Etaamb.openjustice.be
Wet van 11 januari 2019
gepubliceerd op 22 januari 2019

Wet houdende maatregelen van bestrijding van de belastingfraude en -ontwijking inzake roerende voorheffing

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2019010396
pub.
22/01/2019
prom.
11/01/2019
ELI
eli/wet/2019/01/11/2019010396/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

11 JANUARI 2019. - Wet houdende maatregelen van bestrijding van de belastingfraude en -ontwijking inzake roerende voorheffing (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 262 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014414 bron federale overheidsdienst financien Wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014380 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen III sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt: "4° inkomsten van roerende goederen en kapitalen, loten van effecten van leningen en de in artikel 90, eerste lid, 11°, bedoelde inkomsten, die onrechtmatig met vrijstelling van voorheffing zijn verkregen of waarvan de voorheffing ten onrechte aan de verkrijger van de inkomsten is terugbetaald;"; b) het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende: "7° dividenden van buitenlandse oorsprong die zonder bemiddeling van een in België gevestigde tussenpersoon in het buitenland zijn geïnd of verkregen door een in België gevestigde belastingplichtige waarvan het maatschappelijk doel uitsluitend of hoofdzakelijk bestaat uit het beheer en het beleggen van fondsen ingezameld met het doel wettelijke of aanvullende pensioenen uit te betalen.".

Art. 3.Artikel 266, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 1 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/12/2016 pub. 08/12/2016 numac 2016003418 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale bepalingen sluiten, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het feit dat een verkrijger van dividenden waarvan het maatschappelijk doel uitsluitend of hoofdzakelijk bestaat uit het beheer en het beleggen van fondsen ingezameld met het doel wettelijke of aanvullende pensioenen uit te betalen, de effecten waaruit de dividenden voortkomen niet gedurende een ononderbroken periode van ten minste 60 dagen in volle eigendom heeft behouden, vormt een weerlegbaar vermoeden dat de rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen waarmee de dividenden verbonden zijn, kunstmatig is.".

Art. 4.In artikel 281, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 10 maart 1999 en 15 december 2004, worden de woorden "op het ogenblik waarop de dividenden zijn toegekend of betaalbaar gesteld" vervangen door de woorden "op de datum waarop de rechthebbenden van de dividenden worden geïdentificeerd".

Art. 5.In hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 281/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 281/1.Uit hoofde van dividenden wordt geen roerende voorheffing verrekend indien de verkrijger, waarvan het maatschappelijk doel uitsluitend of hoofdzakelijk bestaat uit het beheer en het beleggen van fondsen ingezameld met het doel wettelijke of aanvullende pensioenen uit te betalen, de effecten waaruit de dividenden voortkomen niet gedurende een ononderbroken periode van ten minste 60 dagen in volle eigendom heeft behouden.

Het eerste lid is niet van toepassing op de dividenden waarvan de verkrijger heeft aangetoond dat zij niet verbonden zijn met een rechtshandeling of een geheel van rechtshandelingen die kunstmatig is en is opgezet met als hoofddoel of een van de hoofddoelen de verrekening van de roerende voorheffing op deze dividenden te verkrijgen.".

Art. 6.Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 11 januari 219.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken: K54-3400 Integraal verslag: 20 december 2018

^