Etaamb.openjustice.be
Wet van 11 mei 2003
gepubliceerd op 06 juni 2003

Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2003011313
pub.
06/06/2003
prom.
11/05/2003
ELI
eli/wet/2003/05/11/2003011313/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MEI 2003. - Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Over de titel en het beroep van landmeter-expert

Art. 2.Niemand mag het beroep van landmeter-expert uitoefenen of de beroepstitel voeren van landmeter-expert, of enige andere titel die de indruk zou geven dat hij het beroep van landmeter-expert uitoefent, indien hij niet aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° houder zijn van een der hiernavolgende titels : a) een diploma van landmeter, of van meetkundige of van meetkundige-schatter van onroerende goederen uitgereikt, naargelang van het geval, ter uitvoering van de koninklijke besluiten van 31 juli 1825 houdende bepalingen nopens de uitoefening van het beroep van landmeter, van 1 december 1921 dat betrekking heeft op wijzigingen aan de beschikkingen, rakende de uitoefening van het beroep van landmeter, van 18 mei 1936 dat betrekking heeft op wijzigingen aan de bepalingen betreffende het uitoefenen van het beroep van meetkundige-schatter van onroerende goederen of van het Regentsbesluit van 16 juni 1947 dat betrekking heeft op de enige proef, ingesteld ten behoeve van zekere gediplomeerden, ter verkrijging van het diploma van meetkundige-schatter van onroerende goederen;b) een diploma van licentiaat in de wetenschappen, groep aardrijkskunde, optie landmeetkunde;een diploma van licentiaat in de geometrologie; c) een diploma van industrieel ingenieur bouwkunde, optie landmeetkunde;d) een diploma van gegradueerde « landmeter-expert vastgoed » of van gegradueerde « bouwkunde en vastgoed, optie opmeten », aangevuld met een getuigschrift van slagen voor de geïntegreerde proef voor uitreiking van de titels van meetkundige-schatter van onroerende goederen;e) een universitair diploma of een diploma van universitair niveau of van het technisch hoger onderwijs, verenigbaar met de uitoefening van het beroep van landmeter-expert, erkend door de Koning, na advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen;f) een diploma dat gelijkwaardig is aan een der bovenvermelde akten en dat uitgereikt is door een examencommissie van de Staat of van een Gemeenschap; g) een diploma, uitgereikt door elke andere instelling van vergelijkbaar niveau en erkend door de Koning, na advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O.; h) 1.een diploma voorgeschreven door een andere Lidstaat van de Europese Gemeenschap of een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna « Staat » genoemd, om tot het beroep van landmeter op zijn grondgebied te worden toegelaten of om er dat beroep uit te oefenen, en dat in een Staat werd behaald.

Onder diploma wordt verstaan : alle diploma's, getuigschriften en andere titels dan wel elk geheel van dergelijke diploma's, getuigschriften en andere titels : - afgegeven door een bevoegde autoriteit in een Staat; - waaruit blijkt dat de titularis met succes een postsecundaire studiecyclus van ten minste drie jaar of een gelijkwaardige deeltijdstudie heeft gevolgd aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs of een andere instelling van gelijkwaardig opleidingsniveau en, in voorkomend geval, dat hij met succes de beroepsopleiding heeft gevolgd die in aanvulling op de postsecundaire studiecyclus wordt vereist; - waaruit blijkt dat de titularis de vereiste beroepskwalificaties bezit om tot het gereglementeerd beroep van landmeter in die Staat te worden toegelaten of om dat beroep uit te oefenen, wanneer de met het diploma, het getuigschrift of de andere titel afgesloten opleiding overwegend in de Europese Gemeenschap of de Europese Economische Ruimte is genoten of wanneer de titularis ervan een driejarige beroepservaring heeft opgedaan, gewaarmerkt door de Staat die een diploma, een getuigschrift of een andere titel van een derde land heeft erkend.

Alle diploma's, getuigschriften en andere titels, dan wel elk geheel van dergelijke diploma's, getuigschriften en andere titels die door een bevoegde autoriteit in een Staat zijn afgegeven, worden gelijkgesteld met een diploma indien daarmee een in de Europese Gemeenschap of de Europese Economische Ruimte gevolgde opleiding wordt afgesloten welke door een bevoegde autoriteit in die Staat als gelijkwaardig wordt erkend en daaraan dezelfde rechten inzake toegang tot de uitoefening van het gereglementeerd beroep van landmeter zijn verbonden; 2. indien de betrokkene het beroep van landmeter voltijds heeft uitgeoefend gedurende twee jaar tijdens de voorafgaande tien jaren in een andere Staat waar dit beroep niet gereglementeerd is, een diploma : - afgegeven door een bevoegde autoriteit in een Staat; - waaruit blijkt dat de titularis met succes een postsecundaire studiecyclus van ten minste drie jaar of een gelijkwaardige deeltijdstudie heeft gevolgd aan een universiteit of een instelling van hoger onderwijs of een andere instelling van hetzelfde opleidingsniveau in een Staat en, in voorkomend geval, dat hij met succes de beroepsopleiding heeft gevolgd die in aanvulling op de postsecundaire studiecyclus wordt vereist; - en die hem op de uitoefening van dit beroep heeft voorbereid.

De beroepservaring van twee jaar mag echter niet worden geëist wanneer de aanvrager houder is van een diploma dat een opleiding heeft afgesloten die rechtstreeks gericht is op de uitoefening van het beroep van landmeter.

Alle titels, dan wel elk geheel van titels die door een bevoegde autoriteit in een Staat zijn afgegeven, worden met het diploma gelijkgesteld, indien daarmee een in de Europese Gemeenschap of de Europese Economische Ruimte gevolgde opleiding wordt afgesloten welke door de Staat als gelijkwaardig is erkend, mits de andere Staten en de Europese Commissie van deze erkenning in kennis zijn gesteld.

De diploma's waarvan sprake is in de bovenvermelde a) tot e) moeten worden uitgereikt door onderwijs- of opleidingsinstellingen georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door het Rijk of de Gemeenschappen; 2° de eed hebben afgelegd waarvan sprake in artikel 7.

Art. 3.Tot de beroepswerkzaamheid van landmeter-expert in de zin van deze wet behoren de volgende werkzaamheden : 1° het afpalen van terreinen;2° het opmaken en ondertekenen van plannen die moeten dienen voor een grenserkenning, voor een mutatie, voor het regelen van gevallen van gemeenheid en voor gelijk welke akte of proces-verbaal, welke in een identificeren van grondeigendom voorzien en welke ter hypothecaire overschrijving of inschrijving kunnen worden voorgelegd. De uitoefening van de in dit artikel beschreven beroepsactiviteit valt eveneens onder de bevoegdheid van de landmeters in overheidsdienst bij de uitoefening van hun opdrachten als ambtenaar.

Art. 4.§ 1. Niemand mag in de hoedanigheid van zelfstandige in hoofd- of bijberoep, het beroep van landmeter-expert uitoefenen als hij niet voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 2 van deze wet en bovendien niet is ingeschreven op het in artikel 3 van de wet van 11 mei 2003 tot oprichting van Federale Raden van landmeters-experten bedoelde tableau. § 2. De in § 1 vermelde personen sturen de Federale Raad van landmeters-experten, via een aangetekende brief, een voor echt verklaard afschrift van hun titel. § 3. De aanvragers kunnen slechts hun activiteit als zelfstandig landmeter-expert of als bediende uitoefenen zo er geen belangenconflict, conflict inzake onverenigbaarheid of oneerlijke concurrentie bestaat. Deze gevallen worden gedefinieerd in de voorschriften inzake de plichtenleer bedoeld in artikel 8, § 1, en door de regels inzake onverenigbaarheid die reglementair zijn vastgelegd voor de uitoefening van andere beroepen. § 4. De inschrijving is onderworpen aan een jaarlijks te betalen recht, waarvan het bedrag, niet terugbetaalbaar, wordt vastgesteld door de minister bevoegd voor de Middenstand. De landmeter die zijn inschrijvingsrecht niet betaalt, wordt geschrapt van het in artikel 3 van de wet van... tot oprichting van Federale Raden van landmeters-experten bedoelde tableau. § 5. De personen die op het tableau zijn ingeschreven kunnen hieruit op eigen initiatief en op elk moment weggelaten worden.

Zij zijn verplicht om de Federale Raad van landmeters-experten, binnen dertig dagen en via een aangetekende brief, op de hoogte te brengen van iedere wijziging of uitbreiding van hun beroepswerkzaamheid als landmeter-expert tot een andere activiteit als zelfstandige, loontrekkende of ambtenaar.

Art. 5.Indien het beroep van landmeter wordt uitgeoefend in vennootschapsvorm, moeten de loontrekkende landmeters werken onder de controle en de verantwoordelijkheid van een zelfstandige landmeter die is ingeschreven op het in artikel 3 van de wet van 11 mei 2003 tot oprichting van Federale Raden van landmeters-experten bedoelde tableau.

Zo de landmeter-expert de in artikel 3 bedoelde activiteiten statutair als loontrekkende uitoefent, zonder dat hij onder de verantwoordelijkheid of onder het toezicht valt van een landmeter-expert die ingeschreven staat op het tableau van de Federale Raden van landmeters-experten, moet die landmeter-expert zich alsnog op voormeld tableau laten inschrijven; dientengevolge behoort de betrokken landmeter-expert een zelfde verantwoordelijkheid op te nemen en kan hij in een zelfde mate op zijn handelingen worden aangesproken als de zelfstandige landmeter-expert.

Art. 6.De houders van een in artikel 2, 1°, eerste lid, h , bedoeld diploma hebben het recht om gebruik te maken van hun titel van wettige opleiding van de Staat van oorsprong of van herkomst en eventueel van de afkorting ervan, in de taal van deze Staat. In dit geval moet naast deze titel ook de naam en de plaats van de instelling of de examencommissie die deze heeft uitgereikt, worden vermeld.

Art. 7.§ 1. Belgen leggen de eed bedoeld in artikel 2, 2°, in de volgende bewoordingen af : « Ik zweer trouw aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk, en ik zweer de opdrachten die mij als landmeter-expert zullen worden toevertrouwd, in eer en geweten getrouw te vervullen. » Personen van vreemde nationaliteit leggen de eed in de volgende bewoordingen af : « Ik zweer de opdrachten die mij als landmeter-expert zullen worden toevertrouwd in eer en geweten getrouw te vervullen volgens de voorschriften van de Belgische wet. » Belgen en vreemdelingen die hun woonplaats in België hebben, leggen de eed af voor de rechtbank van eerste aanleg van hun woonplaats.

Onderdanen van een lidstaat van de Europese Gemeenschap of van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte leggen de eed af voor de rechtbank van eerste aanleg van hun keuze.

Van de eedaflegging moet de landmeter-expert in alle door hem afgegeven akten melding maken, in de volgende termen : « Landmeter-expert, beëdigd door de Rechtbank van eerste aanleg te... ». § 2. De landmeters-experten die zijn ingeschreven op het tableau bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 mei 2003 tot oprichting van Federale Raden van landmeters-experten, leggen de eed af op voorlegging van een attest waaruit blijkt dat zij zijn ingeschreven.

Zij sturen, via een aangetekende brief, binnen zestig dagen na hun eerste inschrijving, aan de Federale Raad van landmeters-experten een voor echt verklaard afschrift van het proces-verbaal van hun eedaflegging, zulks op straffe van hun schrapping van het tableau.

De landmeters-experten die als werknemer of in overheidsdienst het beroep wensen uit te oefenen en de beroepstitel wensen te voeren, leggen de eed af op voorlegging van een titel als bedoeld in artikel 2, 1°, van deze wet. § 3. De personen die de eed hebben afgelegd als bedoeld in artikel 2 van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de opheffing van het koninklijk besluit van 31 juli 1825 houdende bepalingen nopens de uitoefening van het beroep van landmeter, worden geacht de in dit artikel vermelde eed te hebben afgelegd.

Art. 8.§ 1. De zelfstandige landmeter-expert is verplicht zich te houden aan de voorschriften inzake de plichtenleer, vastgesteld bij een koninklijk besluit, na advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen. § 2. Indien bewezen is dat hij aan zijn plichten is tekortgekomen, is de zelfstandige landmeter-expert strafbaar met de volgende tuchtstraffen : a) de waarschuwing;b) de berisping;c) de schorsing voor een maximumtermijn van twee jaar;d) de schrapping. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen

Art. 9.§ 1. Onverminderd de toepassing van artikel 2, 1°, mogen de personen die, met toepassing van het koninklijk besluit van 18 januari 1995 tot bescherming van de beroepstitel en de uitoefening van het beroep van gezworen landmeter-expert, werden ingeschreven op de lijst van beoefenaars bedoeld in artikel 17, § 5, van de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuelle beroepen, de voorlegging van een voor echt verklaarde kopie van hun titel, als bedoeld in artikel 4, § 2, tot staving van hun verzoek om inschrijving op het tableau van de beoefenaars van het beroep, vervangen door het bewijs van hun inschrijving op de voornoemde lijst. § 2. De personen die, op de datum waarop deze wet in werking treedt, het beroep van zelfstandig landmeter-expert uitoefenen en die houder zijn van een van de in artikel 2, 1°, bedoelde titels of ingeschreven zijn op de lijst van beoefenaars waarvan sprake in § 1 van dit artikel, zijn gemachtigd om, bij wijze van overgang, verder hun beroep uit te oefenen of er de titel van te voeren tot de beslissing van de Federale Raad of de Federale Raad van beroep van landmeters-experten gevallen is. Om voor deze overgangsmaatregel in aanmerking te komen dienen zij hun aanvraag om inschrijving te doen binnen zestig dagen nadat deze wet in werking is getreden. § 3. De provisies bedoeld in artikel 17, § 2, van de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen en betaald in uitvoering van het koninklijk besluit van 18 januari 1995 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van gezworen landmeter-expert worden in de Schatkist gestort.

Zij worden afgetrokken van het in artikel 4, § 4, van deze wet bedoelde inschrijvingsrecht. HOOFDSTUK IV. - Strafbepalingen

Art. 10.Wie de artikelen 2 en 4 overtreedt, wordt gestraft met geldboete van 5 tot 25 euro.

Art. 11.Boek I van het Strafwetboek is, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, van toepassing op de in deze wet bepaalde inbreuken.

Art. 12.Onverminderd de bevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, worden het personeel van de politie en de ambtenaren en agenten, te dien einde door de Koning aangewezen op voorstel van de minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft, belast met het opsporen en vaststellen in processen-verbaal van de inbreuken op deze wet.

Deze processen-verbaal zijn rechtsgeldig tot bewijs van het tegendeel.

Zij worden onverwijld toegezonden aan de bevoegde ambtenaren van het openbaar ministerie; een afschrift ervan wordt gezonden aan de overtreder binnen zeven werkdagen te rekenen vanaf de vaststelling der inbreuken, dit alles op straf van nietigheid. HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen

Art. 13.§ 1. Opgeheven worden met uitwerking op 7 maart 1995 : - het koninklijk besluit van 1 december 1921 houdende wijzigingen aan de beschikkingen, rakende de uitoefening van het beroep van landmeter; - het koninklijk besluit van 18 mei 1936 dat betrekking heeft op het beroep van meetkundige-schatter van onroerende goederen. § 2. De wet van 6 augustus 1993 betreffende de opheffing van het koninklijk besluit van 31 juli 1825 houdende bepalingen nopens de uitoefening van het beroep van landmeter en het koninklijk besluit van 18 januari 1995 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van gezworen landmeter-expert worden opgeheven. HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding

Art. 14.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van deze wet.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 11 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Middenstand, R. DAEMS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Gewone zitting 2002-2003. Parlementaire stukken. - Wetsontwerp, nr. 50-2152/1. - Amendementen, nr. 50-2152/2 tot 4. - Verslag, nr. 50-2152/5. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 50-2152/6. - Amendementen voorgesteld na indiening van het verslag, nr.50-2152/7 en 8. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 50-2152/9. - Erratum, nr. 50-2152/10.

Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers : Integraal verslag : 19 en 20 maart 2003.

Senaat.

Parlementaire stukken. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, 2-1554/1. - Verslag, nr. 2-1554/2. - Beslissing om niet te amenderen, nr. 2-1554/3.

^