Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 juni 1997
gepubliceerd op 01 augustus 1997

Wet betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop

bron
ministerie van financien
numac
1997003403
pub.
01/08/1997
prom.
10/06/1997
ELI
eli/wet/1997/06/10/1997003403/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JUNI 1997. Wet betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en definities

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.1. Onder voorbehoud van de toepassing van de voorschriften vastgesteld door de algemene wet inzake douane en accijnzen en voor zover zij betrekking hebben op de accijnzen, behelst deze wet de regeling van de producten onderworpen aan accijnzen en andere indirecte belastingen die direct of indirect worden geheven op het verbruik van die producten, zoals de controleretributie geheven op sommige minerale oliën, met uitzondering van de belasting over de toegevoegde waarde en de door de Europese Gemeenschappen vastgestelde belastingen. 2. De bijzondere bepalingen betreffende de structuren en de tarieven van de accijnzen werden opgenomen in specifieke wettelijke bepalingen.

Art. 3.1. Deze wet is op communautair niveau van toepassing op de volgende producten zoals die zijn omschreven in de desbetreffende specifieke wettelijke bepalingen : - minerale oliën, - alcohol en alcoholhoudende dranken, - tabaksfabrikaten. 2. Op de in 1 genoemde producten mogen nog andere indirecte belastingen met specifieke doeleinden worden geheven, zoals de controleretributie geheven op sommige minerale oliën, mits daarbij de uit hoofde van de accijnzen en de BTW geldende voorschriften inzake belastingheffing in acht worden genomen wat betreft de vaststelling van de maatstaf van heffing, de berekening, de verschuldigdheid en de controle van de belasting.

Art. 4.1. In deze wet en in de op grond ervan genomen uitvoeringsbepalingen, wordt verstaan onder : 1° Accijnsprodukten : de produkten bedoeld in artikel 3;2° Gemeenschap : de Europese Gemeenschap; 3° Lidstaat : een lidstaat van de Gemeenschap;.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 4° Grondgebied van de Gemeenschap : het grondgebied van al de lidstaten samen zoals het voor iedere lidstaat is omschreven in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid in artikel 227, met uitzondering van de volgende nationale grondgebieden : voor de Bondsrepubliek Duitsland : het eiland Helgoland en het grondgebied van Büsingen; voor de Italiaanse Republiek : Livigno, Campione d'Italia en de Italiaanse wateren van het meer van Lugano; voor het Koninkrijk Spanje : de Canarische Eilanden, Ceuta en Melilla ; voor de Franse Republiek : de overzeese departementen; 5° Derde land : elk ander grondgebied dan het grondgebied van de Gemeenschap;6° Intracommunautair vervoer : het vervoer van accijnsprodukten vanuit het grondgebied van een lidstaat naar het grondgebied van een andere lidstaat;7° Erkend entrepothouder : de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op grond van de bepalingen van dit besluit gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening accijnsproducten onder schorsing van accijns in een belastingentrepot te produceren, te verwerken, voorhanden te hebben, te ontvangen en te verzenden;8° Belastingentrepot : iedere plaats waar de erkend entrepothouder bij de bedrijfsuitoefening, accijnsproducten onder schorsing van accijns produceert, verwerkt, voorhanden heeft, ontvangt of verzendt, zulks onder de voorwaarden bepaald door de Minister van Financiën;9° Geregistreerd bedrijf : de natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet de hoedanigheid van erkend entrepothouder bezit en die door de door de Minister van Financiën aangewezen ambtenaar gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening accijnsproducten onder schorsing van accijns uit een andere lidstaat te ontvangen;dit bedrijf mag evenwel de accijnsproducten niet onder schorsing van accijnzen voorhanden hebben of verzenden; 10° Niet-geregistreerd bedrijf : de natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet de hoedanigheid van erkend entrepothouder bezit en die door de door de Minister van Financiën aangewezen ambtenaar gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening incidenteel accijnsproducten onder schorsing van accijns uit een andere lidstaat te ontvangen;dit bedrijf mag evenwel de accijnsproducten niet onder schorsing van accijns voorhanden hebben of verzenden; 11° Schorsingsregeling : belastingregeling die geldt voor de productie, de verwerking, het voorhanden hebben en het verkeer van producten onder schorsing van accijns;12° Invoer : 1.het binnenbrengen van accijnsproducten in de Gemeenschap met inbegrip van de binnenkomst uit een gebied bedoeld in de uitzonderingen van littera 4° of uit de Kanaaleilanden; 2. het onttrekken aan een communautaire douaneregeling waaronder een accijnsprodukt werd geplaatst bij zijn binnenkomst in de Gemeenschap;13° Ontvanger : de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen aangewezen door de Minister van Financiën of door zijn afgevaardigde;14° Administratie : de Administratie der douane en accijnzen;15° Directeur-generaal : de directeur-generaal van de Administratie der douane en accijnzen.2. Transacties van herkomst uit of ter bestemming van : het Vorstendom Monaco worden behandeld als transacties van herkomst uit of ter bestemming van de Franse Republiek; Jungholz en Mittelberg (Kleines Walsertal) worden behandeld als transacties van herkomst uit of ter bestemming van de Bondsrepubliek Duitsland; het eiland Man worden behandeld als transacties van herkomst uit of ter bestemming van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland;

San Marino worden behandeld als transacties van herkomst uit of ter bestemming van de Italiaanse Republiek. 3. Worden geacht zich onder schorsing van accijns te bevinden, de accijnsproducten : van herkomst uit of met als bestemming derde landen of de in 1, 4° bedoelde gebieden of de Kanaaleilanden, wanneer zij onder één van de douaneschorsingsregelingen worden geplaatst die zijn genoemd in artikel 84, 1, punt a) van Verordening (EEG) nr.2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair Douanewetboek dan wel in een vrije zone of in een vrij entrepot worden geplaatst, of wanneer zij via EVA-landen worden verzonden tussen de lidstaten of tussen een lidstaat en een EVA-land, overeenkomstig de regeling voor intern communautair douanevervoer, of via één of meerdere derde landen die geen EVA-landen zijn, onder dekking van een carnet TIR of een carnet ATA. De Koning bepaalt de formaliteiten die moeten worden vervuld om schorsing van de accijns te genieten bij gebruik van het enig document. 4. De eventuele aanvullende aantekeningen die moeten voorkomen op de vervoersdocumenten of op de handelsbescheiden die gelden als documenten voor douanevervoer, alsmede de wijzigingen die nodig zijn om de zuiveringsprocedure aan te passen wanneer de accijnsproducten zich in het verkeer bevinden onder dekking van een vereenvoudigde procedure voor intern communautair douanevervoer, worden vastgesteld volgens de reglementering van de Europese Gemeenschap.

Art. 5.De in artikel 3 bedoelde producten worden aan accijnzen onderworpen bij de produktie of bij de invoer.

Art. 6.De accijns wordt verschuldigd bij de uitslag tot verbruik of bij het constateren van tekorten die aan accijns moeten worden onderworpen overeenkomstig artikel 14, 3. De voorwaarden inzake de verschuldigdheid en het toepasselijk tarief zijn deze van kracht op de datum van de inverbruikstelling of van de vaststelling van tekorten.

Als uitslag tot verbruik van accijnsproducten wordt beschouwd : iedere vorm van onttrekking, ook op onregelmatige wijze, van deze producten aan een schorsingsregeling ; iedere fabricage, ook op onregelmatige wijze, van deze producten buiten een schorsingsregeling; elke invoer, ook op onregelmatige wijze, van deze producten, wanneer ze niet onder een schorsingsregeling worden geplaatst.

Art. 7.1. Indien in een andere lidstaat reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsproducten worden geleverd of bestemd zijn om hier te lande te worden geleverd of bestemd zijn voor commerciële doeleinden in het binnenland voor de behoeften van een bedrijf dat op onafhankelijke wijze een economische activiteit uitoefent of van een publiekrechtelijke instelling, is de accijns verschuldigd, volgens het geval, door de persoon die de levering verricht of die de voor levering bestemde producten voorhanden heeft of door de persoon waarvoor de producten worden bestemd of door vorenbedoeld zelfstandig bedrijf of publiekrechtelijk lichaam. 2. Het verkeer van de in 1 bedoelde producten tussen de betrokken lidstaat en België vindt plaats met een geleidedocument waarvan de vorm en de inhoud vastgesteld zijn door een verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.3. Vorenbedoelde persoon, bedrijf of instelling moet : 1° voorafgaand aan de verzending van de goederen, aangifte doen bij de ontvanger en de betaling van de accijns waarborgen;2° de accijns voldoen op de door de Minister van Financiën bepaalde wijze;3° elke controle toelaten waardoor de administratie zich kan vergewissen van de daadwerkelijke ontvangst van de goederen en van de betaling van de accijns waartoe deze aanleiding geven.4. Wanneer accijnsproducten die reeds in een lidstaat in verbruik werden gesteld, worden vervoerd naar een andere plaats van bestemming in dezelfde lidstaat, langs een passend traject via het grondgebied van een andere lidstaat, dient het in 2 bedoelde geleidedocument te worden gebruikt.5. De levering, onder de in 4 bedoelde voorwaarden, van in het land in het verbruik gestelde accijnsproducten, naar een andere in België gelegen plaats, via het grondgebied van een andere lidstaat, is bovendien aan de hiernavolgende procedure onderworpen : 1° de afzender moet bij de ontvanger over zijn gebied vóór de verzending van de goederen, een aangifte indienen waarvan de vorm en de inhoud door de Minister van Financiën wordt bepaald;2° de geadresseerde moet de ontvangst van de producten bevestigen volgens de voorschriften bepaald door de Minister van Financiën;3° de afzender en de geadresseerde moeten elke controle toelaten waardoor de administratie zich kan vergewissen van de daadwerkelijke ontvangst van de goederen.6. Wanneer accijnsproducten veelvuldig en regelmatig onder de in 4 genoemde voorwaarden worden verzonden, dan kan de Minister van Financiën via bilaterale administratieve overeenkomsten, een afwijkende vereenvoudigde procedure toestaan op 4 en 5.

Art. 8.Van door particulieren voor eigen behoeften en door hen zelf vervoerde accijnsproducten is geen accijns verschuldigd op voorwaarde dat de accijns werd geheven in de lidstaat van verkrijging.

Art. 9.1. Onder voorbehoud van de toepassing van de artikelen 6 tot 8 wordt, wanneer de in een andere lidstaat tot verbruik uitgeslagen producten hier te lande voor commerciële doeleinden voorhanden worden gehouden, de accijns verschuldigd door degene die de producten voorhanden heeft. Die accijns wordt geheven op de door de Minister van Financiën bepaalde wijze. 2. Om vast te stellen of de door particulieren binnengebrachte producten voor de in artikel 8 bedoelde commerciële doeleinden zijn bestemd, zal onder meer rekening worden gehouden met : 1° de commerciële status en de beweegredenen van degene die de producten voorhanden heeft;2° de plaats waar deze producten zich bevinden of, in voorkomend geval, de gebruikte wijze van vervoer;3° elk document betreffende deze producten;4° de aard van deze producten;5° de hoeveelheid van deze producten.3. Voor de toepassing van 2, 5°, wordt, uitsluitend als bewijselement, rekening gehouden met de hierna vermelde indicatieve limieten, waarboven de handeling wordt beschouwd als voor commerciële doeleinden, tenzij de belanghebbende ten genoegen van de ambtenaren van de administratie kan aantonen dat dit niet het geval is : 1° Voor gefabriceerde tabak : sigaretten 800 stuks cigarillo's (sigaren met een maximumgewicht van3 g/stuk) 400 stuks sigaren 200 stuks rooktabak 1,0 kg 2° Voor alcohol en alcoholhoudende dranken : gedestilleerde dranken 10 l tussenproducten 20 l wijn (waarvan max.60 l mousserende wijn) 90 l bier 110 l 4. Afstand, onder bezwarende titel, zelfs zonder winst, onder particulieren, van aan accijns onderworpen producten, wordt beschouwd als voor commerciële doeleinden.

Art. 10.De accijns wordt verschuldigd bij de verkrijging van minerale oliën die in een andere lidstaat reeds tot verbruik zijn uitgeslagen, indien deze producten op een atypische wijze worden vervoerd door particulieren of voor hun rekening. Als atypisch vervoer moeten worden aangemerkt het vervoer van motorbrandstof anders dan in de tank van de voertuigen of in een passend reserveblik, alsmede het vervoer van vloeibare verwarmingsproducten anders dan in tankwagens die voor rekening van bedrijven worden gebruikt.

Art. 11.1. Wanneer de in een andere lidstaat reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsproducten worden gekocht door hier te lande gevestigde personen die niet de hoedanigheid van erkend entrepothouder, of van geregistreerd of niet-geregistreerd bedrijf hebben, en die direct of indirect door de verkoper of voor diens rekening, naar België worden verzonden of vervoerd, geeft hun levering in België aanleiding tot de invorderbaarheid van de accijns. 2. Voor de toepassing van 1 wordt de accijns verschuldigd door de verkoper op het tijdstip waarop de levering wordt verricht.Te dien einde moet hij, voorafgaand aan de verzending van de producten, de betaling van de accijns hier te lande waarborgen. Nochtans kan de accijns moeten worden betaald door een fiscaal vertegenwoordiger die niet de geadresseerde van de producten is. Deze fiscaal vertegenwoordiger moet hier te lande gevestigd zijn en door de door de Minister van Financiën aangewezen ambtenaar worden erkend. Daartoe dient de verkoper, alvorens een levering naar België te verrichten, de volledige identiteit op te geven van de vertegenwoordiger die hij ter erkenning voorstelt. Deze moet bekwaam zijn om contracten aan te gaan en aanvaarden de buitenlandse verkoper te vertegenwoordigen. Hij moet in de plaats van de verkoper, zich houden aan de onderstaande voorschriften : 1° de betaling van de accijns waarborgen bij de bevoegde ontvanger;2° de accijns op het tijdstip van de levering van de producten voldoen op de door de Minister van Financiën bepaalde wijze;3° een boekhouding voeren van de leveringen van de producten en aan de administratie de plaats van levering van de producten mededelen.3. Wanneer hier te lande reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsproducten worden aangekocht door een persoon gevestigd in een andere lidstaat die niet de hoedanigheid van erkend entrepothouder of geregistreerd of niet-geregistreerd bedrijf heeft en direct of indirect door de Belgische verkoper of voor diens rekening worden verzonden of vervoerd, moet deze in de mogelijkheid zijn de Belgische administratie te bewijzen dat hij de betaling van de accijns in de lidstaat van bestemming heeft gewaarborgd voorafgaand aan de verzending van de producten en dat hij een boekhouding voert van de leveringen van de producten. HOOFDSTUK II. - Productie, verwerking en voorhanden hebben

Art. 12.Onder voorbehoud van de toepassing van specifieke wettelijke bepalingen, dient de productie en de verwerking hier te lande van de accijnsproducten bedoeld in artikel 3 te gebeuren in een belastingentrepot. Het voorhanden hebben van dergelijke producten waarvoor de accijns niet werd voldaan, moet eveneens in een belastingentrepot plaatsvinden.

De opening en de werking van een belastingentrepot moet worden vergund door de ambtenaar daartoe aangewezen door de Minister van Financiën, onder de door laatstbedoelde gestelde voorwaarden.

Art. 13.De erkend entrepothouder moet : 1° zekerheid stellen ten belope van 10 pct.van de accijns met betrekking tot accijnsproducten die hij produceert, verwerkt en voorhanden heeft in zijn belastingentrepot; 2° bovendien voldoende zekerheid stellen, hetzij persoonlijk, hetzij hoofdelijk aansprakelijk met de vervoerder, voor het bedrag van de in het spel zijnde accijns betreffende de accijnsproducten die onder een schorsingsregeling verzonden worden hier te lande of naar een andere lidstaat.De Minister van Financiën kan, onder de door hem te bepalen omstandigheden, de vervoerder of de eigenaar van de producten toestaan om een zekerheid te stellen in vervanging van de door de erkend entrepothouder van verzending gestelde zekerheid. De borgtocht moet in de gehele Gemeenschap geldig zijn.

Bij het intracommunautair verkeer over zee of door pijpleidingen van de aan accijns onderworpen minerale oliën, kan de Minister van Financiën, onder de door hem te bepalen voorwaarden, de erkende entrepothouders van verzending ontheffen van de verplichting vorenbedoelde zekerheid te stellen; 3° een gedetailleerd plan van zijn inrichting overleggen en voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld in de vergunning;4° een boekhouding voeren van de voorraden en het verkeer van producten per belastingentrepot;5° de producten op elk verzoek vertonen;6° controle of inventarisatie toelaten. De Koning kan, in de door hem bepaalde situaties en onder de door hem gestelde voorwaarden, het bedrag van de in de eerste alinea, 1° en 2° bedoelde zekerheid beperken.

Art. 14.1. De erkend entrepothouder wordt vrijgesteld voor de onder de schorsingsregeling opgetreden en aan toevallige omstandigheden of aan gevallen van overmacht te wijten verliezen die door de ambtenaren van de administratie zijn geconstateerd. Tevens wordt hij onder de schorsingsregeling vrijgesteld voor de verliezen die inherent zijn aan de aard van de producten tijdens het productie- en verwerkingsproces, de opslag en het vervoer. De vrijstellingen gelden ook voor de in artikel 18 bedoelde bedrijven tijdens het vervoer van de producten onder de schorsingsregeling.

De voorwaarden waaronder deze vrijstellingen worden toegekend worden bepaald door de Minister van Financiën. 2. De in 1 bedoelde verliezen die zijn opgetreden tijdens intracommunautair vervoer van producten onder de schorsingsregeling met bestemming België, moeten worden geconstateerd volgens de van toepassing zijnde regels.3. Onverminderd artikel 25 wordt, in geval van andere tekorten dan de in 1 bedoelde verliezen en in geval van verliezen waarvoor de in 1 bedoelde vrijstellingen niet worden toegekend, de accijns geheven volgens de tarieven die van kracht zijn op het ogenblik waarop de verliezen, die naar behoren moeten zijn vastgesteld door de ambtenaren van de administratie, zich hebben voorgedaan of, in voorkomend geval, op het ogenblik van de vaststelling van de tekorten. In de veronderstelling dat deze verliezen of deze tekorten accijnsproducten betreffen waarvan de heffing verschillend is naargelang het gebruik waarvoor ze zijn bestemd, wordt de accijns geheven volgens het hoogste tarief van genoemde producten tenzij de belanghebbende kan bewijzen dat het gebruik dat ervan werd gemaakt, de toepassing van een lagere belasting met zich meebrengt. 4. Van de tekorten als bedoeld in 3 en de verliezen die niet op grond van 1 zijn vrijgesteld, moet in ieder geval door de bevoegde autoriteiten aantekening worden gemaakt op het verso van het terugzendingsexemplaar van het in artikel 23, 1 bedoelde geleidedocument voor de schorsingsregeling. Daarbij wordt op nationaal vlak als volgt gehandeld : in het geval van tekorten of verliezen die zijn opgetreden tijdens intracommunautair vervoer van accijnsproducten onder de schorsingsregeling - zonder onderscheid of deze al dan niet voor België zijn bestemd - tekenen de ambtenaren, die de tekorten of verliezen vaststellen, dit bijgevolg aan op het terugzendingsexemplaar van het geleidedocument; bij aankomst van de accijnsproducten onder de schorsingsregeling met een in het land gelegen bestemming, duidt de ontvanger, over het gebied van de geadresseerde aan of hij gedeeltelijke vrijstelling dan wel geen vrijstelling verleent voor de vastgestelde verliezen of tekorten. Hij vermeldt nauwkeurig de grondslag voor de berekening van de overeenkomstig het bepaalde in 3 te heffen accijnzen. Bovendien zendt hij een afschrift van het terugzendingsexemplaar van het geleidedocument aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de verliezen zijn vastgesteld. 5. Bij opneming vastgestelde tevelen worden in last genomen in de voorraadboekhouding van de erkend entrepothouder. HOOFDSTUK III. - Verkeer

Art. 15.1. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 4, 3, artikel 18, artikel 24, 4 en artikel 32, moet het verkeer van accijnsproducten dat onder de schorsingsregeling plaatsvindt, geschieden tussen belastingentrepots.

De eerste alinea is ook van toepassing op het intracommunautair verkeer van niet ten verbruik uitgeslagen aan accijns onderworpen producten waarvoor een accijnstarief nul geldt. 2. De erkend entrepothouder wordt geacht te zijn erkend voor nationale en intracommunautaire verkeershandelingen van accijnsproducten.3. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 25 kan de verantwoordelijkheid van de erkend entrepothouder van verzending en, in voorkomend geval, die van de vervoerder pas vervallen door middel van het bewijs dat de geadresseerde de producten overneemt, met name middels het terugzendingsexemplaar van het in artikel 23 bedoelde geleidedocument onder de voorwaarden bepaald in artikel 24.4. Een erkend entrepothouder van verzending of diens vertegenwoordiger kan de inhoud van de vakken 4, 7, 7a, 13, 14 en/of 17 van het geleidedocument wijzigen om een andere geadresseerde, die een erkend entrepothouder of geregistreerd bedrijf moet zijn, of om een andere plaats van levering aan te duiden.De ontvanger over het gebied van de erkend entrepothouder moet hiervan onmiddellijk in kennis gesteld worden en de naam van de nieuwe geadresseerde of de nieuwe plaats van levering moet onmiddellijk worden vermeld op de achterzijde van het administratief geleidedocument. 5. Bij het intracommunautair verkeer van minerale oliën over zee of over de binnenwateren is de erkend entrepothouder van verzending niet verplicht de vakken 4, 7, 7a, 13 en 17 van het geleidedocument in te vullen indien, bij de verzending van de producten, de geadresseerde niet definitief gekend is, onder voorbehoud dat : - de ontvanger over het gebied van de erkend entrepothouder van verzending deze laatste voorafgaandelijk toestaat deze vakken niet in te vullen; - voornoemd ontvanger in kennis wordt gesteld van de naam en het adres van de geadresseerde, alsook van zijn accijnsnummer en van het land van bestemming zodra deze gegevens gekend zijn of uiterlijk wanneer de producten op hun eindbestemming aankomen.

Art. 16.1. De erkende entrepothouders of voor accijnsdoeleinden geregistreerde bedrijven alsmede de als belastingentrepot erkende plaatsen zullen worden geregistreerd in een door de administratie beheerde elektronische databank. 2. Het register bevat de volgende gegevens : 1° het door de administratie aan de personen of plaatsen toegekend registratienummer;2° naam en adres van de personen of plaatsen;3° de categorie producten die de personen voorhanden mogen hebben of mogen ontvangen of die op de plaatsen voorhanden mogen zijn of mogen worden ontvangen;4° de adressen van de diensten van de administratie die voor verdere inlichtingen kunnen worden gecontacteerd;5° de datum waarop het registratienummer is toegekend en, indien van toepassing, de datum waarop de geldigheid van het registratienummer eindigt.3. De in 1 en 2, onder 1°, 2°, 3° en 4°, bedoelde gegevens worden aan de bevoegde autoriteit van de andere lidstaten meegedeeld.Wanneer de in 2, 5°, beschreven gegevens niet automatisch worden meegedeeld, dienen zij te worden verstrekt op specifiek verzoek van de lidstaten.

Alle gegevens worden uitsluitend gebruikt om na te gaan of personen en plaatsen erkend of geregistreerd zijn. 4. De bij het intracommunautair verkeer van accijnsproducten betrokken personen kunnen bevestiging krijgen van de overeenkomstig dit artikel vastgelegde informatie waarover de administratie beschikt.5. De in welke vorm dan ook krachtens dit artikel door de administratie verkregen informatie is van vertrouwelijke aard.Zij valt onder het beroepsgeheim en geniet de bescherming die wordt geboden door artikel 320 van de algemene wet inzake douane en accijnzen. Zij wordt uitsluitend gebruikt om na te gaan of de personen en plaatsen erkend of geregistreerd zijn en of zulks overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat van de aangezochte autoriteit mogelijk is, in de gevallen en binnen de perken waarvoor in het voormelde artikel 320 machtiging wordt verleend. 6. In dezelfde gevallen en binnen dezelfde perken staat de administratie toe dat informatie meegedeeld op verzoek van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat wordt gebruikt met een ander doel dan datgene dat is omschreven in 3, indien de wetgeving van die lidstaat daarin voorziet.

Art. 17.Met betrekking tot de in artikel 24, 6 bedoelde steekproefcontroles kan de administratie de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat verzoeken om opgave van informatie ter aanvulling van de in artikel 15 bepaalde gegevens. De bepalingen van artikel 38 inzake gegevensbescherming zijn op deze uitwisseling van gegevens van toepassing. De voor de uitvoering van bedoelde steekproefcontroles vereiste uitwisseling van gegevens geschiedt met een uniform controledocument. Vorm en inhoud van dat document worden vastgesteld door een verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Art. 18.1. In afwijking van artikel 15, 1, kan de geadresseerde een bedrijf zijn dat niet de hoedanigheid van erkend entrepothouder bezit.

Dit bedrijf mag bij de uitoefening van zijn beroep accijnsproducten onder de schorsingsregeling uit andere lidstaten ontvangen. Het mag deze producten evenwel noch voorhanden hebben noch verzenden onder schorsing van accijns. 2. Voorafgaand aan de ontvangst van de goederen, kan dit bedrijf om registratie verzoeken bij de administratie, ten einde een doorlopende vergunning te bekomen tot het verwerven van accijnsproducten uit een andere lidstaat.De vergunning wordt verleend door de door de Minister van Financiën gemachtigde ambtenaar.

Het geregistreerde bedrijf moet zich aan de onderstaande voorschriften houden : 1° de betaling van de accijnzen waarborgen bij de ontvanger;2° een boekhouding voeren van de leveringen der producten;3° de producten op elk verzoek vertonen;4° controle of inventarisatie toelaten. Voor de erkend entrepothouder wordt de accijns verschuldigd bij de ontvangst van de goederen en voldaan op de door de Minister van Financiën bepaalde wijze.

De Koning kan, onder de door hem gestelde voorwaarden, het bedrag van de overeenkomstig deze paragraaf verschuldigde zekerheid beperken. 3. Indien het in 1 bedoelde bedrijf niet door de administratie geregistreerd is, moet het zich aan de onderstaande voorschriften houden : 1° voorafgaand aan de verzending van de goederen aangifte doen bij de ontvanger, die voor die verrichting een machtiging aflevert, en de betaling van de in het spel zijnde accijns waarborgen;2° de accijns van de producten bij de ontvangst ervan voldoen op de door de Minister van Financiën bepaalde wijze;3° elke controle toelaten waardoor de administratie zich kan vergewissen van de daadwerkelijke ontvangst van de goederen en van de betaling van de accijns waartoe deze aanleiding geeft.4. De geregistreerde en de niet-geregistreerde bedrijven zijn niet bevoegd om tabaksfabrikaten te ontvangen, die niet voorzien zijn van een Belgisch fiscaal merkteken.

Art. 19.De erkend entrepothouder van verzending kan voorafgaand aan een levering te lande, een fiscaal vertegenwoordiger aanwijzen die er gevestigd is en er erkend is door de door de Minister van Financiën gemachtigde ambtenaar. Te dien einde geeft hij de volledige identiteit op van de vertegenwoordiger die hij voorstelt tot erkenning.

Die vertegenwoordiger moet bekwaam zijn om contracten aan te gaan en aanvaarden de buitenlandse entrepothouder te vertegenwoordigen. Hij moet, in de plaats van de geadresseerde die niet de hoedanigheid van erkend entrepothouder bezit, aan de onderstaande voorschriften voldoen : 1° de betaling van de accijns waarborgen bij de ontvanger;2° de accijns bij de ontvangst van de goederen voldoen op de door de Minister van Financiën bepaalde wijze;3° een boekhouding van de leveringen van producten voeren en aan de administratie mededelen waar de goederen worden geleverd.

Art. 20.1. De aanvragen voor een vergunning die overeenkomstig de artikelen 12, 18 en 19 moeten worden ingereikt ter verwerving van de hoedanigheid van respectievelijk erkend entrepothouder, geregistreerd of niet-geregistreerd bedrijf en fiscaal vertegenwoordiger moeten schriftelijk gebeuren en alle elementen bevatten die met het oog op de toekenning van de vergunning zijn vereist. Deze aanvragen alsook de door de administratie te verlenen vergunningen worden opgesteld in de vorm en volgens de modaliteiten vastgesteld door de Minister van Financiën. 2. De in 1 bedoelde vergunningen worden slechts verleend aan hier te lande gevestigde personen die de nodige waarborgen bieden voor een juiste toepassing van deze wet en slechts indien het nodige toezicht kan worden uitgeoefend en de nodige controles kunnen plaatsvinden zonder dat dit administratieve kosten meebrengt die niet in verhouding staan tot de desbetreffende economische behoeften.3. De in 1 bedoelde vergunningen worden geweigerd indien de personen die een aanvraag daartoe indienen een ernstige inbreuk of herhaalde inbreuken op de douanewetgeving of fiscale wetgeving hebben gepleegd.4. De beslissingen waarbij aanvragen niet worden ingewilligd, worden schriftelijk toegezonden aan de verzoekers.Zij worden met redenen omkleed door de ambtenaar die heeft beslist.

Art. 21.1. Een vergunning wordt nietigverklaard indien zij werd afgeleverd op basis van verkeerde of onvolledige gegevens en : - de verzoeker van de onjuistheid of de onvolledigheid van die gegevens kennis droeg of redelijkerwijze kennis had moeten dragen, en - de vergunning op grond van de juiste en volledige gegevens niet had kunnen worden afgeleverd. 2. De nietigverklaring van de vergunning wordt aan de houder betekend.3. De nietigverklaring geldt vanaf de datum dat de beslissing tot nietigverklaren werd getroffen.

Art. 22.1. Een vergunning wordt ingetrokken of gewijzigd indien, in andere dan de in artikel 21 bedoelde gevallen, aan één of meerdere voor de toekenning vereiste voorwaarden niet of niet meer is voldaan. 2. De vergunning kan worden ingetrokken indien de houder niet voldoet aan een verplichting die, in voorkomend geval, krachtens de vergunning op hem rust.3. De vergunning wordt ingetrokken in het geval bedoeld in artikel 20, 3.4. De intrekking of de wijziging van de vergunning wordt aan de houder ervan betekend.5. De intrekking of de wijziging heeft uitwerking vanaf de datum van betekening.In uitzonderlijke gevallen en voor zover de rechtmatige belangen van de houder zulks vereisen kan de directeur-generaal de uitwerking verleggen naar een latere datum.

Art. 23.1. Niettegenstaande het eventuele gebruik van geautomatiseerde procedures gaat elk accijnsprodukt dat zich onder de schorsingsregeling in het verkeer tussen de lidstaten, met inbegrip van het rechtstreekse verkeer over zee of door de lucht van een communautaire haven of luchthaven naar een andere communautaire haven of luchthaven, bevindt, vergezeld van een door de afzender opgesteld document. Dit document kan een administratief of een commercieel document zijn. Vorm en inhoud daarvan, alsmede de procedure die gevolgd moet worden als het gebruik van het document feitelijk niet passend is, worden vastgesteld door een verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen. 2. Met het oog op de identificatie en de controle van de producten moeten de colli worden geteld en moeten de producten worden beschreven aan de hand van het in 1 bedoelde document, eventueel moet elke laadruimte door de afzender worden verzegeld wanneer het vervoermiddel door de administratie geschikt werd bevonden voor verzegeling of moeten de colli door de afzender worden verzegeld.3. Indien de geadresseerde geen erkend entrepothouder of geregistreerd bedrijf is, moet, niettegenstaande artikel 19, het in 1 bedoelde document vergezeld gaan van een document waarin wordt verklaard dat alle modaliteiten om de inning van de accijns te waarborgen, werden nageleefd, onder de voorwaarden vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming. Bovengenoemd document moet de volgende gegevens bevatten : - het adres van het betrokken kantoor van de belastingautoriteiten van de lidstaat van bestemming; - de datum en de referentie van de betaling of van de aanvaarding door dit kantoor van de zekerheid voor de betaling. 4. Paragraaf 1 is niet van toepassing wanneer de accijnsproducten zich onder de in artikel 3, 3, bedoelde voorwaarden in het verkeer bevinden.5. De bepalingen van dit artikel zijn eveneens van toepassing op accijnsproducten die onder de schorsingsregeling worden vervoerd tussen twee in het land gelegen belastingentrepots via het grondgebied van een andere lidstaat.

Art. 24.1. De administratie wordt door de bedrijven door middel van het document bedoeld in artikel 23, op de hoogte gesteld van de partijen die zijn verzonden en ontvangen. Dit document wordt in vier exemplaren opgesteld : - een door de afzender te bewaren exemplaar; - een exemplaar voor de geadresseerde; - een exemplaar dat voor zuivering naar de afzender wordt teruggezonden; - een exemplaar bestemd voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming.

Wanneer een hier te lande gevestigde erkend entrepothouder accijnsproducten verzendt onder de schorsingsregeling, moet een bijkomend afschrift van het geleidedocument aan de ontvanger worden toegezonden op de door de Minister van Financiën bepaalde wijze.

In geval van levering van accijnsproducten onder de schorsingsregeling ter bestemming van een bedrijf dat gevestigd is hier te lande, moet het exemplaar dat voor aanzuivering naar de buitenlandse verzender moet worden teruggezonden, gecertificeerd of geviseerd zijn door de ambtenaren van de administratie.

De procedure die moet worden gevolgd voor het exemplaar voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming, wordt bepaald volgens een verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen. 2. Indien de accijnsproducten onder de schorsingsregeling in het verkeer zijn met als bestemming een erkend entrepothouder, een geregistreerd of een niet-geregistreerd bedrijf, wordt een exemplaar van het administratieve geleidedocument of een kopie van het commerciële document, naar behoren van aantekeningen voorzien, door de geadresseerde voor zuivering naar de afzender teruggezonden en wel uiterlijk de vijftiende dag van de maand die volgt op deze waarin de goederen door de geadresseerde zijn ontvangen. Wanneer accijnsproducten veelvuldig en regelmatig onder het schorsingsstelsel tussen België en een andere lidstaat in het verkeer zijn, kan de Minister van Financiën, in onderlinge overeenkomst met die andere lidstaat, toestaan om de procedure voor de zuivering van het geleidedocument te vereenvoudigen door middel van een beknopt certificaat of van een geautomatiseerd attest.

Het terug te zenden exemplaar dient de volgende vermeldingen te bevatten, die nodig zijn voor de zuivering : 1° het adres van het kantoor van de belastingautoriteiten waaronder de geadresseerde ressorteert;2° datum en plaats van ontvangst van de producten;3° omschrijving van de ontvangen producten zodat kan nagegaan worden of de zending overeenstemt met de gegevens op het document.In geval van overeenstemming moet de vermelding "zending conform" worden aangebracht; 4° het referentie- of registratienummer dat eventueel wordt afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming die zo'n nummering gebruiken en/of het visum van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming indien deze lidstaat voorschrijft dat het terug te zenden exemplaar door zijn eigen autoriteiten moet worden gecertificeerd of geviseerd;5° de geautoriseerde handtekening van de geadresseerde.3. De schorsingsregeling wordt gezuiverd door het plaatsen van de accijnsproducten in een van de in artikel 4, 3, bedoelde situaties, zulks na ontvangst door de afzender van het terug te zenden exemplaar van het administratieve geleidedocument of van een afschrift van het commerciële document, waarop naar behoren aantekening is gemaakt van die plaatsing.4. De accijnsproducten die worden verzonden door een in het land gevestigde erkend entrepothouder met het oog op hun uitvoer, zelfs via één of meer andere lidstaten, mogen zich in het verkeer bevinden onder de schorsingsregeling als omschreven in artikel 4, 1, 11°.Deze regeling wordt gezuiverd door de certificering, door het douanekantoor van uitgang uit de Gemeenschap, dat de producten daadwerkelijk de Gemeenschap hebben verlaten. Dit douanekantoor van uitgang moet het voor hem bestemde en gewaarmerkte geleidedocument terugsturen aan de afzender. 5. Wanneer geen zuivering plaatsvindt, moet de afzender de ontvanger daarvan in kennis stellen binnen een door de administratie vast te stellen termijn.Deze termijn mag echter niet langer zijn dan drie maanden na de datum van verzending van de goederen. 6. De administratie kan, wanneer dit nodig blijkt, in samenwerking met de autoriteiten van de andere lidstaten steekproefcontroles uitvoeren door middel van systemen voor geautomatiseerde gegevensverwerking.

Art. 25.1. Wanneer tijdens het verkeer hier te lande een onregelmatigheid of een overtreding is begaan waardoor de accijns verschuldigd wordt, moet, onder voorbehoud van de toepassing van eventueel opgelopen straffen, deze accijns worden betaald door de natuurlijke of rechtspersoon die zekerheid heeft gesteld voor de betaling. 2. Wanneer tijdens het verkeer hier te lande een onregelmatigheid of een overtreding is geconstateerd zonder dat kan worden vastgesteld waar zij is begaan, wordt zij geacht te zijn begaan te lande.3. Wanneer de accijnsproducten niet op de plaats van bestemming aankomen en niet kan worden vastgesteld waar de overtreding of de onregelmatigheid is begaan, wordt deze overtreding of onregelmatigheid geacht te zijn begaan in de lidstaat van vertrek. Indien dergelijke producten werden vervoerd vanuit een hier te lande gevestigd belastingentrepot, vordert de ontvanger de accijns in tegen het op de datum van verzending van de producten geldende tarief, tenzij binnen een termijn van vier maanden vanaf de datum van verzending, ten genoegen van de administratie, wordt aangetoond dat de handeling regelmatig was of op welke plaats de onregelmatigheid of de overtreding daadwerkelijk werd begaan. 4. Indien vóór het verstrijken van een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de datum van opstelling van het geleidedocument wordt vastgesteld in welke lidstaat de overtreding of de onregelmatigheid daadwerkelijk werd begaan, wordt de accijns door deze lidstaat ingevorderd tegen het op de datum van verzending geldende tarief.In dat geval wordt de aanvankelijk geheven accijns teruggegeven zodra het bewijs van deze invordering is geleverd.

Art. 26.1. De hier te lande voor uitslag tot verbruik bestemde producten kunnen voorzien zijn van fiscale merktekens of van nationale herkenningstekens die voor belastingdoeleinden worden gebruikt. 2. De in 1 bedoelde fiscale merktekens of herkenningstekens zijn uitsluitend geldig hier te lande.3. Het intracommunautaire verkeer van producten die voorzien zijn van een in 1 bedoeld Belgisch fiscaal merkteken of nationaal herkenningsteken en die bestemd zijn voor verkoop in België, vindt op het grondgebied van een andere lidstaat plaats met het geleidedocument bedoeld in artikel 23, of, in voorkomend geval, volgens de bepalingen van artikel 4, 3.4. Het intracommunautaire verkeer hier te lande van producten die voorzien zijn van een fiscaal merkteken of herkenningsteken van een andere lidstaat en die bestemd zijn voor de verkoop in deze lidstaat, vindt plaats met het geleidedocument bedoeld in artikel 23 of, in voorkomend geval, volgens de bepalingen van artikel 4, 3. HOOFDSTUK IV. - Teruggaaf

Art. 27.1. Wanneer zij niet bestemd zijn om hier te lande te worden verbruikt, kan voor de tot verbruik uitgeslagen accijnsproducten, in daarvoor in aanmerking komende gevallen en op verzoek van een bedrijf in het kader van de bedrijfsuitoefening, de accijns worden teruggegeven. 2. Voor de toepassing van 1 gelden onderstaande bepalingen : 1° de afzender moet vóór de verzending van de goederen bij de door de Minister van Financiën gemachtigde ambtenaar een verzoek om teruggaaf indienen en naar behoren aantonen dat de accijns is voldaan.De bovenbedoelde ambtenaar kan echter niet de teruggaaf weigeren enkel en alleen omdat het door de bevoegde ambtenaar opgestelde document waaruit de oorspronkelijke betaling blijkt, niet is overgelegd. De aanvraag moet worden ingediend binnen een termijn van twaalf maanden te rekenen vanaf de datum van geldigmaking van de aangifte ten verbruik. De directeur-generaal mag nochtans toestaan dat deze termijn wordt overschreden in uitzonderlijke gevallen en mits gegronde reden; 2° het verkeer van de bovenbedoelde producten moet geschieden overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk III;3° de afzender legt de door de Minister van Financiën gemachtigde ambtenaar het terug te zenden exemplaar van het geleidedocument voor, dat naar behoren door de geadresseerde van aantekeningen is voorzien en dat vergezeld moet gaan van een document waaruit blijkt dat betaling van de accijns is verzekerd in de lidstaat van verbruik, of dat voorzien moet zijn van de vermelding van : - het adres van het betrokken kantoor van de belastingautoriteiten van de lidstaat van bestemming; - de datum van aanvaarding van de aangifte door dit kantoor alsmede het referentie- of registratienummer van de aangifte; 4° voor de accijnsproducten die hier te lande tot verbruik zijn uitgeslagen en uit dien hoofde voorzien zijn van een Belgisch fiscaal merkteken of een herkenningsteken, kan de accijns die moet worden betaald in België, worden teruggegeven, voor zover de vernietiging van deze tekens geconstateerd wordt door de administratie.3. In de gevallen waar de hier te lande reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsproducten worden geleverd of bestemd zijn om te worden geleverd in een andere lidstaat of in een andere lidstaat worden bestemd voor commerciële doeleinden voor de behoeften van een bedrijf dat op onafhankelijke wijze een economische activiteit uitoefent of van een publiekrechtelijke instelling, gaat de administratie over tot teruggaaf van de accijns gekweten in België op voorwaarde dat de accijns reeds werd voldaan in de lidstaat van bestemming.4. In de gevallen bedoeld in artikel 11, 3, gaat de administratie, op verzoek van de Belgische verkoper over tot teruggaaf van accijns die deze heeft voldaan in België, voor zover hij de verplichtingen bepaald in genoemde paragraaf in acht neemt.5. De Minister van Financiën bepaalt de wijze van controle die geldt voor teruggaven in uitvoering van dit artikel.In het geval bedoeld in 4, kan hij daarenboven een vereenvoudiging van de procedure voor teruggaaf voorzien wanneer de verkoper de hoedanigheid van erkend entrepothouder bezit. 6. Er zal op geen enkel verzoek om teruggaaf worden ingegaan wanneer het niet voldoet aan de voorwaarden die bepaald worden door de Minister van Financiën.

Art. 28.1. Tot terugbetaling van accijns wordt overgegaan indien ten genoegen van de administratie wordt aangetoond dat op het ogenblik van de betaling of boeking, het bedrag : - betrekking heeft op accijnsproducten waarvoor geen accijns verschuldigd is; - om welke reden dan ook hoger is dan het bedrag dat wettelijk mocht worden geïnd. 2. De terugbetaling van de accijns om een van de in 1 vermelde redenen wordt toegestaan op schriftelijk verzoek ingereikt op het kantoor der accijnzen of der douane en accijnzen waar de accijns werd betaald of geboekt, vóór het verstrijken van een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de datum van geldigmaking van de aangifte ten verbruik. Deze termijn kan niet worden verlengd, tenzij belanghebbende kan bewijzen dat het hem onmogelijk was zijn aanvraag binnen de gestelde termijn in te dienen ingevolge toeval of overmacht.

De administratie gaat van ambtswege over tot terugbetaling wanneer zij zelf gedurende deze termijn het bestaan van een of andere in 1 omschreven omstandigheid vaststelt. 3. De verzoeker moet in het licht van de redenen die hij inroept alle bewijsstukken leveren waarover hij beschikt inzonderheid in verband met de aard en de hoeveelheid van de desbetreffende accijnsproducten en aantonen dat de accijns waarvoor terugbetaling wordt gevraagd wel degelijk werd betaald.4. Het in 2 bedoelde kantoor meldt de aanvragers schriftelijk de ontvangst van deze stukken.

Art. 29.1. De terugbetaling bedoeld in de artikelen 27 en 28 wordt slechts toegestaan aan de persoon die de accijns heeft voldaan of aan personen die hem in zijn rechten en verplichtingen hebben opgevolgd. 2. Het verzoek kan worden ingediend hetzij door de in 1 bedoelde persoon, hetzij door zijn vertegenwoordiger.

Art. 30.Er wordt slechts overgegaan tot terugbetaling in de omstandigheden voorzien in deze wet voor zover het terug te betalen bedrag 400 F overschrijdt.

Er wordt geen terugbetaling toegestaan indien de feiten die aanleiding gaven tot betaling of boeking van de niet wettelijk verschuldigde accijns het gevolg zijn van manipulatie door belanghebbende. HOOFDSTUK V. - Bijzondere bepalingen

Art. 31.1. Zijn vrijgesteld van de betaling van de accijns gedurende een periode die op 30 juni 1999 verstrijkt, de producten die door tax-free shops zijn verkocht en die worden meegevoerd in de persoonlijke bagage van een reiziger die zich door middel van een intracommunautaire vlucht of overtocht naar een andere lidstaat begeeft.

In deze bepalingen wordt verstaan onder : 1° tax-free shop : ieder belastingentrepot dat gelegen is op een luchthaven of in een haven;2° reiziger die zich naar een andere lidstaat begeeft : iedere passagier die in het bezit is van een bewijs van vervoer door de lucht of over zee, waarop als rechtstreekse bestemming een in een andere lidstaat gelegen luchthaven of haven wordt vermeld;3° intracommunautaire vlucht of overtocht : iedere vorm van vervoer door de lucht of over zee die hier te lande begint en waarvan de daadwerkelijke plaats van aankomst in een andere lidstaat ligt. Met producten die door tax-free shops worden geleverd, worden gelijkgesteld de producten die aan boord van een vliegtuig of een schip tijdens intracommunautair reizigersvervoer worden geleverd. 2. De in 1 bedoelde vrijstelling geldt alleen voor producten waarvan de hoeveelheden, per persoon en per reis, niet de maxima overschrijden die zijn vastgesteld in de geldende communautaire bepalingen inzake het reizigersverkeer tussen derde landen en de Gemeenschap.

Art. 32.In het kader van de procedure inzake de hun verleende vrijstelling van accijns zijn diplomaten, consulaire ambtenaren, strijdkrachten en organisaties bedoeld bij artikel 21, 7° tot 12°, van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gemachtigd om producten onder schorsing van accijns te ontvangen uit andere lidstaten onder dekking van het in artikel 23 bedoelde geleidedocument, op voorwaarde dat dit document vergezeld gaat van een certificaat van vrijstelling.

Vorm en inhoud van dit certificaat van vrijstelling worden volgens een verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen bepaald.

Art. 33.1. De kleine wijnproducenten worden ontslagen van de in de hoofdstukken II en III bedoelde verplichtingen en van de overige verplichtingen in verband met verkeer en controle. Wanneer deze kleine producenten zelf intracommunautaire transacties verrichten, stellen zij de ontvanger daarvan in kennis en voldoen zij aan de verplichtingen vastgesteld bij Verordening nr. 2238/93 van de Commissie van 26 juli 1993 betreffende begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwproducten en in de wijnsector bij te houden registers, met name met betrekking tot het uitslagregister en het handelsdocument bedoeld in de genoemde verordening.

Onder kleine wijnproducenten dienen personen te worden verstaan die gemiddeld minder dan 1000 hl wijn per jaar produceren. 2. De ontvanger wordt door de geadresseerde van de wijnleveringen in kennis gesteld door middel van het in 1 bedoelde document of een verwijzing hiernaar.De modaliteiten van deze inlichtingen worden bepaald door de Minister van Financiën. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 34.De overeenkomstig de artikelen 7, 11, 13, 18 en 19 te stellen zekerheid moet worden gesteld bij de ontvanger onder één van de vormen en onder de voorwaarden van de algemene wet inzake douane en accijnzen.

Art. 35.De aangifte ten verbruik met het oog op de betaling van de accijns moet worden gedaan op een formulier overeenkomstig het model bepaald door de Minister van Financiën die de vermeldingen die er moeten op komen kan bepalen evenals de documenten die er moeten worden bijgevoegd.

Art. 36.De accijnsproducten die zich vóór 1 januari 1993 onder een andere schorsingsregeling dan die welke is omschreven in de artikelen 4, 3, en 24, 1, bevinden en waarvoor deze regeling niet is gezuiverd, worden vanaf deze datum beschouwd als producten waarvoor de accijnzen zijn geschorst.

In het geval van de schorsingsregeling voor intern communautair douanevervoer blijven de bepalingen die van kracht waren op het tijdstip dat de producten onder deze regeling werden geplaatst van toepassing zolang deze producten overeenkomstig de bedoelde bepalingen onder deze regeling geplaatst blijven.

In het geval van een nationale schorsingsregeling bepaalt de Minister van Financiën de voorwaarden en formaliteiten die vanaf 1 januari 1993 gelden voor de zuivering van deze schorsingsregeling.

Art. 37.De Minister van Financiën is gemachtigd al de maatregelen te nemen die nodig zijn om de juiste inning van de hier te lande krachtens deze wet verschuldigde accijns te verzekeren en het toezicht en de controle te regelen van de personen in hoofde van wie deze accijns verschuldigd is.

Hij mag bovendien voorschrijven dat elk vervoer en elk bezit voor commerciële doeleinden, van accijnsproducten die zich niet onder de schorsingsregeling bevinden, moet worden gedekt door een document, overeenkomstig de door hem besliste gebruiksmodaliteiten.

Art. 38.1. De administratie mag met de belastingadministraties van de andere lidstaten alle inlichtingen uitwisselen die van nut kunnen zijn voor de juiste vaststelling van de accijns van minerale oliën, tabaksfabrikaten, alcohol en alcoholhoudende dranken, binnen de Gemeenschap. 2. Van de inlichtingen die van de belastingadministraties van de andere lidstaten worden verkregen, wordt op dezelfde wijze gebruik gemaakt als van de soortgelijke inlichtingen die de Belgische administratie rechtstreeks inzamelt.3. De inlichtingen ten behoeve van de belastingadministraties van de andere lidstaten worden op dezelfde wijze ingezameld als soortgelijke inlichtingen die de Belgische administratie te eigen behoefte inzamelt.4. De Belgische administratie kan eveneens, ter uitvoering van een akkoord dat met de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat wordt gesloten, op het nationale grondgebied de aanwezigheid toestaan van ambtenaren van de belastingadministratie van die lidstaat om alle inlichtingen in te zamelen die van nut kunnen zijn voor de juiste vaststelling van de accijns van minerale oliën, tabaksfabrikaten, alcohol en alcoholhoudende dranken, binnen de Gemeenschap.5. De inlichtingen die door een ambtenaar van de Belgische administratie in een andere lidstaat worden ingezameld in het kader van een akkoord met deze lidstaat, kunnen onder dezelfde voorwaarden worden aangewend als de inlichtingen die hier te lande door de administratie worden ingezameld.

Art. 39.Iedere overtreding van de bepalingen van deze wet die tot gevolg heeft dat de accijns opeisbaar wordt, wordt gestraft met een boete van tienmaal de in het spel zijnde accijns met een minimum van 10000 F. Bij herhaling wordt de boete verdubbeld.

Benevens vorenvermelde straf worden de goederen waarop de accijns verschuldigd is, de bij de overtreding gebruikte vervoermiddelen en de voorwerpen die gediend hebben of bestemd waren om de fraude te plegen in beslag genomen en verbeurd verklaard.

Art. 40.Elke handeling met het doel bedriegelijk afschrijving, vrijstelling, terugbetaling of schorsing van accijns te bekomen wordt gestraft met een boete gelijk aan tienmaal de accijns waarvoor gepoogd werd ten onrechte afschrijving, vrijstelling, terugbetaling of schorsing te verkrijgen, met een minimum van 10000 F.

Art. 41.Iedere overtreding van deze wet of van de maatregelen getroffen ter uitvoering ervan die niet strafbaar is gesteld door de artikelen 39 en 40 wordt gestraft met een boete van 25000 tot 125000 F.

Art. 42.Ongeacht de bij de artikelen 39, 40 en 41 opgelegde straffen is de ontdoken accijns altijd verschuldigd.

Art. 43.Het koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en bij het koninklijk besluit van 30 juni 1995, wordt bekrachtigd voor de periode dat het uitwerking had.

Art. 44.Het koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 december 1992 en bij het koninklijk besluit van 30 juni 1995, wordt opgeheven.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 10 juni 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK

^