Etaamb.openjustice.be
Wet van 17 maart 2019
gepubliceerd op 29 maart 2019

Wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de mobiliteitsvergoeding

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2019011429
pub.
29/03/2019
prom.
17/03/2019
ELI
eli/wet/2019/03/17/2019011429/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

17 MAART 2019. - Wet tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de mobiliteitsvergoeding (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding

Art. 2.Artikel 3, eerste lid, van de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding, wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende : "6° bedrijfswagenbeleid : de door de werkgever vastgelegde voorschriften die de voorwaarden van toekenning en gebruik van de bedrijfswagen regelen.".

Art. 3.Artikel 4 van dezelfde wet, wordt aangevuld met de paragrafen 4 en 5, luidende : " § 4. De werkgever kan enkel een mobiliteitsvergoeding toekennen aan werknemers die daadwerkelijk over een bedrijfswagen beschikken of die voor een bedrijfswagen in aanmerking komen. § 5. Komen in aanmerking voor een bedrijfswagen : werknemers die deel uitmaken van een functiecategorie waarvoor het bij de werkgever geldende bedrijfswagenbeleid in een bedrijfswagen voorziet.".

Art. 4.In artikel 5 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden "om zijn bedrijfswagen in te ruilen" opgeheven;2° een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende : " § 1/1.De werkgever deelt de wijze waarop de mobiliteitsvergoeding wordt berekend en het bedrag ervan op voorhand mee aan de werknemer."; 3° in paragraaf 2, wordt de inleidende zin vervangen als volgt : " § 2.Een werknemer die beschikt over een bedrijfswagen, kan een dergelijke aanvraag pas doen indien hij :"; 4° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " § 3.Een werknemer die in aanmerking komt voor een bedrijfswagen, kan een dergelijke aanvraag pas doen indien hij : 1° op het moment van de aanvraag minstens 3 maanden ononderbroken in aanmerking kwam voor een bedrijfswagen bij de huidige werkgever;en 2° in de 36 maanden voorafgaand aan de aanvraag, reeds minstens 12 maanden in aanmerking kwam voor een bedrijfswagen bij de huidige werkgever. De periode van 36 maanden bedoeld in het eerste lid, 2°, is niet van toepassing wanneer de huidige werkgever een werkgever is bedoeld in artikel 4, § 3.

Het eerste lid is niet van toepassing ter gelegenheid van de aanwerving van een werknemer.

Het eerste lid is evenmin van toepassing in geval van een bevordering of functiewijziging die zich heeft voorgedaan voor 1 maart 2019."; 5° paragraaf 5 wordt opgeheven.".

Art. 5.In artikel 9 van dezelfde wet, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt : " § 3. De bepaling van paragraaf 1 is niet van toepassing voor de werknemer die én een mobiliteitsvergoeding ontvangt én een andere vergoeding of een voordeel voor verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling die recht geeft op de genoemde vrijstelling, maar die voorheen ook het voordeel van een bedrijfswagen genoot of het recht op een bedrijfswagen had verkregen en tegelijkertijd, gedurende minstens drie maanden voorafgaand aan de aanvraag van de mobiliteitsvergoeding, een vergoeding of een voordeel ontving voor verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling die recht geeft op de genoemde vrijstelling.".

Art. 6.Artikel 10, § 3, van dezelfde wet, wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, luidende : "3° waarin de werknemer beschikt over een mobiliteitsbudget bedoeld in artikel 3, § 1, 2° van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget.".

Art. 7.In artikel 11, van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "van de ingeleverde bedrijfswagen" vervangen door de woorden "van de ingeleverde bedrijfswagen of van de bedrijfswagen waarvoor men in aanmerking kwam";2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "geheel of gedeeltelijk door de werkgever ten laste werden genomen" vervangen door de woorden "of van de bedrijfswagen waarvoor de werknemer in aanmerking kwam, geheel of ten dele ten laste waren van de werkgever,";3° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "bedoeld in artikel 36, § 2, tiende lid" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 36, § 2, dertiende lid";4° paragraaf 2 wordt opgeheven;5° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " § 3.Onverminderd de toepassing van artikel 12, kan de mobiliteitsvergoeding bij een functieverandering of een bevordering worden verhoogd of verlaagd wanneer de werknemer door die verandering of die bevordering tot een functiecategorie behoort waarvoor het loonsysteem van de werkgever respectie-velijk in een hogere of lagere bedrijfswagen voorziet.".

Art. 8.Artikel 14 van dezelfde wet, wordt vervangen als volgt : "

Art. 14.Voor de toepassing van deze wet mag de mobiliteitsvergoeding niet worden toegekend ter gehele of gedeeltelijke vervanging of omzetting van loon, premies, voordelen in natura of enig ander voordeel of aanvulling hierbij die al dan niet in aanmerking worden genomen voor de sociale zekerheid.

De mobiliteitsvergoeding mag evenmin worden toegekend wanneer een bedrijfswagen die aanleiding zou geven tot de toekenning van een mobiliteitsvergoeding, geheel of gedeeltelijk het resultaat was van een in het eerste lid bedoelde vervanging of omzetting.

De mobiliteitsvergoeding mag worden toegekend ter vervanging of omzetting van loon of andere voordelen, indien die voordelen blijkens de individuele arbeidsovereenkomst zijn toegekend aan de werknemer omdat hij recht had op een bedrijfswagen, maar er niet effectief over beschikt heeft, tenzij die voordelen op hun beurt geheel of gedeeltelijk het resultaat waren van een in het eerste lid bedoelde vervanging of omzetting.

De mobiliteitsvergoeding mag ook worden toegekend ter vervanging van een mobiliteitsbudget bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, van de wet van 17 maart 2019 betreffende de invoering van een mobiliteitsbudget.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

Art. 9.In artikel 33ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2 wordt tussen het eerste en het tweede lid, een lid ingevoegd, luidende : "Wanneer de werknemer voor zijn ingeleverde bedrijfswagen een eigen bijdrage bedoeld in artikel 36, § 2, tiende lid, betaalde, wordt de eigen bijdrage, betaald gedurende de laatste maand voor de inlevering van de bedrijfswagen en geprorateerd op jaarbasis, in mindering gebracht van het in het eerste lid berekend jaarlijks belastbare voordeel van de mobiliteitsvergoeding."; 2° in paragraaf 2, tweede lid, ingevoegd bij de bepaling onder 1° van dit artikel, worden de woorden "bedoeld in artikel 36, § 2, tiende lid" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 36, § 2, dertiende lid";3° paragraaf 5 wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 38, § 1, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten, worden de woorden "van dezelfde werkgever" ingevoegd tussen de woorden "een mobiliteitsvergoeding" en het woord "ontvangt". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers

Art. 11.ln artikel 38, § 3octdecies, tweede lid, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, ingevoegd bij de wet van 30 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011632 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding sluiten, worden de woorden "voor de maand onmiddellijk voorafgaand aan de maand waarin het voertuig vervangen werd door de mobiliteitsvergoeding" vervangen door de woorden "dat de werknemer ter beschikking heeft of waarop de werknemer volgens het bedrijfswagenbeleid bij de werkgever aanspraak kan maken, voor de maand onmiddellijk voorafgaand aan de maand waarin de mobiliteitsvergoeding wordt toege-kend". HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding

Art. 12.De artikelen 2, 3, 4, 5, 6, 7, 1°, 2°, 4° en 5°, 8, 9, 1° en 3°, 10 en 11, treden in werking op 1 maart 2019.

De artikelen 7, 3°, en 9, 2°, treden in werking op 1 januari 2020 en zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2021 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2020.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 17 maart 2019.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K54-3382 Integraal verslag : 21 februari 2019.

^