Etaamb.openjustice.be
Wet van 05 mei 2014
gepubliceerd op 03 december 2014

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek India inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door de echtgenoten van het diplomatiek en consulair personeel, gesloten door uitwisseling van nota's te New Delhi op 8 augustus 2012 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2014015142
pub.
03/12/2014
prom.
05/05/2014
ELI
eli/wet/2014/05/05/2014015142/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

5 MEI 2014. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek India inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door de echtgenoten van het diplomatiek en consulair personeel, gesloten door uitwisseling van nota's te New Delhi op 8 augustus 2012 (1) (2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek India inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door de echtgenoten van het diplomatiek en consulair personeel, gesloten door uitwisseling van nota' s te New Delhi op 8 augustus 2012, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Land zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 5 mei 2014.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK De Minister van Financiën, K. GEENS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5-2276 Handelingen van de Senaat : 23/01/2014 Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-3314 Integraal verslag : 13/03/2014 (2) Inwerkingtreding : 13/12/2014

NOTE VERBALE J3 Our reference nr : 847 The Embassy of the Kingdom of Belgium presents its compliments to the Ministry of External Affairs of the Republic of India and has the honour to propose the conclusion of an Arrangement between the Kingdom of Belgium and the Republic of India, which aims to facilitate, on a reciprocal basis, the gainful occupation of certain family members of personnel of diplomatic missions from the sending State or of consular posts of the latter on the territory of the receiving State. The Ministry of External Affairs of the Republic of India will find the provisions of this Arrangement enclosed with this note : ARRANGEMENT BETWEEN THE KINGDOM OF BELGIUM AND THE REPUBLIC OF INDIA ON THE GAINFUL OCCUPATION OF SPOUSES OF DIPLOMATIC AND CONSULAR STAFF ARTICLE 1 Scope of the Arrangement 1. On a reciprocal basis, the spouse of a member of the personnel of the mission of the sending State or of the personnel of the consular post of the same State as defined in Article 1 of the Vienna Conventions on Diplomatic (1961) and Consular Relations (1963), is authorized to engage in gainful occupation in the receiving State.2. Authorization to engage in a gainful occupation is given by the authorities of the receiving State in accordance with its laws and regulations and the provisions of this Arrangement.3. Such authorization does not extend to the nationals of the receiving State or permanent residents in its territory.4. Unless the receiving State decides otherwise, authorization shall not be given to those beneficiaries who, having engaged in a gainful occupation, cease to form part of the household of the personnel described in the first paragraph of this Article.5. The authorization shall apply during the period in which the personnel, covered in paragraph 1 of this Article, is assigned to the diplomatic mission or consular post of the sending State in the territory of the receiving State until the conclusion of the term of the assignment. ARTICLE 2 Procedures 1. All requests for authorization to engage in a gainful occupation shall be sent, on behalf of the beneficiary, by the Embassy of the sending State to the Office of Protocol in the Ministry of External Affairs of the Republic of India or to the Protocol Division of the Federal Public Service Foreign Affairs, Foreign Trade and Development Cooperation of the Kingdom of Belgium accordingly. Upon verification that the person is a spouse of a member of the personnel of the mission of the sending State or of the consular post of the same State within the scope of the provision of Article 1, Sub-clause 1, and processing of the official request, the embassy of the sending State will be informed by the government of the receiving State that the dependent is eligible for gainful occupation. 2. The procedures followed shall be applied in a way that enables the beneficiary of the authorization to engage in a gainful occupation as soon as possible.All requirements relating to work permits and any other similar formalities shall be favourably applied. 3. Authorization for the beneficiary to engage in a gainful occupation shall not imply exemption from any legal or other requirements relating to personal characteristics, professional or other qualifications that the individual concerned must demonstrate in engaging in a gainful occupation. ARTICLE 3 Civil and administrative privileges and immunities In cases where the beneficiary of the authorization to engage in a gainful occupation enjoys immunity from the civil and administrative jurisdiction of the receiving State, in accordance with the provisions of the Vienna Conventions on diplomatic and consular relations or of any other applicable international instrument, such immunity shall not apply in respect of any act carried out in the course of the gainful occupation and falling within the civil or administrative law of the receiving State. The sending State shall waive immunity from execution of any sentence in relation to these matters.

ARTICLE 4 Criminal Immunity In cases where a beneficiary of the authorization to engage in a gainful occupation enjoys immunity from the criminal jurisdiction of the receiving State, in accordance with the provisions of the Vienna Conventions referred to above or of any other international instrument : a) the sending State shall waive the immunity from criminal jurisdiction enjoyed by the beneficiary of the authorization with regard to the receiving State in respect of any act or omission arising from the gainful occupation, except in special instances where the sending State considers that such a waiver could be contrary to its own interests;b) such a waiver of immunity from criminal jurisdiction shall not be construed as extending to immunity from execution of the sentence, for which a specific waiver will be required.In the case of such a request, the sending State shall give serious consideration to the request of the receiving State.

ARTICLE 5 Taxation and social security regimes In accordance with the provisions of the Vienna Conventions aforementioned or of any other applicable international instrument, beneficiaries of the authorization to engage in a gainful occupation shall be subject to the taxation and social security regimes of the receiving State for all matters connected with their gainful occupation in that State.

ARTICLE 6 Duration and termination This Arrangement shall remain in force for an indefinite period, either Party being able to terminate it at any time by giving six (6) months' notice in writing to the other Party.

ARTICLE 7 Entry into Force This Arrangement shall enter into force on the sixtieth day following the exchange of the last notification of the completion of the necessary constitutional and legal procedures.

The Kingdom of Belgium further proposes that, if these provisions are acceptable to the Republic of India, this note and its enclosure, together with the Republic of India's affirmative reply, shall constitute an Arrangement between our two Governments which shall enter into force according to article 7 of the enclosed provisions.

The Embassy of the Kingdom of Belgium avails itself of this opportunity to extend to the Ministry of External Affairs of the Republic of India the renewed assurances of its highest consideration.

Done in New Delhi on 8 August 2012

NOTE VERBALE J3 Ons kenmerk nr. : 847 De Ambassade van het Koninkrijk België biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek India haar complimenten aan en heeft de eer voor te stellen dat een Overeenkomst wordt gesloten tussen het Koninkrijk België en de Republiek India, die ten doel heeft op grond van wederkerigheid het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het personeel van de diplomatieke zendingen van de Zendstaat dan wel van consulaire posten die deze heeft op het grondgebied van de Ontvangende Staat, te vergemakkelijken.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek India gelieve bij deze nota de bepalingen van deze Overeenkomst te vinden.

OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGI" EN DE REPUBLIEK INDIA INZAKE HET VERRICHTEN VAN BETAALDE WERKZAAMHEDEN DOOR DE ECHTGENOTEN VAN HET DIPLOMATIEK EN CONSULAIR PERSONEEL ARTIKEL 1 Toepassingsgebied van de Overeenkomst 1. De echtgeno(o)te van een personeelslid van de zending van de Zendstaat of van een personeelslid van de consulaire post van deze Staat zoals bepaald in artikel 1 van de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961) en consulair verkeer (1963), mag op grond van wederkerigheid betaalde werkzaamheden verrichten in de Ontvangende Staat.2. De toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten wordt verleend door de autoriteiten van de Ontvangende Staat overeenkomstig zijn wetgeving en voorschriften en overeenkomstig het bepaalde in deze Overeenkomst.3. Deze toestemming geldt niet voor de ingezetenen van de Ontvangende Staat of de vaste verblijfhouders op zijn grondgebied.4. Tenzij de Ontvangende Staat anderszins beslist, wordt geen toestemming verleend aan de begunstigde die, na betaalde werkzaamheden te hebben aanvaard, niet langer deel uitmaakt van het gezin van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde personen.5. De toestemming is geldig voor de periode dat de in het eerste lid van dit artikel bedoelde personen zijn aangesteld bij de diplomatieke zending of de consulaire post van de Zendstaat op het grondgebied van de Ontvangende Staat, en vervalt op zijn laatst wanneer de aanstelling eindigt. ARTIKEL 2 Procedures 1. Een verzoek om toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden wordt uit naam van de begunstigde door de ambassade van de Zendstaat gestuurd naar de Directie Protocol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek India dan wel naar de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van het Koninkrijk België. Na verificatie of de persoon de echtgeno(o)te is van een personeelslid van de zending van de Zendstaat of van een personeelslid van de consulaire post van deze Staat voorzien in het toepassingsgebied van het artikel 1, alinea 1, en na onderzoek van het officiële verzoek, zal de regering van de Ontvangende Staat de ambassade van de Zendstaat ervan in kennis stellen dat de persoon ten laste de betaalde werkzaamheid mag uitoefenen. 2. De gevolgde procedures worden dusdanig toegepast dat de begunstigde van de toestemming zo snel mogelijk betaalde werkzaamheden kan verrichten;alle voorschriften inzake werkvergunningen en soortgelijke formaliteiten worden welwillend toegepast. 3. Toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten betekent niet dat de begunstigde wordt vrijgesteld van de vereisten of voorschriften die gewoonlijk van toepassing zijn op persoonsgegevens, professionele of andere kwalificaties waarvan de werknemer het bewijs dient te leveren voor het verrichten van de betaalde werkzaamheden. ARTIKEL 3 Civiel- en administratiefrechtelijke voorrechten en immuniteiten Ingeval de begunstigde van een toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit van rechtsmacht geniet in de Ontvangende Staat, overeenkomstig de bepalingen van de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek en consulair verkeer, dan wel enig ander internationaal verdrag, is deze immuniteit niet van toepassing op handelingen die voortvloeien uit het verrichten van betaalde werkzaamheden welke onder het burgerlijk en administratief recht van de Ontvangende Staat vallen. De Zendstaat zal afstand doen van de immuniteit van tenuitvoerlegging van alle gerechtelijke uitspraken die met betrekking tot dergelijke handelingen worden uitgesproken.

ARTIKEL 4 Immuniteit ten aanzien van strafzaken Ingeval de begunstigde van de toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden immuniteit geniet ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de Ontvangende Staat, overeenkomstig de bepalingen van de bovengenoemde Verdragen van Wenen, dan wel van enig ander internationaal verdrag : a) doet de Zendstaat afstand van de immuniteit van de rechtsmacht in strafzaken die de begunstigde van de toestemming ten aanzien van de Ontvangende Staat geniet met betrekking tot elk handelen of nalaten dat voortvloeit uit de betaalde werkzaamheden, behalve in bijzondere gevallen wanneer de Zendstaat van mening is dat het doen van afstand in strijd zou kunnen zijn met zijn belangen;b) het doen van afstand van immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken wordt niet geacht mede betrekking te hebben op de immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de gerechtelijke uitspraak, waarvan uitdrukkelijk afstand moet worden gedaan.In dergelijk geval neemt de Zendstaat het verzoek van de Ontvangende Staat ernstig in overweging.

ARTIKEL 5 Belasting- en sociale zekerheidsstelsels In overeenstemming met de bepalingen van de bovengenoemde Verdragen van Wenen dan wel krachtens enig ander toepasselijk internationaal verdrag zijn de begunstigden van de toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden onderworpen aan de belasting- en sociale zekerheidsstelsels van de Ontvangende Staat, ten aanzien van alles wat verband houdt met het verrichten van bedoelde werkzaamheden in deze Staat.

ARTIKEL 6 Duur en beëindiging Deze Overeenkomst blijft van kracht voor onbepaalde duur, met dien verstande dat elk van de Partijen ze te allen tijde kan beëindigen door hiervan zes maanden van te voren schriftelijk kennis te geven aan de andere Partij.

ARTIKEL 7 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst zal in werking treden op de zestigste dag volgend op de dag van uitwisseling van de laatste kennisgeving van de voltooiing van de grondwettelijke en wettelijke procedures.

Het Koninkrijk België stelt ook voor dat, indien deze bepalingen aanvaardbaar zijn voor de Republiek India, deze nota en de bijlage, samen met het bevestigend antwoord van de Republiek India, een Overeenkomst vormen tussen onze beide Regeringen, die in werking zal treden overeenkomstig artikel 7 van bijgaande bepalingen.

De Ambassade van het Koninkrijk België neemt deze gelegenheid te baat om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek India opnieuw zijn bijzondere hoogachting te betuigen.

Gedaan te New Delhi op 8 augustus 2012

NOTE VERBALE WI(A)/202/17/2008 The Ministry of External Affairs, Republic of India, presents its compliments to the Embassy of the Kingdom of Belgium in India and has the honour to agree to the following : ARRANGEMENT BETWEEN THE KINGDOM OF BELGIUM AND THE REPUBLIC OF INDIA ON THE GAINFUL OCCUPATION OF SPOUSES OF DIPLOMATIC AND CONSULAR STAFF ARTICLE 1 Scope of the Arrangement 1. On a reciprocal basis, the spouse of a member of the personnel of the mission of the sending State or of the personnel of the consular post of the same State as defined in Article 1 of the Vienna Conventions on Diplomatic (1961) and Consular Relations (1963), is authorized to engage in gainful occupation in the receiving State.2. Authorization to engage in a gainful occupation is given by the authorities of the receiving State in accordance with its laws and regulations and the provisions of this Arrangement.3. Such authorization does not extend to the nationals of the receiving State or permanent residents in its territory.4. Unless the receiving State decides otherwise, authorization shall not be given to those beneficiaries who, having engaged in a gainful occupation, cease to form part of the household of the personnel described in the first paragraph of this Article.5. The authorization shall apply during the period in which the personnel, covered in paragraph 1 of this Article, is assigned to the diplomatic mission or consular post of the sending State in the territory of the receiving State until the conclusion of the term of the assignment. ARTICLE 2 Procedures 1. All requests for authorization to engage in a gainful occupation shall be sent, on behalf of the beneficiary, by the Embassy of the sending State to the Office of Protocol in the Ministry of External Affairs of the Republic of India or to the Protocol Division of the Federal Public Service Foreign Affairs, Foreign Trade and Development Cooperation of the Kingdom of Belgium accordingly. Upon verification that the person is a spouse of a member of the personnel of the mission of the sending State or of the consular post of the same State within the scope of the provision of Article 1, Sub-clause 1, and processing of the official request, the embassy of the sending State will be informed by the government of the receiving State that the dependent is eligible for gainful occupation. 2. The procedures followed shall be applied in a way that enables the beneficiary of the authorization to engage in a gainful occupation as soon as possible.All requirements relating to work permits and any other similar formalities shall be favourably applied. 3. Authorization for the beneficiary to engage in a gainful occupation shall not imply exemption from any legal or other requirements relating to personal characteristics, professional or other qualifications that the individual concerned must demonstrate in engaging in a gainful occupation. ARTICLE 3 Civil and administrative privileges and immunities In cases where the beneficiary of the authorization to engage in a gainful occupation enjoys immunity from the civil and administrative jurisdiction of the receiving State, in accordance with the provisions of the Vienna Conventions on diplomatic and consular relations or of any other applicable international instrument, such immunity shall not apply in respect of any act carried out in the course of the gainful occupation and falling within the civil or administrative law of the receiving State. The sending State shall waive immunity from execution of any sentence in relation to these matters ARTICLE 4 Criminal Immunity In cases where a beneficiary of the authorization to engage in a gainful occupation enjoys immunity from the criminal jurisdiction of the receiving State, in accordance with the provisions of the Vienna Conventions referred to above or of any other international instrument : a) the sending State shall waive the immunity from criminal jurisdiction enjoyed by the beneficiary of the authorization with regard to the receiving State in respect of any act or omission arising from the gainful occupation, except in special instances where the sending State considers that such a waiver could be contrary to its own interests;b) such a waiver of immunity from criminal jurisdiction shall not be construed as extending to immunity from execution of the sentence, for which a specific waiver will be required.In the case of such a request, the sending State shall give serious consideration to the request of the receiving State.

ARTICLE 5 Taxation and social security regimes In accordance with the provisions of the Vienna Conventions aforementioned or of any other applicable international instrument, beneficiaries of the authorization to engage in a gainful occupation shall be subject to the taxation and social security regimes of the receiving State for all matters connected with their gainful occupation in that State.

ARTICLE 6 Duration and termination This Arrangement shall remain in force for an indefinite period, either Party being able to terminate it at any time by giving six (6) months' notice in writing to the other Party.

ARTICLE 7 Entry into Force This Arrangement shall enter into force on the sixtieth day following the exchange of the last notification of the completion of the necessary constitutional and legal procedures. 2. The Ministry of External Affairs, Republic of India, further agrees to the proposal of the Embassy of the Kingdom of Belgium that the Belgian Note and this Note in reply shall constitute the Arrangement between our two Governments which shall enter into force according to article 7 of the enclosed provisions.3. The Ministry of External Affairs, Republic of India, avails itself of this opportunity to renew to the Embassy of the Kingdom of Belgium in India the assurances of its highest consideration. New Delhi, 8 August 2012

NOTE VERBALE WI(A)/202/17/2008 Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Republiek India, biedt de Ambassade van het Koninkrijk België in India zijn complimenten aan en heeft de eer in te stemmen met wat volgt : OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGI" EN DE REPUBLIEK INDIA INZAKE HET VERRICHTEN VAN BETAALDE WERKZAAMHEDEN DOOR DE ECHTGENOTEN VAN HET DIPLOMATIEK EN CONSULAIR PERSONEEL ARTIKEL 1 Toepassingsgebied van de Overeenkomst 1. De echtgeno(o)te van een personeelslid van de zending van de Zendstaat of van een personeelslid van de consulaire post van deze Staat zoals bepaald in artikel 1 van de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961) en consulair verkeer (1963), mag op grond van wederkerigheid betaalde werkzaamheden verrichten in de Ontvangende Staat.2. De toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten wordt verleend door de autoriteiten van de Ontvangende Staat overeenkomstig zijn wetgeving en voorschriften en overeenkomstig het bepaalde in deze Overeenkomst.3. Deze toestemming geldt niet voor de ingezetenen van de Ontvangende Staat of de vaste verblijfhouders op zijn grondgebied.4. Tenzij de Ontvangende Staat anderszins beslist, wordt geen toestemming verleend aan de begunstigde die, na betaalde werkzaamheden te hebben aanvaard, niet langer deel uitmaakt van het gezin van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde personen.5. De toestemming is geldig voor de periode dat de in het eerste lid van dit artikel bedoelde personen zijn aangesteld bij de diplomatieke zending of de consulaire post van de Zendstaat op het grondgebied van de Ontvangende Staat, en vervalt op zijn laatst wanneer de aanstelling eindigt. ARTIKEL 2 Procedures 1. Een verzoek om toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden wordt uit naam van de begunstigde door de ambassade van de Zendstaat gestuurd naar de Directie Protocol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek India dan wel naar de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van het Koninkrijk België. Na verificatie of de persoon de echtgeno(o)te is van een personeelslid van de zending van de Zendstaat of van een personeelslid van de consulaire post van deze Staat voorzien in het toepassingsgebied van het artikel 1, alinea 1, en na onderzoek van het officiële verzoek, zal de regering van de Ontvangende Staat de ambassade van de Zendstaat ervan in kennis stellen dat de persoon ten laste de betaalde werkzaamheid mag uitoefenen. 2. De gevolgde procedures worden dusdanig toegepast dat de begunstigde van de toestemming zo snel mogelijk betaalde werkzaamheden kan verrichten;alle voorschriften inzake werkvergunningen en soortgelijke formaliteiten worden welwillend toegepast. 3. Toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten betekent niet dat de begunstigde wordt vrijgesteld van de vereisten of voorschriften die gewoonlijk van toepassing zijn op persoonsgegevens, professionele of andere kwalificaties waarvan de werknemer het bewijs dient te leveren voor het verrichten van de betaalde werkzaamheden. ARTIKEL 3 Civiel- en administratiefrechtelijke voorrechten en immuniteiten Ingeval de begunstigde van een toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit van rechtsmacht geniet in de Ontvangende Staat, overeenkomstig de bepalingen van de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek en consulair verkeer, dan wel enig ander internationaal verdrag, is deze immuniteit niet van toepassing op handelingen die voortvloeien uit het verrichten van betaalde werkzaamheden welke onder het burgerlijk en administratief recht van de Ontvangende Staat vallen. De Zendstaat zal afstand doen van de immuniteit van tenuitvoerlegging van alle gerechtelijke uitspraken die met betrekking tot dergelijke handelingen worden uitgesproken.

ARTIKEL 4 Immuniteit ten aanzien van strafzaken Ingeval de begunstigde van de toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden immuniteit geniet ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de Ontvangende Staat, overeenkomstig de bepalingen van de bovengenoemde Verdragen van Wenen, dan wel van enig ander internationaal verdrag : a) doet de Zendstaat afstand van de immuniteit van de rechtsmacht in strafzaken die de begunstigde van de toestemming ten aanzien van de Ontvangende Staat geniet met betrekking tot elk handelen of nalaten dat voortvloeit uit de betaalde werkzaamheden, behalve in bijzondere gevallen wanneer de Zendstaat van mening is dat het doen van afstand in strijd zou kunnen zijn met zijn belangen;b) het doen van afstand van immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken wordt niet geacht mede betrekking te hebben op de immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de gerechtelijke uitspraak, waarvan uitdrukkelijk afstand moet worden gedaan.In dergelijk geval neemt de Zendstaat het verzoek van de Ontvangende Staat ernstig in overweging.

ARTIKEL 5 Belasting- en sociale zekerheidsstelsels In overeenstemming met de bepalingen van de bovengenoemde Verdragen van Wenen dan wel krachtens enig ander toepasselijk internationaal verdrag zijn de begunstigden van de toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden onderworpen aan de belasting- en sociale zekerheidsstelsels van de Ontvangende Staat, ten aanzien van alles wat verband houdt met het verrichten van bedoelde werkzaamheden in deze Staat.

ARTIKEL 6 Duur en beëindiging Deze Overeenkomst blijft van kracht voor onbepaalde duur, met dien verstande dat elk van de Partijen ze te allen tijde kan beëindigen door hiervan zes maanden van te voren schriftelijk kennis te geven aan de andere Partij.

ARTIKEL 7 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst zal in werking treden op de zestigste dag volgend op de dag van uitwisseling van de laatste kennisgeving van de voltooiing van de grondwettelijke en wettelijke procedures. 2. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Republiek India, stemt verder in met het voorstel van de Ambassade van het Koninkrijk België dat de Belgische Nota en deze Antwoordnota een Overeenkomst vormen tussen beide Regeringen, die in werking zal treden overeenkomstig artikel 7 van de bijgaande bepalingen.3. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Republiek India, neemt deze gelegenheid te baat om de Ambassade van het Koninkrijk België in India opnieuw zijn bijzondere hoogachting te betuigen. New Delhi, 8 augustus 2012

^