Etaamb.openjustice.be
Wet van 15 oktober 2008
gepubliceerd op 17 oktober 2008

Wet houdende maatregelen ter bevordering van de financiële stabiliteit en inzonderheid tot instelling van een staatsgarantie voor verstrekte kredieten en andere verrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2008003425
pub.
17/10/2008
prom.
15/10/2008
ELI
eli/wet/2008/10/15/2008003425/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 OKTOBER 2008. - Wet houdende maatregelen ter bevordering van de financiële stabiliteit en inzonderheid tot instelling van een staatsgarantie voor verstrekte kredieten en andere verrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL 2. - Wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten

Art. 2.In de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten wordt een artikel 117bis ingevoegd, luidende : «

Art. 117bis.De Koning kan, na advies van het Comité voor financiële stabiliteit, in geval zich een plotse crisis voordoet op de financiële markten of in geval van een ernstige dreiging van een systemische crisis, teneinde de omvang of de gevolgen ervan te beperken, 1° aanvullende of afwijkende maatregelen treffen ten opzichte van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen en de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, 2° alsook door middel van een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, in een systeem voorzien waarbij een Staatswaarborg wordt verleend voor verbintenissen die zijn aangegaan door de krachtens voornoemde wetten aan toezicht onderworpen instellingen die Hij bepaalt. De koninklijke besluiten genomen krachtens het eerste lid, 1°, hebben geen gevolg meer indien zij niet worden bekrachtigd door de wet binnen de twaalf maanden vanaf hun datum van inwerkingtreding. De bekrachtiging werkt terug tot op de datum van inwerkingtreding van de koninklijke besluiten. » TITEL 3. - Interpretatie van artikel 7 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België

Art. 3.Artikel 7 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België wordt aldus uitgelegd dat het voorrecht dat de Nationale Bank van België geniet en het onderpand dat haar kan worden verstrekt krachtens voornoemd artikel 7 schuldvorderingen waarborgen die voortkomen uit de uitoefening van haar taken en verrichtingen met inbegrip van deze die niet afhangen van het Europees Stelsel van centrale banken.

TITEL 4. - Interpretatie van de artikelen 7 en 15 van de wet van 25 oktober 1919 betreffende het in pand geven van de handelszaak, het disconto en het in pand geven van de factuur, alsmede de aanvaarding en de keuring van de rechtstreeks voor het verbruik gedane leveringen

Art. 4.De artikelen 7 en 15 van de wet van 25 oktober 1919 betreffende het in pand geven van de handelszaak, het disconto en het in pand geven van de factuur, alsmede de aanvaarding en de keuring van de rechtstreeks voor het verbruik gedane leveringen worden aldus uitgelegd dat de beoogde soorten van financiële instellingen niet worden beperkt tot deze bedoeld in de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.

TITEL 5. - Wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België

Art. 5.In het opschrift van hoofdstuk II van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België worden de woorden « die van het ESCB afhangen » opgeheven.

Art. 6.In artikel 5, § 1, van dezelfde wet worden de woorden « de taken ervan » vervangen door de woorden « haar taken ».

Art. 7.In artikel 7, vierde lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, worden de woorden « Zodra de pandovereenkomst gesloten is, wordt » vervangen door de woorden « Wanneer de Bank schuldvorderingen in pand aanvaardt, wordt, zodra de pandovereenkomst gesloten is, ».

Art. 8.Artikel 9, tweede lid, van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende zin : « De Staat waarborgt de Bank tevens de terugbetaling van ieder krediet verleend in het kader van haar bijdrage tot de stabiliteit van het financiële stelsel, alsook tegen elk verlies veroorzaakt door alle in dit verband noodzakelijke verrichtingen »

Art. 9.Artikel 12, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 augustus 2002, wordt aangevuld met de volgende zin : « De Bank geniet, voor alle beslissingen en verrichtingen die in het kader van haar bijdrage tot de stabiliteit van het financiële stelsel worden genomen, van dezelfde graad van onafhankelijkheid als vastgesteld in artikel 108 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap »

Art. 10.In artikel 13 van dezelfde wet worden de woorden « bij de opdrachten die worden bedoeld in artikel 10 » vervangen door de woorden « bij de opdrachten bedoeld in deze wet ».

Art. 11.In dezelfde wet wordt het opschrift « Hoofdstuk III - Taken die niet van het ESCB afhangen » opgeheven.

Art. 12.In dezelfde wet wordt hoofdstuk IV hernummerd als hoofdstuk III.

Art. 13.In dezelfde wet wordt hoofdstuk V hernummerd als hoofdstuk IV.

Art. 14.In dezelfde wet wordt hoofdstuk VI hernummerd als hoofdstuk V. TITEL 6. - Inwerkingtreding

Art. 15.De artikelen 1, 5 tot 7 en 9 tot 15 treden in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van 9 oktober 2008.

Artikel 3 treedt in werking op de datum van de inwerkingtreding van artikel 7 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, zoals gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen.

Artikel 4 treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de artikelen 7 en 15 van de wet van 25 oktober 1919 betreffende het in pand geven van de handelszaak, het disconto en het in pand geven van de factuur, alsmede de aanvaarding en de keuring van de rechtstreeks voor het verbruik gedane leveringen, zoals gewijzigd bij de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.

Artikel 8 heeft uitwerking met ingang van 28 september 2008.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 oktober 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste-Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, J. VANDEURZEN _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 52-1470-2008/2009. Nr. 1 Wetsontwerp.

Nr. 2. Amendementen.

Nr. 3. Verslag.

Nr. 4. Tekst aangenomen door de Commissie.

Nr. 5. Amendementen.

Nr. 6. Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 14 oktober 2008 : Stukken van de Senaat : 4-963 - 2008/2009 : Nr. 1 Ontwerp geëvoceerd door de Senaat.

Nr. 2. Amendementen Nr. 3. Beslissing om niet te amenderen Handelingen van de Senaat : 15 oktober 2008

^