd bij wet van 11 december 1998, worden de woorden « de Veiligheidsautoriteit » vervangen door de woorden « de overheden bedoeld in de artikelen 15, 22ter en 22quinquies van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen en het beroepsorgaan opgericht bij wet van 11 december 1998 tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen ».

Art. 8.Deze wet is alleen van toepassing op de veiligheidsverificaties die aangevraagd worden vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze wet.

De Koning wijst de verschillende overheden aan die tot 31 december 2006 bevoegd zullen zijn om de veiligheidsverificaties uit te voeren en veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen af te leveren.

Art. 9.Met uitzondering van de artikelen 1 en 9 bepaalt de Koning voor elk artikel van deze wet de dag waarop het in werking treedt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 3 mei 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's Documenten Kamer van volksvertegenwoordigers : Zitting 2004/2005 - 51-1598 Nr. 1 : Wetsontwerp.

Nr. 2 : Advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Nr. 3 : Verslag.

Nr. 4 : Verslag.

Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie.

Nr. 6 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal Verslag : 3 maart 2005.

Documenten Senaat Zitting 2004/2005 - 3-1075 Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat.

Nr. 2 : Verslag.

Nr. 3 : Amendementen.

Nr. 4 : Verslag.

Nr. 5 : Beslissing om niet te amenderen.

Handelingen van de Senaat : 17 maart 2005.

^