Etaamb.openjustice.be
Wet van 07 maart 2007
gepubliceerd op 19 april 2007

Wet tot omzetting van de richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2007021037
pub.
19/04/2007
prom.
07/03/2007
ELI
eli/wet/2007/03/07/2007021037/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 MAART 2007. - Wet tot omzetting van de richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtingen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Deze wet vormt onder meer de omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PB EG 31 december 2003, L 345/90). HOOFDSTUK II. - Definities en toepassingsgebied

Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1° Overheid : a) de federale Staat;b) de rechtspersonen van publiek recht die van de federale Staat afhangen;c) de personen, ongeacht hun vorm en aard, die - opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, en - rechtspersoonlijkheid hebben, - en waarvan hetzij de activiteiten in hoofdzaak door de overheden of instellingen vermeld in a) of b) worden gefinancierd, hetzij het beheer onderworpen is aan toezicht door deze overheden of instellingen, hetzij de leden van het bestuursorgaan, leidinggevend orgaan of toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door deze overheden of instellingen zijn aangewezen;d) de verenigingen bestaande uit één of meer overheden als bedoeld onder a), b) of c).2° Bestuursdocument : de informatie die in een bepaalde vorm is opgeslagen en waarover een overheid beschikt, ongeacht de drager waarop de informatie zich bevindt en ongeacht de vorm waarin de informatie opgeslagen is.3° Persoonsgegevens : gegevens betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon overeenkomstig de definitie bedoeld in artikel 1, § 1 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.4° Hergebruik : het gebruik van bestuursdocumenten waarover de overheden beschikken, voor commerciële of niet-commerciële doeleinden andere dan het oorspronkelijke doel van het vervullen van openbare taken waarvoor de bestuursdocumenten zijn geproduceerd.5° Licentie : document uitgaande van een overheid dat tot doel heeft de voorwaarden voor hergebruik voor beide partijen, de licentieverlenende overheid en de licentiehouder, vast te leggen.6° Beschikken over : in het bezit zijn van of een zekere mate van zeggenschap hebben over of worden beheerd voor een overheid.7° Schriftelijk : per brief, fax, e-mail of webformulier. § 2. Deze wet is niet van toepassing op de Nationale Loterij en de autonome overheidsbedrijven, bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige overheidsbedrijven.

Art. 3.Deze wet is van toepassing op alle als volledig en afgewerkt te beschouwen bestuursdocumenten waarover de overheden beschikken en die ze aan derden ter beschikking wensen te stellen.

Deze wet is niet van toepassing op : 1° de bestuursdocumenten waarvan de verstrekking niet tot de openbare taken van de betrokken overheid behoort;2° de bestuursdocumenten waarvan de intellectuele eigendomsrechten bij derden berusten;3° de bestuursdocumenten waartoe de toegang is uitgesloten op basis van de geldende regelingen inzake toegang tot bestuursdocumenten, onder meer wegens : - de bescherming van de staatsveiligheid, defensie of openbare veiligheid; - statistisch geheim of handelsgeheim; - gebrek aan persoonlijk belang wanneer voor de toegang tot een bestuursdocument een persoonlijk belang moet worden aangetoond. 4° de bestuursdocumenten die in het bezit zijn van openbare omroepen of hun dochterondernemingen en van andere instellingen of hun dochterondernemingen ten behoeve van de vervulling van een openbare omroeptaak;5° de bestuursdocumenten in het bezit van onderwijs- en onderzoeksinstellingen, met inbegrip van organisaties die zijn opgericht voor de overdracht van onderzoeksresultaten;6° de bestuursdocumenten in het bezit van culturele instellingen. Deze wet is evenmin van toepassing op de bestuursdocumenten die onvoorwaardelijk ter beschikking worden gesteld door een overheid.

De uitwisseling van bestuursdocumenten tussen openbare lichamen uitsluitend met het oog op de vervulling van hun openbare taken is geen hergebruik. HOOFDSTUK III. - Beginselen inzake hergebruik van bestuursdocumenten

Art. 4.Bestuursdocumenten die persoonsgegevens bevatten, komen pas in aanmerking voor hergebruik, nadat de betrokken overheid de nodige voorzorgsmaatregelen heeft genomen om de identiteit te verbergen van de personen op wie de persoonsgegevens betrekking hebben, inzonderheid door de informatie die de bestuursdocumenten bevatten te anonimiseren overeenkomstig de definitie voorzien in artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

Art. 5.De bestuursdocumenten die door de overheden ter beschikking worden gesteld, mogen hergebruikt worden voor commerciële of niet-commerciële doeleinden overeenkomstig de in deze wet omschreven voorwaarden.

De documenten die voortvloeien uit het hergebruik, moeten de bronnen en de datum van de laatste bijwerking vermelden. Zij mogen geen afbreuk doen aan de volledigheid en de aard van de ter beschikking gestelde bestuursdocumenten.

De overheden kunnen het hergebruik van bestuursdocumenten onderwerpen aan bijkomende voorwaarden. Deze bijkomende voorwaarden mogen evenwel de mogelijkheid tot hergebruik niet nodeloos beperken en evenmin gebruikt worden om de mededinging aan banden te leggen.

De voor hergebruik beschikbare documenten worden zoveel mogelijk langs elektronische weg beschikbaar gemaakt. HOOFDSTUK IV. - Aanvraag en behandeling

Art. 6.De aanvraag voor hergebruik wordt schriftelijk ingediend. Zij bevat minstens een nauwkeurige omschrijving van het gevraagde bestuursdocument, een beschrijving van het beoogde hergebruik van het bestuursdocument, de vorm waarin de mededeling van het bestuursdocument moet gebeuren en de nagestreefde doelstelling.

Indien de overheid waaraan de aanvraag gericht is, het hergebruik van een bestuursdocument onderwerpt aan een licentie, verzendt zij een standaardexemplaar van de licentie naar de aanvrager binnen een door de Koning te bepalen termijn. De voorwaarden opgenomen in de licentie mogen de mogelijkheden tot hergebruik niet nodeloos beperken noch gebruikt worden om de mededinging aan banden te leggen.

De overheid kan, op elk ogenblik en eenzijdig, de licentie beëindigen zonder dat dit recht geeft op enige schadeloosstelling, indien de aanvrager één of meer voorwaarden van de licentie niet naleeft.

De overheid kan eveneens, op elk ogenblik en eenzijdig, beslissen de bestuursdocumenten niet meer ter beschikking te stellen zonder dat dit recht geeft op enige schadeloosstelling, indien de aanvrager een of meer voorwaarden vastgelegd in artikel 5, tweede lid, niet naleeft.

De Koning bepaalt de behandelingsprocedure en -termijnen voor een aanvraag voor hergebruik alsook de vormen van de beslissingen. HOOFDSTUK V. - Voorwaarden voor het hergebruik

Art. 7.§ 1. Indien de bestuursdocumenten in de gevraagde vorm beschikbaar zijn of redelijkerwijze in de gevraagde vorm ter beschikking kunnen worden gesteld, verstrekt de overheid deze in die vorm.

Indien de bestuursdocumenten niet beschikbaar zijn in de gevraagde vorm, deelt de overheid in haar beslissing de aanvrager mee in welke vorm de documenten beschikbaar zijn of ter beschikking kunnen worden gesteld. § 2. De overheden zijn niet verplicht bestuursdocumenten te blijven produceren met het oog op het hergebruik ervan. De overheden zijn echter wel verplicht beslissingen om bestuursdocumenten niet langer voor hergebruik ter beschikking te stellen zo spoedig mogelijk aan het publiek kenbaar te maken, in het bijzonder door middel van een link op de federale portaalsite.

Art. 8.Wanneer kosten worden aangerekend voor de reproductie en verspreiding van bestuursdocumenten, zijn die kosten gelijk aan de marginale kosten voor de reproductie en verspreiding.

Wanneer het gebruiksklaar maken van het bestuursdocument bijkomende handelingen vergt, mogen de totale kosten niet meer bedragen dan de kosten die zijn gemaakt om de bestuursdocumenten te verzamelen, te produceren, te vermenigvuldigen en te verspreiden, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen. HOOFDSTUK VI. - Beroepen

Art. 9.§ 1. Er wordt een federale commissie van het hergebruik van de bestuursdocumenten opgericht, hierna genoemd « federale commissie ».

De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de samenstelling en de werkwijze van deze commissie. § 2. De leden van de federale commissie worden door de Koning benoemd.

Art. 10.De federale commissie oefent zijn taak volledig onafhankelijk en neutraal uit.

Art. 11.De federale commissie is bevoegd om kennis te nemen van beroepen tegen een beslissing van een overheid over het ter beschikking stellen van bestuursdocumenten, of in geval van een onwillige uitvoering van een beslissing of enige andere moeilijkheid die men ondervindt bij de uitoefening van de rechten die deze wet toekent.

Art. 12.Het beroep moet schriftelijk worden ingediend binnen een termijn van zestig dagen die ingaat vanaf het feit dat tot het beroep aanleiding geeft.

Art. 13.§ 1. De federale commissie die een beroep ontvangt, noteert dit onmiddellijk in een register, met vermelding van de datum van ontvangst.

De indiener van het beroep en de betrokken overheid hebben een onmiddellijk recht van toegang tot de registratiegegevens van het beroep. § 2. De federale commissie brengt de betrokken overheid onmiddellijk op de hoogte van het beroep en stuurt de indiener van het beroep tegelijkertijd een ontvangstmelding.

Art. 14.De federale commissie kan, als er een beroep aanhangig wordt gemaakt, alle nuttige informatie ter plaatse inzien of deze bij de betrokken overheid opvragen.

Deze commissie kan alle betrokken partijen en deskundigen horen en de personeelsleden van de overheid om aanvullende inlichtingen vragen.

Art. 15.§ 1. De federale commissie spreekt zich zo spoedig mogelijk uit over het beroep en brengt haar beslissing uiterlijk binnen een termijn van dertig dagen schriftelijk ter kennis van de indiener van het beroep en de betrokken overheid. § 2. De beslissingen van de federale commissie zijn openbaar.

Art. 16.De betrokken overheid voert de beslissing tot inwilliging van het beroep uiterlijk binnen vijftien dagen uit. HOOFDSTUK VII. - Discriminatieverbod, vrije concurrentie en transparantie

Art. 17.De voorwaarden die van toepassing zijn op het hergebruik van bestuursdocumenten, mogen niet discriminerend zijn voor vergelijkbare categorieën van hergebruik.

Wanneer de overheid documenten hergebruikt in het kader van commerciële activiteiten die buiten haar openbare taken vallen, zijn op de verstrekking van documenten voor deze activiteiten dezelfde vergoedingen en andere voorwaarden van toepassing als die welke gelden voor andere gebruikers.

Art. 18.§ 1. Exclusiviteitsregelingen inzake hergebruik zijn verboden tenzij zij noodzakelijk zijn voor het verlenen van een dienst van algemeen belang.

Indien een exclusief recht verleend wordt in het algemeen belang, dient de overheid die het exclusief recht heeft verleend of bij wie het exclusief recht berust, minstens om de drie jaar na te gaan of de redenen daarvoor nog steeds geldig zijn. § 2. Elk exclusief recht op hergebruik dat verleend wordt na de inwerkingtreding van deze wet, wordt openbaar gemaakt op initiatief van de overheid die het heeft verleend. § 3. De exclusiviteitrechten op hergebruik die verleend werden voor de inwerkingtreding van deze wet, behalve die waarop de uitzonderingsregeling als bedoeld in § 1 van toepassing is, worden beëindigd op het einde van de geldigheidsperiode ervan en in elk geval uiterlijk 31 december 2008.

Art. 19.De documenten die beschikbaar zijn voor hergebruik, de eventuele voorwaarden waaronder de standaardlicenties en de eventuele vergoedingen worden geïnventariseerd en gepubliceerd, in het bijzonder op de federale portaalsite.

Het toezicht op deze verplichting berust bij de dienst Externe Communicatie van de Federale Overheidsdienst Kanselarij en Algemene Diensten. De Koning bepaalt de modaliteiten van dit toezicht.

Wanneer een vergoeding wordt gevraagd, kan de aanvrager, op eenvoudig verzoek, van de betrokken overheid de nodige inlichtingen krijgen over de berekeningsgrondslag, alsook over de factoren waarmee rekening werd gehouden bij de berekening van de vergoeding. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 20.Artikel 10 van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur wordt opgeheven.

Art. 21.Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 7 maart 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, V. VAN QUICKENBORNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2006-2007. Kamer van volksvertegenwoordigers : Stukken. - Ontwerp van wet, 51-2634/001. - Verslag, 51-2634/002. - Tekst aangenomen in commissie, 51-2634/003. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-2634/004.

Integraal verslag. - 25 januari 2007.

Senaat : Stukken. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 3-2040/1. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.

^