Etaamb.openjustice.be
Wet van 09 mei 2008
gepubliceerd op 23 juli 2008

Wet houdende begeleidende maatregelen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende de rol van de werknemers in de Europese coöperatieve vennootschap

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008012767
pub.
23/07/2008
prom.
09/05/2008
ELI
eli/wet/2008/05/09/2008012767/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MEI 2008. - Wet houdende begeleidende maatregelen met betrekking tot de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, een vertegenwoordigingsorgaan en procedures betreffende de rol van de werknemers in de Europese coöperatieve vennootschap (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Bij deze wet wordt de richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers omgezet. HOOFDSTUK II. - Definities

Art. 3.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1° Europese coöperatieve vennootschap of SCE : een vennootschap opgericht overeenkomstig de verordening (EG) nr.1435/2003 van de Europese Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap; 2° deelnemende juridische lichamen : vennootschappen in de zin van artikel 48, tweede alinea van het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van coöperaties, alsmede overeenkomstig het recht van een lidstaat opgerichte en daaronder ressorterende juridische lichamen die rechtstreeks deelnemen aan de oprichting van een Europese coöperatieve vennootschap. Als rechtstreeks deelnemend aan de oprichting van een Europese coöperatieve vennootschap wordt beschouwd, de coöperatie wier leden, bij de oprichting van de Europese coöperatieve vennootschap, leden van die Europese coöperatieve vennootschap worden en aandelen ervan bezitten of het lichaam dat zelf aandelen van de Europese coöperatieve vennootschap bezit; 3° dochteronderneming van een deelnemend juridisch lichaam of van een Europese coöperatieve vennootschap : een onderneming waarop dat deelnemend juridisch lichaam of die Europese coöperatieve vennootschap een overheersende invloed uitoefent. Tot bewijs van het tegendeel, wordt het geacht vast te staan dat een overheersende invloed wordt uitgeoefend wanneer een onderneming, direct of indirect : a) meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kan benoemen of;b) beschikt over de meerderheid van de stemmen die verbonden zijn aan de door de onderneming uitgegeven aandelen of;c) de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezit. Wanneer verschillende ondernemingen van een concern voldoen aan één van de criteria vermeld in de tweede alinea, wordt de onderneming die voldoet aan criterium a), geacht een overheersende invloed uit te oefenen. Indien geen enkele onderneming aan criterium a), voldoet, wordt de onderneming die voldoet aan criterium b) , geacht een overheersende invloed uit te oefenen.

Voor de toepassing van de tweede alinea worden onder de rechten van de zeggenschap uitoefenende onderneming ten aanzien van stemrecht en benoeming ook de rechten verstaan van alle ondernemingen waarover zij zeggenschap uitoefent, en die van alle personen of organen die handelen onder eigen naam, doch voor rekening van de zeggenschap uitoefenende onderneming of van enige andere onderneming waarover zeggenschap wordt uitgeoefend.

Een overheersende invloed wordt niet geacht te bestaan louter op grond van het feit dat een gevolmachtigd persoon zijn taak vervult krachtens de wetgeving van een lidstaat inzake liquidatie, faillissement, insolventie, opschorting van betaling, gerechtelijk akkoord of een andere gelijksoortige procedure.

In afwijking van de alinea's 1 en 2, is een maatschappij als bedoeld in artikel 3, lid 5, onder a) of c), van verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Europese Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen, geen « onderneming die zeggenschap uitoefent » over een andere onderneming waarin zij deelnemingen heeft; 4° betrokken dochteronderneming of vestiging : een dochteronderneming of vestiging van een deelnemend juridisch lichaam dat bij de oprichting van een SCE een dochteronderneming of vestiging van de SCE wordt en die in een lidstaat is gevestigd. Als betrokken dochteronderneming of vestiging moeten worden beschouwd, voor zover de overheersende invloed bepaald in 3° kan worden geacht vast te staan : - de directe dochterondernemingen van de deelnemende juridische lichamen die al dan niet onder hetzelfde nationale recht vallen; - de directe vestigingen van de deelnemende juridische lichamen, al dan niet in dezelfde lidstaat gevestigd; - de indirecte dochterondernemingen van de deelnemende juridische lichamen, d.w.z. de dochterondernemingen van directe dochterondernemingen van deelnemende juridische lichamen en de dochterondernemingen van indirecte dochterondernemingen; - de indirecte vestigingen van de deelnemende juridische lichamen, d.w.z. de vestigingen van de indirecte dochterondernemingen van die vennootschappen. 5° vertegenwoordigingsorgaan : het grensoverschrijdende orgaan dat de werknemers vertegenwoordigt, regelmatig ingesteld ten behoeve van de informatie en raadpleging van de werknemers van een SCE en haar dochterondernemingen en vestigingen in een lidstaat en, in voorkomend geval, de uitoefening van medezeggenschapsrechten in verband met de SCE.6° bijzondere onderhandelingsgroep : de regelmatig ingestelde groep die tot doel heeft met het bevoegde orgaan van de deelnemende juridische lichamen te onderhandelen over de vaststelling van regelingen met betrekking tot de rol van de werknemers in de SCE.7° rol van de werknemers : informatie, raadpleging en medezeggenschap, als gedefinieerd door deze wet;8° informatie : het verstrekken, door het bevoegde orgaan van de SCE, aan het orgaan dat de werknemers vertegenwoordigt en/of aan de werknemervertegenwoordigers van inlichtingen over aangelegenheden die betrekking hebben op de SCE zelf en op eender welke van haar dochterondernemingen of vestigingen in een andere lidstaat of over aangelegenheden die de bevoegdheid van de besluitvormingsorganen in één enkele lidstaat te buiten gaan, op een zodanig tijdstip, op een zodanige wijze en met een zodanige inhoud dat de werknemersvertegenwoordigers het mogelijke effect ervan grondig kunnen beoordelen en, in voorkomend geval, raadplegingen met het bevoegde orgaan van de SCE kunnen voorbereiden;9° raadpleging : de instelling van dialoog en de uitwisseling van standpunten tussen het orgaan dat de werknemers vertegenwoordigt en/of de werknemersvertegenwoordigers en het bevoegde orgaan van de SCE, op een zodanig tijdstip, op een zodanige wijze en met een zodanige inhoud dat de werknemersvertegenwoordigers, op basis van de verstrekte informatie, een mening over de door het bevoegde orgaan beoogde maatregelen kenbaar kunnen maken waarmee rekening kan worden gehouden in het besluitvormingsproces binnen de SCE;10° medezeggenschap : de invloed van het orgaan dat de werknemers vertegenwoordigt en/of van de werknemersvertegenwoordigers op de gang van zaken bij een juridisch lichaam via : - het recht om een aantal leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van het juridisch lichaam te kiezen of te benoemen, of - het recht om met betrekking tot de benoeming van een aantal of alle leden van het toezichthoudend of het bestuursorgaan van het juridisch lichaam aanbevelingen te doen of bezwaar te maken;11° Lidstaat : de lidstaten van de Europese Unie en de andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte, bedoeld in de Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003. HOOFDSTUK III. - Toepasselijk recht

Art. 4.De regels betreffende de instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep, buiten de wijze van verkiezing of aanwijzing van haar leden, de overlegprocedure om tot een akkoord te komen over de regelingen van de rol van de werknemers in de SCE en de inhoud van dit akkoord zijn onderworpen aan het recht van de lidstaat op wiens grondgebied de statutaire zetel van de SCE is gevestigd.

Art. 5.De regels betreffende de instelling en de werking van het vertegenwoordigingsorgaan, buiten de wijze van verkiezing of aanwijzing van haar leden, en van een procedure betreffende de rol van de werknemers in de SCE zijn onderworpen aan het recht van de lidstaat op wiens grondgebied de statutaire zetel van de SCE is gevestigd.

Art. 6.De regels betreffende de berekening van het aantal tewerkgestelde werknemers, het begrip werknemers en de wijze van verkiezing of aanwijzing van de werknemersvertegenwoordigers zijn onderworpen aan het recht van de lidstaat waar de betrokken vestigingen of ondernemingen gelegen zijn.

Art. 7.Het recht dat de regels betreffende het statuut van de werknemersvertegenwoordigers beheerst, is het recht van de lidstaat waar hun werkgever gevestigd is; in geval van een wetsconflict wordt dit recht bepaald overeenkomstig het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, opgemaakt te Rome op 19 juni 1980. HOOFDSTUK IV. - Vertrouwelijke informatie

Art. 8.Het toezichts- of bestuursorgaan van een SCE of van een deelnemend juridisch lichaam, is gemachtigd om aan de leden van de bijzondere onderhandelingsgroep of aan de leden van het vertegenwoordigingsorgaan of aan de werknemersvertegenwoordigers die inlichtingen ontvangen in het kader van een procedure ter informatie en raadpleging, alsmede aan de deskundigen die hen eventueel bijstaan : 1° het vertrouwelijk karakter te melden van bepaalde inlichtingen, op het ogenblik dat deze worden meegedeeld, waarvan de verspreiding ernstige schade zou kunnen berokkenen aan de onderneming;de afgevaardigden zijn gehouden deze niet te verspreiden; 2° bepaalde inlichtingen, waarvan de lijst wordt opgesteld door de Koning, niet mee te delen wanneer zij van die aard zijn dat, volgens objectieve criteria, hun bekendmaking de werking van de onderneming ernstig zou kunnen belemmeren of haar schade zou kunnen berokkenen. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Florence, 9 mei 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, J. VANDEURZEN De Minister van Werk, Mevr. J. MILQUET Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie J. VANDEURZEN _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers : Stukken. - 52-810 - 2007/2008 : Nr. 1 : Wetsontwerp. - Nr. 2 : Verslag. - Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 19 maart 2008.

Senaat : Stukken. - 4-660 - 2007/2008 : Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat. - Nr. 2 : Verslag. - Nr. 3 : Beslissing om niet te amenderen.

Handelingen van de Senaat : 24 april 2008.

^